Tijdelijke subsidieregeling opleiding machinisten ERTMS level-1

15 september 2009

Nr. CEND/HDJZ-2009/1051 sector S&W

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 2, 3 en 4 van de Kaderwet subsidies Verkeer en Waterstaat;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. minister:

Minister van Verkeer en Waterstaat;

b. havenspoorlijn:

het deel van de Betuweroute ten westen van emplacement Kijfhoek;

c. ERTMS level-1:

European Rail Train Management System, dat gebruik maakt van seinen langs de baan;

d. ERTMS level-2:

European Rail Train Management System, dat gebruik maakt van GSM-R;

e. machinist:

bestuurder van een spoorvoertuig op een hoofdspoorweg;

f. hoofdspoorwegverkeerssysteem:

het verkeerssysteem van krachtens artikel 2, eerste lid van de Spoorwegwet als zodanig aangewezen hoofdspoorwegen;

g. verordening:

verordening (EG) Nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L 379/5);

h. de-minimissteun:

steun als bedoeld in artikel 2 van de verordening;

i. Keyrail:

Keyrail B.V., de instantie die belast is met de uitvoering van deze subsidieregeling.

Artikel 2

  • 1. De minister verstrekt op aanvraag van werkgevers onder wiens gezag binnen het hoofdspoorverkeerssysteem de veiligheidsfunctie van machinist wordt uitgeoefend een subsidie, als bijdrage in de kosten voor het volgen van een opleiding om deze machinisten op te leiden en bevoegd te laten worden om locomotieven onder ERTMS level-1 over de havenspoorlijn te laten rijden.

  • 2. De volgende ERTMS level-1 opleidingen komen voor een subsidie in aanmerking:

    • a. opleiding van machinisten die reeds opgeleid zijn voor level-2 en een aanvullende level-1 opleiding nodig hebben;

    • b. opleiding van machinisten die op de havenspoorlijn ingezet worden en geen voorkennis van ERTMS hebben.

Artikel 3

  • 1. Het subsidieplafond bedraagt € 470.000,–.

  • 2. Voor de opleiding, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, bedraagt de subsidie een vast bedrag van € 700,– per machinist.

  • 3. Voor de opleiding, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel b, bedraagt de subsidie een vast bedrag van € 2000,– per machinist.

  • 4. De subsidie per subsidieontvanger bedraagt maximaal € 200.000,–.

  • 5. Indien de subsidieontvanger al de-minimissteun heeft ontvangen gedurende een periode van drie belastingjaren voorafgaand aan het moment dat een subsidie beschikking op basis van deze regeling kan worden afgegeven, bedraagt het maximale bedrag dat op basis van deze regeling kan worden vastgesteld € 200.000,– minus de reeds ontvangen de-minimissteun.

Artikel 4

  • 1. De aanvraag als bedoeld in artikel 1 wordt gericht aan de minister en wordt binnen twee weken na afronding van de opleidingen doch uiterlijk voor 30 november ingediend bij Keyrail.

  • 2. Bij de aanvraag worden gegevens en bescheiden verstrekt betreffende:

    • a. de aanvrager;

    • b. het aantal machinisten die een opleiding als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, met succes hebben afgerond;

    • c. het aantal machinisten die een opleiding als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel b, met succes hebben afgerond;

    • d. een verklaring betreffende de-minimissteun en subsidie als bedoeld in artikel 6, onderdeel c, zoals opgenomen in de bijlage van deze regeling.

Artikel 5

De aanvragen worden behandeld in volgorde van ontvangst, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht in de gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag is aangevuld als datum van indiening van de aanvraag geldt.

Artikel 6

De minister verstrekt geen subsidie:

  • a. indien de aanvrager een onderneming in moeilijkheden is in de zin van de communautaire richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden (Pb EU C 244/2);

  • b. indien de aanvrager in de drie belastingjaren voorafgaand aan het moment dat op basis van deze regeling een subsidiebeschikking kan worden afgegeven, de maximale de-minimissteun als bedoeld in artikel 2 van de verordening heeft ontvangen;

  • c. indien ter zake van de opleidingen als bedoeld in artikel 2 reeds door een ander bestuursorgaan subsidie is verstrekt.

Artikel 7

  • 1. De opleidingen, bedoeld in artikel 2, kunnen worden gevolgd bij een opleidingsinstituut of worden gegeven door een vakinhoudelijk leidinggevende in dienst van de werkgever als bedoeld in artikel 1.

