Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 23 september 2009, nr. WJZ / 9167013, houdende de vaststelling van de tarieven voor het bel-me-niet-register en de bestandsindeling (Regeling tarieven bel-me-niet-register)

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 16.1, zesde lid, van de Telecommunicatiewet en; artikel 12, vierde lid, van het Besluit bel-me-niet-register;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. markeerbestand:

het bestand, bedoeld in artikel 12, tweede lid, van het Besluit bel-me-niet-register;

b. record:

een bestandsdeel waarin de gegevens van één persoon zijn vermeld;

c. ontdubbelingsbestand:

het bestand, bedoeld in artikel 12, eerste lid, van het Besluit bel-me-niet-register;

d. callcenter:

een onderneming die als dienst aanbiedt natuurlijke personen te benaderen door middel van telefonische oproepen, met het doel daardoor communicatie als bedoeld in artikel 11.7, vijfde lid, van de wet aan te bieden;

e. gebruiker:

degene die de communicatie, bedoeld in artikel 11.7, vijfde lid, van de wet, aanbiedt.

Artikel 2

  • 1. Een gebruiker die door de beheerder in een markeerbestand wil laten aangeven welke telefoonnummers in het register zijn opgenomen, maakt daartoe gebruik van het online formulier dat de beheerder aanbiedt.

  • 2. Hij geeft in ieder geval de gegevens op die de beheerder nodig heeft voor de administratie waaronder: naam en adres van degene die het bestand ontvangt, naam en adres van de gebruiker, het merk of de dienst en de campagne ten behoeve waarvan de download plaatsvindt.

Artikel 3

De gebruiker die de dienst van de beheerder afneemt om in een markeerbestand aan te geven welke telefoonnummers in het register zijn opgenomen is daarvoor per merk of dienst een bedrag verschuldigd van:

  • a. € 550,– voor ten hoogste 10.000 records;

  • b. € 1.250,– voor meer dan 10.000 en ten hoogste 25.000 records;

  • c. € 2.600,– voor meer dan 25.000 en ten hoogste 75.000 records.

Artikel 4

  • 1. Een gebruiker die een ontdubbelingsbestand wil ontvangen, maakt daartoe gebruik van het online formulier dat de beheerder aanbiedt.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde gebruiker geeft in ieder geval de gegevens op die de beheerder nodig heeft voor de administratie, waaronder: naam en adres van degene die het bestand ontvangt, naam en adres van de gebruiker, het merk of de dienst en de campagne ten behoeve waarvan de download plaatsvindt.

Artikel 5

  • 1. De gebruiker die het ontdubbelingsbestand van de beheerder door middel van een online verbinding ontvangt is daarvoor per merk of dienst een bedrag verschuldigd van € 1000,– per jaar vermeerderd met € 1.500,– per keer dat het bestand wordt gedownload.

  • 2. Indien de gebruiker gedurende het gehele jaar het ontdubbelingsbestand wil ontvangen, dan is hij daarvoor per merk of dienst per jaar een bedrag verschuldigd van € 20.500,–.

Artikel 6

  • 1. Een callcenter dat het ontdubbelingsbestand van de beheerder door middel van een online verbinding ontvangt, is daarvoor jaarlijks een bedrag verschuldigd van € 3500,–.

  • 2. Aan het gebruik van het bestand, bedoeld in het eerste lid, kunnen door de beheerder voorwaarden worden gesteld.

Artikel 7

  • 1. Het ontdubbelingsbestand bestaat uit records die zijn opgebouwd op de in bijlage 1 beschreven wijze.

  • 2. Het markeerbestand bestaat uit records die zijn opgebouwd op de in bijlage 2 beschreven wijze.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling tarieven bel-me-niet-register.

Artikel 9

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2009.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 28 september 2009

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk.

BIJLAGE 1

Recordlengte: 362

Volgorde: Postcode huisnummer

Rubriek nr.

