ARTIKEL I
De Subsidieregeling publieke gezondheid1 wordt gewijzigd als volgt:
C
Artikel 40 komt te luiden:
Artikel 40
De subsidie, bedoeld in artikel 37, bestaat voor het jaar 2010 uit het bedrag dat wordt berekend overeenkomstig de volgende
formule:
(Qdna × P) + U
waarbij wordt verstaan onder:
Qdna. het aantal DNA-onderzoeken van bloedmonsters dat in het jaar 2010 is verricht in het kader van het familieonderzoek
naar hypercholesterolemie;
P. een bedrag van:
a. € 107,95 indien het aantal DNA-onderzoeken van bloedmonsters 1-5850 is;
b. € 106,23 indien het aantal DNA-onderzoeken van bloedmonsters 5851-6000 is;
c. € 101,65 indien het aantal DNA-onderzoeken van bloedmonsters 6001-6500 is;
d. € 100,98 indien het aantal DNA-onderzoeken van bloedmonsters 6501-7500 is;
e. € 95,17 indien het aantal DNA-onderzoeken van bloedmonsters 7501-8400 is;
f. € 97,48 indien het aantal DNA-onderzoeken van bloedmonsters 8401-9000 is;
g. € 88,95 indien het aantal DNA-onderzoeken van bloedmonsters 9001 of meer is;
U. het verschil tussen de overige baten en lasten van de uitvoering van het bevolkingsonderzoek naar familiaire hypercholesterolemie,
voor zover opgenomen in een door de minister goedgekeurde begroting, tot ten hoogste € 1.600.000.
D
Artikel 42, eerste lid, onderdelen a tot en met k, worden vervangen door de volgende onderdelen:
a. Stichting bevolkingsonderzoek midden-west;
b. Stichting bevolkingsonderzoek noord;
c. Stichting bevolkingsonderzoek oost;
d. Stichting bevolkingsonderzoek zuid;
e. Stichting bevolkingsonderzoek zuid-west.
F
Artikel 45, onderdeel c, vervalt.
G
Artikel 46 komt te luiden:
Artikel 46
In afwijking van hoofdstuk I, paragraaf 2, bestaat de subsidie, bedoeld in artikel 42, voor het jaar 2010 uit het bedrag dat
wordt berekend overeenkomstig de volgende formule:
(Qo × Po) + (Qho × Pho)
waarbij wordt verstaan onder:
Qo. het aantal onderzoeken dat in het jaar 2010 is verricht in het kader van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker
van de desbetreffende screeningsorganisatie;
Po. de som van € 54,57 en de verhoging in het jaar 2010 van de door de Nederlandse Zorgautoriteit bepaalde tarieven voor het
onderzoek;
Qho. het aantal herhaalonderzoeken dat in het jaar 2010 is verricht in het kader van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker
van de desbetreffende screeningsorganisatie;
Pho. een bedrag van € 35,20.
H
Artikel 47a wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste en tweede lid wordt ‘versterking van de infrastructuur van de kankerscreening’ telkens vervangen door: verbetering
van het bevolkingsonderzoek.
2. In het derde lid vervalt ‘16, ’.
I
Artikel 49, onderdelen a tot en met h, worden vervangen door de volgende onderdelen:
a. Stichting bevolkingsonderzoek midden-west;
b. Stichting bevolkingsonderzoek noord;
c. Stichting bevolkingsonderzoek oost;
d. Stichting bevolkingsonderzoek zuid;
e. Stichting bevolkingsonderzoek zuid-west.
J
Artikel 51 komt te luiden:
Artikel 51
In afwijking van hoofdstuk I, paragraaf 2, bestaat de subsidie, bedoeld in artikel 49, voor het jaar 2010 uit het bedrag dat
wordt berekend overeenkomstig de volgende formule:
(Qo × € 52,94) + C
waarbij wordt verstaan onder:
Qo. het aantal onderzoeken dat in het jaar 2010 is verricht in het kader van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker van
de desbetreffende screeningsorganisatie;
C. een correctie voor de regiogrootte van het bedrag dat wordt berekend overeenkomstig de volgende formule:
(Qg – Qo) × (€ 367.331 / Qg)
waarbij wordt verstaan onder:
Qg. het gemiddeld aantal onderzoeken per screeningsorganisatie, berekend door het totaal aantal onderzoeken waarvoor de screeningsorganisaties
subsidie is verleend te delen door het aantal screeningsorganisaties waaraan subsidie is verleend.
