ARTIKEL I
De Subsidieregeling zorgopleidingen 2e
tranche1 wordt als
volgt gewijzigd:
A
Artikel 1, onder k en l, komen te luiden:
k. doorstroom bij zorgopleidingen, genoemd onder A in
bijlage 1: de opleidingsplaatsen voor assistenten in opleiding die voor de
aanvang van het jaar waarvoor de subsidie wordt verstrekt met een zorgopleiding
zijn aangevangen en waarvoor een instellingssubsidie is verleend, voor zo ver
de op uiterlijk 31 oktober van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar juist
en volledig ingediende opleidingsschema’s van deze assistenten zijn opgenomen
in een door de Minister geaccepteerd opleidingsregister van de in bijlage 2
genoemde registratiecommissies;
l. doorstroom bij zorgopleidingen, genoemd onder B in
bijlage 1: de opleidingsplaatsen voor assistenten in opleiding die voor aanvang
van het subsidiejaar waarvoor de subsidie is verstrekt met een zorgopleiding
zijn aangevangen en waarvoor een instellingssubsidie is verleend.
B
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid, komt te luiden:
2. De doorstroom bij zorgopleidingen, genoemd onder A in
bijlage 1, wordt per zorgopleiding en opleidingsinrichting door de Minister
bepaald conform het aantal opleidingsplaatsen dat op basis van de op uiterlijk
31 oktober van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar juist en volledig
ingediende opleidingsschema’s van de assistenten in opleiding is opgenomen in
een door de Minister geaccepteerd opleidingsregister van de in bijlage 2
genoemde registratiecommissies.
2. Onder vernummering van het vijfde tot en met achtste lid tot
derde tot en met zesde lid vervallen het derde en vierde lid.
3. Het vijfde lid, komt te luiden:
C
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, komt te luiden:
1. De Minister verstrekt de volgende voorschotten op een
verleende instellingssubsidie: in januari 8%, februari 8%, maart 8%, april 7%,
mei 16%, juni 7%, juli 8%, augustus 8%,september 7%, oktober 8% en november 8%
van het voor het desbetreffende jaar verleende subsidiebedrag.
2. In het tweede lid wordt ‘artikel 3, eerste lid’ vervangen
door: artikel 3, tweede lid.
D
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onder a en b, komt te luiden:
a. het aantal gerealiseerde opleidingsplaatsen, voor zo ver
het aantal opleidingsplaatsen waarvoor de instellingssubsidie is verleend niet
is overschreden, tenzij de overschrijding een gevolg is van de vervanging van
een assistent in opleiding met wie in het subsidiejaar of het daaraan
voorafgaande jaar een dienstverband of arbeidsovereenkomst wegens
ongeschiktheid is beëindigd;
b. het aantal assistenten in opleiding dat in het jaar
waarvoor subsidie wordt verstrekt met de zorgopleiding is aangevangen, voor
zover het aantal waarvoor de subsidie is verleend niet is overschreden, tenzij
de overschrijding een gevolg is van de vervanging van een assistent in
opleiding met wie in het subsidiejaar of het daaraan voorafgaande jaar een
dienstverband of arbeidsovereenkomst wegens ongeschiktheid is beëindigd.
2. Onder vernummering van het tweede tot en met het vijfde lid,
tot derde tot en met zesde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:
2. Voor de zorgopleidingen, genoemd onder A in bijlage 1, is
het de opleidingsinrichting waarmee de assistent in opleiding een dienstverband
of arbeidsovereenkomst heeft toegestaan de subsidie aan te wenden voor het deel
van de opleiding dat een assistent in opleiding in het buitenland volgt, mits
de opleiding in het buitenland overeenkomstig artikel 2, tweede lid, is
vastgelegd in het opleidingsschema en voor zo ver de opleiding in het
buitenland niet leidt tot verlenging van de totale opleidingsduur.
3. In het zesde lid (nieuw) wordt: ‘tweede lid’ vervangen door:
derde lid.
E
Artikel 10 komt als volgt te luiden:
Artikel 10
Binnen 22 weken na ontvangst van de aanvraag, bedoeld in
artikel 9, derde lid, geeft de Minister een beschikking tot vaststelling van de
subsidie.
F
Artikel 12 komt als volgt te luiden:
Artikel 12
1. In afwijking van artikel 2, eerste en tweede lid, stelt de
Minister in de jaren 2010 tot en met 2012 jaarlijks een plan voor de maximale
instroom en doorstroom van de zorgopleiding specialist ouderengeneeskunde vast,
dat overeenkomt met het door de Minister voorafgaand aan het plan vastgestelde
aantal opleidingsplaatsen.
