Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 23 september 2009, nr. 53243, houdende wijziging van de Regeling aanwijzing gebieden, terreinen en planten aardappelmoeheid

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op de artikelen 5 en 6 van het Besluit bestrijding aardappelmoeheid 1991;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling aanwijzing gebieden, terreinen en planten aardappelmoeheid wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 7 komt te luiden als volgt:

Artikel 7

Van het verbod, gesteld in artikel 5, eerste lid, van het besluit, wordt vrijstelling verleend ten aanzien van de gebieden welke op kaarten met topografische achtergrond, behorende bij deze regeling, worden aangegeven.

B

Als bijlage wordt de bij deze regeling gevoegde bijlage toegevoegd.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlage, die ter inzage zal worden gelegd bij de ter inzage balie van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteitte ’s-Gravenhage, het kantoor van de Plantenziektenkundige Dienst te Wageningen en op de website www.minlnv.nl/pd.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

TOELICHTING

Onderhavige regeling wijzigt de Regeling aanwijzing gebieden, terreinen en planten aardappelmoeheid (hierna: de regeling).

Artikel 7 van de regeling bevatte een gebiedsomschrijving van de zogenaamde aardappelteeltverbodsgebieden. Op basis van artikel 5, eerste lid, van de regeling juncto artikel 6, tweede lid, onderdeel b, van het Besluit bestrijding aardappelmoeheid 1991 (hierna: besluit) is de teelt van aardappelen in tuinen gelegen in deze gebieden verboden. Een verordening van het Productschap Akkerbouw verbiedt de bedrijfsmatige teelt van aardappelen in deze gebieden. Vanwege deze verboden, kan in artikel 7 van de regeling vrijstelling worden verleend van het verbod van artikel 5, eerste lid, van het besluit dat bepaalt dat de teelt van door Onze Minister aangewezen planten alleen is toegestaan wanneer de gebruiksgerechtigde van de grond in het bezit is van een door Onze Minister afgegeven verklaring dat de grond vrij is bevonden van besmetting met het aardappelcysteaaltje.

De gebiedsomschrijving van het gebied Zundert moest wegens een gemeentelijke herindeling worden aangepast. Van die gelegenheid is gebruik gemaakt om de systematiek van artikel 7 aan te passen. Niet langer wordt een uitgebreide gebiedsomschrijving in het artikel zelf gehanteerd, maar worden de relevante gebieden op een kaart met topografische achtergrond aangegeven, welke als bijlage bij de regeling wordt gevoegd. Hiermee wordt aangesloten bij de werkwijze die bij de overige gebiedsaanwijzingen onder de Plantenziektenwet wordt gehanteerd.

De kaarten waarop de bufferzones zijn aangegeven liggen ter inzage bij de ter inzage balie van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteitte ’s-Gravenhage, het kantoor van de Plantenziektenkundige Dienst te Wageningen en kunnen worden ingezien op de website www.minlnv.nl/pd.

Administratieve lasten

Met de onderhavige wijzigingsregeling worden geen administratieve lasten geïntroduceerd.

Vaste verandermomenten (VVM)

In lijn met de LNV-uitgangspunten van vaste verandermomenten voor regelgeving treedt deze regeling in werking op 1 januari 2010.

Voorts wordt de regelgeving tijdig gepubliceerd, dat wil zeggen uiterlijk drie maanden voordien. Aldus wordt een ruime invoeringstermijn gegarandeerd waarmee zowel het bedrijfsleven als de met de uitvoering en handhaving belaste diensten voldoende voorbereidingstijd wordt geboden.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

Naar boven