Besluit van 26 augustus 2009, no. 09.002282, tot goedkeuring van het besluit van de raad van de gemeente Amsterdam van 29 oktober 2008, nummer 205/508 tot onteigening krachtens artikel 77 van Titel IV van de onteigeningswet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 22 juli 2009, no. BJZ2009047357, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken.

Gelezen de brief van 17 november 2008, dossiernummer C 614, van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam.

Gelet op Titel IV van de onteigeningswet en Titel 10.2 van de Algemene wet bestuursrecht.

De Raad van State gehoord (advies van 13 augustus 2009, no. W08.09.0307/IV).

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 20 augustus 2009, no. BJZ2009051439, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken.

Beschikken bij dit besluit over de goedkeuring van het besluit van de raad van de gemeente Amsterdam van 29 oktober 2008, nummer 205/508, tot onteigening krachtens artikel 77, eerste lid, aanhef en onder 1°, van de onteigeningswet, ten name van die gemeente, van het bij dat besluit aangewezen perceel en appartementsrechten, kadastraal bekend gemeente Amsterdam, sectie AL, nos. 2739 (ged.) en 2741 A1 t/m 72 (grondplannummer 1).

Overwegingen

Het raadsbesluit tot onteigening

Op grond van artikel 77 van de onteigeningswet kan onteigening plaatsvinden onder meer ten behoeve van de uitvoering van een bestemmingsplan. De ter onteigening aangewezen percelen zijn begrepen in het door de raad van de gemeente Amsterdam op 4 april 2007 vastgestelde, en door gedeputeerde staten van Noord-Holland op 2 oktober 2007 goedgekeurde, bestemmingsplan ‘Vernieuwing Boven ’t Y’ verder te noemen het bestemmingsplan. Aan het raadsbesluit tot onteigening zijn de gebruikelijke ontbindende en opschortende voorwaarden verbonden aangezien het bestemmingsplan ten tijde van dat besluit nog niet onherroepelijk was. Bij uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 12 november 2008 is het goedkeuringsbesluit van gedeputeerde staten gedeeltelijk vernietigd. Dit gedeelte heeft geen betrekking op het de onderhavige onteigening betrokken perceel. Voor het overige is het bestemmingsplan inmiddels onherroepelijk geworden.

Zoals blijkt uit het raadsbesluit tot onteigening wenst de raad van de gemeente Amsterdam de daarin bedoelde grond en appartementsrechten in vrije eigendom te verkrijgen ter uitvoering van het bestemmingsplan.

Noodzaak en urgentie

Het bestemmingsplan voorziet in een uitbreiding van het winkelcentrum Boven ‘t Y in oostelijke en westelijke richting. Het winkelcentrum is gelegen in het in Amsterdam Noord te ontwikkelen stadshart dat wordt aangeduid als het Centrum Amsterdam Noord (CAN). Met de uitbreiding ontstaat meer ruimte voor winkels en kan er meer variatie in het winkelaanbod worden gebracht. Verder worden meer combinaties gecreëerd met wonen, kantoren, recreatie, cultuur en ontspanning zodat een samenhangend winkelcentrum met een regionale functie ontstaat. Het te onteigenen perceelsgedeelte is in het bestemmingsplan bestemd voor ‘Gemengde doeleinden 2 (G2)’. Horecavoorzieningen zijn ter plaatse van het te onteigenen perceelsgedeelte niet toegestaan. Op het in de onderhavige onteigening begrepen perceel worden commerciële functies, waaronder winkels, en een ondergrondse parkeergarage gerealiseerd alsmede een dek met een binnentuin. Op deze locatie is thans een aanbouw, genaamd de Westpunt, van het flatgebouw ‘De Stempel’ gelegen. Het bestemmingsplan wordt gefaseerd uitgevoerd. Het te onteigenen perceelsgedeelte is gelegen in fase 2 dat nu wordt uitgevoerd. Na verwerving van het perceelsgedeelte zullen de daarop staande opstallen worden gesloopt.

In de wijze van planuitvoering is onder meer inzicht verschaft door middel van de bij het voornoemde bestemmingsplan behorende voorschriften met de daarbij behorende toelichting en kaarten.

