Aanwijzing
Burgemeester en Wethouders van Oost Gelre maken ingevolge artikel 7, eerste lid van de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg)
bekend dat de Raad van de gemeente Oost Gelre bij besluit van 22 september 2009 op grond van artikel 2 Wvg, enkele percelen
aan de Pastoor Reiberstraat te Vragender heeft aangewezen als gronden waarop de artikelen 10 tot en met 24, 26 en 27 Wvg van
toepassing zijn. De betrokken gronden zijn nader aangeduid op het bij ons besluit behorende kadastrale overzicht en de perceelslijst.
Het besluit van de Gemeenteraad treedt in werking één dag na publicatie in de Staatscourant. (Publicatie Staatscourant: 7 oktober
2009). Met dit raadsbesluit is de voorlopige aanwijzing, waartoe Burgemeester en Wethouders ingevolge het bepaalde in artikel
6 Wvg op 29 juni 2009 besloten hebben, vervallen.
Ter inzage
Het besluit van de Raad ligt met bijbehorende bijlagen, bevattende de kadastrale kaart en een lijst met daarop de aangewezen
percelen, de naam van de eigenaren alsmede overige relevante gegevens, met ingang van 8 oktober 2009 in het gemeentehuis van
Lichtenvoorde en in de openbare bibliotheken te Lichtenvoorde en Groenlo voor een ieder kosteloos ter inzage gedurende de
openingstijden.
Gevolgen
Door het besluit te nemen tot aanwijzing van voornoemde gronden als gronden waarop de artikelen 10 tot en met 24, 26 en 27
Wvg van toepassing zijn en de publicatie van het besluit in de Staatscourant, wordt onder meer de aanbiedingsplicht als bedoeld
in artikel 10, eerste lid Wvg van toepassing. Die aanbiedingsplicht houdt in dat de eigenaren en/of beperkt gerechtigden van
de in het besluit aangewezen gronden, wanneer zij hun gronden of hun recht willen verkopen, dit eerst aan de gemeente Oost
Gelre te koop moeten aanbieden alvorens verkoop aan anderen mogelijk is.
Bezwaar en voorlopige voorziening
Ingevolge de Awb kunnen belanghebbenden gedurende een termijn van zes weken ingaande de dag na dagtekening van deze bekendmaking,
een bezwaarschrift indienen tegen het besluit tot aanwijzing bij Burgemeester en Wethouders, postbus 17, 7130 AA Lichtenvoorde.
Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend en moet ten minste bevatten:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. een omschrijving van het besluit waartegen het gericht is;
d. de gronden van het bezwaar;
Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking, dat wil zeggen dat het besluit van kracht blijft ondanks
eventuele bezwaren.
Nadat een bezwaarschrift is ingediend, is, indien -gelet op de betrokken belangen- onverwijlde spoed dat vereist, het mogelijk
daartoe een voorlopige voorziening te vragen bij de voorzieningenrechter van de Arrondissementsrechtbank Zutphen, postbus
205, 7200 AE Zutphen. Daarbij dient een afschrift van het ingediende bezwaarschrift te worden overgelegd.