  • 2. De opleidingen bedoeld in artikel 2, bestaan uit een theoriegedeelte, dat afgesloten wordt met een examen en een praktijkgedeelte waarin een proefrit wordt gemaakt onder begeleiding van een ervaren machinist.

Artikel 8

De minister stelt de subsidie vast zonder voorafgaande verleningsbeschikking.

Artikel 9

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 juli 2010, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidies die voor de vervaldatum zijn aangevraagd.

Artikel 10

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke subsidieregeling opleiding machinisten ERTMS level-1.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings.

BIJLAGE BEHORENDE BIJ ARTIKEL 4 VAN TIJDELIJKE SUBSIDIEREGELING OPLEIDING MACHINISTEN ERTMS LEVEL-1

Aanbevolen wordt om alvorens deze verklaring in te vullen eerst de toelichting in de bijlage van dit formulier te lezen.

A Verklaring de-minimissteun

Verklaring

Hierbij verklaart ondergetekende, dat aan de hierna genoemde onderneming, alsmede aan het eventuele moederconcern waartoe de onderneming behoort,

Geen de-minimissteun is verleend

over de periode van ..... (begindatum van het belastingjaar gelegen 2 jaar vóór de datum van ondertekening van deze verklaring) tot ..... (datum van ondertekening van deze verklaring) is niet eerder de-minimissteun verleend.

Beperkte de-minimissteun is verleend

over de periode van ..... (begindatum van het belastingjaar gelegen 2 jaar vóór de datum van ondertekening van deze verklaring) tot ..... (datum van ondertekening van deze verklaring) is eerder de-minimissteun (in welk vorm of voor welk doel dan ook) verleend tot een totaal bedrag van € .....

Een kopie van gegevens waaruit het verlenen van de-minimissteun blijkt, wordt bijgaande verstrekt.

B Verklaring verstrekte subsidies door een ander bestuursorgaan voor opleidingen als bedoeld in artikel 2

Verklaring

Hierbij verklaart ondergetekende, dat aan de hierna genoemde onderneming, alsmede aan het eventuele moederconcern waartoe de onderneming behoort,

Geen subsidie is verleend

voor de opleidingen als bedoeld in artikel 2.

Een kopie van gegevens waaruit het verlenen van subsidie voor de opleidingen blijkt wordt bijgaand verstrekt.

Aldus volledig en naar waarheid ingevuld door:

.....

 

(bedrijfsnaam)

.....

 

(inschrijfnr. KvK)

.....

 

(naam functionaris en functie)

.....

 

(adres onderneming)

.....

 

(postcode en plaatsnaam)

   

.....

(datum) .....

(handtekening)

Toelichting bijlage betreffende

A Verklaring de-minimissteun en

B Verklaring verstrekte subsidies door een ander bestuursorgaan voor opleidingen als bedoeld in artikel 2

Inleiding

In deze bijlage zijn twee verklaringen opgenomen. Onderdeel A betreft de de-minimussteun en onderdeel B de verstrekte subsidies door een ander bestuursorgaan voor opleidingen als bedoeld in artikel 2.

Onderdeel A is van belang voor de berekening van de hoogte van de subsidie. Voor de regeling is gebruik gemaakt van de Verordening (EG) Nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L 379/5) (hierna: de-minimis-verordening). Zie ook artikel 3 van de regeling. In het onderstaande zal de de-minimissteun nader worden uitgelegd. Onderdeel B is nodig om te bezien of er subsidie is verstrekt voor dezelfde opleidingen waarvoor deze regeling in een bijdrage voorziet. In artikel 6, onderdeel c, is namelijk een anti-cumulatiebepaling opgenomen inhoudende dat geen subsidie wordt verstrekt als voor de opleidingen al door een ander bestuursorgaan een subsidie is verstrekt.

Algemeen

Met de-minimis-verordening is een drempel vastgesteld waaronder steunmaatregelen worden geacht niet aan alle criteria van artikel 87, eerste lid, van het EG-verdrag te voldoen en derhalve niet onder de aanmeldingsprocedure van artikel 88, derde lid, van het EG-Verdrag vallen. Er moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. De Europese Commissie ziet erop toe dat deze staatssteunregels worden nageleefd en de voorwaarden in acht worden genomen. Eén van de voorwaarden is dat het totale bedrag van de-minimissteun die is verleend aan één onderneming niet hoger mag zijn dan € 200.000,– over een periode van drie belastingjaren. Dit plafond is van toepassing ongeacht de vorm van de steun en ongeacht het daarmee beoogde doel. Voor de toepassing van de verordening gelden strenge regels over cumulatie en controle.

