Regeling van de Minister van Economische Zaken van 21 augustus 2009, nr. WJZ/9143010, houdende wijziging van de Subsidieregeling sterktes in innovatie in verband met de invoering van de InnoWATOR-garantiefaciliteit

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 4, 5, derde en vierde lid, 15, 16, 17, eerste lid, 18, eerste lid, 19, eerste lid, 25, 34, eerste lid, 44, tweede lid, van het Kaderbesluit EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling sterktes in innovatie wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 7.19 wordt een paragraaf toegevoegd die als volgt luidt:

§ 4. InnoWATOR-garantiefaciliteit

Artikel 7.20
  • 1. De minister verstrekt op aanvraag subsidie aan een ondernemer die voornemens is een innovatief product, proces of dienst, passende binnen bijlage 7.1, met het oog op een eerste toepassing in de praktijk te verkopen of te verhuren, voor de kosten van aanpassingen van dit product, dit proces of die dienst na de terbeschikkingstelling hiervan aan de koper, respectievelijk de huurder.

  • 2. De subsidie heeft slechts betrekking op een aanpassing die:

    • a. betrekking heeft op de experimentele ontwikkeling van het innovatieve deel van het product, het proces of de dienst,

    • b. plaatsvindt in de periode van drie maanden tot twee jaar na het tijdstip waarop het product, het proces of de dienst in gebruik wordt genomen,

    • c. ten tijde van de verkoop of verhuur niet kon worden voorzien en

    • d. noodzakelijk is voor het behalen van de tussen de ondernemer en de koper of de huurder overeengekomen prestatie-indicatoren.

Artikel 7.21
  • 1. In afwijking van artikel 5, eerste lid, van het Kaderbesluit EZ-subsidies bedraagt de in artikel 7.20 bedoelde subsidie 25% van de subsidiabele kosten, welk percentage wordt verhoogd met 10 procentpunten indien subsidie wordt verstrekt aan een MKB-ondernemer.

  • 2. Het in artikel 5, vierde lid, van het Kaderbesluit EZ-subsidies bedoelde bedrag is € 500.000.

Artikel 7.22

Voor subsidie komen de kosten in aanmerking, bedoeld in artikel 10 van het Kaderbesluit EZ-subsidies, tot ten hoogste het bedrag van de investeringskosten voor het innovatieve aspect van het product, het proces of de dienst.

Artikel 7.23

De minister verdeelt het subsidieplafond op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

Artikel 7.24

De in artikel 7.6 bedoelde adviescommissie heeft eveneens tot taak de minister op zijn verzoek te adviseren omtrent de afwijzingsgronden, bedoeld in de artikelen 22 en 23, onderdelen e tot en met h, van het Kaderbesluit EZ-subsidies en in artikel 7.25.

Artikel 7.25

De minister beslist afwijzend op een aanvraag indien:

  • a. de verkoop of verhuur van het product, het proces of de dienst onvoldoende bijdraagt aan de doelstellingen genoemd in de bij deze regeling behorende bijlage 7.1;

  • b. van de verkoop of verhuur van het product, het proces of de dienst onvoldoende positieve gevolgen voor de Nederlandse economie te verwachten zijn;

  • c. niet aannemelijk is dat zal worden voldaan aan de prestatie-indicatoren die tussen de subsidie-aanvrager en de koper of de huurder overeen worden gekomen.

Artikel 7.26

De beschikking tot verlenen van een subsidie wordt verleend onder de voorwaarde dat:

  • a. binnen dertien weken na de beschikking tussen de subsidie-ontvanger en de koper of de huurder een overeenkomst tot koop of tot huur tot stand komt die verplicht tot terbeschikkingstelling van het product, het proces of de dienst, die een maatstaf voor de te leveren prestatie bevat in de vorm van prestatie-indicatoren en die overeenkomt met de concept-overeenkomst die bij de subsidie-aanvraag is overgelegd;

  • b. zich omstandigheden voordoen die nopen tot aanpassing van het product, het proces of de dienst voor het behalen van de tussen de ondernemer en de derde overeengekomen prestatie-indicatoren en die ten tijde van de verkoop of verhuur niet konden worden voorzien.

Artikel 7.27
  • 1. De subsidie-ontvanger meldt aan de minister indien zich omstandigheden voordoen die nopen tot aanpassing van het product, het proces of de dienst voor het behalen van de tussen de ondernemer en de koper of de huurder overeengekomen prestatie-indicatoren en die ten tijde van de verkoop of verhuur niet konden worden voorzien.

  • 2. Indien de subsidie-ontvanger aannemelijk maakt dat wordt voldaan aan de voorwaarde, genoemd in artikel 7.26, onderdeel b, bepaalt de minister bij beschikking het bedrag van de kosten van de desbetreffende aanpassing dat maximaal voor subsidie in aanmerking komt.

  • 3. Indien uit een tweede of volgende melding als bedoeld in het eerste lid blijkt dat zich opnieuw omstandigheden als bedoeld in het eerste lid voordoen, bepaalt de minister het bedrag van de kosten van de desbetreffende aanpassing dat maximaal voor subsidie in aanmerking komt en wijzigt hij de in het tweede lid bedoelde beschikking zodanig dat het in de beschikking genoemde bedrag het totaal vormt van de kosten van de gemelde aanpassingen die maximaal voor subsidie in aanmerking komen.

Artikel 7.28
  • 1. De subsidie-ontvanger verleent medewerking aan een evaluatie van de effecten van het door hem uitgevoerde innovatieproject, voor zover deze medewerking redelijkerwijs van hem kan worden verlangd.

