De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op artikel 7.8 van de Mediawet
2008;
Besluit:
Artikel 1. Vaststelling handboek
Op de jaarrekening van het Commissariaat voor de Media zijn de
inrichtingseisen en controleprotocollen als opgenomen in de bij deze regeling
gevoegde bijlage van toepassing.
Artikel 2. Intrekking andere regeling(en)
Met ingang van 1 juli 2010 wordt de
Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 26 februari
2009, nr. WJZ/101187 (8248), houdende vaststelling Handboek financiële
verantwoording Commissariaat voor de Media 2008, voor de verantwoording over
2008, ingetrokken.
Artikel 3. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de
dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot
en met 1 januari 2009.
Artikel 4. Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als Regeling financiële
verantwoording Commissariaat voor de Media.
De Minister van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H.A. Plasterk.
BIJLAGE
Handboek Financiële Verantwoording Commissariaat voor de Media
2009
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Den Haag, augustus
2009
1 Inleiding
Op grond van artikel 7.8 van de Mediawet 2008 kan de minister van
OCW regels stellen over de inrichting van het financieel verslag (de
jaarrekening) en de aandachtspunten voor de accountantscontrole van het
Commissariaat voor de Media. Dit heeft ertoe geleid dat dit Handboek Financiële
Verantwoording Commissariaat voor de Media tot stand is gekomen.
Dit Handboek vervangt het Handboek dat is vastgesteld bij
Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 26 februari
2009, nr. WJZ/101187 (8248), houdende vaststelling Handboek financiële
verantwoording Commissariaat voor de Media 2008, voor de verantwoording over
2008, en is van toepassing vanaf het boekjaar 2009. Hierbij dient opgemerkt te
worden dat eventuele gevolgen voor waarderingen, met terugwerkende kracht vanaf
1 januari 2009, opgenomen worden.
1.1 Wettelijk kader
In artikel 7.1 van de Mediawet 2008 is het Commissariaat voor
de Media ingesteld. In de artikelen 7.6 t/m 7.8 van de Mediawet 2008 is bepaald
dat de minister van OCW de kosten van het Commissariaat vergoedt. Hiertoe stelt
het Commissariaat jaarlijks een begroting op (zie de artikelen 26 en 29 van de
Kaderwet ZBO’s) die de instemming behoeft van de minister van OCW. Het
Commissariaat brengt jaarlijks een financieel verslag (de jaarrekening) uit
(zie artikel 34 Kaderwet ZBO’s), dat vergezeld gaat van een
accountantsverklaring omtrent de getrouwheid en de rechtmatigheid. Het
financieel verslag behoeft de instemming van de minister van OCW. Artikel 7.8
van de Mediawet 2008 bepaalt dat de minister van OCW regels kan stellen over de
inrichting van de begroting, het financieel verslag (de jaarrekening) en
aandachtspunten voor de accountantscontrole.
Doel van de hierbij nader te bepalen voorschriften en modellen
met betrekking tot de presentatie van de financiële verantwoording is het
bereiken van een transparante jaarverslaggeving inzake de financiële gegevens
door de jaren heen. Daarbij zijn de regels van het jaarrekeningenrecht, zoals
deze zijn opgenomen in Boek 2, Titel 9, van het Burgerlijk Wetboek, de
richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving en jurisprudentie van
toepassing. Wanneer hetgeen in dit Handboek is vermeld afwijkt van
eerdergenoemde richtlijnen, dan prevaleert het Handboek.
Het Commissariaat dient op grond van de Kaderwet ZBO’s vóór
1 juli de jaarrekening over het voorafgaande boekjaar aan Onze Minister te
sturen. Artikel 43 van de Kaderwet ZBO’s bepaalt dat 3 jaar na inwerkingtreding
van die wet, de termijn voor het indienen van een jaarrekening van vóór 1 juli
wijzigt in vóór 15 maart. Dit houdt kort gezegd in dat met ingang van
1 februari 2010 het Commissariaat de jaarrekening vóór 15 maart indient. De
jaarrekening behoeft de instemming van de minister van OCW.
1.2 Informatie
De jaarrekening van het Commissariaat bevat minimaal de
volgende onderdelen:
2 Jaarrekening
De jaarrekening van het Commissariaat voor de Media wordt
opgesteld in euro’s en bevat minimaal de volgende onderdelen:
– Balans met toelichting (zie 2.1)
– Exploitatierekening volgens de categoriale indeling met
toelichting (zie 2.2)
– Kasstroomoverzicht (zie 2.3)
Het Commissariaat neemt alleen die posten in de balans op, die
voor de betrokken instelling van toepassing zijn.
Vreemde valuta worden op de balansdatum gewaardeerd tegen de
dagwaarde zoals aangegeven door de Nederlandse Bank.
Daarnaast voegt het bestuur de ‘Overige gegevens’, zoals genoemd
in artikel 392 BW 2, met inachtneming van hetgeen is bepaald in het vijfde lid
van genoemd artikel, toe aan de jaarrekening.
2.1 Balans met toelichting
Hierbij wordt model I balans gevolgd.
Met betrekking tot de waarderingsgrondslagen zijn in aanvulling
op de bepalingen in het Burgerlijk Wetboek 2 Titel 9 de volgende regels van
toepassing.