Uit het raadsbesluit is gebleken dat de door onteigening te verwerven gronden bezwaarlijk kunnen worden gemist bij de uitvoering van het bestemmingsplan.

Bedenkingen

Het raadsbesluit tot onteigening heeft overeenkomstig artikel 84, eerste lid, van de onteigeningswet, met ingang van 19 november 2008 gedurende zes weken voor een ieder ter inzage gelegen in de gemeente Amsterdam. Op 17 november 2008 is aan belanghebbenden een persoonlijke kennisgeving gezonden. Publicatie van het raadsbesluit heeft plaatsgevonden op 18 november 2008. Tegen het raadsbesluit zijn bij Ons schriftelijke bedenkingen naar voren gebracht door:

J.R. van der Kooij, namens Bon Management en Participation B.V. te Maarssen, eigenaar van het appartementsrecht kadastraal bekend sectie AL, no. 2741 A2, hierna: reclamant.

Overeenkomstig artikel 86, tweede lid, van de onteigeningswet, is reclamant door Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in de gelegenheid gesteld zich te doen horen. Hiervan heeft reclamant op 9 april 2009 gebruik gemaakt.

Overwegingen naar aanleiding van de bedenkingen

Door reclamant wordt aangevoerd dat het Warderschip met de Westpunt, wat de thans aanwezige opstal betreft, past binnen het bestemmingsplan. De huidige daarin aanwezige horecafunctie past echter niet binnen het door de gemeente voorgestane gebruik, te weten commerciële functies, waaronder winkels, en een ondergrondse parkeergarage. Dit brengt met zich mee dat de gemeente alleen maar onteigent om het horecagebruik in de Westpunt te beëindigen. Reclamant begrijpt niet waarom de horeca in het overblijvende gedeelte van het Warderschip wel gehandhaafd blijft en waarom dat in de Westpunt niet kan. Dat de gemeente in de behandeling van de zienswijzen aangeeft dat ook die horeca is wegbestemd onderschrijft volgens reclamant de zienswijze dat de onteigening niet urgent is. Het is juist dat de gemeente het hele appartementsrecht tracht te verwerven maar dat biedt echter geen garantie dat het uitwerkingsplan tijdig kan worden gerealiseerd. Voorts ontbreekt de noodzaak tot onteigening nu geen serieuze poging is ondernomen om tot overeenstemming te komen over de schadeloosstelling. Het aanbod van de gemeente is geschat en gebaseerd op een bureau-/geveltaxatie aan de hand van bij de gemeente bekende plattegronden. De plattegronden kloppen echter niet met de werkelijkheid als gevolg van diverse aanpassingen. Het pand is niet ter plaatse opgenomen. De door reclamant aangevoerde bedenkingen hebben niet alleen betrekking op de hoogte en de wijze van schadeberekening maar ook op het ontbreken van schadeposten die redelijkerwijs wel voor vergoeding in aanmerking komen. Dit wordt mede veroorzaakt omdat er door de gemeente nog geen bouwkundig onderzoek is uitgevoerd naar de gedeeltelijke sloop van de Westpunt. Uit een onderzoek zal blijken dat sloop niet mogelijk is dan wel financieel niet haalbaar. Er is mogelijk ook meer grond nodig dan nu wordt onteigend voor de verplaatsing van de in de Westpunt aanwezige gemeenschappelijke voorzieningen ten behoeve van het Warderschip. Ook de bewering van de gemeente dat er geen parkeerplaatsen in de kelder in de onteigening zijn betrokken wordt niet onderbouwd aangezien er geen tekeningen zijn waarop per bouwlaag het te onteigenen gedeelte van het gebouw met de ondergrond wordt aangegeven. De wijze waarop de gemeente betoogt dat zij de erfpachtscanon eenvoudig kan aanpassen, om dit vervolgens niet mee te nemen in het aanbod aan reclamant, laat zien dat er geen serieuze poging is ondernomen om tot minnelijke overeenstemming te komen. Dat de gemeente de kosten van de aanheling en de verplaatsing van de voorzieningen voor haar rekening neemt is niet voldoende om te kunnen spreken van een serieuze poging om de grond minnelijk te verwerven.

