Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 september 2009, nr. R&P/RA/2009/17345, tot vaststelling van de vergoedingen van de voorzitter en de leden van het Comité van experts subsidieregeling ESF 2007–2013/Actie E

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies en artikel 4 van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Aan de voorzitter en aan de leden van het Comité van experts Subsidieregeling ESF 2007–2013/Actie E wordt, voor zover zij daarvan niet zijn uitgesloten, een vaste vergoeding toegekend ter hoogte van het bedrag, dat met toepassing van het bepaalde in artikel 4 van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies wordt bepaald.

  • 2. De vergoeding wordt jaarlijks toegekend voor een periode van 1,5 maand.

  • 3. Voor de vaststelling van de vergoeding is een arbeidsduurfactor van 0,35 van toepassing.

  • 4. De toepasselijke salarisschaal is schaal 15 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 23 september 2009

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma.

TOELICHTING

Met dit besluit worden de vergoedingen van de leden van het Comité van experts Subsidieregeling ESF 2007–2013/Actie E vastgesteld. Gelet op de omvang en zwaarte van de te verrichten werkzaamheden, de vereiste specifieke deskundigheid en het kortdurende aanzienlijke tijdsbeslag, zomede het belang van tijdige realisatie van de werkzaamheden, is besloten aan de leden van het Comité een vaste beloning toe te kennen gebaseerd op BBRA-salarisschaal 15.

In artikel 4 van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies wordt geregeld hoe een vaste vergoeding per maand wordt bepaald uitgaande van een vast te stellen arbeidsduurfactor en een toe te passen salarisschaal. De werkzaamheden worden overwegend uitgevoerd in een periode van 1,5 maand. De arbeidsduurfactor is vastgesteld op 0,35. Werkzaamheden verricht buiten genoemde periode van 1,5 maand worden voor wat betreft de toekenning van de vergoeding geacht te zijn verricht binnen genoemde periode. De werkzaamheden omvatten eveneens inhoudelijke bijdrage van de leden aan eventueel ingesteld bezwaar en/of (hoger) beroep.

Gelet op de korte periode waarin de werkzaamheden door de commissie worden uitgevoerd zal de vaste vergoeding niet maandelijks maar jaarlijks in een keer worden verstrekt.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma.

Naar boven