ARTIKEL I
De Regeling maatschappelijke ondersteuning wordt
als volgt gewijzigd:
A
Artikel 6b komt te luiden:
Artikel 6b
1. Een mantelzorger ontvangt ter waardering van zijn werk een
uitkering, indien:
a. door het CIZ of bureau jeugdzorg op of na 1 augustus
2009 aan een persoon een indicatie is afgegeven met een geldigheidsduur van ten
minste 371 dagen voor extramurale zorg in het kader van de Algemene Wet
Bijzondere Ziektekosten, en
b. de onder a bedoelde persoon de desbetreffende
mantelzorger als begunstigde voor de uitkering heeft aangewezen.
2. Een indicatie is afgegeven met een geldigheidsduur van ten
minste 371 dagen, indien aan een persoon meerdere indicaties zijn
afgegeven:
a. waarvan de geldigheidsduur in het totaal ten minste 371
dagen bedraagt, en
b. de begindatum van elke indicatie niet meer dan 42 dagen
na de einddatum van de daaraan voorafgaande indicatie is gelegen.
B
Artikel 6d wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt het zinsdeel ‘onder a, die voldoet aan
artikel 6b, onder b’ vervangen door: eerste lid, onder a.
2. Het derde lid vervalt en het vierde en vijfde lid worden
vernummerd tot derde en vierde lid.
3. In het derde lid (nieuw) wordt het zinsdeel ‘onder a, die
voldoet aan artikel 6b, onder b’ vervangen door: eerste lid, onder a.
4. In het vierde lid (nieuw) wordt na ‘artikel 6b’ ingevoegd: ,
eerste lid.
C
Artikel 6e komt te luiden:
Artikel 6e
1. Voor elke periode van 371 dagen dat een indicatie geldig is
kan de in artikel 6b, eerste lid, onder a, bedoelde persoon één mantelzorger
als begunstigde aanwijzen.
2. De in artikel 6b, eerste lid, onder a, bedoelde persoon
kan, met inachtneming van het vorige lid, na telkens een kalenderjaar na
afgifte van de indicatie opnieuw een mantelzorger als begunstigde aanwijzen,
indien de indicatie op die datum nog geldig is.
3. Zijn er meerdere indicaties afgegeven als bedoeld in
artikel 6b, tweede lid, dan geldt voor de toepassing van het vorige lid de
oudste afgiftedatum.
D
In het eerste lid van artikel 6f wordt het zinsdeel ‘onder a,
die voldoet aan artikel 6b, onder b’ vervangen door: eerste lid, onder a.
E
Artikel 6g komt te luiden:
Artikel 6g
De uitkering bedraagt voor het jaar 2009 € 250.
ARTIKEL II
1. In afwijking van artikel 6b, eerste lid, onder a, komt ook een
indicatie die is afgegeven vóór 1 augustus 2009 in aanmerking, indien deze
indicatie geldig is op 1 augustus 2009 en door toedoen van de persoon aan wie
die indicatie is afgegeven in het jaar 2008 of in het jaar 2009 vóór 1 augustus
aan een mantelzorger overeenkomstig deze regeling een uitkering is verstrekt.
Artikel 6b, tweede lid, is niet van toepassing.
2. Om te bepalen of een indicatie als bedoeld in het eerste lid op
1 augustus 2009 een geldigheidsduur van ten minste 371 dagen als bedoeld in
artikel 6b, eerste lid, onder a, heeft, wordt van elk van de jaren 2008 en 2009
waarin door toedoen van de persoon aan wie die indicatie is afgegeven aan een
mantelzorger overeenkomstig deze regeling een uitkering is verstrekt, 182 dagen
in mindering gebracht op de volledige geldigheidsduur van de indicatie.
ARTIKEL III
De regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2009.