K
In artikel 53b, eerste en tweede lid, wordt ‘versterking van de infrastructuur van de kankerscreening’ telkens vervangen door:
verbetering van het bevolkingsonderzoek.
L
Artikel 63 komt te luiden:
Artikel 63
Met ingang van het boekjaar van 1 mei 2009 tot en met 30 april 2010 bestaat de subsidie, bedoeld in artikel 60, uit het bedrag
dat wordt berekend overeenkomstig de volgende formule:
(Qv × Pv) + (Qt × Pt) + O + U
waarbij wordt verstaan onder:
Qv. het aantal griepvaccins dat in het boekjaar waarvoor de subsidie wordt verstrekt in het kader van het Nationaal Programma
Grieppreventie beschikbaar is gesteld aan de artsen die de griepvaccins toedienen;
Pv. voor het boekjaar van 1 mei 2009 tot en met 30 april 2010 een bedrag van € 3,72 en voor het boekjaar van 1 mei 2010 tot
en met 30 april 2011 een bedrag van € 3,82;
Qt. het aantal griepvaccins dat in het boekjaar waarvoor de subsidie wordt verstrekt in het kader van het Nationaal Programma
Grieppreventie wordt toegediend;
Pt. een bedrag van € 9,88;
O. het verschil tussen de baten en lasten van de ondersteuning van huisartsen die griepvaccins toedienen in het kader van
het Nationaal Programma Grieppreventie, voor zover opgenomen in een door de minister goedgekeurde begroting, tot ten hoogste
€ 42.000 in het boekjaar van 1 mei 2009 tot en met 30 april 2010 en ten hoogste € 126.000 in het boekjaar van 1 mei 2010 tot
en met 30 april 2011;
U. het verschil tussen de overige baten en lasten van de uitvoering van het Nationaal Programma Grieppreventie, voor zover
opgenomen in een door de minister goedgekeurde begroting, tot ten hoogste € 475.000.
M
Artikel 64 komt te luiden:
Artikel 64
Bij de verlening van de subsidie, bedoeld in artikel 60, kan de minister verplichtingen opleggen met betrekking tot de kwaliteit
van het Nationaal Programma Grieppreventie.
N
In artikel 65, onderdeel b, wordt ‘voor het boekjaar’ vervangen door: vanaf het boekjaar.
O
In artikel 70, onderdeel h, wordt ‘het Gebruikersreglement SOA peilstation’ vervangen door: het SOAP Gebruikersreglement.
P
Artikel 71, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:
1. Onder C wordt ‘€ 0,1025’ vervangen door: € 0,1060.
2. Onder E wordt ‘€ 1.129,49’ vervangen door: € 1.168,12.
3. Onder F wordt ‘€ 617,68’ vervangen door: € 638,81.
Q
In de artikelen 75d en 75 g wordt ‘een normbedrag van € 136 per soa-onderzoek’ vervangen door: een normbedrag per soa-onderzoek
van € 137 voor het jaar 2009 en € 140,20 voor het jaar 2010.
R
Artikel 75l wordt gewijzigd als volgt:
