stcrt-2009-12470-001.png Gedeeltelijk goedgekeurd bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Velsen-Noord’

Burgemeester en Wethouders van Velsen maken ter voldoening aan het bepaalde in artikel 28, lid 6 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bekend, dat Gedeputeerde Staten van Noord-Holland bij besluit van 7 juli 2009, verzonden op 7 juli 2009, gedeeltelijk goedkeuring hebben verleend aan het door de gemeenteraad van Velsen op 13 november 2008 gewijzigd vastgestelde bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Velsen-Noord’ met daarbij behorende plankaarten en voorschriften, met uitzondering van de grens van het gezoneerde industrieterrein ter plaatse van het westelijk schiereiland (Velserkom) en de zinsnede zoals genoemd in artikel 4.1 sub a van de planvoorschriften ‘dit met uitzondering van inrichtingen als bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit Wet milieubeheer’.

Het plan heeft betrekking op de bedrijventerreinen rond de woonkern Velsen-Noord. Het plangebied wordt globaal begrensd door het Noordzeekanaal, het Corusterrein, de woonkern Velsen-Noord en de gemeentegrens.

Het besluit van Gedeputeerde Staten alsmede het gedeeltelijk goedgekeurde bestemmingsplan liggen met ingang van 21 augustus 2009 gedurende zes weken ter visie. De desbetreffende stukken zijn op werkdagen voor eenieder in te zien bij de receptie in het stadhuis, Dudokplein 1 te IJmuiden van 09.00 tot 16.00 uur en op donderdagavond van 18.00 tot 20.00 uur en gedurende de gebruikelijke openingstijden bij de centrale bibliotheek te IJmuiden.

Krachtens artikel 56 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening kan tegen het besluit van Gedeputeerde Staten inzake goedkeuring bij de Afdeling bestuursrecht van de Raad van State beroep worden ingesteld door belanghebbenden die tijdig op grond van artikel 27, lid 1 of 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bedenkingen bij Gedeputeerde Staten hebben ingediend. Dit recht van beroep komt ook toe aan een belanghebbende die aantoont dat hij redelijkerwijs niet in staat is geweest zich overeenkomstig laatstgenoemde bepaling tot Gedeputeerde Staten te wenden. Voor zover een besluit van Gedeputeerde Staten strekt tot onthouding van goedkeuring kan alleen een belanghebbende in beroep komen.

De termijn voor het indienen van beroep bedraagt zes weken en vangt aan op de begindatum van de tervisieligging. Hiervoor is een griffierecht verschuldigd. Het beroepschrift dient in tweevoud te worden gezonden aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA ’s-Gravenhage.

Ingevolge artikel 28, lid 7 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening treedt het besluit van Gedeputeerde Staten inwerking daags na afloop van de hierboven genoemde beroepstermijn. Indien binnen deze beroepstermijn tevens een verzoek om voorlopige voorziening bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State wordt ingediend, treedt het besluit niet in werking, voordat op dat verzoek is beslist.

Naar boven