Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 19 augustus 2009, nr. CZW/WVOB 2009-0000414307, tot wijziging van het Besluit bezoldiging politie, de Regeling bijzondere ontslaguitkering politie en de Tijdelijke regeling nachtdienstontheffing politie en tot de toekenning van bijzondere uitkeringen in de jaren 2008, 2009 en 2010, in verband met het Akkoord Arbeidsvoorwaarden sector Politie 2008–2010

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 88, achtste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie en de artikelen 21, tweede lid, 25a en 50a van het Besluit bezoldiging politie;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Besluit bezoldiging politie wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3a, eerste lid, wordt ‘€ 73,15’ vervangen door: € 75,71.

B

In artikel 23, tweede lid, wordt ‘€ 130,68’ vervangen door: € 135,25.

C

In artikel 25b, tweede lid, wordt ‘€ 130,68’ vervangen door: € 135,25.

D

In artikel 29, derde lid, wordt ‘€ 26,86’ vervangen door: € 27,80.

E

De bijlagen I, II en III worden vervangen door de bijlagen I, II en III, zoals opgenomen in bijlage A bij deze regeling.

ARTIKEL II

Het Besluit bezoldiging politie wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3a, eerste lid, wordt ‘€ 75,71’ vervangen door: € 78,21.

B

In artikel 23, tweede lid, wordt ‘€ 135,25’ vervangen door: € 139,71.

C

In artikel 25b, tweede lid, wordt ‘€ 135,25’ vervangen door: € 139,71.

D

In artikel 29, derde lid, wordt ‘€ 27,80’ vervangen door: € 28,72.

E

De bijlagen I, II en III worden vervangen door de bijlagen I, II en III, zoals opgenomen in bijlage B bij deze regeling.

ARTIKEL III

Het Besluit bezoldiging politie wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3a, eerste lid, wordt € 78,21 vervangen door: € 80,75.

B

In artikel 23, tweede lid, wordt ‘€ 139,71’ vervangen door: € 144,25.

C

In artikel 25b, tweede lid, wordt ‘€ 139,71’ vervangen door: € 144,25.

D

In artikel 29, derde lid, wordt ‘€ 28,72’ vervangen door: € 29,65.

E

De bijlagen I, II en III worden vervangen door de bijlagen I, II en III, zoals opgenomen in bijlage C bij deze regeling.

ARTIKEL IV

  • 1. Aan de ambtenaar, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van het Besluit bezoldiging politie, wordt in het jaar 2008 maandelijks een uitkering toegekend van € 100,– en in het jaar 2009 een uitkering van maandelijks € 50,–.

  • 2. Het in het eerste lid genoemde bedrag wordt voor de ambtenaar met een andere betrekking dan een volledige betrekking naar evenredigheid vastgesteld met een maximum per maand van € 100,– in 2008 en € 50,– in 2009.

  • 3. De uitkering, bedoeld in het eerste of tweede lid, wordt verminderd met 20%, indien aan de ambtenaar non-activiteit is verleend op grond van artikel 13b van het Besluit algemene rechtspositie politie.

  • 4. Bij beëindiging of aanvang van een dienstverband in de loop van een kalendermaand heeft de ambtenaar aanspraak op de gehele uitkering voor die maand.

  • 5. De uitkering behoort niet tot de bezoldiging, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel v, van het Besluit bezoldiging politie.

ARTIKEL V

  • 1. Aan de ambtenaar, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van het Besluit bezoldiging politie, in dienst op 1 juli 2008, en op dat moment ingedeeld in een salarisschaal lager dan salarisschaal 10 van bijlage I van het Besluit bezoldiging politie, wordt in juli 2008 een eenmalige uitkering toegekend van € 1200,–.

  • 2. Aan de ambtenaar, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van het Besluit bezoldiging politie, in dienst op 1 juli 2009 en op dat moment ingedeeld in een salarisschaal lager dan salarisschaal 10 van bijlage I van het Besluit bezoldiging politie, wordt in juli 2009 een eenmalige uitkering toegekend van € 600,–.

