Regeling aanwijzing nationale normen kabelbaaninstallaties

16 juli 2009

Nr. CEND/HDJZ-2009/787 sector I&O

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 3, tweede lid, van richtlijn nr. 2000/9/EG van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 maart 2000 betreffende kabelbaaninstallaties voor personenvervoer (PbEU L 106) en artikel 4, eerste en derde lid, van de Wet kabelbaaninstallaties;

Besluit:

Artikel 1

De nationale normen, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Wet kabelbaaninstallaties, zijn de normen, opgenomen in de bijlage bij deze regeling.

Artikel 2

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanwijzing nationale normen kabelbaaninstallaties.

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings.

BIJLAGE BEHORENDE BIJ ARTIKEL 1

A. Referentienummer Nederlandse norm

B. Referentienummer geharmoniseerde norm

C. Titel geharmoniseerde norm

D. Eerste publicatie in Publicatieblad Europese Unie (PbEU)

NEN-EN 1709:2004 en

EN 1709:2004

Veiligheidseisen voor kabelbanen voor personenvervoer − Inspectie voor oplevering, onderhoud, bedrijfsinspecties en − controles

PbEU 2005 C 100

NEN-EN 1908:2004 en

EN 1908:2004

Veiligheidseisen voor kabelbanen voor personenvervoer − Spaninrichtingen

PbEU 2005 C 100

NEN-EN 1909:2004 en

EN 1909:2004

Veiligheidseisen voor kabelbanen voor personenvervoer – Redding en evacuatie

PbEU 2005 C 100

NEN-EN 12385-8:2002 en

EN 12385-8:2002

Staalkabels - veiligheid - Deel 8: strengentrekkabels en – draagkabels voor kabelbaaninstallaties ontworpen voor personenvervoer

PbEU 2005 C 100

NEN-EN 12385-9:2002 en

EN 12385-9:2002

Staalkabels − Veiligheid − Deel 9: Gesloten draagkabels voor kabelbaaninstallaties ontworpen voor personenvervoer

PbEU 2005 C 100

NEN-EN 12397:2004 en

EN 12397:2004

Veiligheidseisen voor kabelbaaninstallaties voor het vervoer van personen − Gebruik

PbEU 2005 C 100

NEN-EN 12927-1:2004 en

EN 12927-1:2004

Veiligheidseisen voor kabelbaaninstallaties voor het vervoer van personen − Kabels − Deel 1: Keuzecriteria voor kabels en hun eindbevestigingen

PbEU 2005 C 100

NEN-EN 12927-2:2004 en

EN 12927-2:2004

Veiligheidseisen voor kabelbaaninstallaties voor het vervoer van personen − Kabels − Deel 2: Veiligheidsfactoren

PbEU 2005 C 100

NEN-EN 12927-3:2004 en

EN 12927-3:2004

Veiligheidseisen voor kabelbaaninstallaties voor het vervoer van personen – Kabels – Deel 3: Lange-splitsen van 6-strengige trek- en draagkabels

PbEU 2005 C 100

NEN-EN 12927-4:2004 en

EN 12927-4:2004

Veiligheidseisen voor kabelbaaninstallaties voor het vervoer van personen − Kabels − Deel 4: Eindbevestigingen

PbEU 2005 C 100

NEN-EN 12927-5:2004 en

EN 12927-5:2004

Veiligheidseisen voor kabelbaaninstallaties voor het vervoer van personen − Kabels − Deel 5: Opslag, vervoer, installatie en spannen

PbEU 2005 C 100

NEN-EN 12927-6:2004 en

EN 12927-6:2004

Veiligheidseisen voor kabelbaaninstallaties voor het vervoer van personen − Kabels − Deel 6: Criteria voor het buitengebruikstellen

PbEU 2005 C 100

NEN-EN 12927-7:2004 en

EN 12927-7:2004

Veiligheidseisen voor kabelbaaninstallaties voor het vervoer van personen − Kabels − Deel 7: Inspectie, reparatie en onderhoud

PbEU 2005 C 100

NEN-EN 12927-8:2004 en

EN 12927-8:2004

Veiligheidseisen voor kabelbaaninstallaties voor het vervoer van personen − Kabels − Deel 8: Magnetisch kabelonderzoek (MRT)