2. In afwijking van artikel 2, derde lid, wordt in de jaren
2008 tot en met 2012 een instellingssubsidie ten behoeve van de zorgopleiding
specialist ouderengeneeskunde uitsluitend verstrekt aan de Stichting SBOH, die
voor de toepassing van deze regeling gelijk wordt gesteld met een
opleidingsinrichting, met dien verstande dat de zorgopleiding specialist
ouderengeneeskunde wordt verzorgd door een inrichting die door één van de in
bijlage 2 bij deze regeling vermelde organen is erkend voor het verzorgen van
(een deel van) de zorgopleiding specialist ouderengeneeskunde.
G
Artikel 13 komt als volgt te luiden:
Artikel 13
In afwijking van artikel 3, eerste lid, kan de Minister in de
jaren 2010 tot en met 2012, op aanvraag van het bevoegde gezag van een
opleidingsinrichting waar de betrokken assistent in dienst is, een
instellingssubsidie verstrekken ten behoeve van een stage, op basis van een
stageovereenkomst, die is opgenomen in het opleidingsschema in een inrichting
die niet door één in bijlage 2 bij deze regeling erkende organen is erkend voor
het verzorgen van de betreffende zorgopleiding.
H
Bijlage 1 wordt vervangen door de bij deze regeling opgenomen
bijlage 1.
I
Bijlage 3 wordt vervangen door de bij deze regeling opgenomen
bijlage 3.
J
Bijlage 4 wordt vervangen door de bij deze regeling opgenomen
bijlage 4.
ARTIKEL II
Op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze regeling zijn
verleend, blijft de Subsidieregeling zorgopleidingen 2e tranche van
toepassing zoals deze luidde onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding
van deze regeling.
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de
dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
In 2007 is de Subsidieregeling zorgopleidingen 2e tranche
tot stand gekomen. Vanaf 2008 is op grond van die regeling een deel van de
zorgopleidingen in de zorg gesubsidieerd door de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport. Voordien werden deze opleidingen in de regel gefinancierd op
basis van door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) opgestelde beleidsregels.
Met de onderhavige wijziging wordt de subsidieregeling op onderdelen aangepast
om de uitvoering van de subsidieregeling te vergemakkelijken en aan te passen
aan gewijzigde omstandigheden. Hiernaast is de definitie van de doorstroom voor
de zorgopleidingen, genoemd onder A en B in bijlage 1, aangescherpt. Verder
wordt alle doorstroom voor de zorgopleidingen, genoemd onder A in bijlage 1,
bepaald op basis van de op 31 oktober van het jaar voorafgaande aan het
subsidiejaar juist en volledig ingediende en vervolgens door de
registratiecommissies opgenomen opleidingsschema’s. Ook wordt het mogelijk
gemaakt voor de zorgopleidingen, genoemd onder A in bijlage 1, dat buitenlandse
stages kunnen worden gevolgd. Voorts is een wijziging opgenomen ten aanzien van
de zorgopleiding tot verpleeghuisarts, vanaf medio 2009 specialist
ouderengeneeskunde genoemd. Voor de instroom- en doorstroomplaatsen voor de
zorgopleiding tot specialist ouderengeneeskunst is een overgangsbepaling
opgenomen. Het plan voor de opleidingsplaatsen voor de maximale instroom en
doorstroom voor deze zorgopleiding wordt door de Minister vastgesteld zonder
dat daartoe een toewijzingsvoorstel van het College Beroepen en Opleidingen in
de Gezondheidszorg wordt ontvangen. De stichting SBOH is namelijk de enige
aanvrager en ontvanger van de subsidie namens de verpleeghuisinstellingen. De
stichting SBOH coördineert en registreert het aantal opleidingsplaatsen, draagt
de kosten van deze opleidingen en betaalt het salaris van de assistenten. Met
ingang van het jaar 2013 wordt er vanuit gegaan dat de opleidingsinrichtingen,
die de zorgopleiding tot specialist ouderengeneeskunde verzorgen, op dezelfde
wijze als de overige zorgopleidingen worden bekostigd.
De wijzigingen worden hierna artikelsgewijs toegelicht.
Artikelsgewijs
Artikel I, onderdeel A
Aan artikel 1, onder k en l, is de passage toegevoegd ‘en
waarvoor een instellingssubsidie is verleend’. Als voorwaarde voor subsidiëring
van de doorstroom, zoals in artikel 1, onder k en l, geformuleerd, geldt dat
een opleidingsinrichting voor deze assistenten eerder in het kader van deze
regeling subsidie heeft ontvangen.
