Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat houdende bepalingen met betrekking tot de verstrekking van subsidies ten behoeve van het aanbieden van internet in de trein (Tijdelijke subsidieregeling internet in de trein)

12 augustus 2009

Nr. CEND/HDJZ-2009/936 sector S&W

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 3 en 4 van de Kaderwet subsidies Verkeer en Waterstaat;

Besluit:

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. minister:

Minister van Verkeer en Waterstaat;

b. vervoerder:

onderneming die op basis van artikel 20 van de Wet personenvervoer 2000 een concessie heeft voor het verrichten van openbaar personenvervoer per trein.

Artikel 2. Voor subsidie in aanmerking komende projecten

De minister kan op aanvraag een subsidie verlenen aan een vervoerder als bijdrage aan de realisatie van gratis aanbod van internet in de trein.

Artikel 3. Maximale duur

Een subsidie kan worden verleend voor een periode van maximaal drie jaar.

Artikel 4. Beschikbaar bedrag

Het subsidieplafond van deze regeling bedraagt 15 miljoen euro.

Artikel 5. Vereisten subsidieaanvraag

  • 1. De aanvraag tot subsidieverlening wordt schriftelijk ingediend vóór 1 september 2009.

  • 2. Bij de aanvraag worden gegevens en bescheiden verstrekt betreffende:

    • a. een beschrijving van het project en de verschillende kostenposten;

    • b. het aantal treinstellen waarin gratis internet zal worden aangeboden en het aantal zitplaatsen in die rijtuigen;

    • c. de kwaliteit van de gratis internetvoorzieningen waarvoor subsidie wordt gevraagd;

    • d. een inschatting van het aantal reizigers dat gebruik zal maken van de voorzieningen waarvoor subsidie wordt gevraagd;

    • e. de geschatte kosten (gespecificeerd per kostenpost);

    • f. de geschatte opbrengsten die het project oplevert (gespecificeerd per opbrengstenpost);

    • g. de fasering van de uitvoering van het project.

  • 3. In de aanvraag kan maximaal het in artikel 4 genoemde bedrag gevraagd worden.

  • 4. De fasering van de uitvoering van het project is zodanig dat de eerste reizigers uiterlijk een half jaar na de subsidieverlening gebruik kunnen maken van internet in de trein.

  • 5. De aanvraag wordt ondertekend door een daartoe bevoegde c.q. gemandateerde functionaris van de aanvrager.

Artikel 6. In aanmerking komende kosten en opbrengsten

  • 1. Als subsidiabele kosten komen uitsluitend in aanmerking de door de subsidieontvanger gemaakte en betaalde kosten, noodzakelijk om internet in de trein te realiseren en gratis aan te bieden aan reizigers.

  • 2. De subsidie bedraagt niet meer dan het saldo van de aan het project gerelateerde kosten en opbrengsten.

  • 3. Indien de subsidieontvanger de technische systemen die aangelegd worden ten behoeve van internet in de trein ook gebruikt voor andere diensten of toepassingen, worden de opbrengsten van deze diensten of toepassingen in mindering gebracht op de in het eerste lid genoemde kosten. De eventuele opbrengsten van deze andere diensten of toepassingen worden verrekend met de subsidie.

Artikel 7. Verdeling van het beschikbare bedrag

  • 1. De minister verdeelt de beschikbare subsidie over de aanvragen die voldoen aan artikel 5.

  • 2. Bij die verdeling houdt de minister rekening met het aantal reizigers dat ervan profiteert.

  • 3. De minister beslist uiterlijk binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 8. Weigeringsgronden

De minister kan de subsidie weigeren, indien deze niet voldoet aan artikel 5 of aan de Algemene wet bestuursrecht, of indien de op grond van artikel 5 verstrekte informatie niet realistisch dan wel niet betrouwbaar wordt geacht.

Artikel 9. Voorschotten

  • 1. De minister verleent jaarlijks een voorschot.