  • 3. De eenmalige uitkering, bedoeld in het eerste en tweede lid, behoort niet tot de bezoldiging, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel v, van het Besluit bezoldiging politie.

ARTIKEL VI

De Regeling bijzondere ontslaguitkering politie wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4a

  • 1. Aan de betrokkene wordt in het jaar 2008 en het jaar 2009 maandelijks een uitkering toegekend van € 100,– in 2008 en € 50,– in 2009 vermenigvuldigd met het voor de betrokkene geldende percentage van de uitkering, bedoeld in artikel 4, eerste lid.

  • 2. Het in het eerste lid genoemde bedrag van € 100,– en € 50,– wordt voor de betrokkene, die voorafgaand aan zijn ontslag een andere betrekking had dan een volledige betrekking naar evenredigheid vastgesteld met een maximum per maand van € 100,– in 2008 en € 50,– in 2009.

B

Artikel 4a vervalt.

ARTIKEL VII

  • 1. Het bevoegd gezag, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder j, van het Besluit bezoldiging politie verstrekt de ambtenaar, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, c, d en e, van het Besluit bezoldiging politie, die als ouder of pleegouder in een familierechtelijke betrekking staat tot een of meer studerende kinderen, gedurende de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2010 op diens aanvraag een tegemoetkoming van € 69,– per maand per studerend kind.

  • 2. Onder studerend kind, bedoeld in het eerste lid, wordt verstaan:

    • a. Een kind, daaronder begrepen, pleegkind of aangehuwd kind dat de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, en

    • b. is ingeschreven bij een door het Ministerie van OCW erkende onderwijsinstelling, en

    • c. aanspraak heeft op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 of een tegemoetkoming op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten, dan wel een tegemoetkoming of aanspraak in verband met het volgen van onderwijs op grond van een andere wet.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde aanspraak is van overeenkomstige toepassing op gewezen ambtenaren, voor zover aanspraak bestaat op een uitkering wegens werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, pensioen of functioneel leeftijdsontslag. De aanvraag wordt ingediend bij het voormalig bevoegd gezag.

  • 4. Het recht op de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, begint op 1 januari 2008 voor zover het studerende kind de leeftijd van 18 jaar op dat moment heeft bereikt, dan wel met ingang van de maand volgend op de datum waarop het studerend kind in de in het eerste lid genoemde periode de leeftijd van 18 jaar bereikt, en eindigt in de eerstvolgende maand na uitschrijving van het kind bij de in het tweede lid, onder b bedoelde onderwijsinstelling, dan wel met ingang van 1 januari 2011.

  • 5. Het bevoegd gezag kan besluiten de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, ten dele toe te kennen indien beide ouders of pleegouders ambtenaar zijn als bedoeld in het eerste lid en beide een aanvraag met betrekking tot het zelfde studerende kind hebben ingediend voor een tegemoetkoming.

ARTIKEL VIII

De Tijdelijke regeling nachtdienstontheffing politie wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3 wordt ‘€ 2,01 respectievelijk € 0,51’ vervangen door: € 2,08 respectievelijk € 0,53.

B

In artikel 3 wordt ‘€ 2,08 respectievelijk € 0,53’ vervangen door: € 2,15 respectievelijk € 0,55.

C

In artikel 3 wordt ‘€ 2,15 respectievelijk € 0,55’ vervangen door: € 2,22 respectievelijk € 0,56.

ARTIKEL IX

  • 1. Artikel VI, onderdeel A, van deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2008.

  • 2. De artikelen IV, V en VII van deze regeling treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, werken terug tot en met 1 januari 2008 en vervallen met ingang van 1 januari 2011.

  • 3. De artikelen I en VIII, onderdeel A, van deze regeling treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werken terug tot en met 1 februari 2008.

  • 4. De artikelen II en VIII, onderdeel B, van deze regeling treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werken terug tot en met 1 januari 2009.

