Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 21 januari 2009, nr. WJZ/9013801, tot wijziging van de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 4, 5, eerste lid, 9, eerste en tweede lid, 15, 16, 17, eerste en vierde lid, 19, eerste lid, 25, 44, eerste en tweede lid, en 48, eerste lid, en 50, tweede lid, van het Kaderbesluit EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen1 wordt gewijzigd als volgt:

A

Onder vernummering van Hoofdstuk 9 tot Hoofdstuk 10 en artikel 9.1 en 9.2 tot artikel 10.1 en 10.2, wordt voor Hoofdstuk 10. Slotbepalingen een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK 9: VEILIGHEID KLEINE BEDRIJVEN

§ 1. Algemene bepalingen
Artikel 9.1

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

veiligheidsadviseur:

een door de gemeente Utrecht, Deventer of Rotterdam, branche-organisatie vereniging MITEX, het Hoofdbedrijfschap Detailhandel of MKB-Nederland aangewezen veiligheidsdeskundige;

veiligheidsmaatregelen:

de in een veiligheidsscan genoemde maatregelen.

veiligheidsscan:

een door een veiligheidsadviseur uitgevoerd onderzoek naar te nemen maatregelen die de veiligheid van één of meer vestigingen van een MKB-ondernemer zal vergroten en waarin in ieder geval wordt ingegaan op de te nemen organisatorische, bouwkundige en elektronische maatregelen;

Artikel 9.2

De minister verstrekt op aanvraag een subsidie aan een MKB-ondernemer als bedoeld in artikel 9.4 die door een veiligheidsadviseur een veiligheidsscan heeft laten uitvoeren of die één of meer in deze veiligheidsscan opgenomen veiligheidsmaatregelen treft.

Artikel 9.3

De subsidie, bedoeld in artikel 9.2, valt onder de de-minimis verordening.

Artikel 9.4

Een MKB-ondernemer als bedoeld in artikel 9.2 is een MKB-ondernemer die:

  • a. een veiligheidsscan laat uitvoeren of een veiligheidsmaatregel treft ten behoeve van een vestiging in de gemeente Utrecht, Deventer of Rotterdam,

  • b. lid is van de branche-organisatie vereniging MITEX, of

  • c. een veiligheidsscan laat uitvoeren of een veiligheidsmaatregel treft ten behoeve van een vestiging in een gebied met een geldig certificaat of een getekende intentieverklaring Keurmerk Veilig Ondernemen.

Artikel 9.5
  • 1. De subsidie voor een veiligheidsscan bedraagt 100 procent van de subsidiabele kosten, maar niet meer dan € 250 indien:

    • a. uit de veiligheidsscan blijkt dat de MKB-ondernemer geen veiligheidsmaatregelen hoeft te treffen, of

    • b. uit de veiligheidsscan blijkt dat aan de veiligheidsmaatregelen geen kosten zijn verbonden.

  • 2. Indien uit de veiligheidsscan blijkt dat de MKB-ondernemer veiligheidsmaatregelen kan treffen waaraan kosten zijn verbonden en hij bij zijn aanvraag niet tevens subsidie aanvraagt voor een veiligheidsmaatregel, bedraagt de subsidie voor een veiligheidsscan 50 procent van de subsidiabele kosten, maar niet meer dan € 125.

  • 3. Indien uit de veiligheidsscan blijkt dat de MKB-ondernemer veiligheidsmaatregelen kan treffen waaraan kosten zijn verbonden en hij bij zijn aanvraag tevens subsidie aanvraagt voor één of meer veiligheidsmaatregelen, bedraagt de subsidie:

    • a. voor de veiligheidsscan 100 procent van de subsidiabele kosten, maar niet meer dan € 250;

    • b. voor de veiligheidsmaatregelen 50 procent van de subsidiabele kosten maar niet meer dan € 10.000 per MKB-ondernemer.

Artikel 9.6
  • 1. In afwijking van artikel 11, eerste lid, van het Kaderbesluit EZ-subsidies komen voor subsidie in aanmerking de rechtstreeks aan de veiligheidsscan toe te rekenen gemaakte en betaalde kosten.