  • 2. Het eerste voorschot verleent de minister binnen zes weken na de verlening van de subsidie.

Artikel 10. Tussentijdse verantwoording

De subsidieontvanger dient elk jaar vóór 1 april een verantwoording in over de besteding van de subsidie in het voorafgaande kalenderjaar. Als uit de verantwoording blijkt dat voor de subsidieontvanger in de onderhavige periode het saldo van kosten en opbrengsten van het project groter is dan het verleende voorschot, verleent de minister binnen zes weken een extra voorschot ter grootte van het saldo van tekort en voorschot. Voor het laatste jaar van de subsidieperiode geldt, in plaats van dit artikel, artikel 11.

Artikel 11. Subsidievaststelling

  • 1. De subsidieontvanger dient binnen 13 weken na het einde van de subsidie-periode een aanvraag tot subsidievaststelling in.

  • 2. De aanvraag tot subsidievaststelling gaat vergezeld van:

    • a. een verantwoording in hoeverre het project is uitgevoerd conform de beschrijving in de subsidie-aanvraag, met een toelichting van eventuele verschillen;

    • b. de daadwerkelijke gespecificeerde kosten;

    • c. de daadwerkelijke gespecificeerde opbrengsten;

    • d. een accountantsverklaring over de gehele subsidieperiode.

  • 3. De minister neemt binnen acht weken na ontvangst een beslissing op de aanvraag tot subsidievaststelling.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 november 2009, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn verleend.

Artikel 13. Titel regeling

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke subsidieregeling internet in de trein.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings.

TOELICHTING

Algemeen

Het kabinetsbeleid is erop gericht het openbaar vervoer een aantrekkelijk alternatief te laten zijn voor de auto. Daarbij is onder meer van belang dat de kwaliteit van het openbaar vervoer tegemoet komt aan de wensen van de reizigers. In deze moderne tijd is een onderdeel van die kwaliteit de beschikbaarheid van internet als je langere tijd in het openbaar vervoer zit. Daarom stelt het kabinet via deze regeling een bedrag van € 15 miljoen beschikbaar aan vervoerders om in de trein gratis internet aan reizigers aan te bieden en de daarvoor benodigde voorzieningen te realiseren. Deze regeling geeft vervoerders de gelegenheid om een bijdrage te ontvangen in de onrendabele kosten van een dergelijk internetaanbod voor een periode van maximaal drie jaar.

Verschillende bedrijven zijn zelf al bezig met het onderzoeken, voorbereiden of realiseren van internetvoorzieningen in de trein. Deze regeling is bedoeld om te bewerkstelligen dat het gebruik voor de reizigers gratis is. Daarnaast is het de bedoeling van deze regeling om door het verlenen van een subsidie voor onrendabele kosten te stimuleren dat projecten zo snel mogelijk worden uitgevoerd en dat internet in zo veel mogelijk treinstellen en daarmee voor zo veel mogelijk reizigers beschikbaar komt. Uiteraard kan er geen subsidie worden gevraagd voor werkzaamheden die al uitgevoerd zijn of verplichtingen die al zijn aangegaan, maar wel voor het aanpassen van een lopend project om het te laten aansluiten bij het doel van deze regeling.

Administratieve lasten

Voor het toedelen van de in de VenW-begroting gereserveerde middelen is er geen alternatief voor een subsidieregeling.

Er zijn aan deze regeling geen administratieve lasten voor burgers verbonden.

Met betrekking tot de administratieve lasten die voor de aanvragers (bedrijven) met het aanvragen, ontvangen en vaststellen van de subsidie gepaard gaan, geldt het navolgende.