PbEU 2005 C 100

NEN-EN 1929-1:2004 en

EN 1929-1:2004

Veiligheidseisen voor kabelbaaninstallaties voor het vervoer van personen − Algemene eisen − Deel 1: Eisen voor alle installaties

PbEU 2005 C 100

NEN-EN 1929-2:2004 en

EN 1929-2:2004

Veiligheidseisen voor kabelbaaninstallaties voor het vervoer van personen − Algemene eisen − Deel 2: Aanvullende eisen voor pendelbanen zonder kabelrem

PbEU 2005 C 100

NEN-EN 12930:2004 en

EN 12930:2004

Veiligheidseisen voor kabelbaaninstallaties voor het vervoer van personen − Berekeningen

PbEU 2005 C 100

NEN-EN 13107:2004 en

EN 13107:2004

Veiligheidseisen voor kabelbanen voor personenvervoer − Bouwwerken

PbEU 2005 C 100

NEN-EN 13223:2004 en

EN 13223:2004

Veiligheidseisen voor kabelbaaninstallaties voor het vervoer van personen − Aandrijfsystemen en andere mechanische uitrusting

PbEU 2005 C 100

NEN-EN 13243:2004 en

EN 13243:2004

Veiligheidseisen voor kabelbaaninstallaties voor vervoer van personen − Elektrische installaties anders dan voor aandrijfsystemen

PbEU 2005 C 100

NEN-EN 13243/C1:2006 en

EN 13243:2004/AC:2005

  

NEN-EN 13796-1:2005 en

EN 13796-1:2005

Veiligheidseisen voor kabelbanen voor personenvervoer − Dragers − Deel 1: Kabelgrepen, remmen aan boord, cabines, stoelen, wagens onderhoudsdragers, sleepkabeltuigage

PbEU 2007 C 271

NEN-EN 13796-2:2005 en

EN 13796-2:2005

Veiligheidseisen voor kabelbanen voor personenvervoer − Dragers − Deel 2: Slipweerstandsbeproeving voor kabelgrepen

PbEU 2007 C 271

NEN-EN 13796-3:2005 en

EN 13796-3:2005

Veiligheidseisen voor kabelbanen voor personenvervoer – Dragers − Deel 3: Vermoeiingsproeven

PbEU 2007 C 271

TOELICHTING

De Europese Commissie heeft in het Publicatieblad van de Europese Unie (PbEU C 51 van 4 maart 2009) een lijst gepubliceerd met de nummers, titels en referentienummers van geharmoniseerde normen ter uitvoering van artikel 3, tweede lid, van richtlijn nr. 2000/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 maart 2000 betreffende kabelbaaninstallaties voor personenvervoer (PbEU L 106). Die lijst vervangt de eerder door de Europese Commissie gepubliceerde lijsten. De geharmoniseerde normen bevatten technische specificaties en geven invulling aan essentiële eisen voor kabelbaaninstallaties. In de bijlage bij deze regeling worden de nationale normen van die geharmoniseerde normen weergegeven. De tabel bij deze regeling komt in de plaats van de eerder medegedeelde lijsten met nationale referentienummers van geharmoniseerde normen (zie Stcrt. 2005, 155 en 2008, 19). Het is aan de lidstaten om aan de geharmoniseerde normen nationale referentienummers toe te kennen, dat wil zeggen de referentienummers genoemd in de eerste kolom van de tabel. Referentienummers van de nationale normen worden op grond van artikel 4, eerste lid, van de Wet kabelbaaninstallaties door de Minister van Verkeer en Waterstaat aangewezen. Aan die opdracht wordt met onderhavige aanwijzing invulling gegeven.

Administratieve lasten en nalevingskosten

De onderhavige regeling leidt niet tot nieuwe informatieverplichtingen of tot het vervallen ervan voor burgers of bedrijven; de regeling is derhalve niet voorgelegd aan het Adviescollege voor de toetsing van administratieve lasten.

Uit de onderhavige regeling vloeien eveneens geen nieuwe nalevingskosten voor burgers of bedrijven voort.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings.

Naar boven