  • 2. In afwijking van artikel 11, eerste lid, van het Kaderbesluit EZ-subsidies komen voor subsidie in aanmerking de rechtstreeks aan de veiligheidsmaatregelen toe te rekenen gemaakte en betaalde kosten van derden.

  • 3. De kosten van de veiligheidsmaatregelen, bedoeld in het tweede lid, die periodiek terugkerende kosten met zich brengen, niet zijnde onderhoudskosten, komen voor één jaar voor subsidie in aanmerking.

  • 4. Artikel 10, tweede, derde en vijfde lid, van het Kaderbesluit EZ-subsidies zijn niet van toepassing.

Artikel 9.7

De minister verdeelt het subsidieplafond op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

Artikel 9.8
  • 1. De minister beslist afwijzend op een aanvraag:

    • a. indien aan de aanvrager voor een veiligheidsscan of een veiligheidsmaatregel voor de betrokken vestiging reeds eerder op grond van dit hoofdstuk subsidie is verstrekt;

    • b. voor zover een veiligheidsmaatregel wettelijk niet toegestaan is;

    • c. indien de MKB-ondernemer geen Kamer van Koophandel-nummer heeft;

    • d. indien de aanvrager een MKB-ondernemer zonder filialen is, die meer dan tien fulltime-equivalents werknemers in dienst heeft;

    • e. indien de aanvrager een MKB-ondernemer met minder dan zes filialen is, voor zover bij een filiaal meer dan tien fulltime-equivalents werknemers in dienst zijn;

    • f. indien de MKB-ondernemer meer dan vijf filialen heeft.

  • 2. De afwijzingsgronden, genoemd in artikel 23, onderdelen b, c, d, e, f en h, van het Kaderbesluit EZ-subsidies zijn niet van toepassing.

Artikel 9.9
  • 1. De subsidie-ontvanger is verplicht binnen zes maanden na de datum van de beschikking tot subsidieverlening de veiligheidsmaatregelen getroffen te hebben indien hem ten behoeve van deze veiligheidsmaatregelen op grond van artikel 9.2 subsidie is verleend.

  • 2. De verplichtingen, genoemd in artikel 37, 38, eerste lid, onderdelen b, c en d, 39, 40 en 41, zijn niet van toepassing.

Artikel 9.10
  • 1. In afwijking van de artikelen 45 tot en met 47 van het Kaderbesluit EZ-subsidies worden door de minister geen voorschotten verstrekt, met uitzondering van een voorschot voor de subsidie, bedoeld in artikel 9.5, derde lid en aanhef, onderdeel a.

  • 2. In afwijking van artikel 47, tweede lid, van het Kaderbesluit EZ-subsidies bedraagt een voorschot voor de subsidie, bedoeld in artikel 9.5, derde lid en aanhef, onderdeel a, 50% van de in de beschikking tot subsidieverlening genoemde maximale hoogte van de subsidie voor de veiligheidsscan.

Artikel 9.11

Het formulier voor het indienen van een aanvraag voor:

  • a. een subsidie als bedoeld in artikel 9.2 is opgenomen in bijlage 9.1;

  • b. een subsidievaststelling ten aanzien van de veiligheidsmaatregelen is opgenomen in bijlage 9.2.

ARTIKEL II

Aan de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen wordt toegevoegd:

  • a. de in bijlage 1 bij deze regeling opgenomen bijlage 9.1;

  • b. de in bijlage 2 bij deze regeling opgenomen bijlage 9.2.

ARTIKEL III

In artikel 1 van de Regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2009 wordt na punt 1.9 ingevoegd:

1.10

Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen (Veiligheid kleine bedrijven)

9.2

01-02 t/m 31/08

€ 3.000.000

ARTIKEL IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen 1 en 2, die ter inzage worden gelegd bij SenterNovem, Juliana van Stolberglaan 3, Den Haag.

Den Haag, 21 januari 2009

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk.

