Besluit tot vaststelling van de bedragen per eenheid voor de uitkering uit het gemeentefonds over het uitkeringsjaar 2006

11 augustus 2009

Nr. 2009-0000089254

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën;

Gelet op artikel 9 van de Financiele verhoudingswet en artikel 6 van de Invoeringswet Financiële verhoudingswet;

Besluit:

Artikel 1

Voor het uitkeringsjaar 2006 worden de bedragen per eenheid, bedoeld in artikel 9 van de Financiële-verhoudingswet, vastgesteld overeenkomstig bijlage 1.

Artikel 2

Voor het uitkeringsjaar 2006 worden de bedragen, bedoeld in artikel 6 van de Invoeringswet Financiële-verhoudingswet, vastgesteld overeenkomstig bijlage 2.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

namens deze:

de directeur Openbaar Bestuur en Democratie,

G.J. Buitendijk.

BIJLAGE 1

De bedragen per eenheid, bedoeld in artikel 9 van de Financiële-verhoudingswet, over het uitkeringsjaar 2006.

Nr.	Maatstaven	Bedragen €
1	OZB (won. eig. eenheid € 2500)	–2,43
1	OZB (niet won. gebr. eenheid € 2500)	–2,45
1	OZB (niet won. eig. eenheid € 2500)	–3,04
2	Inwoners	133,47
2a	Inwoners stemmachines Nedap oud	0,11
2b	Inwoners stemmachines Nedap nieuw	0,23
2c	Inwoners potlood nieuw	0,34
3	Inwoners *bodemfactor buitengebied	0,66
3-a	Eénouder huishoudens	146,06
4	Jongeren	220,06
5	Ouderen	80,33
5-a	Ouderen 75–85 jaar	26,67
6-a	Inwoners Waddengemeenten, eerste schijf	188,32
6-b	Inwoners Waddengemeenten, tweede schijf	147,19
6-c	Inwoners Waddengemeenten, derde schijf	32,38
7	Lage inkomens	86,41
7-a	Lage inkomens (drempel)	348,88
8	Bijstandsontvangers	1.406,04
9	Schaalnadeel uitvoering WWB	114.613,09
10	Schaalvoordeel uitvoering WWB	3.847,73
11	Uitkeringsontvangers	121,95
12	Minderheden	299,72
13	Klantenpotentieel lokaal	50,84
14	Klantenpotentieel regionaal	17,74
15	Leerlingen VO	401,40
15-a	Leerling (V)SO	313,86
15-b	Extra groei leerlingen VO	221,81
15-c	Extra groei jongeren	169,94
15-d	(V)SO leerlingen ouder dan 12 jaar	758,04
15-e	(V)SO leerlingen ZMLK ouder dan 12 jaar	106,11
16	Land	34,57
17	Land *percentage slechte grond	0,89
18	Land *bodemfactor gemeente	22,20
19	Binnenwater	31,86
20	Buitenwater	23,32
21	Oppervlak bebouwing	591,89
22	Oppervlak bebouwing woonkern *bodemfactor woonkern	3.210,59
23	Oppervlak bebouwing buitengebied *bodemfactor buitengebied	1.510,87
24	Woonruimten	177,93
25	Woonruimten *bodemfactor woonkern	30,87
26	Woonruimten *percentage slechte grond	32,66
27-a	Historische kernen, eerste groep	6.770,99
27-b	Historische kernen, tweede groep	10.547,84
27-c	Historische kernen, derde groep	19.135,07
28	Historische waterweg	15,11
29	Bewoonde oorden 1930	31,83
30	Historische woningen in bewoonde oorden	87,37
31-a	ISV, onderdeel a	18.234.822,04
31-b	ISV, onderdeel b	11.387.676,81
32	Omgevingsadressendichtheid	56,41
33	Omgevingsadressendichtheid *percentage slechte grond	-1,02
34	Oeverlengte *bodemfactor gemeente	7,50
35	Oeverlengte *bodemfactor gemeente *dichtheidsfactor	3,75
36	Meerkernigheid	13.209,44
37	Meerkernigheid *bodemfactor buitengebied	13.220,05
38	Bedrijfsvestigingen	103,62
39	Vast bedrag voor iedere gemeente[1]	259.290,92
40	Vast bedrag voor Amsterdam	193.800.775,86
41	Vast bedrag voor Rotterdam	113.474.528,80
42	Vast bedrag voor Den Haag	85.609.620,71
43	Vast bedrag voor Utrecht	47.487.375,74
44	Vast bedrag voor de Waddengemeenten	149.364,26
45-a	Herindeling, onderdeel a (basisbedrag)	1.585.065,00
45-b	Herindeling, onderdeel b (per inwoner)	53,29

1 De gemeente Baarle Nassau ontvangt een vast bedrag gelijk aan 2 maal het vast bedrag voor iedere gemeente.

BIJLAGE 2

De bedragen per eenheid, bedoeld in artikel 6, derde lid, van de Invoeringswet Financiële-verhoudingswet over het uitkeringsjaar 2006 (bijlage bij artikel 2)

