Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 10 juli 2009, nummer WBV 2009/14, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Staatssecretaris van Justitie,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf B12/3.1 Vreemdelingencirculaire komt te luiden:

3.1 Werkzaam met een geprivilegieerde verblijfsstatus

Op grond van de Zetelovereenkomsten, waarin (mede) bepalingen zijn opgenomen over hun verblijfsrechtelijke positie, komt aan vreemdelingen die in Nederland werkzaamheden verrichten voor een internationale organisatie en hun gezinsleden – tenzij anders in de Zetelovereenkomst bepaald – de uitgezonden status toe.

Deze personen worden door de Minister van BuZa in het bezit gesteld van een geprivilegieerdendocument (model M81; zie bijlage 3, onder A, derde lid VV juncto artikel 2.3 VV). Dit houdt onder meer in dat zij niet behoeven te beschikken over een verblijfsvergunning. Voor wat betreft de grenscontrole en het toezicht wordt verwezen naar A2/6.2.3.3 en A2/6.2.3.4.

B

Paragraaf B12/3.1.1 Vreemdelingencirculaire wordt toegevoegd en komt te luiden:

3.1.1 Categorieën geprivilegieerden internationale organisaties

In dit verband wordt verwezen naar de internationale organisaties die in Nederland gevestigd zijn en wier personeel in aanmerking komt voor een geprivilegieerde verblijfsstatus middels de door de Minister van BuZa verstrekte identiteitskaart. Voor informatie over de internationale organisaties kan contact worden opgenomen met het Ministerie van BuZa.

C

Paragraaf B12/3.1.2 Vreemdelingencirculaire wordt toegevoegd en komt te luiden:

3.1.2 Positie na verlies van de bijzondere verblijfsstatus

Na beëindiging van het dienstverband met een internationale organisatie of wanneer de betreffende vreemdeling na de periode van tien jaar op zijn verzoek (aanvraag) duurzaam een verblijfsstatus onder de Vw toegewezen heeft gekregen, komt de uitgezonden (geprivilegieerde) status op basis van de Zetelovereenkomst van de betreffende vreemdeling te vervallen. De bepalingen van de Vw worden alsdan onverkort van toepassing op deze vreemdelingen.

D

Paragraaf B12/3.1.3 Vreemdelingencirculaire wordt toegevoegd en komt te luiden:

3.1.3 Verblijfsvoorwaarden (ex-)geprivilegieerden

De verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd (zie artikel 20 Vw) kan op aanvraag worden verleend aan de meerderjarige vreemdeling die:

  • 1. tien aaneengesloten jaren in Nederland heeft verbleven als:

    • lid van het hoogste kader, het hoofd inbegrepen, van een internationale organisatie;

    • lid van het administratief, technisch dan wel bedienend personeel van een internationale organisatie; of

    • particulier bediende/huishoudelijke hulp van voornoemde categorieën.

  • 2. in de periode, bedoeld onder 1, niet zes of meer achtereenvolgende maanden of in totaal tien of meer maanden buiten Nederland heeft verbleven;

  • 3. duurzaam en zelfstandig over voldoende middelen van bestaan beschikt;

  • 4. geen gevaar vormt voor de openbare orde;

  • 5. geen gevaar vormt voor de nationale veiligheid;

  • 6. beschikt over een toereikende ziektekostenverzekering voor hemzelf en de te zijnen laste komende gezinsleden; en

  • 7. geen onjuiste gegevens heeft verstrekt dan wel gegevens heeft achtergehouden terwijl die gegevens tot afwijzing van de aanvraag tot het verlenen, wijzigen of verlengen daarvan zouden hebben geleid, tenzij sinds de verlening, verlenging of wijziging een periode van twaalf jaren is verstreken.

Ad 1.

Bij de berekening van de periode van tien aaneengesloten jaren van verblijf worden mede in aanmerking genomen de perioden waarin de vreemdeling rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8, onder a tot en met e, of l, van de Vw heeft gehad. Wel dient de vreemdeling direct voorafgaand aan de aanvraag om een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd verblijfsrecht op grond van een bijzondere geprivilegieerde status te hebben gehad.

Het is niet van belang of de bijzondere geprivilegieerde status (de zogenoemde uitgezonden status) al dan niet door eigen toedoen verloren is gegaan.