TOELICHTING

Algemeen

1. Algemeen

Deze regeling wijzigt de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen. Met deze wijziging wordt beoogd de veiligheid bij kleine bedrijven te vergroten. Uit onderzoeken en gesprekken met belanghebbenden is gebleken dat kleine bedrijven kwetsbaarder zijn voor criminaliteit dan grotere bedrijven. Achtergrond daarvan ligt vooral in onvoldoende bewustzijn, in onbekendheid met welke maatregelen effectief zijn én in onvoldoende financiële middelen. Aangezien criminaliteit en de overlast die dit veroorzaakt een grote kostenposten van kleine bedrijven is, heeft de Staatssecretaris van Economische Zaken (hierna: de staatssecretaris) besloten het onderzoek naar mogelijk te nemen veiligheidsmaatregelen (de veiligheidsscan) en het daadwerkelijk nemen van veiligheidsmaatregelen financieel te stimuleren.1

Dit subsidie-instrument is een pilot en vindt verspreid over het land plaats in zowel stedelijke als plattelandsgebieden en in verschillende sectoren van de Nederlandse economie. Op grond van deze regeling kunnen nog niet alle kleine bedrijven in Nederland in aanmerking komen voor subsidie. Alleen een MKB-ondernemer die een veiligheidsscan laat uitvoeren of een veiligheidsmaatregel treft ten behoeve van een vestiging in de gemeente Utrecht, Deventer of Rotterdam, lid is van de branche-organisatie vereniging MITEX, of een veiligheidsscan laat uitvoeren of een veiligheidsmaatregel treft ten behoeve van een vestiging in een gebied met het Keurmerk Veilig Ondernemen komt voor subsidie op grond van dit hoofdstuk in aanmerking. Voor deze beperking is bewust gekozen. Op deze wijze kan in een pilotfase getest worden of dit subsidie-instrument op efficiënte wijze is ingericht. Het uiteindelijke doel is dit subsidie-instrument een landelijk bereik te geven.

2. Hoofdlijnen van het instrument

Veiligheidsscan

De regeling heeft allereerst tot doel MKB-ondernemers te stimuleren een veiligheidsscan uit te laten voeren. Een MKB-ondernemer die de veiligheid van zijn bedrijf wil vergroten zal gelet op deze doelstelling subsidie kunnen ontvangen voor het uitvoeren van een veiligheidsscan. Voorwaarde om in aanmerking te komen voor subsidie is dat een dergelijke veiligheidsscan is uitgevoerd door een door de gemeente Utrecht, Deventer of Rotterdam, branche-organisatie vereniging MITEX, het Hoofdbedrijfschap Detailhandel of MKB-Nederland aangewezen veiligheidsdeskundige. Welke veiligheidsdeskundigen dit zijn, is door de ondernemer te raadplegen op de site van de uitvoerder van dit subsidie-instrument, SenterNovem. De veiligheidsadviseur komt bij de MKB-ondernemer langs, de adviseur neemt de werkwijze, de omgeving en de beveiligingsmaatregelen met de ondernemer door en komt daarna met een advies – de veiligheidsscan – welke maatregelen getroffen kunnen worden. Op grond van deze subsidieregeling kan de MKB-ondernemer die een dergelijke veiligheidsscan heeft laten uitvoeren een aanvraag om subsidie indienen. Voor de veiligheidsscan kan maximaal € 250 subsidie worden verstrekt.

Veiligheidsmaatregelen

Dat de uit de veiligheidsscan opgenomen veiligheidsmaatregelen daadwerkelijk worden getroffen wil de staatssecretaris stimuleren door 50 procent van de met de veiligheidsmaatregelen gemoeide kosten, maar niet meer dan € 10.000 per MKB-ondernemer, te subsidiëren. Hiervoor dient de MKB-ondernemer eerst een veiligheidsscan uitgevoerd te hebben. Adviezen die in deze veiligheidsscan zijn opgenomen en waar kosten aan verbonden zijn, komen voor subsidie in aanmerking. De MKB-ondernemer zal deze veiligheidsmaatregelen getroffen moeten hebben binnen zes maanden na de datum van beschikking tot subsidieverlening. SenterNovem kan als uitvoerder van deze regeling controleren of de veiligheidsmaatregelen daadwerkelijk zijn getroffen.

3. Uitvoering

Deze regeling is gebaseerd op het Kaderbesluit EZ-subsidies. Het Kaderbesluit EZ-subsidies is gebaseerd op de Kaderwet EZ-subsidies. Dit hoofdstuk wordt namens de staatssecretaris uitgevoerd door Senter Novem.

