Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 12 augustus 2009, nr. WJZ/144961 (8264), houdende regels over de inhoud en inrichting van het financieel verslag van het Commissariaat voor de Media en aandachtspunten voor de accountantscontrole (Regeling financiële verantwoording Commissariaat voor de Media)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 7.8 van de Mediawet 2008;

Besluit:

Artikel 1. Vaststelling handboek

Op de jaarrekening van het Commissariaat voor de Media zijn de inrichtingseisen en controleprotocollen als opgenomen in de bij deze regeling gevoegde bijlage van toepassing.

Artikel 2. Intrekking andere regeling(en)

Met ingang van 1 juli 2010 wordt de Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 26 februari 2009, nr. WJZ/101187 (8248), houdende vaststelling Handboek financiële verantwoording Commissariaat voor de Media 2008, voor de verantwoording over 2008, ingetrokken.

Artikel 3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2009.

Artikel 4. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Regeling financiële verantwoording Commissariaat voor de Media.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R.H.A. Plasterk.

BIJLAGE

Handboek Financiële Verantwoording Commissariaat voor de Media 2009

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Den Haag, augustus 2009

1 Inleiding

Op grond van artikel 7.8 van de Mediawet 2008 kan de minister van OCW regels stellen over de inrichting van het financieel verslag (de jaarrekening) en de aandachtspunten voor de accountantscontrole van het Commissariaat voor de Media. Dit heeft ertoe geleid dat dit Handboek Financiële Verantwoording Commissariaat voor de Media tot stand is gekomen.

Dit Handboek vervangt het Handboek dat is vastgesteld bij Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 26 februari 2009, nr. WJZ/101187 (8248), houdende vaststelling Handboek financiële verantwoording Commissariaat voor de Media 2008, voor de verantwoording over 2008, en is van toepassing vanaf het boekjaar 2009. Hierbij dient opgemerkt te worden dat eventuele gevolgen voor waarderingen, met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2009, opgenomen worden.

1.1 Wettelijk kader

In artikel 7.1 van de Mediawet 2008 is het Commissariaat voor de Media ingesteld. In de artikelen 7.6 t/m 7.8 van de Mediawet 2008 is bepaald dat de minister van OCW de kosten van het Commissariaat vergoedt. Hiertoe stelt het Commissariaat jaarlijks een begroting op (zie de artikelen 26 en 29 van de Kaderwet ZBO’s) die de instemming behoeft van de minister van OCW. Het Commissariaat brengt jaarlijks een financieel verslag (de jaarrekening) uit (zie artikel 34 Kaderwet ZBO’s), dat vergezeld gaat van een accountantsverklaring omtrent de getrouwheid en de rechtmatigheid. Het financieel verslag behoeft de instemming van de minister van OCW. Artikel 7.8 van de Mediawet 2008 bepaalt dat de minister van OCW regels kan stellen over de inrichting van de begroting, het financieel verslag (de jaarrekening) en aandachtspunten voor de accountantscontrole.

Doel van de hierbij nader te bepalen voorschriften en modellen met betrekking tot de presentatie van de financiële verantwoording is het bereiken van een transparante jaarverslaggeving inzake de financiële gegevens door de jaren heen. Daarbij zijn de regels van het jaarrekeningenrecht, zoals deze zijn opgenomen in Boek 2, Titel 9, van het Burgerlijk Wetboek, de richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving en jurisprudentie van toepassing. Wanneer hetgeen in dit Handboek is vermeld afwijkt van eerdergenoemde richtlijnen, dan prevaleert het Handboek.

Het Commissariaat dient op grond van de Kaderwet ZBO’s vóór 1 juli de jaarrekening over het voorafgaande boekjaar aan Onze Minister te sturen. Artikel 43 van de Kaderwet ZBO’s bepaalt dat 3 jaar na inwerkingtreding van die wet, de termijn voor het indienen van een jaarrekening van vóór 1 juli wijzigt in vóór 15 maart. Dit houdt kort gezegd in dat met ingang van 1 februari 2010 het Commissariaat de jaarrekening vóór 15 maart indient. De jaarrekening behoeft de instemming van de minister van OCW.

1.2 Informatie

De jaarrekening van het Commissariaat bevat minimaal de volgende onderdelen:

  • 1. Balans met toelichting

  • 2. Exploitatierekening volgens de categoriale indeling met toelichting

  • 3. Kasstroomoverzicht

2 Jaarrekening

De jaarrekening van het Commissariaat voor de Media wordt opgesteld in euro’s en bevat minimaal de volgende onderdelen:

  • Balans met toelichting (zie 2.1)

  • Exploitatierekening volgens de categoriale indeling met toelichting (zie 2.2)

  • Kasstroomoverzicht (zie 2.3)

Het Commissariaat neemt alleen die posten in de balans op, die voor de betrokken instelling van toepassing zijn.