Ten aanzien van het beroep op zelfrealisatie geeft reclamant aan dat de gemeente inmiddels huurder is geworden en zij de ruimte niet als horecavoorziening in gebruik heeft. De voorgestane wijze van planuitvoering is ook niet duidelijk.

Bij de zienswijzen is aangegeven dat zowel het overblijvende deel van het Warderschip als het huidige gebouw in dezelfde fase van uitvoering van het bestemmingsplan liggen. De keuze van het moment van onteigening van de Westpunt, en daarmee van het moment van planuitvoering, is willekeurig en niet onderbouwd. Ook de horeca in het overblijvende deel is wegbestemd en behoort eveneens tot fase 2. Het sluiten van een privaatrechtelijke overeenkomst met de projectontwikkelaar schept nog geen planologische urgentie. Tenslotte voert reclamant aan dat de gemeente aangeeft dat de op de lijst opgenomen gegevens volgens de gegevens van het kadaster zijn overgenomen. Er wordt echter niet aangegeven welke gedeelten van het gebouw en de ondergrond precies worden onteigend. Daarmee is voor de belanghebbenden niet duidelijk in hoeverre zij in hun belangen geschaad worden. De in de Westpunt opgenomen gemeenschappelijke voorzieningen zijn van belang voor alle gebruikers in het gebouw. De bedrijfsvoering kan zonder deze voorzieningen niet worden voortgezet, hetgeen ook ten koste gaat van de verhuurbaarheid van het gebouw.

Ten aanzien van de bedenking dat de Westpunt past binnen het bestemmingsplan overwegen Wij dat de onteigening nodig is om de tijdige realisering van de daarop gelegen bestemmingen ondergrondse parkeergarage, commerciële functies en een dek met daarop een binnentuin in de tweede fase van de uitvoering het bestemmingsplan mogelijk te maken. Daartoe moet de Westpunt gesloopt worden. Dat is aldus de gemeente voldoende om de beoogde nieuwbouw in combinatie met de gedeeltelijke handhaving van het gebouw uit te voeren. Blijkens de in het bestemmingsplan opgenomen planning zou met de uitvoering van deze fase eind 2008 worden begonnen en wordt deze in 2015 afgerond. De gemeente heeft aangegeven dat met de realisering wordt begonnen wanneer alle gronden in eigendom zijn. Ten aanzien van de bedenking van reclamant die ziet op de handhaving van de horeca in het overblijvende deel van het Warderschip overwegen Wij dat deze van planologische aard is en naar voren had behoren te worden gebracht in het kader van de procedures die bij de totstandkoming van het bestemmingpslan gevolgd dienen te worden.

Deze bedenkingen van reclamant geven Ons geen aanleiding om aan het raadsbesluit tot onteigening geheel of gedeeltelijk de goedkeuring te onthouden.

Ten aanzien van het ontbreken van een serieuze poging om tot minnelijke overeenstemming te komen overwegen Wij in het algemeen dat artikel 17 van de onteigeningswet bepaalt, dat de onteigenende partij hetgeen onteigend moet worden éérst bij minnelijke overeenkomst in eigendom tracht te verkrijgen. Dit artikel heeft betrekking op de gerechtelijke fase van de onteigeningsprocedure. Het minnelijk overleg in de daaraan voorafgaande administratieve fase van de onteigeningsprocedure is echter één van de criteria waaraan door Ons kan worden getoetst bij de beoordeling van de noodzaak tot onteigening. Omdat onteigening als uiterste middel is bedoeld, zijn Wij van oordeel dat pas van dit middel mag worden gebruikgemaakt, als vóór het begin van de onteigeningsprocedure langs minnelijke weg niet of niet in de gewenste vorm tot overeenstemming is te komen. Aan deze voorwaarde is naar Ons oordeel in het kader van onteigeningen ingevolge Titel IV van de onteigeningswet in beginsel voldaan, indien vóór de terinzagelegging van het ontwerp-onteigeningsbesluit is begonnen met de onderhandelingen over de minnelijke verwerving en op het moment van het nemen van het raadsbesluit tot onteigening voldoende aannemelijk is dat die onderhandelingen voorlopig niet tot de eigendomsoverdracht zullen leiden. Daarbij moet sprake zijn van een serieus minnelijk overleg. Doet zich deze situatie voor, dan kan een gemeente tot onteigening besluiten om daarmee een tijdige uitvoering van het bestemmingsplan zeker te stellen.