4. Administratieve lasten

Algemeen

De administratieve lasten die voortvloeien uit dit hoofdstuk zijn in deze pilotfase met behulp van de door Actal gehanteerde berekeningsmethode bepaald op twee uur. De pilotfase zal uitwijzen of deze inschatting correct is. De verwachte administratieve lasten van twee uur is gebaseerd op ervaringen van de leden die aan de pilot meedoen en met soortgelijke instrumenten ervaringen hebben opgedaan.

Aangezien het mogelijk is een aanvraag elektronisch in te dienen en ook andere door SenterNovem benodigde informatie elektronisch beschikbaar te stellen zullen de administratieve lasten tot een minimum beperkt blijven. Hierbij moet aangetekend zijn dat voor een maximale subsidie van € 10.000 een tijdsinspanning van twee uur zeer reëel is.

De administratieve lasten als percentage van het subsidiebedrag komt uit op een relatieve last van 1,09 procent waarbij rekening gehouden is met de pilotfase van 1 februari 2009 tot en met 31 augustus 2009. De totale administratieve lasten komen neer op € 32.760.

De administratieve lasten per subsidieaanvraag komen uit op € 120 per aanvraag uitgaande van een uurtarief van € 60 en uitgaande van het scenario waarbij steekproefsgewijs daadwerkelijke controle zal plaatsvinden. In het geval dat er geen fysieke controle plaatsvindt nemen de kosten af tot € 72. Dit afgezet tegen de maximale subsidie van € 10.000 is zeer reëel te noemen.

High trust

Bij het opstellen van deze regeling is op voorhand uitgegaan van minimale administratieve lasten; dit is mogelijk mede dankzij het high trust beleid. De relatief kleine omvang van de subsidie per MKB-ondernemer rechtvaardigt dit high trust beleid.

Samengevat komt het erop neer dat voorafgaande aan de subsidie verstrekking de administratieve lasten beperkt zullen blijven door het mogelijk te maken een aanvraag digitaal in te dienen. Gedurende het subsidie traject zal de MKB-ondernemer niet gevraagd worden of verplicht worden aanvullende informatie te verstrekken. Bij de aanvraag om subsidievaststelling zal de MKB-ondernemer aan moeten geven welke kosten hij gemaakt en betaald heeft. Evenwel zullen slechts steekproefsgewijs de bijbehorende betaalbewijzen worden opgevraagd. Deze gegevens kunnen in dat geval elektronisch of per post aangeleverd worden. Steekproefsgewijs wordt ook fysieke controle uitgevoerd om te bezien of de veiligheidsmaatregelen daadwerkelijk conform het veiligheidsadvies zijn uitgevoerd.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A
Artikel 9.1

In dit artikel is een veiligheidsadviseur gedefinieerd als een door de gemeente Utrecht, Deventer of Rotterdam, branche-organisatie vereniging MITEX, het Hoofdbedrijfschap Detailhandel of MKB-Nederland aangewezen veiligheidsdeskundige. Op de website van SenterNovem zal de lijst van door deze gemeenten en organisaties aangewezen veiligheidsdeskundigen worden geplaatst zodat een MKB-ondernemer kan bezien door welke veiligheidsadviseur de veiligheidsscan uitgevoerd moet worden om in aanmerking te komen voor subsidie op grond van dit hoofdstuk.

Artikel 9.2

Dit artikel bevat, tezamen met de afwijzingsgronden in de artikelen 22 en 23, onderdelen a en g, van het Kaderbesluit EZ-subsidies en de artikelen 9.4 en 9.8, de criteria voor het verstrekken van subsidie voor een veiligheidsscan of voor het treffen van veiligheidsmaatregelen.

Centraal in de criteria staat dat het moet gaan om een veiligheidsscan die de MKB-ondernemer heeft laten uitvoeren door een veiligheidsadviseur of om het treffen van één of meer in de veiligheidsscan opgenomen veiligheidsmaatregelen. Dit impliceert dat moet worden voldaan aan alle in de van toepassing zijnde definities opgenomen in artikel 9.1.