Omschrijving	Bedragen €
De letter D, opgenomen in de formule in artikel 3.15.1 van het Besluit verfijningen algemene uitkering 1984 (indien aansluitingen gemaakt in of na 1983)	36,76
De letter D, opgenomen in de formule in artikel 3.15.1 van het Besluit verfijningen algemene uitkering 1984 (indien aansluitingen gemaakt in 1982)	15,88
De letter D, opgenomen in de formule in artikel 3.15.1 van het Besluit verfijningen algemene uitkering 1984 (indien aansluitingen gemaakt in of na 1975 en vóór 1982)	9,07

TOELICHTING

De onderhavige regeling bevat de bedragen per eenheid voor de verdeelmaatstaven van de algemene uitkering en de bedragen per eenheid die behoren bij het onderdeel ‘verfijningen riolering’ van het besluit verfijningen algemene uitkering 1984 over het uitkeringsjaar 2006. Met dit besluit wordt uitvoering gegeven aan artikel 9 van de Financiële-verhoudingswet (Fvw) en artikel 6, derde lid, van de Invoeringswet Financiële-verhoudingswet.

De thans definitief vast te stellen bedragen per eenheid voor de verdeelmaatstaven van de algemene uitkering komen overeen met de bedragen die aan de gemeenten zijn kenbaar gemaakt in tabel 1 van de bijlage van de circulaire gemeentefonds van 30 maart 2007 (kenmerk: 2006-0000103884). Het bedrag per eenheid dat behoort bij het onderdeel ‘verfijning riolering’ van het Besluit verfijningen algemene uitkering 1984, is ongewijzigd gebleven ten opzichte van het bedrag dat voorheen bij deze verfijning gold; dit betreft een bedrag dat niet behoort bij de algemene uitkering in de formele zin van de Financiële-verhoudingswet.

De onderstaande tabel vermeldt de toedeling van de bedragen per eenheid voor de verdeelmaatstaven naar de inkomsten- en uitgavenclusters, waarop het verdeelstelsel is gebaseerd.