  • 2. De verplichting, bedoeld in het eerste lid, geldt gedurende vijf jaar na de beschikking tot subsidievaststelling.

B

Het formulier dat in bijlage 11.1 van deze regeling is opgenomen voor aanvragen betreffende hoofdstuk 7 van de Subsidieregeling sterktes in innovatie wordt vervangen door het formulier dat bij deze regeling is gevoegd.

ARTIKEL II

De Regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2009 wordt als volgt gewijzigd:

In de tabel in artikel 1 wordt na punt 3.12 ingevoegd:

3.12a

Subsidieregeling sterktes in innovatie

7.20

9-9 t/m 20-11

2.000.000

 

(InnoWATOR garantiefaciliteit)

   

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 9 september 2009.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 21 augustus 2009

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

BIJLAGE

Aanvraagformulier Subsidieregeling sterktes in innovatie

Projectaanvraag heeft betrekking op hoofdstuk 7: InnoWATOR

  

Bijlage 11.1 van de Subsidieregeling sterktes in innovatie (art. 11.1 onderdeel a)

Stuur het ingevulde formulier met bijlagen naar:

SenterNovem

Subsidieregeling sterktes in innovatie – InnoWATOR

 

Voor uitgebreide toelichting bij het aanvraagformulier:

– website: www.senternovem.nl/watertechnologie

– telefoon: 070-373 5114 (op werkdagen van 08:30–17:30 uur)

Postbus 93144

2509 AC Den Haag

1. Penvoerder/aanvrager1

Bedrijf/organisatie

1 Bij een samenwerkingsverband dient u tevens de gegevens van overige aanvrager(s) in het samenwerkingsverband te vermelden. Gebruik hiervoor de invulvelden bij onderdeel 2

Naam organisatie:

Afdeling/vakgroep:

Postadres:

Postcode:

Plaats:

Land:

Bezoekadres:

 

Postcode:

Plaats:

 

Land:

  
 

Bankrekeningnummer:

Bank:

  
 

Inschrijfnummer KvK:

Rechtsvorm:

 

Jaar van inschrijving:

  

2 Als uw organisatie BTW-vrijgesteld is, kunt u de te betalen BTW zien als kosten, omdat deze BTW niet verrekend kan worden. De te betalen BTW is zodoende subsidiabel

3 Met de MKB-toets kunt u bepalen of de penvoerder c.q. aanvrager voldoet aan de MKB-definitie zoals bedoeld in de regeling

Uw organisatie is2:

□ BTW-plichtig

□ BTW-vrijgesteld

 

Uw organisatie is een:

□ MKB3

□ onderzoeksorganisatie

□ anders, namelijk

 

Is voor uw organisatie een verzoek tot surseance van betaling, tot faillissement, of tot het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling ingediend?

□ ja

□ nee

Toelichting:

 
  
  
Contactpersoon aanvrager4

4 Vul hier de contactgegevens van de penvoerder c.q. aanvrager in. Indien er sprake is van een intermediair die de correspondentie voert, vul dan op de volgende pagina de contactgegevens van de intermediair in

Naam:

□ Dhr.  □ Mw.  

Titel(s):

Functie:

Telefoon:

Fax:

E-mail adres:

Mobiel:

Contactgegevens intermediair5

5 Alleen invullen als de correspondentie via een intermediair loopt. Voeg in dat geval wel een machtiging toe, waarin de intermediair door aanvrager is gemachtigd tot het voeren van de correspondentie

Naam organisatie:

Postadres:

Postcode:

Plaats:

Naam:

□ Dhr.  □ Mw.  

Titel(s):

Functie:

Telefoon:

Fax:

E-mail adres:

Mobiel:

2. Overige aanvragers6

  

Naam

MKB7

OO8

Int.9

6 Vul in indien er sprake is van een samenwerkingsverband

7 Met de MKB-toets kunt u bepalen of de overige aanvragers voldoen aan de MKB-definitie zoals bedoeld in de regeling

8 OO = onderzoeksorganisatie

9 Int. = Internationaal, alleen aankruisen voor aanvragers uit een ander land dan Nederland

Aanvrager 2:

 

Aanvrager 3:

 

Aanvrager 4:

 

Aanvrager 5:

 

Aanvrager 6:

 

Aanvrager 7:

 

3. Project

 

Naam van project:

10 Een acroniem is voor internationale projecten verplicht

11 Geef aan op welk hoofdstuk uw aanvraag betrekking heeft en voor welk soort project u deze aanvraag indient. Voor een overzicht van de hoofdstukken en daarbinnen mogelijke projectsoorten kunt u de website www.senternovem.nl/watertechnologie raadplegen

Eventueel acroniem10 (afkorting beginletters):

 

Soort project11

InnoWATOR-garantie

Startdatum project:   - -

Verwachte einddatum project:   - -

Totale projectkosten: €

Totaal gevraagde subsidie: €

Is voor dit project, of voor onderdelen ervan, al subsidie aangevraagd of gekregen?

□ ja, te weten:

□ nee

  

Subsidiebedrag: €

4. Ondertekening

Ondergetekende verklaart dat alle voor de aanvraag benodigde stukken zijn bijgevoegd en dat hij/zij bekend is met de voorwaarden en procedures van de Subsidieregeling sterktes in innovatie.

