Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 september 2009, nr. R&P/RA/2009/17019, tot Instelling van een Comité van Experts subsidieregeling ESF 2007–2013/Actie E

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 5 van de Subsidieregeling ESF 2007–2013 (herzien);

Besluit:

Artikel 1 Begrippen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. het comité:

het Comité van experts Subsidieregeling ESF 2007–2013/Actie E als bedoeld in 5 van de Subsidieregeling ESF 2007–2013 (herzien);

b. de Subsidieregeling:

de subsidieregeling ESF 2007–2013 (herzien);

c. de minister:

de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

d. het ministerie:

het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel 2 Instelling

Er is een Comité van experts Subsidieregeling ESF 2007–2013/Actie E.

Artikel 3 Taak

  • a. Het comité heeft tot taak projecten als bedoeld in artikel 4, onderdeel e, van de Subsidieregeling, te beoordelen aan de hand van de in artikel E7 van die regeling genoemde criteria, zulks onder toepassing van een door de minister vooraf op te stellen toetsingskader, waarin deze criteria in afstemming met het comité, nader zijn uitgewerkt.

  • b. Het comité heeft tot taak de projecten op basis van deze beoordeling, alsmede op basis van het bepaalde in artikel E7 van de Subsidieregeling, te rangschikken naar de mate waarin deze voor subsidieverlening in aanmerking komen.

  • c. Het comité adviseert de minister uiterlijk vier weken na het einde van het aanvraagtijdvak als bedoeld in artikel E2 van de Subsidieregeling en licht het advies desgevraagd nader toe.

  • d. Het comité staat de minister desgevraagd bij in kwesties die verband houden met de toekenning van subsidie voor projecten als bedoeld onder a.

Artikel 4 Samenstelling

  • a. Het comité bestaat uit een voorzitter, tevens lid, en de overige leden.

  • b. De minister benoemt en ontslaat de leden van het comité.

  • c. De voorzitter en de leden zijn onafhankelijk en tekenen voor aanvang van de werkzaamheden een verklaring van onafhankelijkheid.

Artikel 5 Vergoeding

  • a. Aan de voorzitter en de overige leden kan ten laste van het ministerie een vergoeding worden toegekend.

  • b. Op de aan de voorzitter en de overige leden toe te kennen vergoeding is de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies van toepassing.

Artikel 6 Secretariaat

  • a. Het comité wordt bijgestaan door een secretariaat.

  • b. In de personele bezetting van het secretariaat wordt voorzien door de minister.

  • c. Het secretariaat is uitsluitend verantwoording schuldig aan het comité.

Artikel 7 Beheer bescheiden

  • a. Het beheer van de bescheiden van het comité geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het ministerie.

  • b. De bescheiden van het comité worden na beëindiging van de werkzaamheden van het comité in het archief van het ministerie opgenomen.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 9 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Comité van experts Subsidieregeling ESF 2007–2013/Actie E.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 23 september 2009

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma.

TOELICHTING

Ingevolge deze Regeling stelt de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een Comité van experts Subsidieregeling ESF 2007–2013/Actie E in.

Aanleiding

De Europese Commissie heeft aangegeven dat de selectie procedures ‘wie het eerste komt wie het eerste maalt’ en/of ‘loting’ in beginsel niet zijn toegestaan. In de toekomst moet de ESF Subsidieregeling zich richten op kwalitatieve criteria. Ook de Tweede Kamer wil dat kwaliteitscriteria duidelijk een rol spelen bij het toekennen van subsidies voor projecten. De Subsidieregeling ESF 2007–2013 is in die zin met ingang van 1 september 2009 gewijzigd.

Instelling Comité

Aanvragen tot subsidieverlening in het kader van Actie E, die in hetzelfde aanvraagtijdvak zijn ingediend, worden door een door de Minister ingesteld Comité van Experts gerangschikt. Hierbij wordt een aanvraag hoger gerangschikt naarmate de activiteit waarop deze betrekking heeft naar het oordeel van het Comité een grotere bijdrage levert aan de doelstelling van de subsidie volgens de in de Subsidieregeling ESF 2007–2013 (herzien) opgenomen criteria. Bij gelijke score bepaalt het tijdstip van de ontvangen volledige subsidieaanvraag de rangorde. Dit houdt in dat de eerder ontvangen volledige aanvraag een hogere rangorde heeft dan de later ontvangen volledige aanvraag.

Taken Comité

Dit Comité van experts heeft tot taak projecten in het kader van Actie E te beoordelen op een vijftal kwalitatieve criteria: de mate van innovatie, de betrokkenheid van stakeholders, de verankering, de externe overdraagbaarheid en de haalbaarheid. Over de toetsingscriteria is het Nederlands Centrum voor Sociale Innovatie (NCSI) om advies gevraagd. Het advies is gebaseerd op een inhoudelijke evaluatie van subsidieaanvragen uit 2008 en de bespreking ervan met experts. De toetsingscriteria sluiten aan bij het doel van de regeling.

De experts in het Comité zijn aangeworven om vanuit hun specifieke deskundigheid een professioneel oordeel te kunnen geven.

De leden zijn onafhankelijk en mogen niet betrokken zijn bij de nieuwe subsidieaanvragen/Actie E. De vereiste onafhankelijke oordeelsvorming wordt vastgelegd in een door elk lid vooraf te ondertekenen onafhankelijkheidsverklaring. Op grond van deze verklaring verklaart elk lid (inclusief de voorzitter) dat elke aanvraag voor projectsubsidie te allen tijde objectief en onafhankelijk beoordeeld zal worden en zich te zullen onthouden van deelname aan de beraadslaging binnen het comité, voor zover deze de rangschikking betreft van een subsidieaanvraag, afkomstig van een organisatie waarmee het lid enige binding heeft.

Voorafgaand aan de toetsing wordt een toetsingskader opgesteld. In dit toetsingskader zijn de criteria in afstemming met de experts nader uitgewerkt. Het Comité beoordeelt onder toepassing van het toetsingskader en op basis van het professionele oordeel, de mate waarin voldaan wordt aan de toetsingscriteria.

Het Comité kent aan zijn beoordeling een score toe. Projecten die in hogere mate voldoen aan bedoelde criteria hebben voorrang op de projecten die in mindere mate aan deze criteria voldoen. De score bepaalt op deze wijze de volgorde van behandeling. Bij een gelijke score telt het tijdstip van binnenkomst van een volledige aanvraag voor het op volgorde plaatsen van behandeling. Het Comité levert uiterlijk vier weken na afloop van het aanvraagtijdvak een volledige gebundelde, gedragen rankingslijst.

De taken beslaan eveneens meewerken aan voorbereidende en uitvoerende handelingen van het subsidieproces, zoals het bijwonen van overleg met het Agentschap SZW, het secretariaat en beleidmakers, het inlezen en bestuderen van relevante stukken en het schriftelijk vastleggen van de toetsing.

Bij het instellen van het Comité is gekozen voor een voorzitter, tevens lid en overige leden. Deze leden beschikken over de benodigde expertise met betrekking tot het beoordelen van de toetsingscriteria: mate van innovatie, betrokkenheid stakeholders, verankering, externe overdraagbaarheid en haalbaarheid.

De leden zijn betrokken bij de uitwerking van het toetsingskader, de inhoudelijke beoordeling aan de hand van het toetsingskader, het opstellen van de rankingslijst en de evaluatie achteraf. Ook kan van deze leden een inhoudelijke bijdrage worden verlangd bij eventueel ingesteld bezwaar en/of hoger beroep.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma.

Naar boven