Positie

Aantal posities

Omschrijving

Bijzonderheden

04

001–008

8

Registratienummer

 

41

009–020

12

Voorletter(s)

 

42

021–040

20

Voorvoegsel(s)

 

43

041–090

50

Familienaam

 

17

091–091

1

Sekse code

0 = onbekend

1 = de heer

3 = mevrouw

4 = familie

5 = de heer/mevr.

21

092–121

30

Straatnaam

 

26

122–133

12

Huisnummer

Pos. 1–5: huisnr

Pos. 6–12: toevoeging

28

134–139

6

Postcode

Links zonder spatie

22

140–169

30

Woonplaats

 

13

170–173

4

Opvoerdatum

MMJJ

44

174–179

6

Datum uit bestand

JJJJMM

45

180–183

3

Netnummer

 

46

184–190

7

Abonneenummer

 

47

191–359

169

Filler

 

12

360–361

2

Soort adres

Altijd ‘20’

 

362–362

1

Filler

 

BIJLAGE 2

Recordlengte: 29

Positie

Aantal posities

Omschrijving

001–008

8

Registratienummer Bel-me-niet

009–013

4

Netnummer

014–021

7

Abonneenummer

021–029

8

Opvoerdatum/Datum van inschrijving

TOELICHTING

Algemeen

In deze regeling wordt nadere invulling gegeven aan artikel 12, vierde lid, van het Besluit bel-me-niet-register. Deze regeling bepaalt tevens de tarieven die de beheerder van het bel-me-niet-register (hierna: register) in rekening brengt voor het gebruik van het register. Wie gebruik wil maken van het register, meldt zich aan bij de beheerder van het register. Daarbij worden alle gegevens aangeleverd die de beheerder nodig heeft voor de administratie en de berekening van het verschuldigde bedrag.

De tarieven worden per merk of dienst in rekening gebracht. Indien een adverteerder dus voor twee of meer verschillende merken communicatie aan wil bieden, wordt voor ieder merk een vergoeding aan de beheerder betaald. Deze methodiek leidt ertoe dat een grote adverteerder met meerdere merken in zijn pakket niet in een voordeliger positie komt dan een adverteerder met een enkel merk. Wanneer niet per merk of dienst betaald zou moeten worden, zouden adverteerders met meerdere merken of diensten in een aanmerkelijk betere positie terecht komen dan adverteerders met een enkel merk. Het zou er tevens op neer komen dat de kosten voor het register over een kleinere groep gebruikers wordt verdeeld, waardoor voor kleinere adverteerders telemarketing niet meer mogelijk zou zijn. De gekozen methodiek sluit ook aan bij het uitgangspunt dat de gebruiker betaalt, immers een adverteerder die meerdere campagnes voert, gebruikt het register meer en moet ook meer betalen.

Er zijn diverse vormen voorzien, waarop een aanbieder van communicatie als bedoeld in artikel 11.7, vijfde lid, van de Telecommunicatiewet (hierna: de wet) gebruik kan maken van het register. Voor grote gebruikers bestaat de mogelijkheid om een ontdubbelingsbestand te downloaden. Hiervoor wordt per merk of dienst jaarlijks € 1000,– in rekening gebracht, naast de kosten per download. Voor iedere keer dat het bestand wordt gedownload, wordt € 1500,– per merk of dienst in rekening gebracht. Kleinere gebruikers kunnen gebruik maken van de zogeheten ‘ontdubbelfabriek’. Zij kunnen een eigen markeerbestand uploaden naar de systemen van de beheerder, waarna zij het ‘ontdubbelde’ bestand terug ontvangen. In dat ontdubbelde bestand zijn de gegevens gemarkeerd van de abonnees die opgenomen zijn in het register.

