Begrenzing visserijcapaciteit nationale staandwantvloot kleiner dan 10 meter

24 augustus 2009

Nr. 17603

De afgelopen jaren is de staandwantvisserij in Nederland fors in omvang toegenomen doordat er vaartuigen zijn overgeschakeld op staandwantvisserij en de totale lengte van door de vaartuigen gebruikte netten is toegenomen. Op Europees niveau zijn de afgelopen jaren, in verschillende beheer- en herstelpannen, ondermeer voor kabeljauw, tong en schol, maatregelen getroffen om de visserijinspanning van vaartuigen boven de 10 meter nader te reguleren. Op grond van annex IIa van de TAC en Quotum verordening (verordening (EG) nr. 43/2009) geldt voor deze vaartuigen een beperkte beschikbaarheid van zeedagen.

Op dit moment is de visserijinspanning van de staandwantvloot kleiner dan 10 meter niet direct begrensd. Het is echter aannemelijk dat de visserijinspanning van de staandwantvloot kleiner dan 10 meter zonder ingrijpen zal blijven toenemen.

Met het oog op duurzaam beheer van de visbestanden is het op grond van de voorzorgsaanpak, één van de uitgangspunten van het GVB, van belang er voor te zorgen dat de visserijinspanning van de staandwantvloot niet verder kan toenemen. Er moet ernstig rekening mee worden gehouden dat de visbestanden, als gevolg van de verdere toename van de visserijinspanning van de standwantvloot kleiner dan 10 meter, in de toekomst steeds meer onder druk komen te staan.

Thans moeten maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat, als gevolg van verdere toename van de visserijinspanning van de staandwantvloot, in de toekomst verdergaande maatregelen moeten worden getroffen om de effecten van de toename op de visbestanden ongedaan te maken.

Maatregelen

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft besloten over te gaan tot een begrenzing voor de nationale staandwantvloot kleiner dan 10 meter. Met ingang van 1 januari 2010 wordt er een zeedagen regime ingevoerd voor staandwantvisserij door Nederlandse vissersvaartuigen kleiner dan 10 meter. Op basis van gerealiseerde visserijinspanning in de jaren 2006, 2007 en 2008 zal het jaar met het hoogste aantal gerealiseerde kiloWatt-dagen (kW-dagen) als kW plafond gaan gelden voor de staandwantvloot kleiner dan 10 meter. De toegang tot deze zeedagen zal worden beperkt tot:

  • vissersvaartuigen kleiner dan 10 meter;

  • die in het bezit zijn van een Europese visvergunning, en

  • die in de periode van 1 januari 2006 tot het moment van publicatie van deze bekendmaking op enig moment gebruik hebben gemaakt van staandwantvistuig, of

  • die op het moment van publicatie van deze bekendmaking reeds aantoonbare investeringen hebben gedaan ten behoeve van het overschakelen op staandwantvisserij.

Vanaf 1 januari 2010 is het voor vaartuigen kleiner dan 10 meter alleen toegestaan om met staandwantvistuig te vissen indien zij een vermelding staandwant op hun Europese visvergunning hebben staan, voor andere vaartuigen onder 10 meter wordt de staandwantvisserij vanaf dat moment verboden.

De stand still gaat per direct in om te voorkomen dat vergunninghouders die thans niet met staandwantvistuig vissen in de tussenliggende periode overschakelen op staandwantvisserij, waarmee de maximale omvang van de staandwantvisserij verder zou toenemen.

Tot 1 januari 2010 zullen er geen consequenties worden verbonden aan het vissen met staandwantvistuig zonder vermelding van staandwantvistuig op de visvergunning.

De in deze publicatie aangekondigde maatregel is niet van toepassing op de staandwantvisserij in de kustwateren en het zeegebied als bedoeld in de artikelen 1 en 2 van het Besluit aanwijzing zeegebied en kustwateren 1970. De staandwantvisserij in deze gebieden wordt, zoals beschreven in het beleidsvoornemen ‘Vast en zeker’ van 1 juli 2002, gereguleerd door de artikelen 12, 36 en 51 van de Uitvoeringsregeling Visserij.

Naar boven