Vreemde valuta worden op de balansdatum gewaardeerd tegen de dagwaarde zoals aangegeven door de Nederlandse Bank.

Daarnaast voegt het bestuur de ‘Overige gegevens’, zoals genoemd in artikel 392 BW 2, met inachtneming van hetgeen is bepaald in het vijfde lid van genoemd artikel, toe aan de jaarrekening.

2.1 Balans met toelichting

Hierbij wordt model I balans gevolgd.

Met betrekking tot de waarderingsgrondslagen zijn in aanvulling op de bepalingen in het Burgerlijk Wetboek 2 Titel 9 de volgende regels van toepassing.

2.1.1 Vaste Activa

Materiële vaste activa

Waardering van materiële vaste activa geschiedt op basis van historische kosten onder aftrek van afschrijvingen. Daarbij gelden de hieronder vermelde afschrijvingspercentages. Een verloopoverzicht per categorie, waaruit de mutaties van het boekjaar blijkt, wordt opgenomen.

Bedrijfsgebouwen en terreinen

Afschrijvingspercentages per jaar:

Grond

Geen afschrijving

 

Bedrijfsgebouwen incl. facilitaire gebouwen

Afschrijvingen in een termijn van 40 jaar op basis van de historische kostprijs

– voor zover het gebouw gefinancierd is met vreemd vermogen vindt de afschrijving plaats op liniaire wijze tegen de afgesloten rentevoet;

– voor zover het gebouw gefinancierd is met eigen vermogen vindt de afschrijving plaats op annuïtaire wijze, waarbij de rentevoet bepaald wordt in het jaar van de investering overeenkomstig de op dat moment geldende langlopende hypotheekrente.

Of

– liniaire afschrijving over de resterende afschrijvingstermijn

 

Verbouwingskosten die een fundamentele wijziging in het gebruik van het pand tot gevolg hebben

Afschrijving op gelijke wijze als bij bedrijfsgebouwen.

 

Verbouwingskosten die geen fundamentele wijziging in het gebruik van het pand tot gevolg hebben

10% van de historische kosten (lineair).

Groot onderhoud

Afschrijven in een termijn van 10 jaar op basis van de historische kostprijs

10% van de historische kosten (lineair).

Overige materiële vaste activa

Aanschaffingen boven de € 2.500 dienen te worden geactiveerd; aanschaffingen tot en met € 2.500 komen direct ten laste van de exploitatierekening.

Afschrijvingspercentages per jaar:
 

% van de historische kostprijs

Inventaris en inrichting

20,00

Facilitaire apparatuur

20,00

Hardware en software

25,00

Financiële vaste activa

Overige vorderingen

Dit betreft o.a. langlopende leningen aan de omroepinstellingen.

2.1.2 Vlottende Activa

Vorderingen

Overige vorderingen

Dit betreft o.a. vorderingen van de Stichting Etherreclame, diverse zendgemachtigden en afrekeningen subsidies van het ministerie van OCW.

Liquide middelen

Dit betreft rekening-courant saldi, deposito’s en spaartegoeden.

2.1.3 Eigen Vermogen

Een verloopoverzicht per onderdeel van het eigen vermogen geeft inzicht in de mutaties van het betreffende boekjaar.

Algemene Reserve

Het bedrag in het eigen vermogen dat resteert na aftrek van de bestemmingsfondsen en reserves wordt verantwoord onder de Algemene Reserve.

Bestemmingsfondsen

Het bestemmingsfonds bestaat uit de Algemene Mediareserve welke wordt aangehouden als buffer voor tegenvallende reclameopbrengsten van de Stichting Etherreclame, als liquidatiereserve in geval van discontinuïteit van één van de omroepen en ter financiering van de rekening-courant met de Stichting Etherreclame. Daarnaast kan dit fonds bestaan uit andere incidentele beschikbare fondsen.

Bestemmingsreserves

Heeft een reserve een specifieke doelbestemming dan is er sprake van bestemmingsreserves.

Investeringssubsidies

De van het ministerie van OCW ontvangen investeringssubsidies ten behoeve van de aanschaf van materiële vaste activa worden gerubriceerd onder de bestemmingsreserve. Jaarlijks vindt ten gunste van de exploitatierekening een vrijval plaats met een omvang die gelijk is aan de afschrijvingskosten van de materiele vaste activa, die aangeschaft zijn met de betreffende investeringssubsidies.

2.1.4 Voorzieningen

Een verloopoverzicht van iedere individuele voorziening geeft inzicht in de dotaties, onttrekkingen en overige mutaties.