Steun, waarvan het bedrag over een periode van drie belastingjaren voor een onderneming niet uitgaat boven de € 200.000,– valt krachtens de de-minimis-verordening niet onder artikel 87 EG.

Begrip onderneming

Het begrip onderneming heeft in Europeesrechtelijke zin een zeer ruime betekenis. Van een onderneming is sprake als een economische activiteit wordt uitgeoefend, ongeacht de rechtsvorm of de wijze waarop de financiering plaatsvindt. Niet alleen privaatrechtelijke rechtspersonen kunnen derhalve een onderneming vormen, ook een publiekrechtelijke instelling kan als zodanig worden aangemerkt, terwijl daarbij ook niet de eis van de eigen rechtspersoonlijkheid gesteld mag worden. Dit brengt met zich mee dat bijvoorbeeld een stichting die een economische activiteit uitoefent als onderneming dient te worden aangemerkt. Onder economische activiteit moet worden verstaan het aanbieden van goederen en diensten op de markt. Van een economische activiteit is dus sprake, als de onderneming zich met de activiteiten op een economische markt begeeft. Het begrip onderneming omvat de gehele groep waartoe de betreffende eenheid behoort.

Reeds verstrekte de-minimissteun

Met reeds verstrekte de-minimissteun zal bij de subsidieverlening en subsidievaststelling rekening moeten worden gehouden. Het maximale bedrag dat in totaal per onderneming, of de groep waarin een economische activiteit wordt uitgeoefend, gedurende drie aaneengesloten belastingjaren aan de-minimissteun mag worden verstrekt, is € 200.000,–. Indien en voor zover reeds de-minimissteun aan de onderneming of de groep is verstrekt, moet het bedrag daarvan op de subsidie in mindering worden gebracht. Dit kan met zich meebrengen, dat in het geheel geen subsidie meer kan worden verstrekt.

Niet alleen de-minimissteun verstrekt door de Rijksoverheid wordt in aanmerking genomen, maar ook de-minimissteun verstrekt door lagere overheden (gemeente, provincie) of enig ander bestuursorgaan.

De-minimissteun wordt altijd onder die noemer verstrekt. Als wel reeds andere subsidie is verstrekt voor de opleidingen, maar niet expliciet onder de noemer van de-minimissteun, mag u ervan uitgaan dat die andere subsidie geen de-minimissteun is. Deze subsidie voor de opleidingen dient u in de verklaring in onderdeel B op te nemen.

Bij het bepalen van de datum van de de-minimissteun dient u de datum van de subsidieverlening in aanmerking te nemen, niet de datum van de (eerste) betaling of de subsidievaststelling. Indien de subsidie wordt vastgesteld zonder voorafgaande beschikking tot verlening geldt de datum van deze subsidievaststelling. Indien steun wordt verleend in een andere vorm dan subsidie, dient de datum waarop het besluit tot verlening van een voordeel aan de betreffende onderneming is genomen in aanmerking te worden genomen. De-minimissteun wordt immers geacht te zijn verleend op het tijdstip waarop de begunstigde een wettelijke aanspraak op de steun verwerft.

Indien een andere de-minimissteun zou worden verleend vóór de subsidieverlening onder deze regeling, dient u hiervan onverwijld mededeling te doen. Er zal dan alsnog met deze omstandigheid rekening moeten worden gehouden.

Let op: wanneer blijkt dat de verklaring onjuist is ingevuld kan dat betekenen dat de verstrekte subsidie wordt teruggevorderd.

Uitzonderingen genoemd in artikel 1, eerste lid, van de De-minimisverordening

In artikel 1 van de verordening is aangegeven dat de verordening op een aantal categorieën niet van toepassing is. Voor verkeer en vervoer is van belang dat de verordening niet van toepassing is op steun ten behoeve van de aanschaf van wegvervoermiddelen voor vracht door ondernemingen die vrachtvervoer voor rekening van derden uitvoeren. Ook is de verordening niet van toepassing op ondernemingen in moeilijkheden in de zin van de communautaire richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden (PbEU C 244/2).

