Loonheffingen. Gebruikelijkloonregeling; loonsverlaging bij omzetdaling

15 september 2009

Nr. CPP2009/1799M

Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit bevat een tijdelijke goedkeuring voor de gebruikelijkloonregeling. Bij omzetdalingen mag het gebruikelijk loon in 2009 en 2010 evenredig lager zijn.

1. Aanleiding

Zogenoemde AB-werknemers, zoals een dga van een BV, genieten een gebruikelijk loon. Dit is wettelijk geregeld in de gebruikelijkloonregeling (zie artikel 12a van de Wet op de loonbelasting 1964). De hoogte van het gebruikelijk loon is afhankelijk van de relevante feiten en omstandigheden, zoals de beloning bij soortgelijke dienstbetrekkingen.

Het is mij gebleken dat de economische crisis tot knelpunten leidt bij de vaststelling van een gebruikelijk loon.

Een en ander geeft mij aanleiding duidelijkheid vooraf te verschaffen en een tijdelijke goedkeuring uit te brengen. Ik kies daarbij voor een praktisch goed hanteerbaar criterium dat ook recht doet aan het wettelijk uitgangspunt. Bij omzetdalingen mag het gebruikelijk loon in 2009 en 2010 evenredig lager zijn. Daarmee is een verlaging van het gebruikelijke loon in veel gevallen eenvoudig vast te stellen zonder overleg met de inspecteur. De rechtszekerheid wordt hiermee gediend.

2. Goedkeuring

Ik keur goed dat het gebruikelijk loon over 2009 en 2010 wordt bepaald volgens de navolgende berekeningen. Het gaat daarbij om de omzet exclusief de omzetbelasting.

  • Gebruikelijk loon 2009 = A × B/C

  • Gebruikelijk loon 2010 = A × D/C

A = het gebruikelijk loon over 2008

B = de omzet over het eerste kalenderhalfjaar van 2009

C = de omzet over het eerste kalenderhalfjaar van 2008

D = de omzet over het eerste kalenderhalfjaar van 2010

Wegens het ontbreken van omzetgegevens mag het gebruikelijk loon gedurende het eerste kalenderhalfjaar van 2010 aansluiten bij het niveau van 2009.

Voorwaarden

Bij deze goedkeuring gelden de volgende drie voorwaarden.

  • De rekening-courantschuld of het dividend neemt niet toe als gevolg van het lagere gebruikelijk loon.

  • Als de AB-werknemer feitelijk meer loon heeft genoten dan volgt uit bovenstaande berekeningen, geldt dat hogere loon.

  • Deze goedkeuring geldt niet voor zover de omzetten in de jaren 2008, 2009 of 2010 beïnvloed zijn door bijzondere oorzaken, zoals oprichting, staking, fusie, splitsing en bijzondere resultaten.

Deze goedkeuring kan meebrengen dat het loon van de AB-werknemer lager is dan € 40.000 of het loon van de meestverdienende werknemer (zie artikel 12a van de Wet op de loonbelasting 1964).

Deze goedkeuring leidt uiteraard niet tot een hoger gebruikelijk loon en laat de wettelijke mogelijkheden onverlet om een lager gebruikelijk loon aannemelijk te maken.

3. Andere gevallen: maatwerk

Betrokkenen kunnen desgewenst overleggen met de bevoegde inspecteur over de toepassing van deze goedkeuring. Dat geldt ook voor situaties die niet (rechtstreeks) onder deze goedkeuring vallen, maar waar wel knelpunten optreden. Bij bijzondere situaties passen maatwerkoplossingen. Zo kan bij een verliessituatie van de vennootschap de goedkeuring onder 2 hiervoor leiden tot een lager gebruikelijk loon. In geval van bijkomende omstandigheden is het mogelijk een (nog) lager gebruikelijk loon vast te stellen.

4. Inwerkingtreding en vervaldatum

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2011.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 15 september 2009

De staatssecretaris van Financiën,

J.C. de Jager.

Naar boven