Overige

Deze post bestaat o.a. uit voorzieningen wachtgelden, voorziening Rijkswachtgeldregeling Kijk- en Luisterdienst en Adviseur, en een voorziening voor jubileumuitkeringen.

2.1.5 Kortlopende schulden

Het betreft hier o.a. vooruit ontvangen subsidies die nog niet zijn besteed in het huidige boekjaar en nog te betalen schulden en nog af te dragen loonbelasting en sociale premies aan de belastingdienst.

Ook de rekening-courantverhouding met het ministerie van OCW, de af te dragen boetes aan het ministerie van OCW en schulden aan zendgemachtigden en overige media-instellingen, worden onder deze post verantwoord.

2.2 Exploitatierekening volgens de categoriale indeling met toelichting

Hierbij wordt Model II exploitatierekening volgens de categoriale indeling gevolgd.

2.2.1 Bezoldiging bestuurders, directie en toezichthouders

In de toelichting wordt overeenkomstig artikel 383 BW 2 opgave gedaan van de bezoldiging van de gezamenlijke bestuurders en gewezen bestuurders en, afzonderlijk, voor de gezamenlijke toezichthouders en gewezen toezichthouders. De bedragen dienen in het boekjaar ten laste van het Commissariaat te zijn verantwoord.

Een opgave die herleid kan worden tot een enkele natuurlijke persoon mag achterwege blijven.

De wijze waarop de bezoldiging wordt berekend is overeenkomstig de berekeningswijze, zoals deze is bepaald in artikel 6 Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT). De volgende beloningscomponenten dienen bij elkaar opgeteld te worden:

  • Belastbaar loon (bedrag zoals op de jaaropgaaf vermeld staat)

  • Pensioenafdracht (werkgevers én werknemersdeel)

  • Overige voorzieningen betaalbaar op termijn (bijvoorbeeld levensloop, financiële afspraken m.b.t. sabbatical etc.)

  • Ontslagvergoedingen voor zover deze niet zijn opgenomen in het belastbaar loon

Namen van alle bestuurders, directieleden en toezichthouders dienen eveneens te worden vermeld. Per bestuurder, directielid en toezichthouder wordt de vorm van bezoldiging (gesalarieerd parttime of fulltime en/of vacatiegeld en eventuele onkostenvergoeding) aangegeven. Bij parttime salariëring wordt het parttime percentage vermeld.

Onder bestuurders wordt verstaan die personen die deel uitmaken van het statutaire bestuursorgaan.

Onder toezichthouders wordt verstaan die personen die krachtens de wet of statuten met het toezicht op het bestuur zijn belast. Leden van een ledenraad worden hier niet onder begrepen.

2.2.2 Verantwoording in het kader van de WOPT

Naast de hierboven genoemde informatie wordt een opgave opgenomen waarmee wordt voldaan aan de verantwoordingverplichting in het kader van de WOPT. In deze verantwoording wordt separaat opgaaf gedaan van het belastbaar loon, de voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn, de functie of functies en de duur van het dienstverband in dat jaar van eenieder van wie de som van het belastbare loon en de voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn, het gemiddelde belastbare loon van ministers in het boekjaar te boven is gegaan.

Wanneer een verplichte verantwoording in het kader van de WOPT niet van toepassing is, dient hiervan expliciet melding gemaakt worden.

2.3 Kasstroomoverzicht

Hierbij wordt Model III kasstroomoverzicht gevolgd. De kasstromen worden hierbij ingedeeld naar herkomst uit operationele activiteiten, investeringsactiviteiten en financieringsactiviteiten.

2.4 Aantal fte ultimo boekjaar

Het aantal medewerkers in Full Time Equivalent dat ultimo boekjaar in dienst is bij het Commissariaat wordt gespecificeerd.

2.5 Gemiddeld aantal fte over het boekjaar

Het gemiddeld aantal medewerkers in Full Time Equivalent dat over het boekjaar in dienst is geweest bij het Commissariaat wordt gespecificeerd.

2.6 Bijzonderheden

Afwijkingen tussen het exploitatieresultaat en het begrote resultaat worden in de volgende tabel weergegeven:

Baten

Afwijking van de baten wordt inhoudelijk naar oorzaken toegelicht, per categorie.

Verstrekte subsidies

Afwijking van de verstrekte subsidies wordt inhoudelijk naar oorzaken toegelicht.

Apparaatskosten

Afwijking van de kosten wordt inhoudelijk naar oorzaken toegelicht.

Overige lasten

Afwijking van de kosten wordt inhoudelijk naar oorzaken toegelicht.

Bijzondere lasten

Afwijking van de kosten wordt inhoudelijk naar oorzaken toegelicht.

2.7 Zendgemachtigden

In de jaarrekening wordt een verloopoverzicht van de zendgemachtigden opgenomen (zie model X).