2.1.1 Vaste Activa
Materiële vaste activa
Waardering van materiële vaste activa geschiedt op basis van
historische kosten onder aftrek van afschrijvingen. Daarbij gelden de hieronder
vermelde afschrijvingspercentages. Een verloopoverzicht per categorie, waaruit
de mutaties van het boekjaar blijkt, wordt opgenomen.
Bedrijfsgebouwen en terreinen
Afschrijvingspercentages per jaar:Grond | Geen afschrijving | |
|---|
Bedrijfsgebouwen incl. facilitaire gebouwen | Afschrijvingen in een termijn van 40 jaar op basis
van de historische kostprijs
| – voor zover het gebouw gefinancierd is met vreemd
vermogen vindt de afschrijving plaats op liniaire wijze tegen de afgesloten
rentevoet;
– voor zover het gebouw gefinancierd is met eigen
vermogen vindt de afschrijving plaats op annuïtaire wijze, waarbij de rentevoet
bepaald wordt in het jaar van de investering overeenkomstig de op dat moment
geldende langlopende hypotheekrente.
Of – liniaire afschrijving over de resterende
afschrijvingstermijn
|
| | Verbouwingskosten die een fundamentele wijziging in
het gebruik van het pand tot gevolg hebben
| Afschrijving op gelijke wijze als bij
bedrijfsgebouwen.
|
| | Verbouwingskosten die geen fundamentele wijziging
in het gebruik van het pand tot gevolg hebben
| 10% van de historische kosten (lineair). |
Groot onderhoud | Afschrijven in een termijn van 10 jaar op basis van
de historische kostprijs
| 10% van de historische kosten (lineair). |
Overige materiële vaste activa
Aanschaffingen boven de € 2.500 dienen te worden geactiveerd;
aanschaffingen tot en met € 2.500 komen direct ten laste van de
exploitatierekening.
Afschrijvingspercentages per jaar:| | % van de historische kostprijs |
|---|
Inventaris en inrichting | 20,00 |
|---|
Facilitaire apparatuur | 20,00 |
|---|
Hardware en software | 25,00 |
|---|
Financiële vaste activa
Overige vorderingen
Dit betreft o.a. langlopende leningen aan de
omroepinstellingen.
2.1.2 Vlottende Activa
Vorderingen
Overige vorderingen
Dit betreft o.a. vorderingen van de Stichting Etherreclame,
diverse zendgemachtigden en afrekeningen subsidies van het ministerie van
OCW.
Liquide middelen
Dit betreft rekening-courant saldi, deposito’s en
spaartegoeden.
2.1.3 Eigen Vermogen
Een verloopoverzicht per onderdeel van het eigen vermogen
geeft inzicht in de mutaties van het betreffende boekjaar.
Algemene Reserve
Het bedrag in het eigen vermogen dat resteert na aftrek van
de bestemmingsfondsen en reserves wordt verantwoord onder de Algemene
Reserve.
Bestemmingsfondsen
Het bestemmingsfonds bestaat uit de Algemene Mediareserve
welke wordt aangehouden als buffer voor tegenvallende reclameopbrengsten van de
Stichting Etherreclame, als liquidatiereserve in geval van discontinuïteit van
één van de omroepen en ter financiering van de rekening-courant met de
Stichting Etherreclame. Daarnaast kan dit fonds bestaan uit andere incidentele
beschikbare fondsen.
Bestemmingsreserves
Heeft een reserve een specifieke doelbestemming dan is er
sprake van bestemmingsreserves.
Investeringssubsidies
De van het ministerie van OCW ontvangen investeringssubsidies
ten behoeve van de aanschaf van materiële vaste activa worden gerubriceerd
onder de bestemmingsreserve. Jaarlijks vindt ten gunste van de
exploitatierekening een vrijval plaats met een omvang die gelijk is aan de
afschrijvingskosten van de materiele vaste activa, die aangeschaft zijn met de
betreffende investeringssubsidies.
2.1.4 Voorzieningen
Een verloopoverzicht van iedere individuele voorziening geeft
inzicht in de dotaties, onttrekkingen en overige mutaties.
Overige
Deze post bestaat o.a. uit voorzieningen wachtgelden,
voorziening Rijkswachtgeldregeling Kijk- en Luisterdienst en Adviseur, en een
voorziening voor jubileumuitkeringen.
2.1.5 Kortlopende schulden
Het betreft hier o.a. vooruit ontvangen subsidies die nog
niet zijn besteed in het huidige boekjaar en nog te betalen schulden en nog af
te dragen loonbelasting en sociale premies aan de belastingdienst.
Ook de rekening-courantverhouding met het ministerie van
OCW, de af te dragen boetes aan het ministerie van OCW en schulden aan
zendgemachtigden en overige media-instellingen, worden onder deze post
verantwoord.
2.2 Exploitatierekening volgens de categoriale indeling met
toelichting
Hierbij wordt Model II exploitatierekening volgens de
categoriale indeling gevolgd.
2.2.1 Bezoldiging bestuurders, directie en
toezichthouders
In de toelichting wordt overeenkomstig artikel 383 BW 2
opgave gedaan van de bezoldiging van de gezamenlijke bestuurders en gewezen
bestuurders en, afzonderlijk, voor de gezamenlijke toezichthouders en gewezen
toezichthouders. De bedragen dienen in het boekjaar ten laste van het
Commissariaat te zijn verantwoord.