1. In de aanhef wordt ‘het jaar 2009’ vervangen door: het jaar 2010.
2. In onderdeel B, onder 1°, wordt ‘4.831’ vervangen door: 4.740.
3. In onderdeel B, onder 2°, wordt ‘5.002’ vervangen door: 4.883.
7. In onderdeel B, onder 3°, wordt ‘2.741’ vervangen door: 2.672.
8. In onderdeel B, onder 4°, wordt ‘1.604’ vervangen door: 2.672.
9. In onderdeel B, onder 5°, wordt ‘3.959’ vervangen door: 3.863.
10. In onderdeel B, onder 6°, wordt ‘4.509’ vervangen door: 4.401.
11. In onderdeel B, onder 7°, wordt ‘1.793’ vervangen door: 1.742.
12. In onderdeel B, onder 8°, wordt ‘1.931’ vervangen door: 1.893.
13. In onderdeel C wordt ‘€ 54,18’ vervangen door: € 55,44.
ARTIKEL II
1. Op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze regeling zijn verleend of vastgesteld op basis van de Subsidieregeling
publieke gezondheid is de Subsidieregeling publieke gezondheid van toepassing zoals die luidde voor de inwerkingtreding van
deze regeling.
2. Het eerste lid geldt niet voor de subsidies, bedoeld in de artikelen 60 en 69 van de Subsidieregeling publieke gezondheid.
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
Algemeen
De onderhavige regeling strekt er voornamelijk toe de Subsidieregeling publieke gezondheid te actualiseren ten behoeve van
de subsidiëring in het jaar 2010 en enige verbeteringen aan te brengen.
Ten algemene is in de regeling tot uitdrukking gebracht dat de subsidieverlening van de bevolkingsonderzoeken gebaseerd is
op een bedrag per deelnemer (P*Q). In deze systematiek past geen subsidieplafond, omdat een hogere deelname dan begroot juist
wenselijk is vanuit het oogpunt van volksgezondheid.
Artikelsgewijs
Artikel I
Onderdeel A
Artikel 16 is overbodig, omdat bij het vaststellen van de bedragen P en berekeningswijzen in de regeling al rekening is gehouden
met de ontwikkeling van het prijspeil en de ontwikkeling in de kosten van de arbeidsvoorwaarden. Dit is in lijn met de algemene
Subsidieregeling VWS-subsidies.
Onderdelen B en C
De berekening van de subsidie is deels aangepast aan de P*Q-systematiek van de regeling, waarbij voor de DNA-bepalingen een
staffel geldt. De organisatiekosten blijven gemaximeerd.
Onderdelen D, F, H, I en K
Na afronding van het project VIKS (versterking infrastructuur kankerscreening) zijn twaalf stichtingen voor het bevolkingsonderzoek
naar baarmoederhalskanker en negen voor borstkanker samengevoegd tot vijf screeningsorganisaties voor kanker. Omdat het project
VIKS per 1 januari 2010 is afgerond, kan de mogelijkheid om een projectsubsidie hiervoor te verlenen, vervallen. Wel bestaat
de behoefte om een projectsubsidie te kunnen verlenen voor projecten ter verbetering van de bevolkingsonderzoeken. Hierbij
kan worden gedacht aan implementatieonderzoek van nieuwe technieken of projecten ter verhoging van de deelname.
Onderdelen E en G
In artikel 46 wordt de berekening van de subsidie die ingevolge artikel 42 kan worden verstrekt voor een onderzoek naar baarmoederhalskanker
aangepast aan de algemene systematiek en worden de bedragen geïndexeerd voor het komende jaar. De kosten van ondersteuning
aan huisartsen in het kader van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker zijn opgenomen in de subsidie aan de screeningsorganisaties.
De screeningsorganisaties kunnen hierdoor gericht ondersteunende diensten (zoals opleidingen) inkopen. Het maximale subsidiebedrag
voor een eerste onderzoek is als volgt samengesteld:
Tarief huisarts | 11,30 |
Cytologische beoordeling | 23,90 |
Organisatiekosten | 11,20 |
Kosten uitnodiging | 7,17 |
Ondersteuning huisartsen | 1,00 |
Totaal | 54,57 |
De deeltarieven ‘Huisarts’ (NZA tariefbeschikking 5000-1900-09-1, verrichtingencode 12701), en ‘Cytologische beoordeling’
(Bijlage 1 bij beleidsregel CI-1094, verrichtingencode 050509) worden door de Nederlandse Zorgautoriteit bepaald. Deze worden
jaarlijks in het voorjaar bekendgemaakt voor het lopende kalenderjaar en kunnen tot een aanpassing van het bedrag per onderzoek
leiden. Hiervoor is in de definitie van ‘Po’ een mogelijkheid opgenomen.