Het verblijfsrecht op grond van een bijzondere geprivilegieerde status dient te worden aangetoond aan de hand van een originele verklaring van BuZa waaruit het verblijfsrecht als geprivilegieerde vreemdeling blijkt.

Ad 2

Zie B1/7.1.3.

Ad 3.

Voor ‘zelfstandig’: zie artikel 3.73 Vb en B1/4.3.1. Voor ‘voldoende’: zie artikel 3.74 Vb en B1/4.3.3. Ten aanzien van de duurzaamheid van de middelen geldt ingevolge artikel 3.93, tweede lid, Vb een afwijkende bepaling. De middelen van bestaan zijn duurzaam indien zij op het tijdstip waarop de aanvraag werd ingediend of waarop de beschikking wordt gegeven, of enig tussenliggend moment nog gedurende ten minste één jaar beschikbaar zijn.

Ad 4.

Ten aanzien van deze voorwaarde wordt aangesloten bij artikel 3.95 Vb. Dit betekent dat de aanvraag wordt afgewezen, indien de vreemdeling wegens een misdrijf waartegen een gevangenisstraf van drie jaren of meer is bedreigd bij onherroepelijk geworden rechterlijk vonnis een gevangenisstraf, een taakstraf of de maatregel, bedoeld in artikel 37a WvSr, dan wel het buitenlandse equivalent daarvan, is opgelegd, en de totale duur van de straffen of maatregelen ten minste gelijk is aan de norm, bedoeld in artikel 3.86, tweede lid, Vb. Verder is artikel 3.86 Vb van overeenkomstige toepassing (zie B1/4.4 en B1/5.3.6).

Het eerdere verblijfsrecht op grond van de bijzondere geprivilegieerde status telt niet mee bij de bepaling van de totale verblijfsduur zoals genoemd in artikel 3.86 Vb. Dit betekent dat alleen eventueel eerder rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8, onder a tot en met e, of l, Vw meetelt bij de bepaling van de totale verblijfsduur.

Ad 5.

Zie B1/4.4.

Ad 6.

Zie B1/5.3.3.

Indien de vreemdeling niet voldoet aan de voorwaarden 1 tot en met 5 zoals hierboven vermeld, dan wordt de aanvraag om een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd (zie artikel 20 Vw) afgewezen. De vreemdeling zal dan, indien hij in aanmerking wil komen voor toelating tot Nederland, een aanvraag om eerste toelating op grond van de Vw moeten indienen. Hierbij gelden de artikelen 14, 16 en 17 Vw onverkort.

E

Paragraaf B12/3.1.4 Vreemdelingencirculaire wordt toegevoegd en komt te luiden:

3.1.4 Verblijfsvoorwaarden gezinsleden van (ex-)geprivilegieerden

Verblijfsvergunning regulier onbepaalde tijd

Het meerderjarige afhankelijke gezinslid kan op aanvraag (net als de (ex-)geprivilegieerde) in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd (zie artikel 20 Vw en artikel 3.93 Vb). Dit is ook mogelijk indien de geprivilegieerde hoofdpersoon in dienst blijft van een internationale organisatie of uit Nederland vertrekt. Dit is in tegenstelling tot de afhankelijke gezinsleden van personeelsleden van ambassades en consulaten, hun verblijfsrecht is afhankelijk van dat van de geprivilegieerde hoofdpersoon (zie B12/2.1.2.2). Het meerderjarige afhankelijke gezinslid kan in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd, indien het gezinslid:

  • 1. tien aaneengesloten jaren in Nederland heeft verbleven als afhankelijk gezinslid van

    • een lid van het hoogste kader, het hoofd inbegrepen, van een internationale organisatie of

    • als afhankelijk gezinslid van een lid van het administratief, technisch of bedienend personeel van een internationale organisatie.

  • 2. in de periode, bedoeld onder 1, niet zes of meer achtereenvolgende maanden of in totaal tien of meer maanden buiten Nederland heeft verbleven;

  • 3. duurzaam en zelfstandig over voldoende middelen van bestaan beschikt;

  • 4. geen gevaar vormt voor de openbare orde;

  • 5. geen gevaar vormt voor de nationale veiligheid;

  • 6. beschikt over een toereikende ziektekostenverzekering voor hemzelf en de te zijnen laste komende gezinsleden; en

  • 7. geen onjuiste gegevens heeft verstrekt dan wel gegevens heeft achtergehouden terwijl die gegevens tot afwijzing van de aanvraag tot het verlenen, wijzigen of verlengen daarvan zouden hebben geleid, tenzij sinds de verlening, verlenging of wijziging een periode van twaalf jaren is verstreken.