Een opgave die herleid kan worden tot een enkele
natuurlijke persoon mag achterwege blijven.
De wijze waarop de bezoldiging wordt berekend is
overeenkomstig de berekeningswijze, zoals deze is bepaald in artikel 6 Wet
Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT). De
volgende beloningscomponenten dienen bij elkaar opgeteld te worden:
– Belastbaar loon (bedrag zoals op de jaaropgaaf vermeld
staat)
– Pensioenafdracht (werkgevers én werknemersdeel)
– Overige voorzieningen betaalbaar op termijn
(bijvoorbeeld levensloop, financiële afspraken m.b.t. sabbatical etc.)
– Ontslagvergoedingen voor zover deze niet zijn opgenomen
in het belastbaar loon
Namen van alle bestuurders, directieleden en toezichthouders
dienen eveneens te worden vermeld. Per bestuurder, directielid en
toezichthouder wordt de vorm van bezoldiging (gesalarieerd parttime of fulltime
en/of vacatiegeld en eventuele onkostenvergoeding) aangegeven. Bij parttime
salariëring wordt het parttime percentage vermeld.
Onder bestuurders wordt verstaan die personen die deel
uitmaken van het statutaire bestuursorgaan.
Onder toezichthouders wordt verstaan die personen die
krachtens de wet of statuten met het toezicht op het bestuur zijn belast. Leden
van een ledenraad worden hier niet onder begrepen.
2.2.2 Verantwoording in het kader van de WOPT
Naast de hierboven genoemde informatie wordt een opgave
opgenomen waarmee wordt voldaan aan de verantwoordingverplichting in het kader
van de WOPT. In deze verantwoording wordt separaat opgaaf gedaan van het
belastbaar loon, de voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op
termijn, de functie of functies en de duur van het dienstverband in dat jaar
van eenieder van wie de som van het belastbare loon en de voorzieningen ten
behoeve van beloningen betaalbaar op termijn, het gemiddelde belastbare loon
van ministers in het boekjaar te boven is gegaan.
Wanneer een verplichte verantwoording in het kader van de
WOPT niet van toepassing is, dient hiervan expliciet melding gemaakt
worden.
2.3 Kasstroomoverzicht
Hierbij wordt Model III kasstroomoverzicht gevolgd. De
kasstromen worden hierbij ingedeeld naar herkomst uit operationele
activiteiten, investeringsactiviteiten en financieringsactiviteiten.
2.4 Aantal fte ultimo boekjaar
Het aantal medewerkers in Full Time Equivalent dat ultimo
boekjaar in dienst is bij het Commissariaat wordt gespecificeerd.
2.5 Gemiddeld aantal fte over het boekjaar
Het gemiddeld aantal medewerkers in Full Time Equivalent dat
over het boekjaar in dienst is geweest bij het Commissariaat wordt
gespecificeerd.
2.6 Bijzonderheden
Afwijkingen tussen het exploitatieresultaat en het begrote
resultaat worden in de volgende tabel weergegeven:
Baten
Afwijking van de baten wordt inhoudelijk naar oorzaken
toegelicht, per categorie.
Verstrekte subsidies
Afwijking van de verstrekte subsidies wordt inhoudelijk naar
oorzaken toegelicht.
Apparaatskosten
Afwijking van de kosten wordt inhoudelijk naar oorzaken
toegelicht.
Overige lasten
Afwijking van de kosten wordt inhoudelijk naar oorzaken
toegelicht.
Bijzondere lasten
Afwijking van de kosten wordt inhoudelijk naar oorzaken
toegelicht.
2.7 Zendgemachtigden
In de jaarrekening wordt een verloopoverzicht van de
zendgemachtigden opgenomen (zie model X).
2.8 Vaste boekenprijs
Voor een specificatie van deze kosten wordt verwezen naar model
XI
2.9 Additionele informatie
2.9.1 Managementletter accountant
De managementletter die de accountant van het Commissariaat
voor de Media jaarlijks opstelt wordt als kopie meegestuurd bij de
jaarrekening. In de brief (eventueel meerdere brieven) informeert de accountant
de commissarissen over de bijzonderheden en risico’s die zij in het boekjaar
hebben geconstateerd. De accountant kan tevens de onderwerpen van het verslag
van bevindingen opnemen in de brief.
3 Verantwoording Apparaat
In de bijlage bij de jaarrekening van het Commissariaat voor de
Media wordt de verantwoording over het apparaat opgenomen met minimaal de
volgende onderdelen:
Met betrekking tot deze onderdelen worden de modellen IV, V en VI
gevolgd.
4 Verantwoording Beheer
In de bijlage bij de jaarrekening van het Commissariaat voor de
Media wordt de verantwoording over het beheer opgenomen met minimaal de
volgende onderdelen:
Met betrekking tot deze onderdelen worden de modellen VII, VII en
IX gevolgd.