Aldus naar waarheid ingevuld:

12 Deze persoon dient namens de penvoerder c.q. aanvrager tekenbevoegd te zijn

Naam:12

Functie:

Organisatie:

Datum:   - -

Plaats:

Handtekening:

Bijlagen13

13 Uw aanvraag is pas compleet en kan in behandeling genomen worden als alle voor uw aanvraag van toepassing zijnde bijlagen bijgevoegd zijn

Op www.senternovem.nl/watertechnologie vindt u een compleet overzicht van en uitgebreide toelichting bij de benodigde bijlagen per hoofdstuk en projectsoort

Gegevens van eventuele overige aanvragers en machtiging tot indienen van de aanvraag door de penvoerder (zie volgende pagina)

□ Bijlage A: projectplan (een modelprojectplan wordt door SenterNovem via de website verstrekt)

□ Bijlage B: projectbegroting per aanvrager (Een modelbegroting wordt door SenterNovem via de website verstrekt)

□ Bijlage C: openbare samenvatting (een modelsamenvatting wordt door SenterNovem via de website verstrekt)

□ Bijlage D: (concept-)contract tussen aanvrager en beoogde klant

Optionele bijlage

 

MKB-toets (de MKB-toets wordt door SenterNovem via de website verstrekt. Hiermee kunt u bepalen of voldaan wordt aan de MKB-definitie zoals bedoeld in de regeling)

Gegevens aanvrager 2

Bedrijf/organisatie
 

Naam organisatie:

Afdeling/vakgroep:

Postadres:

Postcode:

Plaats:

Land:

Bezoekadres:

 

Postcode:

Plaats:

 

Land:

  
 

Inschrijfnummer KvK:

Rechtsvorm:

 

Jaar van inschrijving:

  

A Als uw organisatie BTW-vrijgesteld is, kunt u de te betalen BTW zien als kosten, omdat deze BTW niet verrekend kan worden. De te betalen BTW is zodoende subsidiabel

B Met de MKB-toets kunt u bepalen of aanvrager 2 voldoet aan de MKB-definitie zoals bedoeld in de regeling

Uw organisatie isA:

□ BTW-plichtig

□ BTW-vrijgesteld

 

Uw organisatie is een:

□ MKBB

□ onderzoeksorganisatie

□ anders, namelijk

 

Is voor uw organisatie een verzoek tot surseance van betaling, tot faillissement, of tot het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling ingediend?

□ ja

□ nee

Toelichting:

 
  
  
ContactpersoonC

C Vul hier de contactgegevens in van de persoon die voor dit project verantwoordelijk is

Naam:

 

□ Dhr.  □ Mw.  

Titel(s):

 

Functie:

 

Telefoon:

Fax:

E-mail adres:

Mobiel:

Machtiging aanvrager 2

Hierbij verleent ondergetekende een machtiging aan [naam penvoerder] om het project [projecttitel] in te dienen bij SenterNovem en de verdere correspondentie hierover te voeren.

Aldus naar waarheid ingevuld:

D Deze persoon dient namens aanvrager 2 tekenbevoegd te zijn

Naam:D

Functie:

Datum:   - -

Plaats:

Handtekening:

Gegevens aanvrager 3

Bedrijf/organisatie
 

Naam organisatie:

Afdeling/vakgroep:

Postadres:

Postcode:

Plaats:

Land:

Bezoekadres:

 

Postcode:

Plaats:

 

Land:

  
 

Inschrijfnummer KvK:

Rechtsvorm:

 

Jaar van inschrijving:

  

A Als uw organisatie BTW-vrijgesteld is, kunt u de te betalen BTW zien als kosten, omdat deze BTW niet verrekend kan worden. De te betalen BTW is zodoende subsidiabel

B Met de MKB-toets kunt u bepalen of aanvrager 3 voldoet aan de MKB-definitie zoals bedoeld in de regeling

Uw organisatie isA:

□ BTW-plichtig

□ BTW-vrijgesteld

 

Uw organisatie is een:

□ MKBB

□ onderzoeksorganisatie

□ anders, namelijk

 

Is voor uw organisatie een verzoek tot surseance van betaling, tot faillissement, of tot het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling ingediend?

□ ja

□ nee

Toelichting:

 
  
  
ContactpersoonC

C Vul hier de contactgegevens in van de persoon die voor dit project verantwoordelijk is

Naam:

 

□ Dhr.  □ Mw.  

Titel(s):

Functie:

Telefoon:

Fax:

E-mail adres:

Mobiel:

Machtiging aanvrager 3

Hierbij verleent ondergetekende een machtiging aan [naam penvoerder] om het project [projecttitel] in te dienen bij SenterNovem en de verdere correspondentie hierover te voeren.

Aldus naar waarheid ingevuld:

D Deze persoon dient namens aanvrager 3 tekenbevoegd te zijn

Naam:D

Functie:

Datum:   - -

Plaats:

Handtekening:

Gegevens aanvrager 4

Bedrijf/organisatie
 

Naam organisatie:

Afdeling/vakgroep:

Postadres:

Postcode:

Plaats:

Land:

Bezoekadres:

 

Postcode:

Plaats:

 

Land:

  
 

Inschrijfnummer KvK:

Rechtsvorm:

 

Jaar van inschrijving:

  

A Als uw organisatie BTW-vrijgesteld is, kunt u de te betalen BTW zien als kosten, omdat deze BTW niet verrekend kan worden. De te betalen BTW is zodoende subsidiabel

B Met de MKB-toets kunt u bepalen of aanvrager 4 voldoet aan de MKB-definitie zoals bedoeld in de regeling

Uw organisatie isA:

□ BTW-plichtig

□ BTW-vrijgesteld

 

Uw organisatie is een:

□ MKBB

□ onderzoeksorganisatie

□ anders, namelijk

 

Is voor uw organisatie een verzoek tot surseance van betaling, tot faillissement, of tot het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling ingediend?

