Regeling Nederlands-Antilliaanse tarieven vissersvaartuigen 2009

11 september 2009

Nr. CEND/HDJZ-2009/666 sector SCH

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Vervoer van de Nederlandse Antillen en de Minister van Toerisme en Transport van Aruba;

Gelet op artikel 72, eerste lid, van de Schepenwet;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. certificaat van overeenstemming:

het certificaat, bedoeld in artikel 1.8 van het Vissersvaartuigenbesluit 2002;

b. certificaat van vrijstelling:

het certificaat, bedoeld in artikel 1.9 van het Vissersvaartuigenbesluit 2002;

c. certificaat van deugdelijkheid:

het certificaat, bedoeld in artikel 22 van het Vissersvaartuigenbesluit;

d. certificaat van veiligheid:

het certificaat, bedoeld in artikel 23 van het Vissersvaartuigenbesluit;

e. certificaat van ontheffing:

het certificaat, bedoeld in artikel 24 van het Vissersvaartuigenbesluit;

f. certificaten:

de onder a tot en met e genoemde certificaten;

g. eerste onderzoek:

het onderzoek, bedoeld in artikel 1.12, eerste lid van het Vissersvaartuigenbesluit 2002 en in artikel 12, eerste lid, onder 1°, van het Vissersvaartuigenbesluit.

Artikel 2

De in deze regeling genoemde tarieven luiden in het betaalmiddel van de Nederlandse Antillen en zijn verschuldigd voor het verrichten van werkzaamheden of diensten door ambtenaren van de Nederlandse Antillen.

Artikel 3

  • 1. Voor het onderzoek van vissersvaartuigen en de verdere werkzaamheden nodig voor de eerste afgifte van certificaten, zijn de volgende tarieven verschuldigd:

    • a. voor niet-geklasseerde vaartuigen tot 24 meter: f 16.117,–;

    • b. voor niet-geklasseerde vaartuigen vanaf 24 meter: f 36.467,–.

  • 2. Voor het onderzoek van niet-geklasseerde mosselvaartuigen met een lengte van 24 meter of meer en de verdere werkzaamheden nodig voor de eerste afgifte van certificaten is, in afwijking van het eerste lid, een tarief verschuldigd van f 31.399,–.

  • 3. Voor het onderzoek van geklasseerde vaartuigen met een lengte van 24 meter of meer is een tarief verschuldigd van f 19.960,–.

Artikel 4

  • 1. Voor het onderzoek en de verdere werkzaamheden nodig voor de afgifte van certificaten voor een vissersvaartuig dat reeds eerder onderworpen is geweest aan een eerste onderzoek, is, in afwijking van artikel 3, het volgende tarief verschuldigd:

    • a. voor niet-geklasseerde vaartuigen tot 24 meter: f 6.303,–;

    • b. voor niet-geklasseerde vaartuigen vanaf 24 meter: f 7.767,–.

  • 2. Voor het onderzoek van geklasseerde vaartuigen met een lengte van 24 meter of meer is een tarief verschuldigd van f 6.768,–.

Artikel 5

  • 1. Voor het onderzoek van vissersvaartuigen en de verdere werkzaamheden nodig voor de vernieuwing of handhaving van certificaten, zijn jaarlijks de volgende tarieven verschuldigd:

    • a. voor niet-geklasseerde vaartuigen tot 24 meter: f 3.151,–;

    • b. voor niet-geklasseerde vaartuigen vanaf 24 meter: f 3.884,–.

  • 2. Voor het onderzoek van geklasseerde vaartuigen met een lengte van 24 meter of meer is jaarlijks een tarief verschuldigd van f 3.384,–.

  • 3. Voor het onderzoek van niet-geklasseerde sportvissers- of recreatievaartuigen en de verdere werkzaamheden nodig voor de vernieuwing of handhaving van certificaten is, in afwijking van het eerste lid, jaarlijks het volgende tarief verschuldigd:

    • a. voor vaartuigen met een lengte tot 24 meter f 4.040,–;

    • b. voor vaartuigen met een lengte vanaf 24 meter f 4.861,–.

  • 4. Bij tussentijdse verkoop van het vaartuig vindt geen verrekening van het tarief met de koper of verkoper plaats.

Artikel 6

  • 1. Voor het onderzoek van vissersvaartuigen en de verdere werkzaamheden nodig voor de afgifte van een vergunning krachtens artikel 2bis van de Schepenwet, is het volgende tarief verschuldigd:

    • a. voor vaartuigen met een lengte tot 24 meter f 914,–;

    • b. voor vaartuigen met een lengte vanaf 24 meter f 998,–.

  • 2. Het tarief, bedoeld in het eerste lid, is niet verschuldigd indien het een vergunning betreft uitsluitend bestemd voor het maken van een proefvaart dan wel het ondernemen van een reis uit een haven in de Nederlandse Antillen, Aruba of Nederland, met de bedoeling het vaartuig gereed te maken voor het verkrijgen van een certificaat van overeenstemming of deugdelijkheid.

Artikel 7

  • 1. Voor het onderzoek aan boord en de verdere werkzaamheden nodig voor het verstrekken van een certificaat van vrijstelling of een certificaat van ontheffing, voor het verstrekken van een extra exemplaar of een tussentijdse vervanging van een certificaat, alsmede voor de afgifte van een certificaat zonder dat hiervoor een onderzoek aan boord plaatsvindt, is een tarief verschuldigd van f 466,–.