Voor de toelichting op de voorwaarden 1 tot en met 7 wordt verwezen naar de toelichting op deze artikelen zoals vermeld in B12/3.3.1. Verder geldt wat betreft voorwaarde 2 (middelenvereiste) dat het duurzame en zelfstandige inkomen van de hoofdpersoon wordt meegeteld, indien het gezinslid over dit inkomen kan beschikken en, indien het meerderjarig afhankelijk gezinslid als partner bij de hoofdpersoon verblijft, de hoofdpersoon een garantverklaring heeft ondertekend. Dat het gezinslid over het inkomen kan beschikken wordt aangetoond met een schriftelijke verklaring van de hoofdpersoon.

Verblijfsvergunning regulier bepaalde tijd

Het bepaalde in B12/2.1.2.2 met betrekking tot de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd (zie artikel 14 Vw) is van overeenkomstige toepassing.

F

Paragraaf B12/3.1.5 Vreemdelingencirculaire wordt toegevoegd en komt te luiden:

3.1.5 Inleveren identiteitsbewijs geprivilegieerden

Bij de afgifte van de gevraagde verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd of verblijfsvergunning voor bepaalde tijd dient de vreemdeling het door het Ministerie van BuZa afgegeven identiteitsbewijs geprivilegieerden in te leveren bij de IND.

G

Paragraaf B12/3.2 komt te luiden

3.2 Werkzaam zonder een geprivilegieerde verblijfsstatus

Op grond van de Zetelovereenkomst tussen het Internationaal Strafhof en het Gastland en de brief van 21 december 2007 van de Permanente Vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden bij de Verenigde Naties behorend bij het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Naties betreffende de Zetel van het Speciale Tribunaal voor Libanon, komen journalisten, medewerkers van NGO’s en vertegenwoordigers van juridische verenigingen die betrokken zijn bij het werk van het Internationaal Strafhof en/of het Speciale Tribunaal voor Libanon in aanmerking voor een verblijfsvergunning. Aan deze personen komt niet de uitgezonden status toe als bedoeld in B12/3.1.

H

Paragraaf B12/3.2.1 Vreemdelingencirculaire wordt toegevoegd en komt te luiden:

3.2.1 Verblijfsvoorwaarden

De vreemdeling die betrokken is bij het werk van het Internationaal Strafhof dan wel bij het werk van het Speciale Tribunaal voor Libanon moet een bewijs van het ministerie van Buitenlandse Zaken overleggen waaruit blijkt dat de vreemdeling onder de werking valt van de Zetelovereenkomst tussen het Internationaal Strafhof en het Gastland dan wel onder de werking valt van de brief van 21 december 2007 van de Permanente Vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden bij de Verenigde Naties behorend bij het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Naties betreffende de Zetel van het Speciale Tribunaal voor Libanon.

Daarnaast dient te worden voldaan aan de algemene voorwaarden van artikel 16 Vw voor verlening van een verblijfsvergunning (zie B1/4).

Ten aanzien van deze vreemdelingen geldt op grond van artikel 3 Wav dat voor hun werkzaamheden geen TWV is vereist. In afwijking van B1/4.3 wordt de verblijfsvergunning ook verleend indien de vreemdeling niet duurzaam beschikt over voldoende middelen van bestaan.

I

Paragraaf B12/3.2.2 Vreemdelingencirculaire wordt toegevoegd en komt te luiden:

3.2.2 Beperkingen, arbeidsmarktaantekeningen en voorschriften

Beperking

Aan vreemdelingen als hier bedoeld wordt een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd verleend op grond van artikel 3.4, derde lid, Vb onder de beperking ‘verblijf in het kader van de Zetelovereenkomst’.

Op grond van artikel 3.5, derde lid, Vb wordt de hier bedoelde verblijfsvergunning aangemerkt als een tijdelijk verblijfsrecht.

Arbeidsmarktaantekening

De arbeidsmarktaantekening luidt: ‘TWV niet vereist. Andere arbeid niet toegestaan’. Op het verblijfsdocument wordt de aantekening geplaatst ‘een beroep op publieke middelen kan gevolgen hebben voor verblijfsrecht’.