Er is naar gestreefd om de administratieve lasten van deze regeling voor de aanvrager(s) zo veel mogelijk te beperken. De enige administratieve lasten die de regeling met zich meebrengt zijn een subsidieaanvraag, een jaarlijkse verantwoording (inhoudelijk en financieel) en een verzoek tot subsidievaststelling met accountantsverklaring conform een controleprotocol dat bij de individuele subsidiebeschikkingen gevoegd zal worden. Deze verplichtingen zijn noodzakelijk voor adequaat toezicht op de besteding van publieke middelen en op de voortgang van het project.

Hierbij is van belang dat verschillende bedrijven zelf al bezig zijn met het onderzoeken, voorbereiden of realiseren van internetvoorzieningen in de trein. Een deel van de gegevens die nodig zijn voor een subsidieaanvraag zijn bij die bedrijven dus al zonder extra kosten beschikbaar.

In de fase voorafgaand aan de indiening van een aanvraag heeft de aanvrager te maken met het bekend raken met de onderhavige subsidieregeling, de procedure van aanvragen en de vereisten aan de aanvraag. Voor het doen van een aanvraag moet de aanvrager een projectplan en een financiële begroting opstellen.

Vervolgens is er een beheerfase. Deze fase begint wanneer de aanvrager een beschikking tot subsidieverlening heeft ontvangen. Vanaf dat moment ontvangen aanvragers jaarlijks een voorschot. Hieraan zijn voor de aanvrager geen administratieve lasten verbonden.

Bij de afronding van het project moet de aanvrager een verzoek om vaststelling van de subsidie indienen met een inhoudelijke en financiële verantwoording over het gehele project en de gehele subsidieperiode. Hierbij is een accountantsverklaring vereist.

Op basis van het kostenmodel is een berekening gemaakt van de administratieve lasten voor de aanvrager die voortvloeien uit deze subsidieregeling. Er zijn 5 vervoerders die in aanmerking komen, dus maximaal 5 vervoerders die een aanvraag kunnen doen. Uit de berekening blijkt dat het totale percentage administratieve lasten ten opzichte van het totale beschikbare subsidiebudget 0,31% bedraagt. Dit komt neer op een bedrag van € 46.246,– op het totale subsidiebudget van € 15.000.000,–. Dit bedrag bestaat uit € 8.156,– aan kosten in de aanvraagfase, € 8.640,– aan kosten in de beheerfase, € 28.370,– aan kosten in de vaststellingsfase van het subsidieproject, en € 1.080,– aan administratieve lasten voor eventuele bezwaar- en beroepzaken.

Dit besluit is ter toetsing voorgelegd aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal). Het College heeft besloten het dossier niet te selecteren voor een Actaltoets, dit gegeven de selectiecriteria van Actal en het feit dat de administratieve lasten in beeld zijn gebracht en zijn vermeld in de toelichting.

Artikelsgewijs

Artikel 2

Het doel van de subsidie is om het openbaar vervoer per trein aantrekkelijker te maken door het aanbod van internet in de treinen te verhogen en de gebruiker, namelijk de reiziger, hiervan gratis te laten profiteren. De vervoerders kunnen derhalve een bijdrage aanvragen in de kosten van alles wat nodig is om deze dienst aan te bieden.

Artikel 3

Dit betekent dat zowel de kosten van inbouw als de kosten van het gratis aanbieden van internet maximaal drie jaar lang in aanmerking komen voor subsidie. Daarna kan de aanvrager besluiten om de dienst voor eigen rekening voort te zetten.

Artikel 5

In de aanvraag beschrijft de aanvrager wat hij precies gaat realiseren en hoe. Daar hoort ook een beschrijving bij van de kwaliteit van de internetverbinding voor de reizigers, bijvoorbeeld de snelheid. Dit alles met een onderbouwing op basis waarvan de minister kan beoordelen of de aanvraag reëel is.

De aanvraag bevat ook een fasering van de werkzaamheden en de betalingen die de aanvrager verwacht te moeten doen. Dit laatste ten behoeve van het bepalen van de voorschotten in de subsidiebeschikkingen. Uiteraard moet ook deze fasering reëel zijn; binnen de overheidsfinanciën is het volgen van het vooraf bepaalde kasritme immers van groot belang.