MODEL I BALANS
2.1 Balans per 31 december 20xx (na
resultaatsbestemming)
| | Boekjaar | Voorgaand boekjaar | | Boekjaar | Voorgaand boekjaar |
|---|
Vaste activa | | | | | | | | | |
|---|
Materiële vaste activa | | | | | Eigen vermogen | | | | |
|---|
Bedrijfsgebouwen en -terreinen | | | | | Algemene reserve | | | | |
|---|
Installaties | | | | | Bestemmingsfondsen | | | | |
|---|
Andere vaste bedrijfsmiddelen | | | | | Bestemmingsreserves | | | | |
|---|
| | | | | | | | | | |
|---|
Financiële vaste activa | | | | | Voorzieningen | | | | |
|---|
Overige vorderingen | | | | | Overige | | | | |
|---|
| | | | | | | | | | |
|---|
Vlottende activa | | | | | | | | | |
|---|
Vorderingen | | | | | Kortlopende
schulden | | | | |
|---|
Debiteuren | | | | | Vooruit ontvangen | | | | |
|---|
Overige vorderingen | | | | | Crediteuren | | | | |
|---|
Overlopende activa | | | | | Belastingen en sociale premies | | | | |
|---|
| | | | | | Overige schulden | | | | |
|---|
| | | | | | Overlopende passiva | | | | |
|---|
| | | | | | | | | | |
|---|
Liquide middelen | | | | | | | | | |
|---|
| | | | | | | | | | |
|---|
| | | | | | | | | | |
|---|
Totaal | | | | | Totaal | | | | |
|---|
MODEL II EXPLOITATIEREKENING
2.2 Exploitatierekening per 31 december 20xx| | Jaar t Begroting | Voorgaand boekjaar |
|---|
Baten | | | | |
|---|
1. Rijksbijdragen media | | | | |
|---|
2. Reclamegelden Stichting Etherreclame | | | | |
|---|
3. Overige baten | | | | |
|---|
4. Bijzondere baten | | | | |
|---|
| | | | | |
|---|
Som der baten | | | | |
|---|
| | | | | |
|---|
Lasten | | | | |
|---|
6. Verstrekte subsidies | | | | |
|---|
7. Apparaatskosten | | | | |
|---|
8. Overige lasten | | | | |
|---|
9. Bijzondere lasten | | | | |
|---|
| | | | | |
|---|
Som der lasten | | | | |
|---|
| | | | | |
|---|
Bedrijfsresultaat | | | | |
|---|
| | | | | |
|---|
10. Rentebaten en soortgelijke opbrengsten | | | | |
|---|
| | | | | |
|---|
Exploitatieresultaat | | | | |
|---|
| | | | | |
|---|
| | | | | |
|---|
Bestemming van het
resultaat | | | | |
|---|
Toevoeging/Onttrekking Algemene Reserve | | | | |
|---|
Toevoeging/Onttrekking Bestemmingsfondsen | | | | |
|---|
Toevoeging/Onttrekking Bestemmingsreserve | | | | |
|---|
MODEL III KASSTROOMOVERZICHT
2.3 Kasstroomoverzicht per 31 december 20xxVolgens de indirecte methode | Boekjaar | Voorgaand boekjaar |
|---|
I Kasstroom uit operationele
activiteiten | | |
Bedrijfsresultaat | | |
| | | |
Aanpassen voor: | | |
Afschrijvingen materiële vaste activa | | |
Vrijval bestemmingsfondsen | | |
Vrijval
bestemmingsreserves | | |
Dotaties aan voorzieningen | | |
Vrijval van voorzieningen | | |
Onttrekkingen aan voorzieningen | | |
| | | |
Veranderingen in werkkapitaal: | | |
Vorderingen | | |
Kortlopende schulden | | |
| | | |
Kasstroom uit bedrijfsoperaties | | |
Ontvangen interest | | |
Kastroom uit operationele activiteiten | | |
| | | |
II Kasstroom uit
investeringsactiviteiten | | |
Investeringen in materiële vaste activa | | |
Toe-/afname geldmiddelen | | |
MODEL IV BALANS APPARAAT
3.1 Balans Apparaat per 31 december 20xx (na
resultaatsbestemming)
| | Boekjaar | Voorgaand boekjaar | | Boekjaar | Voorgaand boekjaar |
|---|
Vaste activa | | | | | | | | | |
|---|
Materiële vaste activa | | | | | Eigen vermogen | | | | |
|---|
Bedrijfsgebouwen en -terreinen | | | | | Algemene reserve | | | | |
|---|
Installaties | | | | | Bestemmingsreserves | | | | |
|---|
Andere vaste bedrijfsmiddelen | | | | | | | | | |
|---|
| | | | | | | | | | |
|---|
| | | | | | Voorzieningen | | | | |
|---|
| | | | | | Overige | | | | |
|---|
| | | | | | | | | | |
|---|
Vlottende activa | | | | | | | | | |
|---|
Vorderingen | | | | | Kortlopende
schulden | | | | |
|---|
Debiteuren | | | | | Vooruit ontvangen | | | | |
|---|
Overige vorderingen | | | | | Crediteuren | | | | |
|---|
Overlopende activa | | | | | Belastingen en sociale premies | | | | |
|---|
| | | | | | Overige schulden | | | | |
|---|
| | | | | | Overlopende passiva | | | | |
|---|
| | | | | | | | | | |
|---|
Liquide middelen | | | | | | | | | |
|---|
| | | | | | | | | | |
|---|
| | | | | | | | | | |
|---|
Totaal | | | | | Totaal | | | | |
|---|
MODEL V EXPLOITATIEREKENING APPARAAT