Voorschriften

Aan de verblijfsvergunning wordt als voorschrift verbonden het aantonen van voldoende verzekerd te zijn tegen ziektekosten met inbegrip van de kosten van opname en verpleging in een sanatorium of een psychiatrische inrichting.

J

Paragraaf B12/3.2.3 Vreemdelingencirculaire wordt toegevoegd en komt te luiden:

3.2.3 Geldigheidsduur

De verblijfsvergunning voor bepaalde tijd voor het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van het Internationaal Strafhof of ten behoeve van het Speciale Tribunaal voor Libanon wordt conform artikel 3.57 Vb voor ten hoogste één jaar verleend en kan telkens voor ten hoogste één jaar worden verlengd.

K

Paragraaf B12/3.2.4 Vreemdelingencirculaire wordt toegevoegd en komt te luiden:

3.2.4 Gezinsleden

De bepalingen als genoemd in de artikelen 14, 16 en 17 Vw in samenhang met artikel 3.13 tot en met 3.22 Vb zijn onverkort van toepassing op de toelating van gezinsleden van de bovengenoemde categorieën vreemdelingen.

De arbeidsmarktaantekening luidt, voor zover het geen gemeenschapsonderdaan betreft: ‘arbeid niet toegestaan’.

L

Paragraaf B12/3.3 Vreemdelingencirculaire komt te luiden:

3.3 NAVO

Op grond van het Verdrag van Ottawa, het Navo-statusverdrag en het Partnership for Peace- statusverdrag zijn een aantal categorieën vreemdelingen geprivilegieerd (B12/3.3.1). Op hen zijn de bepalingen van de Vw niet van toepassing. Daarnaast is er een groep NAVO-vreemdelingen, die niet vallen onder voornoemde verdragen, doch met wiens verblijf wordt geacht dat een wezenlijk Nederlands belang wordt gediend. De categorieën worden genoemd in artikel 3.40 Vb. Voor deze groep niet-geprivilegieerde NAVO-vreemdelingen is een verblijfsregeling opgenomen in B12/3.4.

M

Paragraaf B12/3.3.1 Vreemdelingencirculaire komt te luiden:

3.3.1. Verdrag van Ottawa

Op grond van het Verdrag van Ottawa zijn twee categorieën vreemdelingen geprivilegieerd:

  • vertegenwoordigers van de lidstaten bij een der organen van de NAVO, niet zijnde een militair lichaam, onder wie ook adviseurs en technische deskundigen van delegaties, en het officieel administratief personeel dat deze vertegenwoordigers vergezelt, alsmede hun echtgenoten;

  • bepaalde door de organisatie vastgestelde categorieën NAVO-functionarissen, alsmede hun echtgenoten en de te hunnen laste zijnde naaste familieleden die bij hen inwonen.

Het betreft hier het personeel van het NATO AEW&C Programme Management Agency, gevestigd in Brunssum en het NATO C3 Agentschap in Den Haag.

Dit personeel dat in Nederland geen militaire status heeft, is in het bezit van een geprivilegieerdendocument afgegeven door de Minister van BuZa (zie model M81 en bijlage 3, onder A, VV).

N

Paragraaf B12/3.3.2 Vreemdelingencirculaire komt te luiden:

3.3.2 NAVO-statusverdrag en Partnership for Peace-statusverdrag

Op grond van het NAVO-statusverdrag en het daarbij behorende Hoofdkwartieren Protocol dan wel op grond van het Partnership for Peace-statusverdrag en het daarbij behorende Tweede Aanvullende Protocol, zijn militairen van een krijgsmacht van een lidstaat geprivilegieerd, indien zij verbonden zijn aan een hier te lande gevestigd internationaal militair hoofdkwartier (Joint Force Command- headquarters) of een daarmee gelijkgestelde organisatie dan wel behoren tot een hier te lande gelegerd of op doortocht zijnd onderdeel van zodanige krijgsmacht.

Deze militairen zijn in het bezit van een persoonlijk militair identiteitsbewijs, afgegeven door de bevoegde autoriteiten van de Staat van herkomst, en, voorzover niet hier te lande gestationeerd, van een collectieve of individuele reiswijzer, afgegeven door de bevoegde autoriteiten van de Staat van herkomst of door het hoofdkwartier dan wel de organisatie waarbij zij zijn te werk gesteld. Deze documenten gelden tevens als document voor grensoverschrijding (zie bijlage 3, onder E, VV).