□ ja

□ nee

Toelichting:

 
  
  
ContactpersoonC

C Vul hier de contactgegevens in van de persoon die voor dit project verantwoordelijk is

Naam:

 

□ Dhr.  □ Mw. 

Titel(s):

Functie:

Telefoon:

Fax:

E-mail adres:

Mobiel:

Machtiging aanvrager 4

Hierbij verleent ondergetekende een machtiging aan [naam penvoerder] om het project [projecttitel] in te dienen bij SenterNovem en de verdere correspondentie hierover te voeren.

Aldus naar waarheid ingevuld:

D Deze persoon dient namens aanvrager 4 tekenbevoegd te zijn

Naam:D

Functie:

Datum:   - -

Plaats:

Handtekening:

Gegevens aanvrager 5

Bedrijf/organisatie
 

Naam organisatie:

Afdeling/vakgroep:

Postadres:

Postcode:

Plaats:

Land:

Bezoekadres:

 

Postcode:

Plaats:

 

Land:

  
 

Inschrijfnummer KvK:

Rechtsvorm:

 

Jaar van inschrijving:

  

A Als uw organisatie BTW-vrijgesteld is, kunt u de te betalen BTW zien als kosten, omdat deze BTW niet verrekend kan worden. De te betalen BTW is zodoende subsidiabel

B Met de MKB-toets kunt u bepalen of aanvrager 5 voldoet aan de MKB-definitie zoals bedoeld in de regeling

Uw organisatie isA:

□ BTW-plichtig

□ BTW-vrijgesteld

 

Uw organisatie is een:

□ MKBB

□ onderzoeksorganisatie

□ anders, namelijk

 

Is voor uw organisatie een verzoek tot surseance van betaling, tot faillissement, of tot het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling ingediend?

□ ja

□ nee

Toelichting:

 
  
  
ContactpersoonC

C Vul hier de contact-gegevens in van de persoon die voor dit project verantwoordelijk is

Naam:

 

□ Dhr.  □ Mw.  

Titel(s):

Functie:

Telefoon:

Fax:

E-mail adres:

Mobiel:

Machtiging aanvrager 5

Hierbij verleent ondergetekende een machtiging aan [naam penvoerder] om het project [projecttitel] in te dienen bij SenterNovem en de verdere correspondentie hierover te voeren.

Aldus naar waarheid ingevuld:

D Deze persoon dient namens aanvrager 5 tekenbevoegd te zijn

Naam:D

Functie:

Datum:   - -

Plaats:

Handtekening:

Gegevens aanvrager 6

Bedrijf/organisatie
 

Naam organisatie:

Afdeling/vakgroep:

Postadres:

Postcode:

Plaats:

Land:

Bezoekadres:

 

Postcode:

Plaats:

 

Land:

  
 

Inschrijfnummer KvK:

Rechtsvorm:

 

Jaar van inschrijving:

  

A Als uw organisatie BTW-vrijgesteld is, kunt u de te betalen BTW zien als kosten, omdat deze BTW niet verrekend kan worden. De te betalen BTW is zodoende subsidiabel

B Met de MKB-toets kunt u bepalen of aanvrager 6 voldoet aan de MKB-definitie zoals bedoeld in de regeling

Uw organisatie isA:

□ BTW-plichtig

□ BTW-vrijgesteld

 

Uw organisatie is een:

□ MKBB

□ onderzoeksorganisatie

□ anders, namelijk

 

Is voor uw organisatie een verzoek tot surseance van betaling, tot faillissement, of tot het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling ingediend?

□ ja

□ nee

Toelichting:

 
  
  
ContactpersoonC

C Vul hier de contactgegevens in van de persoon die voor dit project verantwoordelijk is

Naam:

 

□ Dhr.  □ Mw.  

Titel(s):

Functie:

Telefoon:

Fax:

E-mail adres:

Mobiel:

Machtiging aanvrager 6

Hierbij verleent ondergetekende een machtiging aan [naam penvoerder] om het project [projecttitel] in te dienen bij SenterNovem en de verdere correspondentie hierover te voeren.

Aldus naar waarheid ingevuld:

D Deze persoon dient namens aanvrager 6 tekenbevoegd te zijn

Naam:D

Functie:

Datum:   - -

Plaats:

Handtekening:

Gegevens aanvrager 7

Bedrijf/organisatie
 

Naam organisatie:

Afdeling/vakgroep:

Postadres:

Postcode:

Plaats:

Land:

Bezoekadres:

 

Postcode:

Plaats:

 

Land:

  
 

Inschrijfnummer KvK:

Rechtsvorm:

 

Jaar van inschrijving:

  

A Als uw organisatie BTW-vrijgesteld is, kunt u de te betalen BTW zien als kosten, omdat deze BTW niet verrekend kan worden. De te betalen BTW is zodoende subsidiabel

B Met de MKB-toets kunt u bepalen of aanvrager 7 voldoet aan de MKB-definitie zoals bedoeld in de regeling

Uw organisatie isA:

□ BTW-plichtig

□ BTW-vrijgesteld

 

Uw organisatie is een:

□ MKBB

□ onderzoeksorganisatie

□ anders, namelijk

 

Is voor uw organisatie een verzoek tot surseance van betaling, tot faillissement, of tot het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling ingediend?

□ ja

□ nee

Toelichting:

 
  
  
ContactpersoonC

C Vul hier de contactgegevens in van de persoon die voor dit project verantwoordelijk is

Naam:

 

□ Dhr.  □ Mw.  