Artikel 9.4

In dit artikel komt tot uitdrukking dat het hier een pilotfase betreft en dat dit subsidie-instrument nog geen landelijk bereik heeft. Op grond van artikel kan alleen een MKB-ondernemer voor subsidie in aanmerking komen die een veiligheidsscan laat uitvoeren of een veiligheidsmaatregel treft ten behoeve van een vestiging in de gemeente Utrecht, Deventer of Rotterdam, lid is van de branche-organisatie vereniging MITEX, of een veiligheidsscan laat uitvoeren of een veiligheidsmaatregel treft ten behoeve van een vestiging in een gebied met een geldig certificaat of een getekende intentieverklaring Keurmerk Veilig Ondernemen.

Artikel 9.5

In artikel 9.5 is aangegeven op welke wijze de hoogte van de subsidie berekend wordt.

Ingevolge het eerste lid bedraagt de subsidie voor een veiligheidsscan 100 procent van de subsidiabele kosten, maar niet meer dan € 250 indien uit de veiligheidsscan blijkt dat de MKB-ondernemer geen veiligheidsmaatregelen hoeft te treffen, of uit de veiligheidsscan blijkt dat aan de veiligheidsmaatregelen geen kosten zijn verbonden.

Het tweede lid geeft aan wat geldt als uit de veiligheidsscan blijkt dat de MKB-ondernemer veiligheidsmaatregelen kan treffen waaraan kosten zijn verbonden en hij bij zijn aanvraag niet tevens subsidie aanvraagt voor een veiligheidsmaatregel. De subsidie voor een veiligheidsscan bedraagt dan 50 procent van de subsidiabele kosten, maar niet meer dan € 125.

In de in het eerste en tweede lid bedoelde gevallen zal de subsidie voor de veiligheidsscan worden vastgesteld zonder dat een beschikking tot subsidieverlening wordt gegeven.

Indien uit de veiligheidsscan blijkt dat de MKB-ondernemer veiligheidsmaatregelen kan treffen waaraan kosten zijn verbonden en hij bij zijn aanvraag tevens subsidie aanvraagt voor één of meer van deze veiligheidsmaatregelen dan volgt er nog niet een beschikking tot subsidievaststelling. Uit het derde lid volgt dat in deze situatie de subsidie voor de veiligheidsscan 100 procent van de subsidiabele kosten bedraagt, maar niet meer dan € 250 en dat de subsidie voor de veiligheidsmaatregelen 50 procent van de subsidiabele kosten bedraagt maar niet meer dan € 10.000 per MKB-ondernemer.

Artikel 9.6

In dit artikel is aangegeven welke subsidiabele kosten in aanmerking worden genomen voor de bepaling van de hoogte van de subsidie op grond van artikel 9.5.

Voor de veiligheidsscan geldt ingevolge het eerste lid dat alleen de rechtstreeks aan de veiligheidsscan toe te rekenen gemaakte en betaalde kosten voor subsidie in aanmerking komen.

Ten aanzien van de veiligheidsmaatregelen bepaalt het tweede lid dat de rechtstreeks aan de veiligheidsmaatregelen toe te rekenen gemaakte en betaalde kosten van derden subsidiabel zijn. Met kosten van derden gaat het om externe kosten. Eigen uren van de MKB-ondernemer of uren van medewerkers komen niet subsidie in aanmerking.

Op grond komen van het derde lid komen kosten van de veiligheidsmaatregelen die periodiek terugkerende kosten met zich brengen, niet zijnde onderhoudskosten, slechts voor één jaar voor subsidie in aanmerking komen. Hierbij kan gedacht worden aan camera-uitleessystemen en aan maatregelen die de samenwerking tussen ondernemers op lokaal niveau stimuleren en die meerjarige kosten met zich brengen.

Artikel 9.7

In dit artikel is bepaald dat op grond van dit hoofdstuk het subsidieplafond op volgorde van rangschikking van de aanvragen verdeelt. Het gaat hier dus om een verdeling van het subsidieplafond volgens de systematiek ‘wie het eerst komt, eerst maalt’.