2.8 Vaste boekenprijs

Voor een specificatie van deze kosten wordt verwezen naar model XI

2.9 Additionele informatie
2.9.1 Managementletter accountant

De managementletter die de accountant van het Commissariaat voor de Media jaarlijks opstelt wordt als kopie meegestuurd bij de jaarrekening. In de brief (eventueel meerdere brieven) informeert de accountant de commissarissen over de bijzonderheden en risico’s die zij in het boekjaar hebben geconstateerd. De accountant kan tevens de onderwerpen van het verslag van bevindingen opnemen in de brief.

3 Verantwoording Apparaat

In de bijlage bij de jaarrekening van het Commissariaat voor de Media wordt de verantwoording over het apparaat opgenomen met minimaal de volgende onderdelen:

  • Balans met toelichting;

  • Exploitatierekening met toelichting;

  • Kasstroomoverzicht.

Met betrekking tot deze onderdelen worden de modellen IV, V en VI gevolgd.

4 Verantwoording Beheer

In de bijlage bij de jaarrekening van het Commissariaat voor de Media wordt de verantwoording over het beheer opgenomen met minimaal de volgende onderdelen:

  • Balans met toelichting;

  • Exploitatierekening met toelichting;

  • Kasstroomoverzicht.

Met betrekking tot deze onderdelen worden de modellen VII, VII en IX gevolgd.

MODEL I BALANS

2.1 Balans per 31 december 20xx (na resultaatsbestemming)
 

Boekjaar

Voorgaand boekjaar

 

Boekjaar

Voorgaand boekjaar

Vaste activa

         

Materiële vaste activa

    

Eigen vermogen

    

Bedrijfsgebouwen en -terreinen

    

Algemene reserve

    

Installaties

    

Bestemmingsfondsen

    

Andere vaste bedrijfsmiddelen

    

Bestemmingsreserves

    
          

Financiële vaste activa

    

Voorzieningen

    

Overige vorderingen

    

Overige

    
          

Vlottende activa

         

Vorderingen

    

Kortlopende schulden

    

Debiteuren

    

Vooruit ontvangen

    

Overige vorderingen

    

Crediteuren

    

Overlopende activa

    

Belastingen en sociale premies

    
     

Overige schulden

    
     

Overlopende passiva

    
          

Liquide middelen

         
          
          

Totaal

    

Totaal

    

MODEL II EXPLOITATIEREKENING

2.2 Exploitatierekening per 31 december 20xx
 

Jaar t

Begroting

Voorgaand boekjaar

Baten

    

1. Rijksbijdragen media

    

2. Reclamegelden Stichting Etherreclame

    

3. Overige baten

    

4. Bijzondere baten

    
     

Som der baten

    
     

Lasten

    

6. Verstrekte subsidies

    

7. Apparaatskosten

    

8. Overige lasten

    

9. Bijzondere lasten

    
     

Som der lasten

    
     

Bedrijfsresultaat

    
     

10. Rentebaten en soortgelijke opbrengsten

    
     

Exploitatieresultaat

    
     
     

Bestemming van het resultaat

    

Toevoeging/Onttrekking Algemene Reserve

    

Toevoeging/Onttrekking Bestemmingsfondsen

    

Toevoeging/Onttrekking Bestemmingsreserve

    

MODEL III KASSTROOMOVERZICHT

2.3 Kasstroomoverzicht per 31 december 20xx

Volgens de indirecte methode

Boekjaar

Voorgaand boekjaar

I Kasstroom uit operationele activiteiten

  

Bedrijfsresultaat

  
   

Aanpassen voor:

  

Afschrijvingen materiële vaste activa

  

Vrijval bestemmingsfondsen

  

Vrijval bestemmingsreserves

  

Dotaties aan voorzieningen

  

Vrijval van voorzieningen

  

Onttrekkingen aan voorzieningen

  
   

Veranderingen in werkkapitaal:

  

Vorderingen

  

Kortlopende schulden

  
   

Kasstroom uit bedrijfsoperaties

  

Ontvangen interest

  

Kastroom uit operationele activiteiten

  
   

II Kasstroom uit investeringsactiviteiten

  

Investeringen in materiële vaste activa

  

Toe-/afname geldmiddelen

  

MODEL IV BALANS APPARAAT

3.1 Balans Apparaat per 31 december 20xx (na resultaatsbestemming)
 

Boekjaar

Voorgaand boekjaar

 

Boekjaar

Voorgaand boekjaar

Vaste activa

         

Materiële vaste activa

    

Eigen vermogen

    

Bedrijfsgebouwen en -terreinen

    

Algemene reserve

    

Installaties

    

Bestemmingsreserves

    

Andere vaste bedrijfsmiddelen

         
          
     