Titel(s):

Functie:

Telefoon:

Fax:

E-mail adres:

Mobiel:

Machtiging aanvrager 7

Hierbij verleent ondergetekende een machtiging aan [naam penvoerder] om het project [projecttitel] in te dienen bij SenterNovem en de verdere correspondentie hierover te voeren.

Aldus naar waarheid ingevuld:

D Deze persoon dient namens aanvrager 7 tekenbevoegd te zijn

Naam:D

Functie:

Datum:   - -

Plaats:

Handtekening:

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Algemeen

Deze wijzigingsregeling voegt een nieuwe paragraaf toe aan hoofdstuk 7 van de Subsidieregeling sterktes in innovatie. Deze nieuwe paragraaf introduceert de garantiefaciliteit in de innoWATOR-regeling.

2. Innovatieprogramma watertechnologie

In 2006 is door de Nederlandse watertechnologiesector het innovatieprogramma watertechnologie opgesteld. Dit innovatieprogramma bevat een analyse van de knelpunten in deze sector. Dit heeft onder meer geleid tot ondersteuning van innovatieve (nationale en internationale) R&D-projecten via de innoWATOR subsidieregelingen, thans als hoofdstuk 7 ondergebracht in de Subsidieregeling sterktes in innovatie. In bijlage 7.1 is het Innovatieprogramma watertechnologie beschreven en is de onderliggende knelpuntenanalyse opgenomen. Onder andere werd geconstateerd dat innovatieve technologieën van Nederlandse bedrijven onvoldoende hun weg naar de internationale markt vinden omdat zij niet de kans krijgen zich in de Nederlandse thuismarkt te bewijzen. Dit marktfalen kan worden toegeschreven aan de hierna beschreven aard van de Nederlandse watertechnologiemarkt. Risico’s die nu eenmaal gepaard gaan met een eerste toepassing van innovatieve technologie worden al snel als onaanvaardbaar hoog beschouwd waardoor innovaties niet worden benut. Om de toepassing van innovatieve Nederlandse technologie in de eigen thuismarkt te stimuleren, kunnen bijvoorbeeld risico’s op technologisch falen worden afgedekt. De in deze regeling geïntroduceerde garantiefaciliteit is hiervoor bedoeld.

3. Marktfalen: vraag- en aanbodkant

Een belangrijke groep gebruikers van watertechnologie in Nederland zijn waterschappen en drinkwaterbedrijven. Deze bedrijven zijn (deels) publieke bedrijven. Als gevolg van hun publieke verantwoordelijkheid zijn deze partijen vaak niet of minder geneigd te investeren in risicovolle, innovatieve watertechnologieën. Dit wordt mede veroorzaakt door het feit dat investeringen vaak van grote financiële omvang zijn. Bij meerkosten als gevolg van een tegenslag bij de invoering van deze technologieën moeten deze kosten ten laste van de burgers worden gebracht.

Aan de andere zijde staat de aanbodkant. De Nederlandse watertechnologiesector bestaat uit ruim 1400 bedrijven. Het overgrote deel hiervan bestaat uit middelgrote en kleine bedrijven. Voor deze bedrijven is het vaak niet mogelijk om de financiële risico’s te dragen die gepaard gaan met de marktintroductie van een nieuwe technologie. Het relatief kleine financiële bufferende vermogen van MKB-ondernemers maakt dat technologiefalen na marktintroductie gemakkelijk kan leiden tot grote (of zelfs onoverkomelijke) financiële problemen voor de ondernemer. Dit gegeven verkleint de kansen op een eerste toepassing verder: de MKB-ondernemer heeft problemen met het afdekken van zijn risico’s en de gebruiker is temeer afhoudend omdat er naast het risico van technologisch falen ook een risico is dat de aanbieder zijn aanbod niet waar kan maken.

Door dit alles treedt er marktfalen op. Een belangrijke groep gebruikers kiest veelal voor beproefde en dus minder risicovolle oplossingen in plaats van voor innovatieve technologieën. Hierdoor ontstaat een situatie waarin nieuwe innovatieve technologieën niet in eigen land getest kunnen worden, met als gevolg dat potentiële klanten van buiten Nederland ook moeilijker over de streep kunnen worden getrokken om te kiezen voor de innovatieve Nederlandse technologieën. Als gevolg hiervan blijven innovaties in de watertechnologie op de plank liggen.

4. Stimuleringsaanpak

In het Innovatieprogramma watertechnologie is voorzien in een stimuleringsmaatregel om de marktintroductie van innovatieve technologieën te bevorderen. De maatregel is erop gericht om aanbieders van innovatieve technologieën tegemoet te komen in onverhoopt te maken kosten indien zich na oplevering aan een eerste eindgebruiker een technologisch falen voordoet. Daarmee neemt de overheid het risico voor deze aanbieders deels weg. Daarmee wordt tevens het risico dat gebruikers lopen verkleind en zullen zij eerder geneigd zijn om te kiezen voor innovatieve technologieën.

De maatregel heeft de vorm van een voorwaardelijke subsidie voor de leveranciers van innovatieve watertechnologieën. Zij kunnen subsidie krijgen voor het geval zij onvoorziene kosten moeten maken om het niet naar verwachting functioneren van de technologie te verhelpen. De ondersteuning is alleen gericht op ontwikkelingskosten die betrekking hebben op het innovatieve deel van de installatie. De subsidie wordt alleen toegekend bij de eerste introductie van een innovatieve technologie in een bepaalde markt, anders gezegd slechts één keer in een bepaalde product-markt-combinatie.