Gevolgen kwalificatie van de subsidie als de-minimissteun

In de subsidiebeschikking wordt opgenomen dat het de-minimissteun betreft. Bij ieder eventueel volgend verzoek om de-minimissteun zal de onderneming aan de daarvoor bevoegde overheid informatie over deze de-minimissteun moeten verstrekken. Bij iedere verlening van de-minimissteun zal opnieuw een toets op de voorwaarden van de de-minimis-verordening moeten worden uitgevoerd.

Mocht door een opeenstapeling van de-minimissteun de gestelde grens mogelijk worden overschreden, dan mag het laatst verstrekkende orgaan geen de-minimissteun verlenen of zal het laatst verstrekkende orgaan (indien na het verlenen van een bijdrage blijkt dat de onderneming onjuiste informatie heeft gegeven) het voordeel geheel moeten terugvorderen.

Verzamelen en bewaren van alle informatie

Ter informatie zij opgemerkt dat de lidstaten alle informatie verzamelen en bewaren die betrekking heeft op de toepassing van de de-minimisverordening. Deze dossiers moeten alle informatie bevatten die nodig is om na te gaan of aan de voorwaarden van de de-minimisverordenening is voldaan. Een dossier betreffende een individuele de-minimissteun moet tien jaar vanaf het tijdstip van de steunverlening worden bewaard. Een dossier over een de-minimissteunregeling moet tien jaar vanaf het tijdstip van de laatste individuele steunverlening worden bewaard. De Commissie kan schriftelijk om informatie verzoeken. De lidstaat moet alle informatie leveren binnen twintig werkdagen of binnen de langere termijn die de Commissie in haar verzoek vaststelt. Het betreft alle informatie die de Commissie nodig acht om te kunnen nagaan of aan de voorwaarden van de de-minimis-verordening is voldaan en vooral om vast te stellen tot welk totaalbedrag een bepaalde onderneming de-minimissteun heeft ontvangen.

TOELICHTING

Algemeen

Vanaf de opening van de Betuweroute in juni 2007 rijden locomotieven met ERTMS level-2 over het nieuwbouw tracé van de A-15 van de Betuweroute. Het was de bedoeling om ook de havenspoor van ERTMS level-2 te voorzien, maar in oktober 2007 heb ik het besluit genomen om af te zien van de aanleg van ERMTS level-2 op de havenspoorlijn en heb ik gekozen voor ERTMS level-1. Dit besluit heb ik genomen naar aanleiding van de conclusies van Prorail met betrekking tot de aanleg van ERTMS level-2 op het havenspoorlijn van de Betuweroute. Prorail kwam namelijk in juni 2007 tot de conclusie dat de aanleg van ERTMS level-2 te grote risico’s op verstoringen heeft. ERMTS level-2 in de haven is complexer dan op het A-15 deel door de aanwezigheid van emplacementen en beweegbare bruggen in de haven. ERTMS level-2 heeft daarnaast het nadeel dat het alleen maar in één keer ingevoerd kan worden, terwijl de ERTMS level-1 stapsgewijs aangelegd kan worden. Tevens kan level-1 gekoppeld worden aan de bestaande seinen langs de baan en kan de bestaande beveiliging ATB blijven liggen tijdens de bouw van ERTMS level-1.

De keuze voor ERTMS level-1 op de havenspoorlijn betekent dat de inmiddels voor ERMTS level-2 opgeleide machinisten een aanvullende scholing voor ERTMS level-1 moeten volgen. Omdat onder level-1 de machinist zowel informatie in zijn cabine via het ERTMS beeldscherm ontvangt als de seinen buiten de baan waarneemt, moet hij duidelijke instructies hebben hoe te handelen. Dit betekent dat alle machinisten, ook degene die al een ERTMS level-2 bevoegdheid hebben, een cursus level-1 moeten volgen. De level-1 kwalificatie was niet voorzien door de spoorwegondernemingen/vervoerders bij de voorbereiding naar de ingebruikname van de Betuweroute per juni 2007. Beoogd wordt de invoering van de level-1 in 2009 af te ronden. De havenspoorlijn kan namelijk pas in bedrijf worden genomen met de moderne systemen ERTMS en 25 kV nadat de vervoerders hun materieel hebben ingericht en personeel daarvoor hebben opgeleid.

Met het oog op geringe administratieve administratieve lasten bij de subsidieontvanger heb ik ervoor gekozen om een vast bedrag per opleiding te subsidiëren. Dit bedrag is gebaseerd op begrootte kosten van opleiding en praktijkgedeelte.