De fasering van de uitvoering van het project dient zodanig te zijn dat de eerste reizigers uiterlijk een half jaar na de subsidieverlening gebruik kunnen maken van internet in de trein.

Artikel 6

Vervoerders kunnen een bijdrage aanvragen in de kosten voor het realiseren en gratis aanbieden van internet in de trein, zoals daar zijn:

  • het inkopen en inbouwen van technische systemen;

  • het inkopen van toegang tot internet bij een provider ten behoeve van het aanbieden van internet in treinen aan reizigers;

  • het exploiteren van de internetvoorziening in de trein, waarbij de reizigers voor het gebruik maken van deze dienst niet hoeven te betalen.

De subsidie is bedoeld als bijdrage in onrendabele investeringen die het aanbod van gratis internet in de trein zouden vertragen of in de weg staan. Daarom wordt bij de vaststelling van de hoogte van de subsidie de aan het aanbod van gratis internet gerelateerde opbrengsten in mindering gebracht op de dito kosten.

Het is mogelijk dat de subsidieontvanger de technische systemen die aangelegd worden ten behoeve van internet in de trein ook gebruikt voor andere diensten of toepassingen. De eventuele opbrengsten die gegenereerd worden door deze andere diensten of toepassingen op basis van de met de subsidie gerealiseerde systemen zullen in mindering worden gebracht op het verleende subsidiebedrag. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan opbrengsten die voortvloeien uit reclame via internet of via live-reisinformatie op schermen in de trein.

De subsidie wordt uitsluitend gebruikt voor het project waarvoor deze wordt verleend.

Artikel 7

Als het totaal van de aangevraagde subsidies niet hoger is dan de beschikbare € 15 mln., kunnen alle aanvragen volledig gehonoreerd worden.

Als het totaal van de aangevraagde subsidies hoger is dan de beschikbare € 15 mln. (en de aanvragen voldoen aan alle voorwaarden), moeten de beschikbare middelen verdeeld worden. Dit gebeurt naar rato van het aantal reizigers dat ervan profiteert.

Artikel 8

Uiteraard zijn ook de weigeringsgronden uit de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Zo wordt de subsidie geweigerd indien er gegronde verwachting bestaat dat de activiteiten niet zullen plaatsvinden, dat niet aan de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen zal worden voldaan, dat niet op behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal worden afgelegd en bij onjuiste of onvolledige gegevensverstrekking, indien dat geleid zou hebben tot een onjuiste beschikking, en in het geval van faillissement, surseance van betaling, of indien daartoe een verzoek is ingediend.

Artikel 9

Afhankelijk van de in de subsidieaanvraag opgenomen fasering van het project en de uitgaven zal in de subsidiebeschikkingen een aantal voorschotten worden opgenomen. De hoogte en de fasering van de voorschotten kunnen variëren en zijn afhankelijk van de hoogte en de fasering van de benodigde investeringen.

Artikel 10

De verantwoording is zowel inhoudelijk (welke activiteiten zijn uitgevoerd) als financieel (welke kosten en opbrengsten zijn gerealiseerd). Daarbij worden verschillen ten opzichte van de subsidieaanvraag toegelicht en onderbouwd.

De verantwoording geeft ook inzicht in de opbrengsten van andere toepassingen dan gratis internet in de trein die mogelijk zijn dankzij de met de subsidie gerealiseerde systemen.

Als dit artikel ertoe leidt dat er een verantwoording zou moeten worden opgesteld over een periode van maximaal drie maanden, mag deze periode worden meegenomen in de verantwoording over het volgende kalenderjaar en is geen separate verantwoording nodig.

Artikel 11

Ten behoeve van het opstellen van een accountantsverklaring zal bij de subsidiebeschikkingen een controleprotocol gevoegd worden.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings.

Naar boven