Wijziging Beleidsregel maatregelen UWV

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Gelet op de artikelen 27, zesde lid, van de Werkloosheidswet, 45, tweede lid, van de Ziektewet, 29, eerste lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 90, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, 47, eerste lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, 39, eerste lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, 14, tweede lid, van de Toeslagenwet, en het Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten;

Besluit:

ARTIKEL I WIJZIGING VAN DE BELEIDSREGEL MAATREGELEN UWV

De Beleidsregel maatregelen UWV wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3, derde lid, onder a en artikel 4, tweede lid wordt ‘het UWV en de CWI’ vervangen door: het UWV.

B

In artikel 8, eerste lid wordt ‘verminderde ernst of verwijtbaarheid’ vervangen door: verminderde verwijtbaarheid.

ARTIKEL II INWERKINGTREDING

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2009.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Amsterdam, 6 januari 2009

Voorzitter Raad van Bestuur,

J.M. Linthorst.

TOELICHTING

Artikel I onder A

In diverse besluiten van het UWV wordt verwezen naar de CWI. In verband met de fusie tussen UWV en CWI dienen deze regelingen aangepast te worden. Voor de Beleidsregel maatregelen UWV betekent dit dat twee verwijzingen naar de CWI moeten vervallen.

Artikel I onder B

De wijziging van artikel 8 van de Beleidsregel maatregelen UWV houdt verband met het Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten. Aldaar wordt in artikel 2, eerste lid, onder d, onder meer bepaald dat bij het niet nakomen van een verplichting uit de vierde categorie een lichtere maatregel wordt opgelegd indien de gedraging de belanghebbende niet in overwegende mate kan worden verweten. De bevoegdheid van het UWV om de sanctie te matigen is hier beperkt tot de subjectieve verwijtbaarheid, en strekt zich niet uit tot de objectieve ernst van de gedraging. Het woord ‘ernst’ moet daarom uit dit onderdeel van de beleidsregel worden geschrapt.

Voorzitter Raad van Bestuur,

J.M. Linthorst.

Naar boven