De regeling valt onder de Verordening (EG) Nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L 379/5) hierna: de-minimisverordening. Dit heeft consequenties voor de aanvrager. Deze dient bij de aanvraag een de-minimis-verklaring in te vullen. Voor een nadere toelichting verwijs ik naar de toelichting bij de de-minimis-verklaring in de bijlage van deze regeling.

In de de-minimisverordening, is een drempel vastgesteld waaronder steunmaatregelen worden geacht niet aan alle criteria van artikel 87, eerste lid, van het EG-verdrag te voldoen en derhalve niet onder de aanmeldingsprocedure van artikel 88, derde lid, van het EG-Verdrag vallen.

Met betrekking tot de administratieve lasten die voor de aanvrager met het aanvragen van de subsidie gepaard gaan, geldt het navolgende. De aanvrager behoeft slechts aan te geven hoeveel machinisten een bepaalde opleiding met succes hebben afgerond. Het invullen van de de-minimisverklaring zal enige tijd in beslag nemen doch zal voor de subsidieontvanger in de praktijk duidelijk zijn.

Dit besluit is ter toetsing aan het adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal) voorgelegd. Het College heeft besloten de regeling niet te selecteren voor een toets op de gevolgen voor de administratieve lasten voor bedrijven.

Artikelsgewijs

Artikel 2

Subsidie is mogelijk voor een aanvullende scholing voor ERMTS level-1 van machinisten die al een ERTMS level-2 hebben gevolgd. Ook is subsidie mogelijk voor een scholing van machinisten die op de havenspoorlijn gaan rijden en geen voorkennis van ERTMS hebben.

De subsidie wordt verstrekt voor duidelijke activiteiten en betreft een vast bedrag per opleiding. Dit is de reden dat gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid dat de subsidiebeschikking een beschikking tot subsidievaststelling is zonder voorafgaande verleningsbeschikking. (artikel 4:43 Algemene wet bestuursrecht). Dit is opgenomen in artikel 8.

Artikel 3

Het totale bedrag dat een vervoerder ingevolge de de-minimisverordening mag ontvangen is € 200.000,– Indien uit de aanvraag blijkt dat de aanvrager boven dit bedrag uitkomt zal hiermee bij de subsidieverlening rekening worden gehouden. Dit betekent overigens ook dat een subsidieaanvrager die alleen van deze de-minimissubsidie gebruik maakt niet meer dan € 200.000,– aan subsidie op basis van deze regeling kan ontvangen.

De toetsing of de onderneming voldoet aan de voorwaarde aangaande de periode van reeds verleende de- minimissteun en de hoogte vindt mede plaats aan de hand van de verklaring die de aanvrager daarover moet invullen.

Voor de goede orde zij opgemerkt dat als er gesproken wordt over de periode van drie belastingjaren het gaat om het betrokken belasting jaar en de in de twee voorafgaande belastingjaren.

Artikel 4

De aanvraag moet worden ingediend bij Keyrail B.V.

Tav Mw. L. Maijers

Postbus 108

3330 AC Zwijndrecht

Keyrail B.V. zal de regeling uitvoeren. Keyrail B.V. neemt de subsidiebeschikkingen en zorgt voor betaling van de subsidiebedragen.

Bij de aanvraag dient de aanvrager een verklaring te voegen die zowel betrekking heeft op de de-minimissteun als op subsidie ontvangen van een ander bestuursorgaan voor de opleidingen. Zie hiervoor de toelichting bij de bijlage.

Artikel 6

Geen subsidie wordt verstrekt als de subsidieontvanger een onderneming in moeilijkheden is in de zin van de communautaire richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden (Pb EU C 244/2). Deze bepaling is specifieker dan hetgeen in artikel 4:35, derde lid onderdeel b, Algemene wet bestuursrecht is opgenomen. Tevens kan geen subsidie worden vastgesteld als de subsidieontvanger al het maximale bedrag van de de-minimissteun heeft ontvangen, of als de subsidieontvanger al subsidie van een ander bestuursorgaan heeft ontvangen voor de opleidingen.

Artikel 7

De opleiding kan en mag binnen het bedrijf van de aanvrager worden gegeven en gevolgd, mits door een vakinhoudelijk leidinggevende. Ook is het mogelijk de opleiding te volgen bij een opleidingsinstituut bijvoorbeeld RDP, NS opleidingen of Rail trainingscentrum.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings.

Naar boven