Uit het onderzoek en de overgelegde stukken is gebleken dat de gemeente op 3 december 2007 een gemotiveerd aanbod heeft gedaan voor de verwerving van het in de onteigening betrokken appartementsrecht van reclamant. Er is vervolgens meerdere malen schriftelijk en mondeling contact geweest tussen partijen waarbij het aanbod op 21 april 2008 is herhaald en later op 5 augustus 2008 is verhoogd. Uiteindelijk heeft dit geresulteerd in overeenstemming over de hoogte van de schadeloosstelling. Over een aantal voorwaarden was echter nog verschil van mening. Reclamant heeft dit in zijn bij Ons ingediende bedenkingen ook bevestigd. Uit het onderzoek en de overgelegde stukken blijkt dat de onderhandelingen over de minnelijke verwerving van de percelen van reclamant nog steeds doorgaan. Dit overleg dan wel het minnelijk overleg, dat op grond van artikel 17 van de onteigeningswet aan de gerechtelijke procedure vooraf zal moeten gaan, zal wellicht alsnog tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing kunnen leiden.

Ten aanzien van de bedenkingen van reclamant die zien op de hoogte en totstandkoming van de schadeloosstelling overwegen Wij dat de schadeloosstelling op grond van artikel 40 van de onteigeningswet plaatsvindt op basis van een volledige vergoeding van alle schade die de eigenaren rechtstreeks en noodzakelijk door het verlies van hun zaak lijden. De hoogte en de wijze van berekening van deze schadeloosstelling staan in het kader van de administratieve procedure niet ter beoordeling, aangezien de bepaling daarvan is voorbehouden aan de onteigeningsrechter in het kader van de gerechtelijke procedure. Deze bedenking van reclamant geeft Ons geen aanleiding om aan het raadsbesluit tot onteigening geheel of gedeeltelijk de goedkeuring te onthouden.

Ten aanzien van het door reclamant aangevoerde beroep op zelfrealisatie overwegen Wij in het algemeen dat de gemeente bij een voorgenomen onteigening moet aantonen dat het doel waarvoor onteigend wordt niet op een andere manier te bereiken is. Van belang hierbij is dat wanneer een grondeigenaar aangeeft bereid en in staat te zijn om de aan zijn grond gegeven bestemming zelf te realiseren, onteigening in beginsel niet noodzakelijk is. Hierop kan een uitzondering worden gemaakt indien de gemeente een andere vorm van planuitvoering wenst dan de grondeigenaar. Onteigening is dan pas gerechtvaardigd indien de gemeente aantoont dat in het publieke belang dringend behoefte bestaat aan de door haar gewenste vorm van planuitvoering. Welke vorm van planuitvoering in het publieke belang is staat in eerste instantie ter beoordeling van het gemeentebestuur. Of de grondeigenaar zelf tot planuitvoering in staat is hangt af van de door de gemeente gekozen vorm van planuitvoering. In verband daarmee moet de grondeigenaar zich op de hoogte kunnen stellen van die door de gemeente gewenste vorm. Over het algemeen kan deze worden gevonden in de toelichting op het bestemmingsplan of de bijbehorende voorschriften en/of de beschrijving in hoofdlijnen bij het bestemmingsplan. Andere mogelijke uitzonderingen kunnen zijn dat de grondeigenaar niet over voldoende aaneengesloten grond beschikt om de bestemming zelf op doelmatige wijze te kunnen realiseren of als de te onteigenen grond geen afzonderlijk deel van het te realiseren complex kan vormen. Wanneer er sprake is van een bestemmingsplan dat integraal moet worden uitgevoerd kan de grondeigenaar eveneens geen beroep op zelfrealisatie doen, indien hij daarvoor onvoldoende grond bezit.