TOELICHTING
Algemeen
Mantelzorgers kunnen als financieel blijk van waardering voor de
langdurige en intensieve verzorging van een naaste in aanmerking komen voor een
zogenaamd mantelzorgcompliment. Om hiervoor in aanmerking te kunnen komen is
het noodzakelijk dat:
– er sprake is van een voordracht door een zorgbehoevende die
beschikt over een indicatie voor extramurale AWBZ-zorg,
– de indicatie een geldigheidsduur heeft van ten minste 6
maanden,
– de indicatie is afgegeven na 1 april 2007 en
– er aantoonbaar sprake is van een besparing op de professionele
zorg door de inzet van de mantelzorger.
In 2007 hebben circa 50.000 mantelzorgers een compliment (ter
waarde van € 250) ontvangen; in 2008 zijn 17.000 complimenten toegekend die
betrekking hebben op 2007. In 2008 werden circa 68.000 mantelzorgcomplimenten
toegekend. Begin 2008 heeft een evaluatie van de regeling plaatsgevonden. Het
relatief beperkte aantal verstrekte mantelzorgcomplimenten over 2007 was een
belangrijk aspect dat in de evaluatie is onderzocht. De uitkomsten van deze
evaluatie hebben ertoe geleid dat de regeling op een aantal punten wordt
aangepast. Deze aanpassingen hebben tot doel het bereik van de regeling te
vergroten en om de uitvoeringslast voor met name het CIZ en de bureaus
jeugdzorg te verlichten. Ook voor mantelzorgers en zorgvragers die iemand voor
willen dragen voor een compliment, wordt het gebruik van de regeling
eenvoudiger.
Hiervoor is aangegeven dat de regeling op een aantal punten wordt
aangepast. Deze aanpassingen houden het volgende in.
In het amendement Van der Vlies dat ten grondslag ligt aan het
mantelzorgcompliment, werd aangegeven dat de inzet van de mantelzorger
aantoonbaar moet leiden tot een besparing op de kosten van de professionele
zorg. Dit brengt met zich mee dat bij de indicatiestelling door het CIZ
vastgesteld moet worden of er sprake is van overname van (een deel) van de
geïndiceerde AWBZ-zorg door de mantelzorger. Andere vormen van mantelzorg
(bijvoorbeeld boodschappen doen, begeleiden van de zorgbehoevende naar het
ziekenhuis of huisarts etc.) komen daardoor niet in aanmerking voor een
compliment. Dit heeft volgens de evaluatie van de regeling in belangrijke mate
bijgedragen aan een beperkt gebruik van deze regeling. Mede tegen deze
achtergrond is het vereiste van de besparing op de professionele zorg
losgelaten. De veronderstelling is thans dat in geval van een indicatie met een
lange geldigheidsduur er sprake is van langdurige of intensieve mantelzorg; of
deze mantelzorg geheel of gedeeltelijk de professionele AWBZ-zorg vervangt, is
niet meer van belang.
Er moet sprake zijn van een indicatie met een lange
geldigheidsduur. Gedacht werd aan een geldigheidsduur van meer dan 12 maanden.
Op advies van het CIZ is gekozen voor een geldigheidsduur van ten minste 371
dagen, dit omdat het CIZ indiceert in weken; een periode van meer dan 12
maanden komt dan overeen met 53 weken (=371 dagen). Volgens het CIZ ondersteunt
deze periode in hoge mate de veronderstelling dat er sprake is van (langdurige
of intensieve) mantelzorg.
Een zorgvrager kan een mantelzorger voordragen voor een
compliment indien deze zorgvrager over meerdere AWBZ- indicaties beschikt die
in tijd op elkaar aansluiten of die met een tussenpoos van niet meer dan 6
weken zijn afgegeven -dit in verband met de tijd die het CIZ nodig heeft om een
nieuwe indicatie af te geven- en die tezamen een geldigheidsduur hebben van ten
minste 371 dagen.
Naar verwachting zou door het loslaten van de vereiste besparing
op de professionele zorg én uitgaande van een geldigheidsduur van de indicatie
van ten minste 6 maanden, het gebruik van de regeling zodanig toenemen dat het
beschikbare budget wordt overschreden. Om dit te voorkomen is de vereiste
geldigheidsduur van ten minste 371 dagen, belangrijk. Dit laat onverlet de
mogelijkheid om het bedrag dat een mantelzorg als compliment ontvangt, te
verlagen.