Er zijn drie tarieven voorzien, voor verschillende groottes van de bestanden. Wanneer het markeerbestand van de adverteerder kleiner is dan het aantal records waarvoor betaald is, kan het restant later worden gebruikt voor een volgende campagne. Wie dus tweemaal een campagne wil voeren, waarbij telkens 12.000 records in het oorspronkelijke markeerbestand aanwezig zijn, betaalt in totaal eenmalig € 1.250,–.

De hoogte van de tarieven is gebaseerd op de te verwachten kosten die de beheerder maakt op grond van haar wettelijke taak en op basis van het aantal gebruikers van het register. In de tarifering is rekening gehouden met kleinere gebruikers, die voor een lager tarief gebruik kunnen maken van het register, hoewel deze kleinere gebruikers relatief meer kosten veroorzaken bij de beheerder.

De tarieven worden naar beneden bijgesteld op het moment dat blijkt dat deze meer dan kostendekkend zijn.

Naast adverteerders is er in voorzien dat callcenters de beschikking kunnen krijgen over de inhoud van het register. Hiermee kunnen zij een bestand dat reeds eerder is ontdubbeld, na vier weken opnieuw ontdubbelen, zodat niet opnieuw voor dezelfde campagne hoeft te worden betaald. Wel kan de beheerder hier voorwaarden aan stellen, zoals het aantal malen dat voor dezelfde campagne mag worden ontdubbeld.

In het belang van een goed functioneren van het register en het belang van de in dat register opgenomen abonnees is het gewenst dat de gegevens uit het register ook ter beschikking staan aan ondernemingen die handelen in gegevens. Deze ondernemingen, de zogenaamde databewerkers, waaronder listbrokers, listowners en listmanagers, zijn dan in staat om bestanden met gegevens aan te bieden, waarin niet langer de personen zijn opgenomen, wier gegevens in het register staan opgenomen. De gegevens in het register kunnen slechts uitgeleverd worden met het doel de personen die dat hebben aangegeven te beschermen tegen deze ongevraagde communicatie. Databewerkers kunnen in overleg treden met de beheerder van het register en afspraken maken over de mogelijke uitlevering van gegevens. Deze uitlevering kan aan voorwaarden gebonden zijn, en het blijft aan de beheerder van het register of hij wel of geen overeenkomst met betrekking tot die gegevens wil aangaan.

Administratieve lasten

Volgens de begroting van het bel-me-niet-register worden er 80 gebruikers van de zogeheten ontdubbelfabriek verwacht, 125 partijen die het bestand downloaden en 20 afnemers van een licentie om het ontdubbelingsbestand te verkrijgen. Bij de aanvragen hiervoor moeten NAW gegevens en enkele gegevens over de campagne worden ingevuld via een webapplicatie. Uitgaande van een tijdsbesteding van 15 minuten per keer en een uurtarief van € 30,– geeft dit per keer € 7,50 aan administratieve lasten.

Geschat wordt dat een ‘ontdubbelaar’ telkens gemiddeld twee campagnes voert voor iedere licentie die men afneemt. Dat betekent dat als er 80 ‘licenties’ worden afgenomen, dit zal leiden tot 160 maal het uploaden en laten ontdubbelen. Dit resulteert in € 1.200,– totaal per jaar.

Voor de 125 ‘downloaders’ geldt dat zij naar schatting gemiddeld 6 maal per jaar een campagne voeren. Voor hen resulteert dit in 750 aanvragen per jaar, oftewel € 5.625,– totaal per jaar.

De gebruikers van een service licentie hoeven slechts eenmaal per jaar alle gegevens aan te leveren. Hiervoor zijn er 20 begroot. Dit levert € 150,– totaal; per jaar.

In totaal komen de administratieve lasten daarmee uit op € 6.975,–.

Aangezien de totale administratieve lastenverhoging van dit voorstel onder de € 10.000 blijft is de regeling niet voor advies aan Actal aangeboden.

