Regeling van de Minister van Economische Zaken van 17 juli 2009, nr. WJZ/9121793, tot tijdelijke verhoging van de percentages S&O-afdrachtvermindering (Regeling tijdelijke verhoging percentages S&O-afdrachtvermindering)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 29 van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Het in artikel 23, derde lid, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen, vermelde percentage van 14, wordt tot 1 januari 2011 verhoogd tot 18.

  • 2. Het in artikel 23, derde lid en zevende lid, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen, vermelde percentage van 28 wordt tot 1 januari 2011 verhoogd tot 32.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2009.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als Regeling tijdelijke verhoging percentages S&O-afdrachtvermindering.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 17 juli 2009

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

TOELICHTING

I. Algemeen

In het aanvullend beleidsakkoord Werken aan de Toekomst ( Kamerstukken II 2008/09, 31 070, nr 24) besloot het kabinet tot een tijdelijke intensivering van de WBSO voor de jaren 2009 en 2010. Deze intensivering vindt deels plaats door de wijziging van de Wet vermindering afdracht en premie voor de volksverzekeringen (hierna: Wva) en deels in het tot stand brengen van de onderhavige tijdelijke ministeriële regeling op basis van de Wva. De wetswijzigingen houden een verhoging van de loongrens en het plafond in en zijn als onderdeel van het fiscaal stimuleringspakket inmiddels tot stand gebracht (Stb. 2009, 280). Onderhavige ministeriële regeling bevat de verhoging van de percentages van de S&O-afdrachtvermindering.

Met betrekking tot de administratieve lasten geldt het volgende:

Al sinds 1994 bestaat er een fiscale faciliteit (WBSO) die het ondernemers mogelijk maakt om hun afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen te verminderen indien zij ‘speur- en ontwikkelingswerk’ doen waarvoor zij te voren een S&O-verklaring hebben verkregen van SenterNovem, de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van Economische Zaken. Deze regeling bevat een verhoging van de percentages waarmee de aftrek voor de jaren 2009 en 2010 wordt berekend en beoogt het ondernemers aantrekkelijk te maken hun speur- en ontwikkelingswerk in deze economisch zware tijden op niveau te houden.

De verhoging van de percentages leidt niet tot een structurele verhoging van de administratieve lasten omdat deze regeling met ingang van 2011 zal komen te vervallen. De tijdelijke administratieve lasten blijven beperkt. Aangezien moet worden aangesloten bij de reeds bestaande systematiek van de WBSO kan de regeling alleen uitgevoerd worden op de beschreven manier (via verwerking van de S&O-verklaring door de ondernemer). Alternatieve manieren hiervoor met hetzelfde effect zijn niet voorhanden.

Op verzoek van de Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Financiën is SenterNovem, al op 28 april over gegaan tot het afgeven van aanvullende S&O-verklaringen op basis van de al eerder ingediende aanvragen. De vorm waarin de aanvullende S&O-verklaringen worden afgegeven is gelijk aan de eerder door de ondernemers ontvangen S&O-verklaring. Per saldo resteren alleen de lasten die gepaard gaan met het feit dat de ondernemers de aanvullende S&O-verklaring in hun administratie zullen moeten verwerken en de verhoogde percentages en bedragen zullen moeten verrekenen in hun aangifte loonheffingen. De verwachting is dat dit proces per aanvrager ongeveer 20 minuten in beslag zal nemen. Uitgaande van een uurtarief van € 28 zal de aanvullende verklaring per aanvrager afgerond € 10 aan extra administratieve lasten opleveren. Het aantal afgegeven aanvullende S&O-verklaringen bedraagt ongeveer 11.000, zodat de totale toename aan administratieve lasten uit komt op € 110.000. Daarmee komen de totale administratieve lasten uit op € 22.188.490.

De nulmeting voor de administratieve lasten van 2007 kwam voor de WBSO uit op € 1.766 per aanvrager op een budget van € 425 miljoen. Door de verhoging van het budget en de minieme verhoging van de administratieve lasten daalt voor de jaren 2009 en 2010 de verhouding van de gemiddelde administratieve last per aanvrager afgezet tegen de gemiddelde afdrachtvermindering van 5,19% naar 3,86%.

De regeling treedt met terugwerkende kracht in werking per 1 januari 2009. Een inwerkingtreding halverwege 2009 is onmogelijk omdat artikel 29 Wva alleen delegatieruimte biedt voor een wijziging ‘met ingang van enig jaar’. Een inwerkingtreding in de loop van het jaar (zonder terugwerkende kracht tot en met het begin van het kalenderjaar) zou overigens voor de betrokken ondernemers en uitvoerders tot een aanzienlijke stijging van administratieve lasten leiden. Om te voorkomen dat de WBSO-impuls zou worden uitgesteld tot 2010 is er voor een inwerkingtreding per 2009 gekozen.

II Artikelsgewijs

Artikel 1 Artikel 23, derde lid, van de Wva, bevat twee percentages met behulp waarvan de maximale S&O-afdrachtvermindering wordt vastgesteld. Deze percentages kunnen op grond van artikel 29 Wva in een ministeriële regeling binnen een zekere bandbreedte worden verhoogd of verlaagd met het oog op het bereiken van een evenwicht tussen de S&O-afdrachtverminderingen en het hiervoor in de rijksbegroting opgenomen bedrag.

Het in artikel 23 genoemde percentage van 14 wordt tijdelijk verhoogd naar 18 en het percentage van 28 wordt tijdelijk verhoogd naar 32. De S&O-afdracht-vermindering komt daarmee in de kalenderjaren 2009 en 2010 te liggen op 18% van het product van het gemiddeld uurloon en het aantal S&O-uren (het aantal uren dat werknemers van de S&O-inhoudingsplichtige aan speur- en ontwikkelingswerk naar verwachting zullen besteden). Voor zover het product van het gemiddeld uurloon en het aantal S&O-uren minder bedraagt dan € 150.000 (voorheen € 110.000) wordt het percentage van 28% verhoogd tot 32%. Per saldo komt het percentage voor de S&O-afdrachtvermindering in de 1e schijf uit op 50% en het percentage van de 2e schijf op 18%.

Artikel 2 De tijdelijke regeling treedt met terugwerkende kracht in werking per 1 januari 2009, zoals in het algemeen deel reeds is toegelicht.

Omdat de regeling uitsluitend betrekking heeft op de jaren 2009 en 2010 zal deze na afloop van deze periode vervallen.

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

Naar boven