Voorzieningen

    
     

Overige

    
          

Vlottende activa

         

Vorderingen

    

Kortlopende schulden

    

Debiteuren

    

Vooruit ontvangen

    

Overige vorderingen

    

Crediteuren

    

Overlopende activa

    

Belastingen en sociale premies

    
     

Overige schulden

    
     

Overlopende passiva

    
          

Liquide middelen

         
          
          

Totaal

    

Totaal

    

MODEL V EXPLOITATIEREKENING APPARAAT

3.2 Exploitatierekening per 31 december 20xx
 

Jaar t

Begroting

Voorgaand boekjaar

Baten

    

1. Bijdrage van het ministerie OCW

    

2. Overige baten/bijzondere baten

    
     

Som der baten

    
     

Lasten

    

3. Lonen en salarissen

    

4. Sociale lasten

    

5. Afschrijvingen op materiële vaste activa

    

6. Overige lasten

    
     

Som der lasten

    
     

Bedrijfsresultaat

    
     

10. Rentebaten en soortgelijke opbrengsten

    
     

Exploitatieresultaat

    
     
     

Bestemming van het resultaat

    

Toevoeging/Ontrekking Algemene Reserve

    

Toevoeging/Ontrekking Bestemmingsreserve

    

MODEL VI KASSTROOMOVERZICHT APPARAAT

3.3 Kasstroomoverzicht per 31 december 20xx

Volgens de indirecte methode

Boekjaar

Voorgaand boekjaar

I Kasstroom uit operationele activiteiten

  

Bedrijfsresultaat

  
   

Aanpassen voor:

  

Afschrijvingen materiële vaste activa

  

Vrijval bestemmingsreserves

  

Dotaties aan voorzieningen

  

Vrijval van voorzieningen

  

Onttrekkingen aan voorzieningen

  
   

Veranderingen in werkkapitaal:

  

Vorderingen

  

Kortlopende schulden

  
   

Kasstroom uit bedrijfsoperaties

  

Ontvangen interest

  

Kastroom uit operationele activiteiten

  
   

II Kasstroom uit investeringsactiviteiten

  

Investeringen in materiële vaste activa

  

Toe-/afname geldmiddelen

  

MODEL VII BALANS BEHEER

4.1 Balans per 31 december 20xx (na resultaatsbestemming)
 

Boekjaar

Voorgaand boekjaar

 

Boekjaar

Voorgaand boekjaar

Vaste activa

         

Financiële vaste activa

    

Eigen vermogen

    

Overige vorderingen

    

Bestemmingsfondsen

    
          

Vlottende activa

         

Vorderingen

    

Kortlopende schulden

    

Debiteuren

    

Crediteuren

    

Overige vorderingen

    

Overige schulden

    

Overlopende activa

    

Overlopende passiva

    
          
          

Liquide middelen

         
          
          

Totaal

    

Totaal

    

MODEL VIII EXPLOITATIEREKENING BEHEER

4.2 Exploitatierekening per 31 december 20xx
 

Jaar t

Begroting

Voorgaand boekjaar

Baten

    

1. Rijksbijdragen media

    

2. Reclamegelden Stichting Etherreclame

    

3. Bijzondere baten

    
     

Som der baten

    
     

Lasten

    

4. Verstrekte subsidies

    

5. Overige lasten

    

6. Bijzondere lasten

    
     

Som der lasten

    
     

Bedrijfsresultaat

    
     

7. Rentebaten en soortgelijke opbrengsten

    
     

Exploitatieresultaat

    
     
     

Bestemming van het resultaat

    

Toevoeging/Ontrekking Bestemmingsfondsen

    

MODEL IX KASSTROOMOVERZICHT BEHEER

4.3 Kasstroomoverzicht per 31 december 20xx

Volgens de directe methode

Boekjaar

Voorgaand boekjaar

I Kasstroom uit operationele activiteiten

  

Ontvangsten van het ministerie OCW

  

Ontvangsten van Stichting Etherreclame

  

Ontvangsten van debiteuren

  

Totaal Ontvangsten

  
   

Betalingen aan subsidiënten en leveranciers

  

Bijzondere lasten

  

Totaal Betalingen

  

Kasstroom uit bedrijfsoperaties

  
   

Ontvangen interest

  
   

Kasstroom uit operationele activiteiten= Toe-/afname geldmiddelen

  

MODEL X VERLOOPOVERZICHT ZENDGEMACHTIGDEN

 

Saldo per 1-1-20xx

Verstrekkingen

Toetsingen/goedkeuringen

Saldo per 31-12-20xx

Landelijke Omroepen

    

Regionale Omroepen

    

Stichting Radio Nederland Wereldomroep

    

Muziekcentrum van de Omroep

    