In het bijzonder overwegen Wij dat reclamant over onvoldoende grond beschikt om, uitgaande van de door de gemeente in het bestemmingsplan en de stedenbouwkundige invulling ‘Vogelvlucht fase 2 Vernieuwing Boven ’t Y’ neergelegde vorm van uitvoering, waaronder de aanleg van een ondergrondse parkeergarage, zelf de daarop gelegen bestemming op doelmatige wijze te realiseren. Deze bedenking van reclamant geeft Ons geen aanleiding om aan het raadsbesluit tot onteigening geheel of gedeeltelijk de goedkeuring te onthouden.

Ten aanzien van de door reclamant aangevoerde bedenking over de fasering van de uitvoering van het bestemmingsplan overwegen Wij dat in paragraaf 1.8 ‘Planning’ van het bestemmingsplan is vermeld dat met de werkzaamheden in 2008 wordt gestart en dat deze in 2015 zullen zijn afgerond. Daarmee heeft de gemeente duidelijk aangegeven binnen welke periode de tweede fase wordt uitgevoerd. Tevens heeft de gemeente in dat kader bij de behandeling van de zienswijzen aangegeven dat met de planuitvoering wordt gestart zodra de gemeente over de gronden kan beschikken. De keuze voor het moment van onteigening en de start van het moment van planuitvoering is daarmee voldoende duidelijk. Wij hebben geen redenen te twijfelen aan de door de gemeente aangegeven periode waarin de tweede fase van het bestemmingsplan moet worden uitgevoerd. Het sluiten van een overeenkomst met een projectontwikkelaar over de uitvoering van de tweede fase is eveneens een aanwijzing dat de gemeente daadwerkelijk met de uitvoering wil beginnen. Deze bedenking van reclamant geeft Ons geen aanleiding om aan het raadsbesluit tot onteigening geheel of gedeeltelijk de goedkeuring te onthouden.

Ten aanzien van de door reclamant aangegeven onduidelijkheden voor de gebruikers van het gebouw over de omvang van de onteigening overwegen Wij dat de huurders en eigenaren van appartementsrechten in het gebouw, alsmede de beide Verenigingen van Eigenaren door de gemeente, conform artikel 3:13 van de Algemene wet bestuursrecht, middels een persoonlijke kennisgeving met daarbij een ontwerpraadsbesluit en de bijbehorende tekening, op de hoogte zijn gebracht van de voorgenomen onteigening. Hieruit blijkt duidelijk dat de onteigening alleen de Westpunt van het gebouw betreft. Met betrekking tot de verplaatsing van de technische voorzieningen overwegen Wij dat, in tegenstelling tot hetgeen reclamant beweert, uit het gespreksverslag van 26 augustus 2008 blijkt dat de voorzieningen alleen ten behoeve van de horeca op de begane grond en de kantoren op de eerste verdieping zijn. Deze zijn in eigendom van reclamant. Door de gemeente is, blijkens het gespreksverslag van 21 april 2008, aangegeven dat de verplaatsing van de voorzieningen voor rekening en risico van de gemeente is. Dit is herhaald bij de behandeling van de zienswijzen waarbij tevens is aangegeven dat indien over de verplaatsing van de voorzieningen geen minnelijke overeenstemming met de Vereniging van Eigenaren van het Warderschip kan worden bereikt dit in de schadeloosstelling aan reclamant tot uitdrukking zal komen. Deze bedenkingen van reclamant geven Ons geen aanleiding om aan het raadsbesluit tot onteigening geheel of gedeeltelijk de goedkeuring te onthouden.

Overige overwegingen

Ten aanzien van de in het onteigeningsbesluit opgenomen percelen moet het in het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Amsterdam worden geacht, dat de gemeente de eigendom daarvan verkrijgt. Er bestaan ook voor het overige geen redenen om aan het raadsbesluit de goedkeuring te onthouden.