Dit kan vanaf 2010 worden vastgesteld omdat voor de instroom
niet alleen het (maximum) aantal opleidingsplaatsen maar ook het (maximum)
aantal assistenten is vastgesteld. Indien een opleidingsinrichting meer
assistenten heeft laten instromen dan is toegekend, dan zal een
opleidingsinrichting voor de assistent, voor wie bij aanvang van de opleiding
geen subsidie is toegekend, ook bij het vervolgen van de opleiding niet in
aanmerking komen voor subsidiëring. Daarbij bepaalt de opleidingsinrichting
uiteindelijk welke assistent bij instroom buiten de toegewezen
opleidingsplaatsen om voor eigen rekening en risico wordt betaald.
Het is de eigen verantwoordelijkheid van opleidingsinrichtingen
zich ervan te vergewissen in het geval van doorstroom geen boventallige
assistenten van een andere opleidingsinrichting over te nemen, wil men ten
minste voor subsidiering in aanmerking komen.
Artikel I, onderdeel B
Voor de zorgopleidingen, genoemd onder A in bijlage 1 wordt de
doorstroom bepaald op basis van de uiterlijk op 31 oktober voorafgaand aan het
subsidiejaar juist en volledig ingediende en vervolgens door de
registratiecommissies in de registratie opgenomen opleidingsschema’s. Hierbij
wordt aangetekend, dat op uiterlijk 31 oktober van het jaar voorafgaand aan het
subsidiejaar niet juist en volledig (in casu niet conform de van toepassing
zijnde regels met betrekking tot de registratie) ingediende opleidingsschema’s
niet tot tijdige opname in het opleidingsregister en daarmee niet tot
subsidiering leiden. Omdat in het subsidiejaar 2009 de omvang van de doorstroom
voor deze opleidingen nog niet bekend was, was een toegesneden regeling in de
subsidieregeling opgenomen. Deze is echter niet toegepast, omdat de feitelijke
doorstroom niet groter was dan de door de Minister toegestane doorstroom. Voor
de zorgopleidingen onder A is de doorstroom voor de diverse zorgopleidingen nu
bekend. De regeling zoals opgenomen in de laatste passage van tweede lid
vervalt derhalve. Het derde en vierde lid, waarin de regeling is uitgewerkt,
vervallen eveneens, waardoor de overige leden vernummerd dienen te worden.
Artikel I, onderdeel C
Het bevoorschottingspercentage is gesteld op 93% in plaats van
100% vanwege het feit, dat de ervaring heeft geleerd dat circa 7% van de
verleende subsidies niet tot realisatie van opleidingsplaatsen leidt.
Van de gelegenheid is tevens gebruik gemaakt om een verwijzing
in artikel 5, tweede lid, te corrigeren.
Artikel I, onderdeel D
Als er sprake is van het beëindigen van het dienstverband of een
arbeidsovereenkomst wegens ongeschiktheid van de assistent wordt een
opleidingsinrichting in staat gesteld deze assistent te vervangen door een
nieuwe assistent. Vervanging hoeft niet in hetzelfde jaar plaats te vinden als
de beëindiging van het dienstverband of de arbeidsovereenkomst. De vervanging
kan plaatsvinden in het subsidiejaar en ten laatste in het daarop volgende
jaar. In dat geval kan in de subsidievaststelling het aantal personen en fte’s
worden overschreden.
Het nieuwe tweede lid van artikel 9 opent voor de
zorgopleidingen, genoemd onder A in bijlage 1, vanaf het subsidiejaar 2010 de
mogelijkheid voor de opleidingsinrichting waarmee de assistent in opleiding een
dienstverband of een arbeidsovereenkomst heeft om de subsidie in het
subsidiejaar ook aan te wenden voor de opleiding van die assistent in het
buitenland. Hierbij geldt als voorwaarde dat de registratiecommissie dit deel
van de opleiding als onderdeel van de opleiding net als de overige onderdelen
goedkeurt door opname van dit deel van de opleiding in het opleidingsschema.
Hiernaast dient de opleiding in het buitenland niet tot verlenging van de
totale opleidingsduur te leiden. De regeling is beperkt tot de zorgopleidingen
A, omdat voor deze zorgopleidingen een registratie van de opleidingsschema’s
bij de registratiecommissies beschikbaar is. Een zodanige mogelijkheid is niet
opgenomen voor de zorgopleidingen, genoemd onder B in bijlage 1, vanwege het
ontbreken van een toegesneden registratie.
Als gevolg van het vernummerde derde lid dient ook de verwijzing
in het zesde lid te worden gewijzigd.