5. Inbedding

De garantstellingsmodule wordt een apart onderdeel van de InnoWATOR-subsidieregeling, die een hoofdstuk vormt van de Subsidieregeling sterktes in innovatie. De module vormt een logische aanvulling op al bestaande ondersteuningsmogelijkheden voor de ontwikkeling van nieuwe watertechnologieën. Zoals voorzien in het Innovatieprogramma watertechnologie biedt het Technologisch Top Instituut Watertechnologie ondersteuning aan de wetenschappelijke ontwikkeling van nieuwe concepten. Wanneer deze concepten zover zijn uitgewerkt dat ze door ondernemers omgezet kunnen worden in concrete producten, biedt de bestaande innoWATOR-subsidieregeling ondersteuning door het subsidiëren van de kosten van industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling, tot en met het testen van een product op commerciële schaal. Dit levert in beginsel voor de ondernemer een marktrijp product op. Vervolgens komt de oplevering aan een eerste eindgebruiker. Indien dan onverwachte problemen optreden biedt de garantiefaciliteit ondersteuning aan de leverancier van de desbetreffende innovatieve technologie: hij komt in aanmerking voor financiering van een deel van de aanpassingskosten. De module completeert daarmee de ondersteuning vanuit het Innovatieprogramma watertechnologie tot de gehele innovatieketen, van conceptvorming via productontwikkeling naar marktintroductie.

6. Administratieve lasten

De in de Subsidieregeling sterktes in innovatie gebruikte systematiek, gericht op het zo laag mogelijk houden van administratieve lasten voor ondernemers, wordt in deze garantiefaciliteit ook toegepast.

Het totaal van de administratieve lasten voor subsidieverleningen in 2009, wordt geraamd op € 36.260,– op een subsidieplafond van € 2.000.000,–. Dit komt neer op een percentage van 1,8%. Er is hierbij uitgegaan van vijf ingediende aanvragen, waarvan naar verwachting vier gehonoreerd kunnen worden. SenterNovem biedt ondernemers de mogelijkheid om in een vroeg stadium hun voornemen voor een subsidie-aanvraag te laten toetsen. In de berekening is ervan uitgegaan dat twee ondernemers geen aanvraag indienen naar aanleiding van dit preadvies.

De opzet van deze garantiefaciliteit maakt dat de administratieve lasten voor de ondernemer relatief laag zijn. Het gaat om een garantstelling in geval van verkoop of verhuur van innovatieve technologie aan een derde. In de regeling wordt voor de subsidieaanvraag grotendeels aangesloten bij de overeenkomst die voor de verkoop of verhuur al moet worden opgesteld. Voor de aanvraag wordt naast een kopie van het (concept)contract slechts een toelichting op de innovativiteit van de geleverde technologie gevraagd.

De subsidie wordt verleend onder de voorwaarde dat onverwachte problemen tot uiting komen. In verband hiermee is een specificatie van de te verrichten werkzaamheden en de kosten daarvan in de fase van de aanvraag van de subsidie niet aan de orde. Wel dient deze informatie te worden overgelegd indien een beroep op de garantiefaciliteit wordt gedaan omdat aanpassing vanwege onverwachte problemen noodzakelijk is.

7. Staatssteun

De subsidiëring op grond van deze regeling valt binnen de grenzen van het Europese steunkader voor Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (2006/C 323/01). Deze regeling hoeft niet vooraf gemeld te worden, aangezien de reikwijdte blijft binnen de grenzen van de zogenoemde Omnibusmelding die door de Europese Commissie is goedgekeurd bij beschikkingen van 22 mei 2007 (N56/2007) en van 12 december 2008 (N312/2008).

II Artikelen

Artikel I, onderdeel A

Artikel 7.20

De subsidie wordt verstrekt aan ondernemers die een product, proces of dienst met innovatieve watertechnologie op de markt brengen. Omdat het in de praktijk meestal gaat om een installatie wordt hieronder verder de term installatie gebruikt. De subsidie heeft het karakter van een garantstelling voor kosten van onvoorziene aanpassingen. Het betreft aanpassingen die moeten worden verricht omdat na de ingebruikname blijkt dat de installatie niet goed functioneert en die verband houden met het innovatieve karakter van de installatie. Het gaat in wezen om werkzaamheden ten behoeve van experimentele ontwikkeling als bedoeld in paragraaf 2.2, onder g, van het Europese steunkader voor Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (2006/C 323/01).

De subsidie betreft installaties die passen binnen de algemene innoWATOR-doelstelling. Het kan zijn dat een subsidie wordt verstrekt voor een installatie terwijl eerder reeds voor de ontwikkeling van de betreffende installatie of technologie subsidie is verstrekt op grond van een van de bestaande InnoWATOR-subsidie-instrumenten. Het gaat immers in hoofdzaak om verschillende fasen en verschillende kosten: de garantstellingsmodule heeft betrekking op de fase van het eerste (commerciële) gebruik in de praktijk, vanaf de terbeschikkingstelling aan de koper of huurder, en op onvoorziene aanpassingen in die fase; de reguliere InnoWATORsubsidie betreft de ontwikkelingsfase die wordt doorlopen om de installatie op de markt te kunnen brengen. Anders dan bij de reguliere InnoWATOR-subsidies wordt de garantstellingssubsidie verstrekt aan één ondernemer en niet aan een samenwerkingsverband. In geval van een samenwerkingsverband zal immers het risico van onvoorziene aanpassingen binnen het samenwerkingsverband gedragen kunnen worden. En in de praktijk is het meestal één onderneming die innovatieve technologie verkoopt of verhuurt.