Cluster	Bedragen €	Verdeelmaatstaven
Eigen inkomsten	–2,43	OZB (woningen eigenaar)
	–2,45	OZB (niet-woningen gebruiker)
	–3,04	OZB (niet-woningen eigenaar)
	–36,56	Woonruimten
Werk en inkomen	40,11	Huishoudens met laag inkomen
	53,05	Huishoudens met laag inkomen (drempel)
	1.262,88	Bijstandsontvangers
	114.613,09	ABW Schaalnadeel
	3.847,73	ABW Schaalvoordeel
	1,64	Klantenpotentieel regionaal
	31,26	Uitkeringsontvangers
Maatschappelijke zorg	32,46	Inwoners
	32,12	Jongeren
	80,33	Ouderen
	26,67	Ouderen 75–85 jaar
	3,35	Huishoudens met laag inkomen
	216,57	Huishoudens met laag inkomen (drempel)
	143,16	Bijstandsontvangers
	90,69	Uitkeringsontvangers
	156,50	Minderheden
	2,41	Klantenpotentieel lokaal
	5,84	Klantenpotentieel regionaal
	1,46	Land
	1,46	Binnenwater
	19,35	Woonruimten
	13,56	Omgevingsadressendichtheid
	146,06	Eenouderhuishoudens
	1.460,56	Kerrnen
	43.690,70	Vast bedrag voor iedere gemeente[1]
	–177.567,75	Vast bedrag voor Amsterdam
	–177.258,66	Vast bedrag voor Rotterdam
	–127.918,63	Vast bedrag voor Den Haag
	–59.512,80	Vast bedrag voor Utrecht
Educatie	1,64	Inwoners
	187,94	Jongeren
	79,26	Huishoudens met laag inkomen (drempel)
	109,15	Minderheden
	313,86	Leerlingen (v)so
	401,40	Leerlingen vo
	221,81	Extra groei leerlingen vo
	169,94	Extra groei jongeren
	758,04	Leerlingen (v)so ouder dan 12 jaar
	106,11	Leerlingen ZMLK ouder dan 12 jaar
	1,64	Klantenpotentieel regionaal
	5,10	Land
	5,10	Binnenwater
	4,89	Omgevingsadressendichtheid
	5.313,43	Kernen
Kunst en ontspanning	22,45	Inwoners
	35,83	Klantenpotentieel lokaal
	8,88	Klantenpotentieel regionaal
	0,82	Woonruimten
Groen	25,15	Inwoners
	61,01	Woonruimten
VHROSV	42,95	Lage inkomens
	19,64	Minderheden
	3,02	Land
	3,02	Binnenwater
	35,73	Woonruimten
	18.234.822,04	ISV, onderdeel a
	11.387.676,81	ISV, onderdeel b
	9,77	Omgevingsadressendichtheid
	18.350,53	Vast bedrag voor iedere gemeente[1]
	31.257.384,43	Vast bedrag Amsterdam
	22.306.283,49	Vast bedrag Rotterdam
	18.659.125,04	Vast bedrag Den Haag
	8.743.459,90	Vast bedrag Utrecht
Oudheid	4.156,68	Opp. Historische kernen (alle groepen)
	29,40	Bewoonde oorden
	87,37	Historische woningen in bewoonde oorden
Riolering	-0,25	Land
	0,89	Land *percentage slechte grond
	–13,73	Woonruimten
	32,66	Woonruimten *percentage slechte grond
	0,29	Omgevingsadressendichtheid
	–1,02	OAD *percentage slechte grond
Reiniging	–1,69	Inwoners
	–3,74	Woonruimten
Wegen en water	16,40	Inwoners
	0,66	Inwoners*bodemfactor gemeente
	5,29	Klantenpotentieel lokaal
	17,22	Land
	22,20	Land *bodemfactor gemeente
	20,68	Binnenwater
	14,07	Buitenwater
	3.210,59	Opp.beb. woonkern *bodemf.woonkern
	1.510,87	Opp.beb.buitengebied *bodemf.buitengebied
	10,62	Woonruimten
	30,87	Woonruimten *bodemfactor woonkern
	3.776,85	Historische kernen, groep 2
	12.364,08	Historische kernen, groep 3
	15,11	Historische waterweg
	17,42	Omgevingsadressendichtheid
	7,50	Oeverlengte *bodemfactor gemeente
	3,75	Oeverlengte *bodemf.gemeente *dichtheid
	13.220,05	Meerkernigheid *bodemfactor buitengebied
	15,39	Bedrijfsvestigingen
	–4.526,58	Vast bedrag voor iedere gemeente[1]
Openbare orde en veiligheid	–3,06	Inwoners
	1,21	Klantenpotentieel lokaal
	4,83	Klantenpotentieel regionaal
	2,36	Land
	2,36	Binnenwater
	9,25	Buitenwater
	241,32	Oppervlak bebouwing
	27,91	Woonruimten
	2.614,31	Opp. Historische kernen (alle groepen)
	2,43	Bewoonde oorden
	13,72	Omgevingsadressendichtheid
	6.435,45	Kernen
	8,64	Bedrijfsvestigingen
	7.539,59	Vast bedrag voor iedere gemeente[1]
Fysiek milieu	4,63	Inwoners
	–0,74	Klantenpotentieel regionaal
	5,66	Land
	–0,76	Binnenwater
	350,57	Oppervlak bebouwing
	16,76	Woonruimten
	1,74	Omgevingsadressendichtheid
	79,59	Bedrijfsvestigingen
	5.631,61	Vast bedrag voor iedere gemeente
Bevolkingszaken	8,66	Inwoners
	0,34	Inw. stemm. potlood en papier
	0,23	Inw. stemm. nedap nieuw
	0,11	Inw. stemm. nedap oud
	14,43	Minderheden
	10.901,06	Vast bedrag voor iedere gemeente[1]
	842.498,75	Vast bedrag voor Den Haag
Bestuursorganen	11,46	Inwoners
	6,10	Klantenpotentieel lokaal
	–4,35	Klantenpotentieel regionaal
	16,85	Woonruimten
	–4,98	Omgevingsadressendichtheid
	125.792,97	Vast bedrag voor iedere gemeente[1]
	–124.451,24	Vast bedrag voor Amsterdam
	–241.901,53	Vast bedrag voor Rotterdam
	–168.544,45	Vast bedrag voor Den Haag
	–83.119,98	Vast bedrag voor Utrecht
Overig/algemene ondersteuning	15,37	Inwoners
	188,32	Inwoners Waddengemeenten, schijf 1
	147,19	Inwoners Waddengemeenten, schijf 2
	32,38	Inwoners Waddengemeenten, schijf 3
	42,91	Woonruimten
	51.911,04	Vast bedrag voor iedere gemeente[1]
	162.845.410,42	Vast bedrag voor Amsterdam
	91.587.405,50	Vast bedrag voor Rotterdam
	66.404.460,00	Vast bedrag voor Den Haag
	38.886.548,62	Vast bedrag voor Utrecht
	149.364,26	Vast bedrag Waddengemeenten
	1.585.065,00	Herindeling, onderdeel a (basisbedrag)
	53,29	Herindeling, onderdeel b (per inwoner)

1 De gemeente Baarle Nassau ontvangt een vast bedrag gelijk aan 2 maal het vast bedrag voor iedere gemeente.

Ingevolge artikel 9, tweede lid, van de Fvw is bij de voorbereiding van de vaststelling van de bedragen van bijlage 1 de procedure gevolgd, die is opgenomen in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. De ontwerp-regeling is gedurende een periode van zes weken ter inzage gelegd bij de directie Openbaar Bestuur en Democratie van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Via ondermeer de Staatscourant zijn de belanghebbenden op de hoogte gesteld van de mogelijkheid hun zienswijze naar voren te brengen. Van deze mogelijkheid is geen gebruik gemaakt.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

namens deze:

de directeur Openbaar Bestuur en Democratie,

G.J. Buitendijk.