Nederlands Omroepproduktie Bedrijf

    

Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid

    

Minderhedenprogrammering

    

OLON

    

Totaal

    
     

Als volgt opgenomen in de balans:

    

Vorderingen

    

Kortlopende schulden

    

Totaal

    

MODEL XI EXPLOITATIEREKENING VASTE BOEKENPRIJS

3.12 Exploitatierekening per 31 december 20xx
 

Jaar t

Begroting

Voorgaand boekjaar

Baten

    

1. Rijksbijdragen media

    
     

Som der baten

    
     

Lasten

    

2. Loonkosten

    

3. Opleidingen

    

4. Brochures en overige kosten VBP

    

5. Proceskosten/deskundigen commissie

    

6. Doorbelasting van andere kostenplaatsen

    
     

Som der lasten

    
     

Totaal

    

CONTROLEPROTOCOL

1. Inleiding
Voor welke instelling geldt dit controleprotocol?

Dit protocol is uitsluitend van toepassing op het Commissariaat voor de Media (het Commissariaat).

Doel

Het ministerie van OCW (OCW) verstrekt omroepbijdragen via het Commissariaat en een bijdrage in de kosten van het Commissariaat. OCW verwacht van de instellingsaccountant een verklaring van getrouwheid en van rechtmatigheid bij de jaarrekening van het Commissariaat. Het controleprotocol is bedoeld om de verwachtingen van OCW vast te leggen ten aanzien van deze getrouwheids- en rechtmatigheidsverklaring. Deze verklaring is mede de basis voor het oordeel van de departementale accountant bij de departementale jaarrekening.

Wettelijk kader

Met artikel 7.1 lid 1 t/m 3 van de Mediawet 2008 is het Commissariaat ingesteld. Het Commissariaat heeft rechtspersoonlijkheid en is gevestigd in de gemeente Hilversum. In de artikelen 7.6 t/m 7.8 van de Mediawet 2008 is bepaald dat OCW de kosten van het Commissariaat zal vergoeden. Hiertoe stelt het Commissariaat jaarlijks een begroting op (zie artikel 26 en 29 van de Kaderwet ZBO’s) die de instemming behoeft van de minister van OCW. Het Commissariaat brengt jaarlijks een financieel verslag (de jaarrekening) uit (zie artikel 34 van de Kaderwet ZBO’s), dat vergezeld gaat van een accountantsverklaring omtrent de getrouwheid en de financiële rechtmatigheid. Het financieel verslag behoeft de instemming van de minister van OCW. In artikel 7.8 is bepaald dat de minister van OCW regels kan stellen over de inrichting van de begroting, het financieel verslag en aandachtspunten voor de accountantscontrole kan voorschrijven. Deze regels zijn opgenomen in het Handboek Financiële Verantwoording Commissariaat voor de Media (Handboek). De aandachtspunten voor de accountantscontrole zijn opgenomen in dit controleprotocol.

De accountantscontrole van de jaarrekening van het Commissariaat bestaat uit twee elementen:

  • de controle van de apparaatskosten van het Commissariaat;

  • de controle van het beheer van de omroepgelden door het Commissariaat.

De controle dient te worden uitgevoerd in overeenstemming met de Controle- en overige standaarden (COS) zoals uitgegeven door het Koninklijk NIVRA en de aanwijzingen zoals opgenomen in dit controleprotocol.

Procedure

Omroepinstellingen zijn overeenkomstig artikel 2.171 en 2.172 van de Mediawet 2008 verplicht hun jaarrekening in te dienen bij het Commissariaat. Deze jaarrekeningen zijn voorzien van een accountantsverklaring omtrent de getrouwheid en de financiële rechtmatigheid. Het Commissariaat stelt op grond van artikel 7.6 t/m 7.8 van de Mediawet 2008 vóór 1 september een jaarrekening op waarin zijn opgenomen het beheer van de omroepgelden en de apparaatskosten van het Commissariaat. Deze jaarrekening is voorzien van een getrouwheids- en een rechtmatigheidsoordeel van de instellingsaccountant. De basis voor het rechtmatigheidsoordeel bij het beheer van de omroepgelden zijn de accountantsverklaringen die zijn afgegeven bij de jaarrekeningen van de omroepinstellingen en de werkzaamheden van het Commissariaat inzake de toetsing van de financiële rechtmatigheid van de besteding van omroepgelden. De instellingsaccountant verstrekt zijn verklaring aan het College van het Commissariaat. Deze dient ter verantwoording aan de minister van OCW. De departementale accountant kan een review uitvoeren bij de instellingsaccountant.