Artikelsgewijs

Artikel 1

In deze regeling wordt onder record verstaan een deel van het digitale bestand dat de gegevens bevat betreffende één abonnee. De bijlagen 1 en 2 geven de wijze aan waarop een dergelijk record is vormgegeven in de bestanden.

Voor call-centers is een aparte regeling opgenomen. Deze partijen zitten vaak aan het eind van een langere keten, maar zijn direct in contact met de abonnees. Deze positie rechtvaardigt dat zij nog een keer de bestanden opschonen met behulp van het bel-me-niet-register. Op die manier is de kans het kleinst dat er iemand de ongevraagde communicatie aangeboden krijgt, die zich had ingeschreven in het register. Zie voor die aparte regeling artikel 6.

Artikel 2 en 3

Gebruikers die bestanden kleiner dan 75.000 records hebben, kunnen gebruik maken van de reeds genoemde ‘ontdubbelfabriek’. De beheerder van het register geeft dan in die markeerbestanden aan dat de abonnee is opgenomen in het register, en dat deze dus niet langer benaderd kan worden met ongevraagde telefonische communicatie.

Om de beheerder in staat te stellen de daartoe vastgestelde tarieven in rekening te brengen geeft de gebruiker daartoe in ieder geval de in artikel 2, tweede lid, genoemde gegevens op. De gebruiker maakt gebruik van de formulieren die de beheerder daartoe aanbiedt.

In artikel 3 worden de tarieven genoemd die voor deze markeer-licentie zijn verschuldigd. De tarieven worden berekend per merk of dienst waarvoor de gebruiker de communicatie wenst aan te bieden.

Artikelen 4 en 5

De gebruiker kan ook een uittreksel krijgen van de gehele inhoud van het register opdat de gebruiker zelf één of meerdere bestanden kan opschonen of ontdubbelen. Dat uittreksel wordt ook ontdubbelingsbestand genoemd. Om de beheerder in staat te stellen de daartoe vastgestelde tarieven in rekening te brengen geeft de gebruiker daartoe in ieder geval de in artikel 4, tweede lid, genoemde gegevens op. De gebruiker maakt gebruik van de formulieren die de beheerder daartoe aanbiedt. Het verschuldigde tarief wordt berekend per merk of dienst waarvoor de gebruiker communicatie aan wil bieden.

In het tweede lid van artikel 5 is een tarief opgenomen ingeval een gebruiker voor een enkel merk gedurende het hele jaar campagne voert. In dat geval betaalt hij het forfaitaire bedrag voor 13 maal 4 weken. 13 maal € 1.500,– is € 19.500,– plus € 1000,– eenmalig jaartarief is in totaal € 20.500,– per jaar per merk of dienst. Hij kan dan vaker het bestand downloaden dan eenmaal elke vier weken. Dat is in het belang van de ingeschreven consumenten.

Artikel 6

Voor een jaarlijks bedrag van € 3500,– kunnen call-centers zo vaak als nodig beschikken over de jongste gegevens uit het bel-me-niet-register. De beheerder kan daarbij aangeven dat het niet toegestaan is om de op deze wijze verkregen bestanden te gebruiken om een initiële ontdubbeling uit te voeren. Ook kan de beheerder van de callcenters verlangen dat zij aangeven voor welke merken en campagnes zij de bestanden wensen te gebruiken. Op die manier kan worden nagegaan dat de adverteerder heeft voldaan aan de verplichting om zijn bestanden te ontdubbelen. Of dat de adverteerder daarvoor alsnog het daarvoor gestelde tarief dient te betalen.

Artikel 7

In bijlage 1 wordt de opbouw van een record beschreven zoals dat wordt uitgeleverd door de beheerder aan gebruikers die zelf de ontdubbeling willen uitvoeren.

In bijlage 2 wordt de opbouw van een record beschreven zoals dat aangeleverd dient te worden aan de beheerder waarbij gebruik gemaakt wordt van de markeerlicentie.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk.

Naar boven