3.2 Exploitatierekening per 31 december 20xx| | Jaar t Begroting | Voorgaand boekjaar |
|---|
Baten | | | | |
|---|
1. Bijdrage van het ministerie OCW | | | | |
|---|
2. Overige baten/bijzondere baten | | | | |
|---|
| | | | | |
|---|
Som der baten | | | | |
|---|
| | | | | |
|---|
Lasten | | | | |
|---|
3. Lonen en salarissen | | | | |
|---|
4. Sociale lasten | | | | |
|---|
5. Afschrijvingen op materiële vaste activa | | | | |
|---|
6. Overige lasten | | | | |
|---|
| | | | | |
|---|
Som der lasten | | | | |
|---|
| | | | | |
|---|
Bedrijfsresultaat | | | | |
|---|
| | | | | |
|---|
10. Rentebaten en soortgelijke opbrengsten | | | | |
|---|
| | | | | |
|---|
Exploitatieresultaat | | | | |
|---|
| | | | | |
|---|
| | | | | |
|---|
Bestemming van het
resultaat | | | | |
|---|
Toevoeging/Ontrekking Algemene Reserve | | | | |
|---|
Toevoeging/Ontrekking Bestemmingsreserve | | | | |
|---|
MODEL VI KASSTROOMOVERZICHT APPARAAT
3.3 Kasstroomoverzicht per 31 december 20xxVolgens de indirecte methode | Boekjaar | Voorgaand boekjaar |
|---|
I Kasstroom uit operationele
activiteiten | | |
Bedrijfsresultaat | | |
| | | |
Aanpassen voor: | | |
Afschrijvingen materiële vaste activa | | |
Vrijval bestemmingsreserves | | |
Dotaties aan voorzieningen | | |
Vrijval van voorzieningen | | |
Onttrekkingen aan voorzieningen | | |
| | | |
Veranderingen in werkkapitaal: | | |
Vorderingen | | |
Kortlopende schulden | | |
| | | |
Kasstroom uit bedrijfsoperaties | | |
Ontvangen interest | | |
Kastroom uit operationele activiteiten | | |
| | | |
II Kasstroom uit
investeringsactiviteiten | | |
Investeringen in materiële vaste activa | | |
Toe-/afname geldmiddelen | | |
MODEL VII BALANS BEHEER
4.1 Balans per 31 december 20xx (na
resultaatsbestemming)
| | Boekjaar | Voorgaand boekjaar | | Boekjaar | Voorgaand boekjaar |
|---|
Vaste activa | | | | | | | | | |
|---|
Financiële vaste activa | | | | | Eigen vermogen | | | | |
|---|
Overige vorderingen | | | | | Bestemmingsfondsen | | | | |
|---|
| | | | | | | | | | |
|---|
Vlottende activa | | | | | | | | | |
|---|
Vorderingen | | | | | Kortlopende
schulden | | | | |
|---|
Debiteuren | | | | | Crediteuren | | | | |
|---|
Overige vorderingen | | | | | Overige schulden | | | | |
|---|
Overlopende activa | | | | | Overlopende passiva | | | | |
|---|
| | | | | | | | | | |
|---|
| | | | | | | | | | |
|---|
Liquide middelen | | | | | | | | | |
|---|
| | | | | | | | | | |
|---|
| | | | | | | | | | |
|---|
Totaal | | | | | Totaal | | | | |
|---|
MODEL VIII EXPLOITATIEREKENING BEHEER
4.2 Exploitatierekening per 31 december 20xx| | Jaar t Begroting | Voorgaand boekjaar |
|---|
Baten | | | | |
|---|
1. Rijksbijdragen media | | | | |
|---|
2. Reclamegelden Stichting Etherreclame | | | | |
|---|
3. Bijzondere baten | | | | |
|---|
| | | | | |
|---|
Som der baten | | | | |
|---|
| | | | | |
|---|
Lasten | | | | |
|---|
4. Verstrekte subsidies | | | | |
|---|
5. Overige lasten | | | | |
|---|
6. Bijzondere lasten | | | | |
|---|
| | | | | |
|---|
Som der lasten | | | | |
|---|
| | | | | |
|---|
Bedrijfsresultaat | | | | |
|---|
| | | | | |
|---|
7. Rentebaten en soortgelijke opbrengsten | | | | |
|---|
| | | | | |
|---|
Exploitatieresultaat | | | | |
|---|
| | | | | |
|---|
| | | | | |
|---|
Bestemming van het
resultaat | | | | |
|---|
Toevoeging/Ontrekking Bestemmingsfondsen | | | | |
|---|
MODEL IX KASSTROOMOVERZICHT BEHEER
4.3 Kasstroomoverzicht per 31 december 20xxVolgens de directe methode | Boekjaar | Voorgaand boekjaar |
|---|
I Kasstroom uit operationele
activiteiten | | |
Ontvangsten van het ministerie OCW | | |
Ontvangsten van Stichting Etherreclame | | |
Ontvangsten van debiteuren | | |
Totaal Ontvangsten | | |
| | | |
Betalingen aan subsidiënten en leveranciers | | |
Bijzondere lasten | | |
Totaal Betalingen | | |
Kasstroom uit bedrijfsoperaties | | |
| | | |
Ontvangen interest | | |
| | | |
Kasstroom uit operationele activiteiten= Toe-/afname
geldmiddelen
| | |
MODEL X VERLOOPOVERZICHT ZENDGEMACHTIGDEN
| | Saldo per 1-1-20xx | Verstrekkingen | Toetsingen/goedkeuringen | Saldo per 31-12-20xx |
|---|
Landelijke Omroepen | | | | |
|---|
Regionale Omroepen | | | | |
|---|
Stichting Radio Nederland Wereldomroep | | | | |
|---|
Muziekcentrum van de Omroep | | | | |
|---|