Het Commissariaat is belast met de jaarlijkse toetsing van de financiële rechtmatigheid van de besteding van omroepgelden op basis van de jaarrekeningen van de omroepinstellingen. De toetsing van de financiële rechtmatigheid geschiedt door de afdeling Financieel Toezicht van het Commissariaat. Een van de beheermaatregelen die ter beschikking staan van de afdeling Financieel Toezicht is het reviewen van de accountantscontroles bij de omroepinstellingen. Het doel van de review is het inzicht krijgen in de kwaliteit en toereikendheid van de door de instellingsaccountants uitgevoerde werkzaamheden. De uitkomsten van deze review gebruikt de accountant van het Commissariaat voor de controle van de jaarrekening van het Commissariaat. Het Commissariaat kan de reviewtaak uitbesteden aan een registeraccountant. De reviews dienen uitgevoerd te worden op basis van een roulatiesysteem.

2. Reikwijdte accountantsonderzoek
Onderzoeksaanpak

De instellingsaccountant neemt in zijn controledossier een risicoanalyse op, waarin expliciet rekening wordt gehouden met de aandachtspunten van dit controleprotocol. Dit controledossier vormt de basis voor een review die de departementale accountant kan uitvoeren. De instellingsaccountant controleert de financiële rechtmatigheid van de besteding van de omroepbijdragen en van de bijdrage in de kosten van het Commissariaat. De op de financiële rechtmatigheid van toepassing zijnde wettelijke bepalingen uit de Mediawet zijn hieronder aangegeven onder financiële transacties. Van de instellingsaccountant wordt verwacht dat hij over de naleving van de bepalingen, zoals hieronder opgenomen onder financiële beheershandelingen, rapporteert in het verslag van bevindingen.

Financiële transacties

Financiële beheershandelingen

8.8, lid 2, 2.151 t/m 2.153, 2.157 t/m 2.159, 2.166 t/m 2.168, 2.164,2.165, 2.157 lid 2 en 4 en 2.165 lid 2 en 3, 7.13

7.6, 7.7 en art 33 t/m 35 Kaderwet ZBO’s, art 18 Kaderwet ZBO’s (via artikel 7.2)

2.148 2e lid, 2.149, 2.162 2e lid,2.171 t/m 2.173

NB

Het rechtmatigheidoordeel omvat alle geldstromen in de jaarrekening, dus zowel die met betrekking tot het beheer van de omroepgelden als de besteding van de gelden voor apparaatskosten van het Commissariaat.

Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid

De instellingsaccountant richt zijn controle zodanig in dat hij met een betrouwbaarheid van 95% de uitspraak kan doen dat in de verantwoording geen onjuistheden en onzekerheden voorkomen met een belang dat groter is dan de voorgeschreven toleranties. Voor de strekking van de accountantsverklaring gelden de volgende toleranties:

 

Onjuistheden (in de verantwoording)

Onzekerheden (in de controle)

 

Beperking

Afkeuring

Beperking

Oordeelonthouding

Rechtmatigheid

    

(% van de totale uitgaven)

>1 en <3

->3

>3 en<10

=>10

     

Getrouwheid

    

a. Balans (% van de balanstelling)

>5 en <10

=>10

>5 en<10

=>10

b. Exploitatierekening (% van de baten)

>2 en <5

=>5

>5 en <10

=>10

In de verantwoording van het Commissariaat zijn zowel het beheer van de omroepbijdragen als de gelden voor de apparaatskosten opgenomen. De tolerantie geldt voor de geldstromen omroepbijdragen en apparaatskosten afzonderlijk. De instellingsaccountant baseert zijn oordeel op de accountantsverklaringen in de jaarrekeningen van de omroepinstellingen, de beoordeling van de werkzaamheden van het Commissariaat inzake de toetsing van de financiële rechtmatigheid van de besteding van omroepgelden en op eigen onderzoek naar de apparaatskosten.

Voor het omgaan met geconstateerde fouten geldt de volgende gedragslijn. Er wordt onderscheid gemaakt tussen fouten die wel en fouten die geen invloed kunnen hebben op de financiële rechtmatigheid van de besteding van de omroepbijdrage respectievelijk bijdrage in de apparaatskosten van het Commissariaat. Geconstateerde fouten die wel invloed kunnen hebben, moeten voor zover mogelijk door het Commissariaat worden gecorrigeerd. Hierbij is het niet van belang of de tolerantiegrenzen worden overschreden. Voor het omgaan met geconstateerde fouten die geen invloed hebben op de hoogte van de omroepbijdrage van OCW, respectievelijk de bijdrage in de apparaatskosten van het Commissariaat gelden de toleranties die in het schema staan. Het Commissariaat dient deze fouten te corrigeren indien de tolerantiegrens wordt overschreden. De accountant vermeldt alle fouten groter dan 0,1% van de lasten die niet zijn gecorrigeerd in het verslag van bevindingen.

