Krachtens artikel 1a, eerste lid, onder b, van de Wet Nationale ombudsman is de wet van toepassing op bestuursorganen van
provincies, gemeenten, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen, tenzij voor die bestuursorganen een eigen ombudsvoorziening
is ingesteld op grond van respectievelijk de Provinciewet, de Gemeentewet, de Waterschapswet of de Wet gemeenschappelijke
regelingen.
Het Vergoedingenbesluit Wet Nationale ombudsman 2006 (hierna: Vergoedingenbesluit) regelt de vergoedingen die de betrokken
provincies, gemeenten, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen verschuldigd zijn ter dekking van de kosten die zijn
verbonden aan het beschikbaar stellen van de klachtvoorziening bij de Nationale ombudsman.
Artikel 6 van het Vergoedingenbesluit schrijft voor dat de in de artikelen 2, eerste lid en 3, eerste lid, van dat besluit
genoemde bedragen jaarlijks bij ministeriële regeling worden aangepast.
De wijze waarop de in het Vergoedingenbesluit genoemde bedragen moeten worden aangepast, is in artikel 6 van dat besluit als
volgt geregeld: overeenkomstig het door het Centraal Bureau voor de Statistiek in het kader van de Nationale Rekeningen vastgestelde
prijsindexcijfer van de netto materiële consumptie van de overheid van de activiteit algemeen bestuur, volgens de jaar-op-jaarmethode.
Het prijsindexcijfer 2008 ten opzichte van 2007 is 4,3%. Ter vaststelling van de bedragen van het Vergoedingenbesluit die
gelden voor de periode 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009 zijn de bedragen uit het Vergoedingenbesluit vermenigvuldigd
met factor 1,043. Daarbij is er rekening mee gehouden dat het bedrag voor gemeenten zoals dat is opgenomen in artikel 2, eerste
lid, van het Vergoedingenbesluit pas geldt vanaf de herijking per 1 februari 2009.