Nederlands Omroepproduktie Bedrijf | | | | |
|---|
Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid | | | | |
|---|
Minderhedenprogrammering | | | | |
|---|
OLON | | | | |
|---|
Totaal | | | | |
|---|
| | | | | |
|---|
Als volgt opgenomen in de
balans: | | | | |
|---|
Vorderingen | | | | |
|---|
Kortlopende schulden | | | | |
|---|
Totaal | | | | |
|---|
MODEL XI EXPLOITATIEREKENING VASTE BOEKENPRIJS
3.12 Exploitatierekening per 31 december 20xx| | Jaar t Begroting | Voorgaand boekjaar |
|---|
Baten | | | | |
|---|
1. Rijksbijdragen media | | | | |
|---|
| | | | | |
|---|
Som der baten | | | | |
|---|
| | | | | |
|---|
Lasten | | | | |
|---|
2. Loonkosten | | | | |
|---|
3. Opleidingen | | | | |
|---|
4. Brochures en overige kosten VBP | | | | |
|---|
5. Proceskosten/deskundigen commissie | | | | |
|---|
6. Doorbelasting van andere kostenplaatsen | | | | |
|---|
| | | | | |
|---|
Som der lasten | | | | |
|---|
| | | | | |
|---|
Totaal | | | | |
|---|
CONTROLEPROTOCOL
1. Inleiding
Voor welke instelling geldt dit
controleprotocol?
Dit protocol is uitsluitend van toepassing op het
Commissariaat voor de Media (het Commissariaat).
Doel
Het ministerie van OCW (OCW) verstrekt omroepbijdragen via
het Commissariaat en een bijdrage in de kosten van het Commissariaat. OCW
verwacht van de instellingsaccountant een verklaring van getrouwheid en van
rechtmatigheid bij de jaarrekening van het Commissariaat. Het controleprotocol
is bedoeld om de verwachtingen van OCW vast te leggen ten aanzien van deze
getrouwheids- en rechtmatigheidsverklaring. Deze verklaring is mede de basis
voor het oordeel van de departementale accountant bij de departementale
jaarrekening.
Wettelijk kader
Met artikel 7.1 lid 1 t/m 3 van de Mediawet 2008 is het
Commissariaat ingesteld. Het Commissariaat heeft rechtspersoonlijkheid en is
gevestigd in de gemeente Hilversum. In de artikelen 7.6 t/m 7.8 van de Mediawet
2008 is bepaald dat OCW de kosten van het Commissariaat zal vergoeden. Hiertoe
stelt het Commissariaat jaarlijks een begroting op (zie artikel 26 en 29 van de
Kaderwet ZBO’s) die de instemming behoeft van de minister van OCW. Het
Commissariaat brengt jaarlijks een financieel verslag (de jaarrekening) uit
(zie artikel 34 van de Kaderwet ZBO’s), dat vergezeld gaat van een
accountantsverklaring omtrent de getrouwheid en de financiële rechtmatigheid.
Het financieel verslag behoeft de instemming van de minister van OCW. In
artikel 7.8 is bepaald dat de minister van OCW regels kan stellen over de
inrichting van de begroting, het financieel verslag en aandachtspunten voor de
accountantscontrole kan voorschrijven. Deze regels zijn opgenomen in het
Handboek Financiële Verantwoording Commissariaat voor de Media (Handboek). De
aandachtspunten voor de accountantscontrole zijn opgenomen in dit
controleprotocol.
De accountantscontrole van de jaarrekening van het
Commissariaat bestaat uit twee elementen:
De controle dient te worden uitgevoerd in overeenstemming
met de Controle- en overige standaarden (COS) zoals uitgegeven door het
Koninklijk NIVRA en de aanwijzingen zoals opgenomen in dit
controleprotocol.
Procedure
Omroepinstellingen zijn overeenkomstig artikel 2.171 en 2.172
van de Mediawet 2008 verplicht hun jaarrekening in te dienen bij het
Commissariaat. Deze jaarrekeningen zijn voorzien van een accountantsverklaring
omtrent de getrouwheid en de financiële rechtmatigheid. Het Commissariaat stelt
op grond van artikel 7.6 t/m 7.8 van de Mediawet 2008 vóór 1 september een
jaarrekening op waarin zijn opgenomen het beheer van de omroepgelden en de
apparaatskosten van het Commissariaat. Deze jaarrekening is voorzien van een
getrouwheids- en een rechtmatigheidsoordeel van de instellingsaccountant. De
basis voor het rechtmatigheidsoordeel bij het beheer van de omroepgelden zijn
de accountantsverklaringen die zijn afgegeven bij de jaarrekeningen van de
omroepinstellingen en de werkzaamheden van het Commissariaat inzake de toetsing
van de financiële rechtmatigheid van de besteding van omroepgelden. De
instellingsaccountant verstrekt zijn verklaring aan het College van het
Commissariaat. Deze dient ter verantwoording aan de minister van OCW. De
departementale accountant kan een review uitvoeren bij de
instellingsaccountant.