Beslissing

Wij hebben goedgevonden en verstaan:

het besluit van de raad van de gemeente Amsterdam van 29 oktober 2008, nummer 205/508, goed te keuren.

Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is belast met de uitvoering van dit besluit, dat door toezending daarvan aan de gemeente Amsterdam zal worden bekendgemaakt. Dit besluit zal tevens met het raadsbesluit tot onteigening in de Staatscourant worden geplaatst (www.officielebekendmaking.nl).

’s-Gravenhage, 26 augustus 2009

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.M. Cramer.

Raadsbesluit

Aan de gemeenteraad

Op grond van het hiernavolgende stellen wij u voor, het volgende besluit te nemen:

De gemeenteraad van Amsterdam

Gezien de voordracht van burgemeester en wethouders van 16 september 2008; Gelet op het bepaalde in de Onteigeningswet en de Algemene wet bestuursrecht,

Besluit:

  • I de adressanten Bon Management en Participations B.V. en de v.o.f. Tjon Express in hun zienswijzen te ontvangen en deze ongegrond te verklaren;

  • II ten behoeve van de gedeeltelijke uitvoering van het bestemmingsplan ‘Bestemmingsplan Vernieuwing Boven ’t Y’ ten name van de gemeente Amsterdam, ingevolge artikel 77, lid 1, onder 1e, van de Onteigeningswet te onteigenen de onroerende zaken aangegeven met zwarte lijnarcering op de bij dit besluit behorende grondplankaart en vermeld op de eveneens bij dit besluit behorende lijst (onteigeningsplan Warderschip)

  • III te bepalen dat:

    • a. niet tot dagvaarding van de rechthebbenden zal worden overgegaan voordat onherroepelijk is beslist over het bestemmingsplan ‘Bestemmingsplan Vernieuwing Boven ’t Y’ ten aanzien van de onder II van dit besluit genoemde onroerende zaken;

    • b. dit besluit tot onteigening vervalt, indien en voor zover in hoogste instantie de goedkeuring wordt onthouden aan het bestemmingsplan ‘Bestemmingsplan Vernieuwing Boven ’t Y’ ten aanzien van de onder II genoemde onroerende zaken;

  • IV alle noodzakelijke stappen te doen, zowel in eerste aanleg als daarna en zowel als eisende als als verwerende partij, om langs gerechtelijke weg de onteigening te verkrijgen van de onder II bedoelde onroerende zaken, nadat en voor zover de benodigde Koninklijke goedkeuring als bedoeld in artikel 80, lid 3, van de Onteigeningswet is verkregen.

Aldus besloten door de gemeenteraad voornoemd in zijn vergadering op 29 oktober 2008.

Burgemeester en wethouders van Amsterdam,

secretaris,

H. de Jong.

Burgemeester,

M.J. Cohen.

Onteigening ten behoeve van de gedeeltelijke uitvoering van het bestemmingsplan Vernieuwing Boven ’t Y ex artikel 77, eerste lid onder 1e Onteigeningswet

Onteigening Warderschip Dossier C 614

  

van het perceel, bij het kadaster bekend

Grondplannummer

te onteigenen grootte

 

ter grootte van

sectie

nummer

ten name van

ha.

a.

ca.

als

ha.

a.

ca.

    
     

De Gemeente Amsterdam

  

1

 

4

44

bijzondere objecten

 

26

50

AL

2739

 

Eigendom belast met recht van erfpacht:

1/1

De Gemeente Amsterdam

            
           

Recht van Erfpacht:

1/1

Vereniging van eigenaren van het gebouw ’t Warderschip gelegen aan het Buikslotermeerplein 7 tot en met 101 (oneven nummers) te Amsterdam

            

1

   

Appartement tekeningnr 15873

   

AL

2741 A1

1/1

Vereniging van eigenaars ’t Warderschip Buikslotermeerplein 27 t/m 99 te Amsterdam

ASD AL 2741 A1 is overgegaan in :

ASD AL 2741 A3 tot en met ASD AL 2741 A72

            

1

   

wonen (appartement)

   

AL

2741 A2

 

Eigendom:

1/1

Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid:

Bon Management en Participation B.V. te Maarssen

            