Deze regeling heeft betrekking op de verkoop en verhuur van installaties en omvat daarmee zowel situaties van eigendomsoverdracht als van ter beschikkingstelling met het oog op huur en operational lease.

Alleen de eerste toepassing van de installatie in de praktijk is subsidiabel. Er kan zich de situatie voordoen dat een installatie op een markt wordt geïntroduceerd terwijl die installatie reeds wordt gebruikt op een andere markt. Indien dan sprake is van heel andere omstandigheden kan men ook spreken van een ‘eerste toepassing’. Dit wordt ook wel aangeduid als het vereiste van de product-marktcombinatie.

De subsidie heeft ingevolge artikel 7.26 een voorwaardelijk karakter, in het bijzonder omdat zij slechts geldt voor onvoorziene aanpassingen. Eerst indien sprake is van onvoorziene omstandigheden die aanpassing noodzakelijk maken, kan de aanspraak op subsidie worden ingeroepen. De subsidie-ontvanger dient hiertoe kenbaar te maken dat deze omstandigheden zich voordoen en kan daarbij de aard en omvang van de te verrichten aanpassingsactiviteiten vermelden. Op basis daarvan kan worden vastgesteld dat is voldaan aan de voorwaarde en kan de daadwerkelijke subsidieverlening plaatsvinden. Het kan zijn dat slechts één keer aanpassing nodig is, maar ook als de installatie naderhand opnieuw disfunctioneert vanwege mankementen in het innovatieve gedeelte, kan een beroep op de garantiefaciliteit worden gedaan.

De hiervoor bedoelde voorwaarde is reden om alleen onvoorziene, noodzakelijke aanpassingen subsidiabel te maken. Dit is in onderdeel c respectievelijk d van het tweede lid van artikel 7.20 tot uitdrukking gebracht. Voor de voorzienbaarheid van omstandigheden die nopen tot aanpassing geldt als maatstaf of de subsidie-ontvanger het had kúnnen voorzien, gelet op de stand van de techniek – en niet of hij het feitelijk heeft voorzien. Het dient te gaan om noodzakelijke aanpassingen, dat wil zeggen aanpassingen die noodzakelijk zijn om te kunnen voldoen aan de contractueel overeengekomen prestatie-indicatoren.

Verder worden in het tweede lid ook andere beperkingen gesteld ten aanzien van de te subsidiëren aanpassingen. Gelet op het geldende staatssteunkader is het ingevolge onderdeel a van belang dat het een aanpassing in het kader van experimentele ontwikkeling betreft. Te denken valt aan aanpassingen die nodig blijken te zijn omdat als gevolg van de finale opschaling van pilotfase naar praktijkschaal toch nog onverwacht technologiefalen optreedt. Het routinematig wijzigen van producten valt hier bijvoorbeeld niet onder, evenmin als een reparatie die verband houdt met een foute installatie.

De subsidie is ingevolge onderdeel b voorts beperkt tot aanpassingen in de periode van drie maanden tot twee jaar na het tijdstip waarop de installatie in gebruik is genomen. In de praktijk wordt een installatie eerst feitelijk geleverd en daarna wordt de installatie gebruiksklaar gemaakt door bijv. het aansluiten op de elektriciteit, het installeren van programma’s, proefdraaien etc. Pas daarna wordt de installatie in gebruik genomen. Voor de toepassing van de garantiefaciliteit wordt uitgegaan van het tijdstip van ingebruikname zoals bij de subsidieaanvraag is kenbaar gemaakt. Het voorgaande betekent dat niet bepalend is op welk moment gebleken is dat aanpassing noodzakelijk is, maar op welk moment de aanpassingen worden uitgevoerd. Met de termijn van drie maanden wordt beoogd te voorkomen dat al te gemakkelijk een beroep wordt gedaan op de garantstellingssubsidie, bijvoorbeeld voor eenvoudig te verhelpen kinderziektes. Er is een maximale termijn van twee jaar vanaf de ingebruikname opgenomen omdat in het algemeen de experimentele fase na verloop van tijd voorbij is.

Artikel 7.21

Ten aanzien van het subsidiepercentage wordt aangesloten bij de andere innoWATOR-modules. Omdat het hier gaat om experimentele ontwikkeling, bedraagt het subsidiepercentage 25% of 35%, al naar gelang de grootte van de onderneming.

De subsidie bedraagt ten hoogste € 500.000 per subsidieverstrekking. Zo wordt voorkomen dat het hele beschikbare subsidieplafond aan slechts één technologie wordt besteed. Doel van dit instrument is immers om verscheidene innovatieve technologieën in hun gang naar de markt te ondersteunen. Er is verder gekozen voor dit maximum omdat dit subsidie-instrument vooral is bedoeld voor het MKB en om aan te sluiten bij het maximum dat geldt voor de overige InnoWATOR-modules.

Artikel 7.22

Deze bepaling voorziet in een maximum voor de subsidiabele kosten. Indien de aanpassingskosten meer bedragen dan de investeringskosten wordt voor de berekening van het subsidiebedrag uitgegaan van het bedrag van de investeringskosten. Bij verkoop worden de investeringskosten in de verkoopprijs verdisconteerd zodat de verkoopprijs als maximum kan worden gebruikt. Bij verhuur dient te worden bepaald welke investeringen zijn gedaan voor de innovatieve technologie.