Artikel 9.8

Dit artikel bevat in aanvulling op de afwijzingsgronden in de artikelen 22 en 23, onderdelen a en g, van het Kaderbesluit EZ-subsidies een aantal afwijzingsgronden. Ingevolge eerste lid, onderdeel a, beslist de minister afwijzend op een aanvraag indien aan de aanvrager voor een veiligheidsscan of een veiligheidsmaatregel voor de betrokken vestiging reeds eerder op grond van dit hoofdstuk subsidie is verstrekt. Een aanvraag om subsidie voor een vestiging ten behoeve waarvan op grond van dit hoofdstuk reeds subsidie is verstrekt voor een veiligheidsscan of veiligheidsmaatregel zal op grond van dit onderdeel worden afgewezen.

Ingevolge eerste lid, onderdeel b, zal een aanvraag om subsidie tevens worden afgewezen voor zover een veiligheidsmaatregel wettelijk niet toegestaan is.

De afwijzingsgronden opgenomen in de onderdelen d tot en met f zijn opgenomen om te garanderen dat alleen kleine bedrijven subsidie op grond van dit hoofdstuk subsidie kunnen ontvangen. Het doel van de regeling is namelijk conform het verzoek van de Tweede Kamer om de veiligheid van kleine MKB-ondernemers te vergroten. Aanvragen om subsidie van grootwinkelbedrijven of grote ondernemers zullen dan ook worden afgewezen.

Artikel 9.9

In artikel 9.9 is bepaald dat de subsidie-ontvanger verplicht is binnen zes maanden na de datum van de beschikking tot subsidieverlening de veiligheidsmaatregelen getroffen te hebben indien hem ten behoeve van deze veiligheidsmaatregelen op grond van artikel 9.2 subsidie is verleend. De MKB-ondernemer moet enerzijds in de gelegenheid gesteld worden om de veiligheidsmaatregelen te nemen, anderzijds middels enige tijdsdruk aangespoord worden de geadviseerde maatregelen daadwerkelijk te nemen om snel de veiligheid van de werkomgeving te vergroten. Met deze verplichting is met andere woorden beoogd te garanderen dat de voorgenomen veiligheidsmaatregelen ook daadwerkelijk getroffen worden. Op grond van artikel 50 van het Kaderbesluit EZ-subsidies zal de subsidie-ontvanger zijn aanvraag om subsidievastelling moeten indienen in uiterlijk dertien weken na het tijdstip waarop de veiligheidsmaatregelen moeten zijn voltooid, dat wil zeggen dertien weken na zes maanden na de datum van de beschikking tot subsidieverlening.

Artikel 9.10

Ten behoeve van de veiligheidsscan en de veiligheidsmaatregelen worden op grond van dit artikel geen voorschotten verstrekt. In het kader van het high trust beleid en om de administratieve lasten van de ondernemer minimaal te houden wordt alleen steekproefsgewijs gecontroleerd of de veiligheidsmaatregelen daadwerkelijk zijn getroffen. Gezien deze beperkte controle kan het op voorhand geld verstrekken echter te makkelijk tot misbruik leiden. Gelet hierop is ervoor gekozen geen voorschotten te verstrekken.

In dit artikel is een uitzondering gemaakt voor de subsidie, bedoeld in artikel 9.5, derde lid, aanhef en onderdeel a. In dat geval zal wel een voorschot verstrekt worden dat 50% bedraagt van de in de beschikking tot subsidieverlening genoemde maximale hoogte van de subsidie voor de veiligheidsscan. Het voorschot kan dus maximaal € 125 bedragen. Op grond van artikel 47, eerste lid, van het Kaderbesluit EZ-subsidies zal dit voorschot binnen twee weken na de datum van de beschikking tot subsidieverlening ambtshalve worden verstrekt. Indien daartoe aanleiding bestaat – indien bijvoorbeeld blijkt dat één of meer veiligheidsmaatregelen niet of niet tijdig zijn getroffen – kan de beschikking tot subsidieverlening, met inbegrip van de subsidie voor de veiligheidsscan, krachtens artikel 4:48 van de Algemene wet bestuursrecht worden ingetrokken of ten nadele van de subsidie-ontvanger worden gewijzigd.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk.


XNoot
1

Stcrt. 2008, 245.

XNoot
1

Zie voor de voorgeschiedenis de brief van de staatssecretaris van 5 juni 2008, Kamerstukken II 2007/08, 28 684 en 31 200, nr. 151 naar aanleiding van het amendement Ten Hoopen (Kamerstukken II 2007/08, 31 200 XIII, nr. 36)

Naar boven