1

   

wonen (appartement)

   

AL

2741 A3

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

wonen (appartement)

   

AL

2741 A4

 

Eigendom:

1/2

Hazendonk, Hermanus te Amsterdam

           

Eigendom:

1/2

Mercedes Gonzalez, Lucia te Amsterdam

            

1

   

wonen (appartement)

   

AL

2741 A5

 

Eigendom:

1/1

Liu, Jennie Jen Lay te Amsterdam

            

1

   

wonen (appartement)

   

Al

2741 A6

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

wonen (appartement)

   

AL

2741 A7

 

Eigendom:

1/2

Chun Peng Leee, Federick te Amsterdam

1/2

Wong, Chee Shun te Amsterdam

            

1

   

wonen (appartement)

   

AL

2741 A8

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

wonen (appartement)

   

AL

2741 A9

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

wonen (appartement

   

AL

2741 A10

 

Eigendom:

1/2

Kortekaas, Peter te Amsterdam

g.m. Frohn, Alberta Elisabeth Margaretha

1/2

Frohn, Alberta Elisabeth Margaretha te Amsterdam

g.m. Kortekaas, Peter

            

1

   

wonen (appartement)

   

AL

2741A11

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

wonen (appartement)

   

AL

2741 A12

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

wonen (appartement)

   

AL

2741 A13

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

wonen (appartement)

   

AL

2741 A14

 

Eigendom:

1/1

Yang, Wenhuan te Amsterdam

            

1

   

wonen (appartement)

   

AL

2741 A15

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

wonen (appartement)

   

AL

2741 A16

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

wonen (appartement)

   

AL

2741A17

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

wonen (appartement)

   

AL

2741 A18

 

Eigendom:

1/1

Zheng, Xiang te Amsterdam

            

1

   

wonen (appartement)

   

AL

2741 A19

 

Eigendom:

1/1

Proper, Marco te Amsterdam

            

1

   

Wonen (appartement)

   

AL

2741 A20

 

Eigendom:

1/1

Le Belle, Raymond te Amsterdam

            

1

   

Wonen (appartement)

   

AL

2741 A21

 

Eigendom:

1/1

Yang, Shihao te Amsterdam

            

1

   

Wonen (appartement)

   

AL

2741 A22

 

Eigendom:

1/1

Van Laarhoven, Johanna Petra te Amsterdam

            

1

   

Wonen (appartement)

   

AL

2741 A23

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

Wonen (appartement)

   

AL

2741 A24

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

Wonen (appartement)

   

AL

2741 A25

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

Wonen (appartement)

   

AL

2741 A26

 

Eigendom:

1/1

Bermond, Dick te Amsterdam

            

1

   

Wonen (appartement)

   

AL

2741 A27

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

wonen (appartement)

   

AL

2741 A28

 

Eigendom:

1/1

Nassy, Anthony Derek te Amsterdam

            

1

   

wonen (appartement)

   

AL

2741 A29

 

Eigendom:

1/1

Nassy, Glenn te Paramaribo

            

1

   

wonen (appartement)

   

AL

2741 A30

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

wonen (appartement)

   

AL

2741 A31

 

Eigendom:

1/1

Proper, Marco te Amsterdam

            

1

   

wonen (appartement)

   

AL

2741 A32

 

Eigendom:

1/1

Lin, Long te Amsterdam

            

1

   

wonen (appartement)

   

AL

2741 A33

 

Eigendom:

1/1

Zheng, Quan te Hoofddorp

            

1

   

wonen (appartement)

   

AL

2741 A34

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

wonen (appartement)

   

AL

2741 A35

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

wonen (appartement)

   

AL

2741 A36

 

Eigendom:

1/1

Proper, Marco te Amsterdam

            

1

   

wonen (appartement)

   

AL

2741 A37

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

appartement (parkeerplaats)

   

AL

2741 A38

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

appartement (parkeerplaats)

   

AL

2741 A39

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

appartement (parkeerplaats)

   

AL

2741 A40

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

Berging-stalling (garage-schuur) wegen

   

AL

2741 A41

 

Eigendom:

1/1

Bermond, Dick te Amsterdam

            

1

   

appartement (parkeerplaats)

   

AL

2741 A42

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

appartement (parkeerplaats)

   

AL

2741 A43

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

Appartement (parkeerplaats)

   

AL

2741 A44

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

Berging-stalling (garage-schuur)

   

AL

2741 A45

 

Eigendom:

1/1

Zheng, Xiang te Amsterdam

            

1

   

Parkeren

   

AL

2741 A46

 

Eigendom:

1/2

Chun Peng Leee, Federick te Amsterdam

1/2

Wong, Chee Shun te Amsterdam

            

1

   

Appartement (parkeerplaats)

   

AL

2741 A47

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

Appartement (parkeerplaats)

   

AL

2741 A48

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

Berging-stalling (garage-schuur) wegen

   

AL

2741 A49

1/2

Eigendom:

Kortekaas, Peter te Amsterdam

g.m. Frohn, Alberta Elisabeth Margaretha te Amsterdam

1/2

Frohn, Alberta Elisabeth Margaretha te Amsterdam

g.m. Kortekaas, Peter te Amsterdam

            

1

   

Parkeren

   

AL

2741 A50

 

Eigendom:

1/1

Nassy, Glenn te Paramaribo

            

1

   

Appartement (parkeerplaats)

   

AL

2741 A51

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

Appartement (parkeerplaats)

   

AL

2741 A52

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

Berging-stalling (garage-schuur) wegen

   

AL

2741 A53

 

Eigendom:

1/1

Nassy, Anthony Derek te Amsterdam

            

1

   

Berging-stalling (garage-schuur) wegen

   

AL

2741 A54

 

Eigendom:

1/1

Proper, Marco te Amsterdam

            

1

   

Appartement (parkeerplaats)

   

AL

2741 A55

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

Berging-stalling (garage-schuur) wegen

   

AL

2741 A56

 

Eigendom:

1/1

Van Laarhoven, Johanna Petra te Amsterdam

            

1

   

Berging-stalling (garage-schuur) wegen

   

AL

2741 A57

 

Eigendom:

1/1

Yang, Shihao te Amsterdam

            

1

   

Parkeren

   

AL

2741 A58

 

Eigendom:

1/1

Le Belle, Raymond te Amsterdam

            

1

   

Berging-stalling (garage-schuur)

   

AL

2741 A59

 

Eigendom:

1/1

Goedkoop, Petra te Purmerend

            

1

   

Wegen

   

AL

2741 A60

 

Eigendom:

1/1

Yang, Wenhuan te Amsterdam

            

1

   

Appartement (parkeerplaats)

   

AL

2741 A61

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

Appartement (parkeerplaats)

   

AL

2741 A62

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

Appartement (parkeerplaats)

   

AL

2741 A63

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

Appartement (parkeerplaats)

   

AL

2741 A64

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

Parkeren

   

AL

2741 A65

 

Eigendom:

1/1

Zheng, Quan te Hoofddorp

            

1

   

Berging-stalling (garage-schuur) wegen

   

AL

2741 A66

 

Eigendom:

1/1

Lin, Long te Amsterdam

            

1

   

Parkeren

   

AL

2741 A67

 

Eigendom:

1/1

Proper, Marco te Amsterdam

            

1

   

Appartement (parkeerplaats)

   

AL

2741 A68

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

Appartement (parkeerplaats)

   

AL

2741 A69

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

            

1

   

Berging-stalling (garage-schuur) wegen

   

AL

2741 A70

 

Eigendom:

1/2

Hazendonk, Hermanus te Amsterdam

1/2

Mercedes Gonzalez, Lucia te amsterdam

            

1

   

Wegen

   

AL

2741 A71

 

Eigendom:

1/1

Liu, Jennie Jen Lay te Amsterdam

            

1

   

Appartement (parkeerplaats)

   

AL

2741 A72

 

Eigendom:

1/1

Stichting: Woningstichting Eigen Haard te Amsterdam

Lijst behorend bij het Raadsbesluit van 29 oktober 2008, nummer 205/508.

Naar boven