Het Commissariaat is belast met de jaarlijkse toetsing van de
financiële rechtmatigheid van de besteding van omroepgelden op basis van de
jaarrekeningen van de omroepinstellingen. De toetsing van de financiële
rechtmatigheid geschiedt door de afdeling Financieel Toezicht van het
Commissariaat. Een van de beheermaatregelen die ter beschikking staan van de
afdeling Financieel Toezicht is het reviewen van de accountantscontroles bij de
omroepinstellingen. Het doel van de review is het inzicht krijgen in de
kwaliteit en toereikendheid van de door de instellingsaccountants uitgevoerde
werkzaamheden. De uitkomsten van deze review gebruikt de accountant van het
Commissariaat voor de controle van de jaarrekening van het Commissariaat. Het
Commissariaat kan de reviewtaak uitbesteden aan een registeraccountant. De
reviews dienen uitgevoerd te worden op basis van een roulatiesysteem.
2. Reikwijdte accountantsonderzoek
Onderzoeksaanpak
De instellingsaccountant neemt in zijn controledossier een
risicoanalyse op, waarin expliciet rekening wordt gehouden met de
aandachtspunten van dit controleprotocol. Dit controledossier vormt de basis
voor een review die de departementale accountant kan uitvoeren. De
instellingsaccountant controleert de financiële rechtmatigheid van de besteding
van de omroepbijdragen en van de bijdrage in de kosten van het Commissariaat.
De op de financiële rechtmatigheid van toepassing zijnde wettelijke bepalingen
uit de Mediawet zijn hieronder aangegeven onder financiële transacties. Van de
instellingsaccountant wordt verwacht dat hij over de naleving van de
bepalingen, zoals hieronder opgenomen onder financiële beheershandelingen,
rapporteert in het verslag van bevindingen.
Financiële transacties | Financiële beheershandelingen |
|---|
8.8, lid 2, 2.151 t/m 2.153, 2.157 t/m 2.159, 2.166
t/m 2.168, 2.164,2.165, 2.157 lid 2 en 4 en 2.165 lid 2 en 3, 7.13
| 7.6, 7.7 en art 33 t/m 35 Kaderwet ZBO’s, art 18
Kaderwet ZBO’s (via artikel 7.2)
2.148 2e lid, 2.149, 2.162 2e
lid,2.171 t/m 2.173
|
NB
Het rechtmatigheidoordeel omvat alle geldstromen in de
jaarrekening, dus zowel die met betrekking tot het beheer van de omroepgelden
als de besteding van de gelden voor apparaatskosten van het Commissariaat.
Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid
De instellingsaccountant richt zijn controle zodanig in dat
hij met een betrouwbaarheid van 95% de uitspraak kan doen dat in de
verantwoording geen onjuistheden en onzekerheden voorkomen met een belang dat
groter is dan de voorgeschreven toleranties. Voor de strekking van de
accountantsverklaring gelden de volgende toleranties:
| | Onjuistheden (in de verantwoording) | Onzekerheden (in de controle) |
|---|
| | Beperking | Afkeuring | Beperking | Oordeelonthouding |
|---|
Rechtmatigheid | | | | |
|---|
(% van de totale uitgaven) | >1 en <3 | ->3 | >3 en<10 | =>10 |
|---|
| | | | | |
|---|
Getrouwheid | | | | |
|---|
a. Balans (% van de balanstelling) | >5 en <10 | =>10 | >5 en<10 | =>10 |
|---|
b. Exploitatierekening (% van de baten) | >2 en <5 | =>5 | >5 en <10 | =>10 |
|---|
In de verantwoording van het Commissariaat zijn zowel het
beheer van de omroepbijdragen als de gelden voor de apparaatskosten opgenomen.
De tolerantie geldt voor de geldstromen omroepbijdragen en apparaatskosten
afzonderlijk. De instellingsaccountant baseert zijn oordeel op de
accountantsverklaringen in de jaarrekeningen van de omroepinstellingen, de
beoordeling van de werkzaamheden van het Commissariaat inzake de toetsing van
de financiële rechtmatigheid van de besteding van omroepgelden en op eigen
onderzoek naar de apparaatskosten.
Voor het omgaan met geconstateerde fouten geldt de volgende
gedragslijn. Er wordt onderscheid gemaakt tussen fouten die wel en fouten die
geen invloed kunnen hebben op de financiële rechtmatigheid van de besteding van
de omroepbijdrage respectievelijk bijdrage in de apparaatskosten van het
Commissariaat. Geconstateerde fouten die wel invloed kunnen hebben, moeten voor
zover mogelijk door het Commissariaat worden gecorrigeerd. Hierbij is het niet
van belang of de tolerantiegrenzen worden overschreden. Voor het omgaan met
geconstateerde fouten die geen invloed hebben op de hoogte van de
omroepbijdrage van OCW, respectievelijk de bijdrage in de apparaatskosten van
het Commissariaat gelden de toleranties die in het schema staan. Het
Commissariaat dient deze fouten te corrigeren indien de tolerantiegrens wordt
overschreden. De accountant vermeldt alle fouten groter dan 0,1% van de lasten
die niet zijn gecorrigeerd in het verslag van bevindingen.