  • 5. De artikelen III, VI, onderdeel B, en VIII, onderdeel C, van deze regeling treden in werking met ingang van 1 januari 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst.

BIJLAGE A BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL E

Bijlage I bij het Besluit bezoldiging politie, salaristabellen van politieambtenaren per 1 februari 2008 (in euro per maand)

stcrt-2009-13045-001.png

Bijlage II bij het Besluit bezoldiging politie, salaristabellen van aspiranten per 1 februari 2008 (in euro per maand)

stcrt-2009-13045-002.png

Bijlage III bij het Besluit bezoldiging politie, garantiebedragen conform artikel 3, zevende lid, per 1 februari 2008 (in euro per maand)

stcrt-2009-13045-003.png

BIJLAGE B BIJ ARTIKEL II, ONDERDEEL E

Bijlage I bij het Besluit bezoldiging politie, salaristabellen van politieambtenaren per 1 januari 2009 (in euro per maand)

stcrt-2009-13045-004.png

Bijlage II bij het Besluit bezoldiging politie, salaristabellen van aspiranten per 1 januari 2009 (in euro per maand)

stcrt-2009-13045-005.png

Bijlage III bij het Besluit bezoldiging politie, garantiebedragen conform artikel 3, zevende lid, per 1 januari 2009 (in euro per maand)

stcrt-2009-13045-006.png

BIJLAGE C BIJ ARTIKEL III, ONDERDEEL E

Bijlage I bij het Besluit bezoldiging politie, salaristabellen van politieambtenaren per 1 januari 2010 (in euro per maand)

stcrt-2009-13045-007.png

Bijlage II bij het Besluit bezoldiging politie, salaristabellen van aspiranten per 1 januari 2010 (in euro per maand)

stcrt-2009-13045-008.png

Bijlage III bij het Besluit bezoldiging politie, garantiebedragen conform artikel 3, zevende lid, per 1 januari 2010 (in euro per maand)

stcrt-2009-13045-009.png

TOELICHTING

Algemeen

Op 27 mei 2008 is het Akkoord Arbeidsvoorwaarden sector Politie voor de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2010 (verder te noemen akkoord) gesloten. In dit akkoord is een aantal maatregelen overeengekomen leidende tot tijdelijke of eenmalige uitkeringen en enkele wijzigingen in het Besluit bezoldiging politie, de Regeling bijzondere ontslaguitkering politie en de Tijdelijke regeling nachtdienstontheffing politie.

Artikelsgewijs

Artikelen I, II, III en VIII

De artikelen I, II, III en VIII strekken tot formalisering van de in het akkoord neergelegde afspraken over de verhoging van het salaris met 3,5% met ingang van 1 februari 2008, 3,30% met ingang van 1 januari 2009 en 3,25% met ingang van 1 januari 2010 en de wijziging van enkele toelagen en vergoedingen per genoemde data.

Artikel IV

In het akkoord is overeengekomen dat iedere politieambtenaar in aanmerking komt voor een tijdelijke uitkering van € 100,– per maand voor de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2008. De hoogte van deze maandelijkse uitkering is afhankelijk van de betrekkingsomvang van de ambtenaar, met uitzondering van ambtenaren met betrekkingsomvang boven een volledige betrekkingsomvang van 36 uur per week, zij ontvangen ook maximaal een uitkering van € 100,–. Voor het jaar 2009 geldt een maandelijkse uitkering van € 50,– per maand.

Artikel V

De politieambtenaar, ingedeeld in een salarisschaal lager dan salarisschaal 10 en die op 1 juli 2008 in dienst is, komt in aanmerking voor de eenmalige uitkering van € 1200,–. Aangezien op grond van artikel 50, tweede lid, van het Besluit bezoldiging politie, onder andere artikel 25a van dat besluit niet van toepassing is op de vakantiewerker, heeft de vakantiewerker geen aanspraak op deze eenmalige uitkering.die op artikel 25a is gebaseerd.

Voor ambtenaren, die aanspraak hebben op deze uitkering, bedraagt de eenmalige uitkering in alle gevallen € 1200,– . De eenmalige uitkering in 2009 bedraagt € 600,–.