Normenkader

Het Commissariaat stelt de jaarrekening op in overeenstemming met de richtlijnen die zijn opgenomen in het Handboek. De controle is gericht op het vaststellen van de getrouwheid van de jaarrekening en op de rechtmatige besteding van de bijdrage in de apparaatskosten van het Commissariaat en van het rechtmatige beheer van de omroepgelden. Onder financiële rechtmatigheid wordt verstaan dat alle financiële transacties, zowel bij het Commissariaat als bij de gesubsidieerde omroepinstellingen, hebben plaatsgevonden binnen de bepalingen die bij het wettelijk kader zijn weergegeven. Indien een financiële transactie in strijd met het wettelijk kader heeft plaatsgevonden, dan dient de instellingsaccountant het totale bedrag van de financiële transactie als een fout in de verantwoording aan te merken. Het totaal aan rechtmatigheidsfouten dient de instellingsaccountant te betrekken bij het rechtmatigheidsoordeel.

3. Rapportages accountantsonderzoek
Accountantsverklaring

De accountantsverklaring bevat zowel een getrouwheids- als een rechtmatigheidoordeel over de besteding van de bijdrage in de kosten van het Commissariaat en van het rechtmatige beheer van de omroepgelden. De instellingsaccountant hanteert daarbij het model dat bij dit controleprotocol is gevoegd (Accountantsverklaring bij de jaarrekening). De instellingsaccountant waarmerkt de jaarrekening.

Verslag van bevindingen

De instellingsaccountant stelt voor het Commissariaat een verslag van bevindingen op. In het verslag van bevindingen rapporteert de instellingsaccountant tenminste over de financiële beheershandelingen en over niet door de instelling gecorrigeerde fouten.

Aan: Opdrachtgever

Accountantsverklaring bij de jaarrekening
Afgegeven ten behoeve van het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap
Verklaring betreffende de jaarrekening

Wij hebben de (in dit verslag/rapport opgenomen) jaarrekening 2..... van het Commissariaat voor de Media te Hilversum, bestaande uit de balans per ..... 2....., het kasstroomoverzicht 2..... en de exploitatierekening over 2..... met de toelichting gecontroleerd.

Verantwoordelijkheid van het bestuur

Het College van het Commissariaat is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Regeling vaststelling Handboek Financiële Verantwoording Commissariaat voor de Media.

Tevens is het College van het Commissariaat verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen.

Deze verantwoordelijkheden omvatten onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat en voor de naleving van de relevante wet- en regelgeving, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.

Verantwoordelijkheid van de accountant

Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 7.7 2e lid van de Mediawet 2008. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder het controleprotocol van de Regeling vaststelling Handboek Financiële Verantwoording Commissariaat voor de Media. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.

Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat alsmede het voor de naleving van de betreffende wet en regelgeving relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de instelling. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de instelling heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.

Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

Oordeel

Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van het Commissariaat voor de Media per 2..... en van het resultaat over 2..... in overeenstemming met de Regeling vaststelling Handboek Financiële Verantwoording Commissariaat voor de Media.

Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2..... voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals die in het controleprotocol van de Regeling vaststelling Handboek Financiële Verantwoording Commissariaat voor de Media zijn vermeld.

Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties

Verder melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.

Voorts merken wij op dat niet is voldaan aan de wettelijke verplichting tot vermelding van de informatie over topinkomens (artikel 6 van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens)1.

Plaats, datum

Naam accountantsorganisatie

Naam externe accountant en ondertekening met die naam

TOELICHTING

In artikel 7.8 van de Mediawet 2008 is bepaald dat de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap regels kan stellen over de inrichting van de begroting, het financieel verslag (de jaarrekening) en de aandachtspunten voor de accountantscontrole van het Commissariaat voor de Media.

Bij de Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 26 februari 2009, nr. WJZ/101187 (8248), houdende vaststelling Handboek financiële verantwoording Commissariaat voor de Media 2008, voor de verantwoording over 2008 is het huidige Handboek Financiële Verantwoording Commissariaat voor de Media vastgesteld.

Het Handboek is aangepast aan de nieuwe Mediawet 2008, waarbij de nummering en deels ook de inhoud van de wetsartikelen en de terminologie is gewijzigd.

In artikel 3 wordt aan de regeling terugwerkende kracht toegekend tot en met 1 januari 2009, omdat het Handboek betrekking heeft op het gehele boekjaar 2009. De terugwerkende kracht is niet belastend omdat de handboeken slechts technisch zijn aangepast en het Commissariaat bij de aanpassingen betrokken is geweest en hier mede invulling aan heeft gegeven.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R.H.A. Plasterk.


XNoot
1

Uitzonderingsrapportage indien niet is voldaan aan de WOPT.

Naar boven