De commandant van Joint Force Command- headquarters te Brunssum en zijn plaatsvervanger zijn in het bezit van een legitimatiebewijs afgegeven door de Minister van BuZa (zie bijlage 3, onder A, VV).

O

Paragraaf B12/3.3.3 Vreemdelingencirculaire komt te luiden:

3.3.3 Gezinsleden

De gezinsleden van de militairen van de Joint Force Command- headquarters te Brunssum, komen op grond van artikel 14 Vw juncto artikel 3.13, tweede lid Vb in aanmerking voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, voor verblijf als gezinslid van een militair die behoort tot een hier te lande gevestigd internationaal militair hoofdkwartier en die geprivilegieerd is. Voor wat betreft de invulling van het begrip gezinsleden wordt aangesloten naar artikel 3.40, tweede lid, Vb.

P

Paragraaf B12/3.3.4 Vreemdelingencirculaire wordt toegevoegd en komt te luiden:

3.3.4 Verblijfsvoorwaarden

De gezinsleden als hier bedoeld komen in aanmerking voor een verblijfsvergunning indien aan de algemene voorwaarden van artikel 16 Vw voor verlening van een verblijfsvergunning wordt voldaan (zie B1/4).

Zij zijn vrijgesteld van het legesvereiste (zie artikel 3.34b, eerste lid, onder f VV). Voor de behandeling van aanvragen om een mvv wordt verwezen naar B1/1.

Q

Paragraaf B12/3.3.5 Vreemdelingencirculaire wordt toegevoegd en komt te luiden:

3.3.5 Verblijfsdocument

Voor zover zij de leeftijd van twaalf jaar hebben bereikt, wordt aan de gezinsleden van de militairen van de Joint Force Command- headquarters voor hun verblijf een document uitgereikt als bedoeld in bijlage 7a VV.

Aan vreemdelingen jonger dan twaalf jaar kan een document als bedoeld in bijlage 7a VV worden verleend, indien geen van beide ouders van de vreemdeling in het bezit hoeft te worden gesteld van een dergelijk document.

R

Paragraaf B12/3.3.6 Vreemdelingencirculaire wordt toegevoegd en komt te luiden:

3.3.6 Registratie

De burgemeester van de gemeente waar de vreemdeling woon- of verblijfplaats heeft, is belast met de administratie van de gezinsleden van de militairen van de Joint Force Command- headquarters. Zij zijn, ingevolge de wet- en regelgeving van de GBA, niet verpicht voor de duur van hun verblijf te worden opgenomen in de persoonsregisters.

S

Paragraaf B12/3.3.7 Vreemdelingencirculaire wordt toegevoegd en komt te luiden:

3.3.7 Beperking, arbeidsmarktaantekening en voorschrift

Aan vreemdelingen als hier bedoeld wordt een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd (zie artikel 14 Vw) verleend op grond van artikel 3.13, tweede lid Vb met de beperking ‘verblijf bij echtgenot (o)t(e) ….' met de arbeidsmarktaantekening: ‘arbeid vrij toegestaan. TWV niet vereist’.

Aan de vergunning wordt als voorschrift verbonden de verplichting voldoende verzekerd te zijn tegen ziektekosten, met inbegrip van de kosten verbonden aan opname en verpleging in een sanatorium of een psychiatrische inrichting.

T

Paragraaf B12/3.3.8 Vreemdelingencirculaire wordt toegevoegd en komt te luiden:

3.3.8 Geldigheidsduur verblijfsvergunning

De algemene bepalingen inzake de geldigheidsduur zijn van toepassing (zie B1/3). De totale tijdsduur waarvoor de vergunning geldig is, mag de duur van de stationering van het hoofd van het gezin niet overschrijden (zie B1/3.2).

U

Paragraaf B12/3.4 Vreemdelingencirculaire komt te luiden:

3.4. Verblijfsvoorwaarden

Vreemdelingen behorend tot één van de categorieën genoemd in artikel 3.40 Vb komen in aanmerking voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd (zie artikel 14 Vw), indien aan de algemene voorwaarden van artikel 16 Vw voor verlening van een verblijfsvergunning wordt voldaan (zie B1/4).

Zij zijn vrijgesteld van het legesvereiste (zie artikel 3.34b, eerste lid, onder a, VV). Voor de behandeling van aanvragen om een mvv wordt verwezen naar B1/1.