Artikel 7.25

Dit artikel bevat enkele afwijzingsgronden, in aanvulling op de gronden die in de artikelen 22 en 23 van het Kaderbesluit EZ-subsidies zijn opgenomen. De onder a en b opgenomen gronden komen overeen met de voor de overige innoWATOR-subsidies geldende afwijzingsgronden.

Ingevolge onderdeel c wordt geen subsidie verstrekt indien partijen prestatie-indicatoren overeenkomen waarvan op voorhand vast staat dat hier waarschijnlijk niet aan voldaan kan worden. Op zich is het bij innovatie onomkoombaar dat er onzekerheden zijn – wat juist de reden is voor deze regeling. Dat neemt niet weg dat het innovatieve product, dienst of proces wel moet kunnen voldoen aan de overeengekomen prestatie-indicatoren. Anders zou op voorhand vaststaan dat een deel van de ontwikkelingskosten gesubsidieerd worden, hetgeen niet zou stroken met het karakter van de regeling, te weten een garantstelling voor onvoorziene aanpassingskosten.

Zoals aan de orde was in de toelichting bij artikel 7.20 heeft de garantiefaciliteit module betrekking op een andere fase van de ontwikkeling dan de andere innoWATOR-modules. Dit neemt niet weg dat de garantie- en de andere modules strikt genomen op dezelfde activiteiten van experimentele ontwikkeling betrekking kunnen hebben. Ook dan kan geen sprake zijn van een doublure in de subsidieverlening omdat op grond van artikel 6, eerste lid, van het Kaderbesluit cumulatie tot boven het krachtens het Kaderbesluit geldende maximum is uitgesloten.

Artikel 7.26

De subsidie wordt verleend onder de voorwaarde van totstandkoming van een overeenkomst tussen de subsidie-ontvanger en een derde en de voorwaarde dat onvoorziene aanpassingen nodig zijn. De laatstgenoemde voorwaarde is bij artikel 7.20 reeds toegelicht.

De overeenkomst is van belang voor de subsidieverstrekking omdat hiermee een nadere aanduiding van de te leveren technologie en van de overeengekomen prestatie-indicatoren wordt gegeven. Omdat de subsidieverstrekking vaak van belang is voor het sluiten van de overeenkomst, wordt de mogelijkheid geboden subsidie te verlenen op basis van een (bij de aanvraag te voegen) concept-contract, mits partijen nadien overgaan tot de ondertekening van dit contract, althans van een contract dat materieel niet afwijkt van het concept. De maximumtermijn van dertien weken dient ertoe te voorkomen dat aanbieders van innovatieve installaties al in een zeer vroeg stadium zekerheden inbouwen door middel van de subsidieverlening zonder dat uitzicht is op een daadwerkelijke terbeschikkingstelling aan een derde. Dat zou een onnodig beslag op de beschikbare gelden leggen.

Indien de uiteindelijke overeenkomst materieel afwijkt van het voor de subsidieverlening overgelegde concept-contract, dient een geheel of gedeeltelijk nieuwe subsidieaanvraag te worden gedaan. Bij twijfelgevallen doet de subsidie-ontvanger er verstandig aan SenterNovem hierover te consulteren, ter vermijding van een situatie waarin bij een vaststelling blijkt dat het contract niet wordt gedekt door de garantstelling.

Artikel 7.27

Na de beschikking tot subsidieverlening dient nog te worden bepaald of in een concreet geval sprake is van onvoorziene omstandigheden in de zin van de beschikking. De subsidie-ontvanger dient ingevolge het eerste lid van artikel 7.27 hierover melding te maken. SenterNovem zal hiervoor een formulier beschikbaar stellen. De subsidie-ontvanger kan bij de melding tevens opgave doen van de voor de aanpassing te verrichten activiteiten en de daarvoor geraamde kosten. Op basis daarvan wordt dan bij beschikking de maximale omvang van de subsidieverlening voor de desbetreffende aanpassing worden bepaald.

Aan de hand van dit specifieke maximum kan de subsidie-ontvanger worden bevoorschot voor de werkzaamheden in dat concrete geval, overeenkomstig het in hoofdstuk 12 van het Kaderbesluit gegeven regime van ambtshalve bevoorschotting.

Het hiervoor bedoelde specifieke maximum bedraagt maximaal het in de subsidieverleningsbeschikking bepaalde maximum, maar kan ook minder bedragen, al naar gelang de omvang van de aanpassingsactiviteiten. Door de vastlegging van een specifiek maximum per aanpassing blijft de aanspraak van de subsidie-ontvanger voor het overige onverlet. Indien bij de eerste aanpassing niet het totale subsidiemaximum wordt gebruikt, blijft dus het resterende subsidiebedrag beschikbaar voor een eventuele latere aanpassing vanwege nieuwe, onvoorziene omstandigheden. Indien, zo is in het derde lid bepaald, blijkens een nieuwe melding sprake is van een nieuwe, subsidiabele aanpassing, wordt de eerdere beschikking hieraan aangepast.

Voor de goede orde zij vermeld dat de uiteindelijke vaststelling van de subsidie pas na afloop van de termijn van twee jaar kan plaatsvinden. Dit vloeit voort uit artikel 50 van het Kaderbesluit waarin is bepaald dat de aanvraag om subsidievaststelling uiterlijk dertien weken na de uiterlijke voltooiing van de activiteiten wordt ingediend. Omdat tot aan het einde van de tweejaarsperiode subsidiabele activiteiten verricht kunnen worden, kan de aanvraag om vaststelling eerst daarna (en uiterlijk dertien weken later) worden ingediend.

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

Naar boven