Besluit van de Minister van Justitie van 20 juli 2009, nr. 5598435/Justis/09, strekkende tot verlenging van het categoriaal besluit buitengewoon opsporingsambtenaar teleservicemedewerkers KLPD 2004

De Minister van Justitie,

Handelende in overeenstemming met de betrokken Ministers;

Gelezen het verzoek van de korpschef van het KLPD van 6 april 2009;

Gelet op artikel 142, eerste lid, onder b en c, en het derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder

  • a. de buitengewoon opsporingsambtenaar: de buitengewoon opsporingsambtenaar, bedoeld in artikel 2;

  • b. KLPD: het Korps Landelijke Politiediensten.

Artikel 2

De ambtenaren van het KLPD werkzaam in de functie van medewerker van de Dienst Operationele Samenwerking en in de functie van medewerker van de Dienst Verkeerspolitie als “teleservicemedewerker” zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 3

  • 1. De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd tot het opsporen van alle strafbare feiten. Het gebruik van deze opsporingsbevoegdheid dient zich te beperken tot het opnemen van (telefonische) aangiften, zonder daderindicatie, zonder dat getuigen worden gehoord en gericht op relatief eenvoudige strafbare feiten.

  • 2. De opsporingsbevoegdheid geldt voor het grondgebied van Nederland.

Artikel 4

Op grond van dit besluit kunnen maximaal 70 personen als buitengewoon opsporingsambtenaar worden beëdigd.

Artikel 5

  • 1. Als toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie bij het Landelijk Parket.

  • 2. Als direct toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef van het KLPD.

Artikel 6

  • 1. De korpschef van het KLPD brengt jaarlijks, voor 1 april, met betrekking tot de onder diens verantwoordelijkheid werkzame buitengewoon opsporingsambtenaren verslag uit over:

    • a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam in de artikel 2 genoemde functie;

    • b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

    • c. de stand van zaken met betrekking tot de door deze categorie van buitengewoon opsporingsambtenaren verplicht te volgen (interne) opleiding(en).

  • 2. Dit verslag dient te worden toegezonden aan de toezichthouder, als bedoeld in artikel 5 van dit besluit, alsmede aan de Dienst Justis, team BTR/BOA, postbus 20300, 2500 EH Den Haag.

Artikel 7

De buitengewoon opsporingsambtenaar beschikt over een ontheffing van het bepaalde in artikel 16, eerste lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar onder de voorwaarde dat de buitengewoon opsporingsambtenaar een certificaat overlegt, waaruit blijkt dat betrokkene met goed gevolg binnen een periode van 5 jaar voorafgaande aan de aanvraag heeft deelgenomen aan een op deze functie gerichte interne opleiding.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking met ingang van 22 augustus 2009 en vervalt op 22 augustus 2014.

Artikel 9

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar teleservicemedewerkers KLPD 2009.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 20 juli 2009

De Minister van Justitie,

namens deze:

de teammanager BTR,

P.W.C. Collard.

Binnen zes weken na publicatie van dit besluit kan een belanghebbende daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Dienst Justis, team BTR/BOA, Postbus 20300, 2500 EH Den Haag. Het bezwaarschrift dient te zijn gemotiveerd.

TOELICHTING

De korpschef van het KLPD heeft bij brief van 6 april 2009, kenmerk CD B&C/KC /Boa’s verzocht om het categoriaal besluit buitengewoon opsporingsambtenaar teleservicemedewerkers KLPD 2004 te verlengen.

Gelet op het voorgaande en gelezen het positief advies van de toezichthouder acht ik de noodzaak aanwezig om het categoriaal besluit buitengewoon opsporingsambtenaar teleservicemedewerkers KLPD 2004 te verlengen.

De Minister van Justitie,

namens deze:

de teammanager BTR,

P.W.C. Collard.

Naar boven