Op de overige hier te lande woonachtige vreemdelingen, die bijvoorbeeld in dienst zijn van vreemdelingen als in artikel 3.40 Vb bedoeld, zijn de algemene voorwaarden van artikel 16 Vw van toepassing (zie B1/4). Tot deze categorie behoren bijvoorbeeld dienstboden, tuinlieden, kindermeisjes en chauffeurs.

V

Paragraaf B12/3.4.1 Vreemdelingencirculaire komt te luiden:

3.4.1 Verblijfsdocument

Voor zover zij de leeftijd van twaalf jaar hebben bereikt, wordt aan vreemdelingen behorend tot een van deze categorieën voor hun verblijf een document uitgereikt als bedoeld in bijlage 7a VV.

Aan vreemdelingen jonger dan twaalf jaar kan niettegenstaande het voorgaande een document als bedoeld in bijlage 7a VV worden verleend, namelijk indien geen van de beide ouders van de vreemdeling in het bezit hoeft te worden gesteld van een dergelijk document.

W

Paragraaf B12/3.4.2 Vreemdelingencirculaire komt te luiden:

3.4.2 Registratie

De burgemeester van de gemeente waar de vreemdeling woon- of verblijfplaats heeft, is belast met de administratie van de vreemdelingen bedoeld in artikel 3.40, eerste lid, onder b, Vb en hun gezinsleden, bedoeld in artikel 3.40, eerste lid, onder c, Vb. De bedoelde vreemdelingen zijn, ingevolge de wet- en regelgeving van de GBA, niet verplicht voor de duur van hun verblijf te worden opgenomen in de persoonsregisters.

X

Paragraaf B12/3.4.3 Vreemdelingencirculaire wordt toegevoegd en komt te luiden:

3.4.3 Beperking, arbeidsmarktaantekening en voorschrift

Aan vreemdelingen als bedoeld in artikel 3.40 Vb wordt een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd (zie artikel 14 Vw) verleend met de beperking ‘verblijf als NAVO-vreemdeling’, met de arbeidsmarktaantekening: ‘andere arbeid alleen toegestaan indien werkgever beschikt over TWV.’

Aan de echtgeno(o)t(e) (zie artikel 3.40 tweede lid, onder a, Vb) wordt een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd (zie artikel 14 Vw) verleend met de beperking ‘verblijf bij echtgeno(o)t(e)….’, met de arbeidsmarktaantekening: ‘andere arbeid alleen toegestaan indien werkgever beschikt over TWV.’

Aan de kinderen en meerderjarige gezinsleden (zie artikel 3.40, tweede lid, onder b en c, Vb) wordt een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd (zie artikel 14 Vw) verleend met de beperking ‘verblijf bij …’, met de arbeidsmarktaantekening: ‘andere arbeid alleen toegestaan indien werkgever beschikt over TWV.’

Aan vreemdelingen als bedoeld in artikel 3.40, Vb die onderdaan zijn van een lidstaat van de EU/EER of van Zwitserland, wordt een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd (zie artikel 14 Vw) verleend onder de beperking: ‘verblijf als NAVO-vreemdeling.’ De arbeidsmarktaantekening luidt: ‘arbeid vrij toegestaan. TWV niet vereist.’

Aan de vergunning wordt als voorschrift verbonden de verplichting voldoende verzekerd te zijn tegen ziektekosten, met inbegrip van de kosten verbonden aan opname en verpleging in een sanatorium of een psychiatrische inrichting.

Y

Paragraaf B12/3.4.4 Vreemdelingencirculaire wordt toegevoegd en komt te luiden:

3.4.4 Geldigheidsduur verblijfsvergunning

De geldigheidsduur van de verblijfsvergunning voor bepaalde tijd (zie artikel 14 Vw) te verlenen aan deze vreemdelingen bedraagt maximaal drie jaar. Echter, de totale tijdsduur waarvoor de vergunning geldig is, mag de duur van de tewerkstelling (indien het burgerpersoneel betreft) of de duur van de tewerkstelling dan wel stationering van het hoofd van het gezin (indien het gezins- en familieleden betreft) niet overschrijden (zie artikel 3.63 Vb).

Z

Paragraaf B12/5 Vreemdelingencirculaire wordt toegevoegd en komt te luiden:

5 EU- en EER-onderdanen, Zwitserse onderdanen en hun gezinsleden

EU- en EER-onderdanen, Zwitserse onderdanen en hun gezinsleden die een uitgezonden status hebben, worden aangemerkt als gemeenschapsonderdanen en hebben rechtmatig verblijf in de zin van artikel 8, onder e, Vw in Nederland.