  • 2. Voor de vervanging van de in deze regeling genoemde certificaten die door een scheepsongeval verloren zijn gegaan, is geen vergoeding verschuldigd.

Artikel 8

Voor werkzaamheden voortvloeiende uit het bepaalde bij of krachtens het Vissersvaartuigenbesluit 2002 of het Vissersvaartuigenbesluit, die niet op grond van een van de artikelen van deze regeling in rekening worden gebracht, is een tarief verschuldigd van f 234,– per uur per ambtenaar.

Artikel 9

  • 1. Indien een onderzoek als bedoeld in deze regeling geheel of gedeeltelijk buiten de Nederlandse Antillen wordt uitgevoerd en de voor het desbetreffende onderzoek vastgestelde termijn, opgenomen in de bijlage, wordt overschreden, is per termijnoverschrijdende dag een aanvullend tarief verschuldigd van f 1.635,–.

  • 2. De eventuele reis- en verblijfskosten van de ambtenaar ten behoeve van de in deze regeling genoemde onderzoeken buiten de Nederlandse Antillen komen voor rekening van de aanvrager van het certificaat. Deze kosten worden afzonderlijk in rekening gebracht.

Artikel 10

  • 1. Indien de in deze regeling genoemde onderzoeken geheel of gedeeltelijk worden uitgevoerd op werkdagen tussen 18.00 uur en 08.00 uur, op een zaterdag, op een zondag of op een in de Nederlandse Antillen daaraan gelijkgestelde dag, is een aanvullend tarief verschuldigd van f 234,– per uur per ambtenaar.

  • 2. Het tarief, genoemd in het eerste lid, is eveneens verschuldigd voor uitgevoerde onderzoeken buiten de Nederlandse Antillen buiten de daar ter plaatse geldende werktijden.

Artikel 11

De Regeling tarieven vissersvaartuigen 1999 wordt gewijzigd als volgt:

a. in artikel 1, eerste lid, vervalt de zinsnede ‘van de Nederlandse Antillen of’;

b. in artikel 1, tweede lid, vervallen de beide zinsneden ‘de Nederlandse Antillen, onderscheidenlijk’;

c. in de bijlage vervallen de beide zinsneden ‘de Nederlandse Antillen of’;

d. in de bijlage wordt ‘artikel 7, eerste lid’ vervangen door: artikel 8, eerste lid.

Artikel 12

Deze regeling treedt in werking met ingang van 15 september 2009.

Artikel 13

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Nederlands-Antilliaanse tarieven vissersvaartuigen 2009.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant, in de Curaçaosche Courant en in het Afkondigingsblad van Aruba worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa.

BIJLAGE

Bijlage als bedoeld in artikel 9, eerste lid. De onderzoekstermijn begint op de dag van vertrek uit de Nederlandse Antillen en eindigt op de desbetreffende dag van terugkomst in de Nederlandse Antillen.

Nieuwbouw

Lengte

Aantal dagen

a. niet-geklasseerde

vissersvaartuigen

< 24 meter

14

b. niet-geklasseerde

vissersvaartuigen

> 24 meter

22

c. niet-geklasseerde

mosselvaartuigen

> 24 meter

12

d. geklasseerde

vissersvaartuigen

> 24 meter

18

TOELICHTING

De onderhavige regeling strekt er toe om een nieuwe tariefregeling vast te stellen voor de certificering van vissersvaartuigen in de Nederlandse Antillen. De in deze regeling opgenomen tarieven zijn, ten opzichte van de tarieven van de Regeling tarieven vissersvaartuigen 1999, aangepast aan de opgetreden prijsontwikkelingen in de Nederlandse Antillen. In de regeling wordt waar nodig verwezen naar het Vissersvaartuigenbesluit 2002, dat geldt voor zeegaande vissersvaartuigen met een lengte van 24 meter of meer. Op vissersvaartuigen met een lengte van minder dan 24 meter blijft vooralsnog het oude Vissersvaartuigenbesluit van toepassing.

Bij het bepalen van de hoogte van de tarieven is uitgegaan van het beginsel van kostendekkendheid. De Stichting Overheidsaccountantsbureau (SOAB) te Willemstad, Curaçao, heeft op verzoek van de Minister van Verkeer en Vervoer van de Nederlandse Antillen op 1 augustus 2008 een rapport uitgebracht over de tarieven die door de Directie Scheepvaart en Maritieme Zaken in rekening worden gebracht. De conclusie van dit rapport was dat een aanpassing binnen een bandbreedte van 40 tot 53 procent als reëel valt aan te merken. In overeenstemming daarmee wordt thans een tariefsverhoging van 40 procent doorgevoerd.

Het aanvullende uurtarief per ambtenaar in artikel 8 en in artikel 10, eerste lid, is gelijkgetrokken met dat in de Regeling Nederlands-Antilliaanse tarieven Schepenwet 2009 en bedraagt thans ANG 234,= per uur.

De Regeling tarieven vissersvaartuigen 1999 blijft van kracht voor het land Aruba. Daartoe bevat artikel 11 van deze regeling de benodigde wijzigingen in eerstgenoemde regeling.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa.

Naar boven