Artikel VI

In het akkoord is overeengekomen dat ambtenaren met AFUP-ontslag onder FLO-polisvoorwaarden ook in aanmerking komen voor de maandelijkse uitkering van € 100,– per maand in 2008 en de maandelijkse uitkering van € 50,– per maand in 2009. Voor deze groep gewezen ambtenaren is hoogte van deze maandelijkse uitkering ook afhankelijk van het voor hen geldende uitkeringspercentage van de FLO-uitkering. Bijvoorbeeld de ambtenaar, die voorafgaand aan zijn FLO-ontslag een betrekkingsomvang had van 32 uur per week en uitkering ontvangt van 82% van zijn laatstverdiende bezoldiging, ontvangt in 2008 een uitkering van € 72,89 per maand (82% maal € 100,– = € 82,–; 32/36 maal € 82,– = € 72,89).

Artikel VII

De (gewezen) politieambtenaar met studerende kinderen van 18 jaar of ouder komt vanaf 1 januari 2008 tot en met 31 december 2010 in aanmerking voor een tijdelijke tegemoetkoming in de premie van de ziektekostenverzekering van € 69,– bruto per maand per kind. Deze maandelijkse toelage wordt voor het laatst verstrekt in december 2010. Onder studerende kinderen worden verstaan kinderen (inbegrepen pleegkinderen of aangehuwde kinderen) die:

  • per 1 januari 2008 18 jaar of ouder zijn of in de loop van 2008, 2009 en 2010 de leeftijd van 18 jaar bereiken én

  • zijn ingeschreven bij een door het Ministerie van OCW erkende onderwijsinstelling, én

  • aanspraak hebben op studiefinanciering op grond van de wet studiefinanciering 2000 of een tegemoetkoming op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten, dan wel aanspraak op basis van een andere Nederlandse onderwijswet.

Per kind wordt slechts één tijdelijke tegemoetkoming verstrekt.

Met de politieambtenaar wordt bedoeld de politieambtenaar in artikel 1, eerste lid onder b, c, d en e van het Besluit bezoldiging Politie (Bbp). Hier vallen dus ook onder: de ambtenaar die ongeschikt is tot het verrichten van arbeid wegens ziekte (artikel 38 Bbp), de gedeeltelijk arbeidsongeschikten, de ambtenaar die op grond van artikel 41 van het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp) ouderschapsverlof geniet, de ambtenaar die gebruik maakt van de regeling met betrekking tot partiële uittreding (RPU) op grond van artikel 13a van het Barp, de ambtenaar die gebruik maakt van tussentijds verlof en eindeloopbaanverlof in het kader van de levensloopregeling en de ambtenaar die ingevolge artikel 13b van het Barp gebruik maakt van de tijdelijke ouderenregeling.

Ook de inactieve en postactieve politieambtenaar komt voor deze tijdelijke tegemoetkoming in aanmerking. Onder deze doelgroep vallen onder meer de gewezen politieambtenaar die een wachtgeld/werkloosheidsuitkering dan wel een uitkering wegens functioneel leeftijdsontslag geniet en gepensioneerden.

Als het kind gedurende de looptijd van dit akkoord de leeftijd van 18 jaar bereikt, wordt in de eerstvolgende maand na de verjaardag de tegemoetkoming voor het eerst betaald, mits de aanvraag tijdig is ingediend. Deze tijdelijke tegemoetkoming stopt in de eerstvolgende maand na uitschrijving van het kind bij een door het Ministerie van OCW erkende onderwijsinstelling, en uiterlijk met ingang van 1 januari 2011.

Artikel IX

De data van inwerkingtreding zijn bij de verschillende artikelen toegelicht. De artikelen IV, V en VII bevatten geen wijzigingen van andere regelingen. Om te voorkomen dat deze tijdelijk werkende bepalingen eeuwig blijven gelden, wordt voorzien in de intrekking ervan in het tweede lid.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst.

Naar boven