Het bedrag voor een herhaalonderzoek bestaat uit het tarief van de huisarts en kosten van de cytologische beoordeling. Het
deel van de verleende instellingssubsidie dat na uitvoering (prijs maal gerealiseerde onderzoeken) niet is besteed, wordt
gereserveerd op basis van de werkelijk gemaakte kosten.
Onderdeel J
De formule die in artikel 51 worden gehanteerd voor het berekenen van de subsidie ten behoeve van het bevolkingsonderzoek
naar borstkanker is aangepast aan de algemene systematiek en geïndexeerd op basis van loon- en prijsbijstellingen ten behoeve
van het jaar 2010.
De screeningsorganisaties worden voor hun vaste en variabele kosten gesubsidieerd aan de hand van een integraal bedrag per
uitgevoerd onderzoek. Het deel van de verleende instellingssubsidie dat na uitvoering (prijs maal gerealiseerde onderzoeken)
niet is besteed, wordt gereserveerd op basis van de werkelijk gemaakte kosten. Vanwege de onderlinge verschillen in schaalgrootte
wordt sinds 1990 een correctie (de zogenaamde 'regiogroottecorrectie') toegepast. Deze correctie komt tegemoet aan de verschillen
in de verhouding tussen vaste en variabele kosten tussen de screeningsorganisaties onderling. Bij de berekening van deze correctie
wordt een deel van de vaste kosten vaneen screeningsorganisatie, namelijk € 367.331,– als rekeneenheid gebruikt in de formule
zoals opgenomen in de regeling. Dit bedrag is representatief voor een deel van de personele en materiele lasten, die niet
direct verbonden zijn aan het primaire proces.
Onderdelen L tot en met N
Het subsidieplafond voor het Nationaal Programma Grieppreventie (artikel 64) is vervangen door een maximaal bedrag voor organisatiekosten.
Als meer mensen gehoor geven aan de uitnodiging voor de griepprik zou het plafond overschreden kunnen worden, terwijl een
hogere deelname uit oogpunt van volksgezondheid juist wenselijk is. De subsidie voor de vaccins is enkel aan een limiet verbonden
waar het de aflevering betreft. Artsen krijgen de eerste twee zendingen kosteloos bezorgd, maar moeten vervolgzendingen zelf
betalen. Deze wijze van bekostiging bevordert de efficiënte uitvoering van het programma. De kosten van ondersteuning aan
huisartsen voor de griepprik zijn opgenomen in de subsidie. Het deel van de verleende instellingssubsidie dat na uitvoering
niet is besteed, wordt gereserveerd tot een maximum van € 275.000.
Onderdelen O tot en met Q
De bedragen die in de artikelen 71, 75d en 75g worden gehanteerd voor het berekenen van de subsidie ten behoeve van de aanvullende
soa-bestrijding zijn met de onderhavige wijzigingsregeling geïndexeerd op basis van loon- en prijsbijstellingen ten behoeve
van het jaar 2009.
Voor het normbedrag per soa-onderzoek geldt voor het jaar 2010 een verhoging met € 3,20: de kosten van een hiv-test. De regeling
bood al de mogelijkheid om te testen op hiv, maar vanaf 2010 wordt meer aandacht gevraagd voor hiv en wordt de test standaard
aangeboden aan cliënten. Vanzelfsprekend dient net als bij de overige testen sprake te zijn informed consent en de mogelijkheid
een test te weigeren.
R
De bedragen die in artikel 75l worden gehanteerd voor het berekenen van de subsidie ten behoeve van de eerstelijns seksualiteitshulpverlening
zijn met de onderhavige wijzigingsregeling aangepast ten behoeve van het jaar 2010.
Artikel II
Voor de subsidies die reeds zijn verstrekt, verandert er niets. Uitzondering hierop zijn de subsidies voor de uitvoering van
het Nationaal Programma Grieppreventie (artikel 60) en voor de soa-coördinatie en bestrijding (artikel 69).
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
A. Klink.