Artikel I, onderdeel E
Als gevolg van het vernummerde derde lid van artikel 9 dient ook
de verwijzing in artikel 10 te worden vernummerd. Daarnaast is van de
gelegenheid gebruik gemaakt om vijf maanden te wijzigen in 22 weken. Deze
terminologische wijziging hangt samen met de invoering van het Uniform
Subsidiekader (Kamerstukken II 2008/2009,
31 865, nr.
5).
Artikel I, onderdeel F
In het nieuwe eerste lid van artikel 12 is opgenomen dat in de
periode, waarop deze overgangsbepaling betrekking heeft, de Minister het plan
voor de maximale instroom en doorstroom voor de zorgopleiding specialist
ouderengeneeskunde zal vaststellen, dat overeenkomt met het door de Minister
voorafgaand aan het plan vastgestelde aantal opleidingsplaatsen. Hiermee wordt
de regeling in overeenstemming gebracht met de feitelijk toegepaste praktijk
van de afgelopen jaren. De stichting SBOH is namelijk de enige aanvrager en
ontvanger van de subsidie namens de verpleeghuisinstellingen, zoals uit het
tweede lid blijkt. Daarnaast is in dit artikel de naam verpleeghuisarts
vervangen door specialist ouderengeneeskunde.
Artikel I, onderdeel G
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om te expliciteren dat de
stage onderdeel dient uit te maken van het opleidingsschema.
Artikel I, onderdeel H
Bijlage 1 wordt vervangen door een nieuwe bijlage 1. De
zorgopleidingen tot SEH-arts en arts infectieziekten bestrijding, arts TBC
bestrijding en medisch milieukundige worden vanaf 2010 een zogenaamde
zorgopleiding A. Voor deze zorgopleidingen zijn door de Minister geaccepteerde
opleidingsregisters beschikbaar op basis waarvan de doorstroom kan worden
bepaald.
Er is een zogenaamde zorgopleiding B toegevoegd, te weten de
zorgopleiding gezondheidszorgpsycholoog voor verpleeghuiszorg. Voor deze
zorgopleiding vindt een evenredige aanpassing van het budgettaire kader van
deze instellingen plaats. Uitsluitend instellingen voor verpleeghuiszorg kunnen
– indien erkend als opleidingsinrichting – in aanmerking komen voor een
subsidie voor deze opleidingsplaatsen voor zover deze krachtens de Wet
Toelating Zorginstellingen (WTZi) een toelating hebben als zorginstelling voor
de functies Verblijf én Behandeling, op grondslag van ‘psychogeriatrische
aandoening of beperking’ of op grondslag van ‘somatische aandoening of
beperking’.
De naam jeugdgezondheidszorgarts is vervangen door
jeugdarts.
De naam verpleeghuisarts is vervangen door specialist
ouderengeneeskunde. Het vergoedingsbedrag voor de specialist ouderengeneeskunde
is tevens aangepast aan de gemaakte afspraak.
Artikel I, onderdeel I
Bijlage 3 wordt vervangen door een nieuwe bijlage 3. De
zorgopleiding gezondheidszorgpsycholoog voor verpleeghuiszorg is
toegevoegd.
De naam jeugdgezondheidszorgarts is vervangen door
jeugdarts.
De naam verpleeghuisarts is vervangen door specialist
ouderengeneeskunde.
De nummering van de zorgopleidingen is gewijzigd vanwege
automatiseringseisen. Hiernaast is de tekst bij ondertekening gewijzigd. De
doorstroom voor 2010 voor de zorgopleidingen, genoemd onder A in bijlage 1,
wordt bepaald op basis van de bij de registratiecommissies uiterlijk op
31 oktober voorafgaand aan het subsidiejaar juist en tijdig ingediende
opleidingsschema’s van arts-assistenten. Omdat artikel 11 voor het subsidiejaar
2010 en volgende jaren niet meer van toepassing is, geldt dit evenzeer voor de
assistenten die eventueel na 31 oktober van het jaar voorafgaand aan het
subsidiejaar instromen in een zorgopleiding. Dit wordt met de wijziging van de
tekst bij de ondertekening nog eens onderstreept.
Artikel I, onderdeel J
Bijlage 4 wordt vervangen door een nieuwe bijlage 4. De
zorgopleiding gezondheidszorgpsycholoog voor verpleeghuiszorg is
toegevoegd.
De naam jeugdgezondheidszorgarts is vervangen door
jeugdarts.
De naam verpleeghuisarts is vervangen door specialist
ouderengeneeskunde.
De nummering van de zorgopleidingen is gewijzigd vanwege
automatiseringseisen. Hiernaast is rekening gehouden met de gevolgen van de
vernummering van de leden van artikel 9.
De Minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
A. Klink.