De verblijfsregeling, zoals genoemd in B12/3.4.2, geldt niet voor die vreemdelingen die als EU/EER- onderdaan of Zwitserse onderdaan rechtmatig verblijf in de zin van artikel 8, onder e, Vw in Nederland hebben (zie B10).

ARTIKEL II

Dit besluit is voorzien van een toelichting en treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Den Haag, 10 juli 2009

De Staatssecretaris van Justitie,

namens deze:

de directeur-generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken,

R.K. Visser.

TOELICHTING

Algemeen

Op grond van artikel 40 van de Zetelovereenkomst tussen het Internationaal Strafhof en het Gastland, in dit geval het Koninkrijk der Nederlanden, wordt het verblijf van journalisten, werknemers van niet-gouvernementele organisaties en werknemers van juridische verenigingen die betrokken zijn bij het werk van het Internationaal Strafhof te Den Haag gefacilliteerd. Middels dit WBV wordt dit verder uitgewerkt. Deze regeling is ook opgenomen in de aangehechte brief behorend bij het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Naties betreffende de Zetel van het Speciale Tribunaal voor Libanon.

Vooruitlopend op de implementatie van het Modern Migratiebeleid wordt met de toelating van gezinsleden van militairen die werkzaam zijn bij het Joint Force Command- headquarters aansluiting gezocht bij het huidige gezinsherenigingbeleid. Thans wordt het verblijf van deze gezinsleden geregeld op grond van artikel 3.4, derde lid, van het Vreemdelingenbesluit. Door gebruik te maken van de mogelijkheid dat artikel 3.13, tweede lid, Vb biedt, wordt het verblijf van gezinsleden van militairen die werkzaam zijn bij het Joint Force Command- headquarters vergemakkelijkt.

Artikelsgewijs

A, B, C, D, E en F

Er heeft een hernummering plaatsgevonden. Hieruit blijkt dat alleen een duidelijk vooraf bepaalde groep vreemdelingen in aanmerking komt voor voortgezet verblijf.

G, H, I, J, en K

Op grond van de Zetelovereenkomst tussen het Internationaal Strafhof en het Gastland (Trb. 2007, 125) dient het verblijf van journalisten, werknemers van niet-gouvernementele organisaties en werknemers van juridische verenigingen die werkzaamheden verrichten ten behoeve van het Internationaal Strafhof te worden gefacilliteerd. In overeenstemming met de brief van 21 december 2007 van de Permanente Vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden bij de Verenigde Naties, behorend bij het op 21 december 2007 te New York tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Naties betreffende de Zetel van het Speciale Tribunaal voor Libanon (Trb. 2007, 228), is deze regeling ook van toepassing op de hierboven genoemde categorie vreemdelingen die betrokken zijn bij het werk van het Speciale Tribunaal voor Libanon te Leidschendam. Met deze wijziging van de vreemdelingencirculaire kunnen journalisten, werknemers van niet-gouvernementele organisaties en werknemers van juridische verenigingen die betrokken zijn bij het Internationaal Strafhof of het Speciale Tribunaal voor Libanon op grond van artikel 3.4, derde lid, Vb in het bezit worden gesteld van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd.

L, M en N

Er is sprake van hernummering van deze paragrafen.

O

Vooruitlopend op de implementatie van het Modern Migratiebeleid wordt het verblijf van gezinsleden van militairen die werkzaam zijn bij het Joint Force Command- headquarters te Brunssum in overeenstemming gebracht met het bestaande gezinsherenigingbeleid. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid dat artikel 3.13, tweede lid Vb biedt. Op grond van dit artikel kan ook in de overige gevallen dan bedoeld in het artikel 3.13, eerste lid Vb een verblijfsvergunning worden verleend onder een beperking verband houdend met gezinshereniging of gezinsvorming.

P, Q en R

Er is sprake van hernummering van deze paragrafen.

S

Nu gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid dat artikel 3.13, tweede lid Vb biedt, wordt de verblijfsvergunning verleend onder een beperking verband houdend met gezinsvorming of gezinshereniging.

T, U, V, W, X, Y, en Z

Er is sprake van hernummering.

De Staatssecretaris van Justitie,

namens deze:

de directeur-generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken,

R.K. Visser.

Naar boven