Normenkader
Het Commissariaat stelt de jaarrekening op in overeenstemming
met de richtlijnen die zijn opgenomen in het Handboek. De controle is gericht
op het vaststellen van de getrouwheid van de jaarrekening en op de rechtmatige
besteding van de bijdrage in de apparaatskosten van het Commissariaat en van
het rechtmatige beheer van de omroepgelden. Onder financiële rechtmatigheid
wordt verstaan dat alle financiële transacties, zowel bij het Commissariaat als
bij de gesubsidieerde omroepinstellingen, hebben plaatsgevonden binnen de
bepalingen die bij het wettelijk kader zijn weergegeven. Indien een financiële
transactie in strijd met het wettelijk kader heeft plaatsgevonden, dan dient de
instellingsaccountant het totale bedrag van de financiële transactie als een
fout in de verantwoording aan te merken. Het totaal aan rechtmatigheidsfouten
dient de instellingsaccountant te betrekken bij het
rechtmatigheidsoordeel.
3. Rapportages accountantsonderzoek
Accountantsverklaring
De accountantsverklaring bevat zowel een getrouwheids- als
een rechtmatigheidoordeel over de besteding van de bijdrage in de kosten van
het Commissariaat en van het rechtmatige beheer van de omroepgelden. De
instellingsaccountant hanteert daarbij het model dat bij dit controleprotocol
is gevoegd (Accountantsverklaring bij de jaarrekening). De
instellingsaccountant waarmerkt de jaarrekening.
Verslag van bevindingen
De instellingsaccountant stelt voor het Commissariaat een
verslag van bevindingen op. In het verslag van bevindingen rapporteert de
instellingsaccountant tenminste over de financiële beheershandelingen en over
niet door de instelling gecorrigeerde fouten.
Aan: Opdrachtgever
Accountantsverklaring bij de jaarrekening
Afgegeven ten behoeve van het Ministerie van
Onderwijs Cultuur en Wetenschap
Verklaring betreffende de jaarrekening
Wij hebben de (in dit verslag/rapport opgenomen)
jaarrekening 2..... van het Commissariaat voor de Media te Hilversum, bestaande
uit de balans per ..... 2....., het kasstroomoverzicht 2..... en de
exploitatierekening over 2..... met de toelichting gecontroleerd.
Verantwoordelijkheid van het bestuur
Het College van het Commissariaat is
verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en
resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het
jaarverslag, beide in overeenstemming met de Regeling vaststelling Handboek
Financiële Verantwoording Commissariaat voor de Media.
Tevens is het College van het Commissariaat
verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening
verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in
overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving
opgenomen bepalingen.
Deze verantwoordelijkheden omvatten onder meer: het
ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem
relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van
vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang
als gevolg van fraude of fouten bevat en voor de naleving van de relevante wet-
en regelgeving, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor
financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven
omstandigheden redelijk zijn.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een
oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel
7.7 2e lid van de Mediawet 2008. Wij hebben onze controle verricht
in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder het controleprotocol van de
Regeling vaststelling Handboek Financiële Verantwoording Commissariaat voor de
Media. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons
geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en
uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de
jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden
ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in
de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van
de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn
beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van
fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor
het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en
resultaat alsmede het voor de naleving van de betreffende wet en regelgeving
relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen
maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat
zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit
van het interne beheersingssysteem van de instelling. Tevens omvat een controle
onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen
voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het
bestuur van de instelling heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele
beeld van de jaarrekening.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen
controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Oordeel
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw
beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van het Commissariaat
voor de Media per 2..... en van het resultaat over 2..... in overeenstemming
met de Regeling vaststelling Handboek Financiële Verantwoording Commissariaat
voor de Media.
Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze
jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2..... voldoen
aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in
overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen
bepalingen, zoals die in het controleprotocol van de Regeling vaststelling
Handboek Financiële Verantwoording Commissariaat voor de Media zijn
vermeld.
Verklaring betreffende andere wettelijke
voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties
Verder melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij
dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.
Voorts merken wij op dat niet is voldaan aan de
wettelijke verplichting tot vermelding van de informatie over topinkomens
(artikel 6 van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde
topinkomens)1.
Plaats, datum
Naam accountantsorganisatie
Naam externe accountant en ondertekening met die
naam
TOELICHTING
In artikel 7.8 van de Mediawet 2008 is bepaald dat de Minister van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap regels kan stellen over de inrichting van de
begroting, het financieel verslag (de jaarrekening) en de aandachtspunten voor
de accountantscontrole van het Commissariaat voor de Media.
Bij de Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
van 26 februari 2009, nr. WJZ/101187 (8248), houdende vaststelling Handboek
financiële verantwoording Commissariaat voor de Media 2008, voor de
verantwoording over 2008 is het huidige Handboek Financiële Verantwoording
Commissariaat voor de Media vastgesteld.
Het Handboek is aangepast aan de nieuwe Mediawet 2008, waarbij de
nummering en deels ook de inhoud van de wetsartikelen en de terminologie is
gewijzigd.
In artikel 3 wordt aan de regeling terugwerkende kracht toegekend tot
en met 1 januari 2009, omdat het Handboek betrekking heeft op het gehele
boekjaar 2009. De terugwerkende kracht is niet belastend omdat de handboeken
slechts technisch zijn aangepast en het Commissariaat bij de aanpassingen
betrokken is geweest en hier mede invulling aan heeft gegeven.
De Minister van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H.A. Plasterk.