Artikelsgewijs
Artikel I
Artikel 6b
In artikel 6b is de bepaling opgenomen dat indicaties voor
extramurale AWBZ-zorg na 1 augustus 2009 moeten zijn afgegeven.
In artikel 6b vervalt de zinsnede dat ‘ter gelegenheid van
het afgeven van de onder a bedoelde indicatie door het CIZ of het bureau
jeugdzorg is aangegeven, dat voor een gedeelte van de geïndiceerde zorg
mantelzorg aanwezig zal zijn’. Bij de indicatiestelling zal in het kader van
déze de aard van de inzet van de mantelzorger niet
meer worden vastgesteld.
In artikel 6b, eerste lid, wordt voorts bepaald dat de
zorgvrager over een indicatie moet beschikken met een geldigheidsduur van
tenminste 371 dagen.
In het tweede lid van artikel 6b wordt de cumulatie van korter
durende indicaties geregeld. Zorgvragers met meerdere indicaties die elk niet
voldoen aan de vereiste geldigheidsduur van ten minste 371 dagen, kunnen toch
een mantelzorger voordragen voor een mantelzorgcompliment indien de begindatum
van elke indicatie niet meer dan 42 dagen na de einddatum van de daaraan
voorafgaande indicatie is gelegen en indien de geldigheidsduur van deze
indicaties in het totaal ten minste 371 dagen bedraagt.
Artikel 6e
Het is mogelijk dat een zorgvrager gedurende een zeer lange
periode -bijvoorbeeld meerdere jaren- AWBZ-zorg nodig heeft. Dit maakt het
mogelijk dat zorgvragers na het verstrijken van de in artikel 6b, eerste en
tweede lid, bedoelde periode van ten minste 371 dagen, opnieuw een mantelzorger
voor kan dragen voor een compliment. In artikel 6 e worden de daarvoor geldende
vereisten genoemd.
Artikel 6g
Het aan mantelzorgers toe te kennen bedrag wordt elk jaar
vastgesteld. Dat geschiedt op basis van gegevens van het CIZ en de bureaus
jeugdzorg. Deze kunnen aanleiding geven tot het neerwaarts bijstellen van het
in het voorafgaande jaar toegekende bedrag. Voor 2009 bedraagt het compliment
op basis van deze regeling € 250.
Artikel II
Artikel II bevat een overgangsbepaling
Uit het eerste lid volgt dat een mantelzorgcompliment op grond
van onderhavige wijziging ook kan worden toegekend op basis van een indicatie
die is afgegeven voor 1 augustus 2009, mits deze indicatie op die datum nog
geldig is en door toedoen van de zorgvrager in 2008 of in 2009 vóór 1 augustus
reeds een mantelzorgcompliment is verstrekt. De cumulatieregel zoals beschreven
in het tweede lid van artikel 6b, is niet van toepassing. Indicaties die voor
de datum waarop de nieuwe regeling in werking treedt zijn afgelopen, kunnen
niet worden meegeteld voor het toekennen van het mantelzorgcompliment.
Op grond van het tweede lid wordt per 1 augustus 2009 de
resterende geldigheidsduur bepaald. De totale duur van de geldige indicaties
wordt in dagen vastgesteld. Vervolgens wordt per zorgvrager bekeken of op grond
van de tot 1 augustus 2009 geldende regeling al een mantelzorgcompliment over
2008 of over 2009 is toegekend. Per mantelzorgcompliment dat reeds is
toegekend, wordt op de totale indicatieduur 182 dagen in mindering gebracht.
Dit voorkomt dat zorgvragers meer mantelzorgcomplimenten kunnen geven dan de
bedoeling is. Er is gekozen voor 182 dagen, aangezien dit de minimale
indicatieduur was om op grond van de tot 1 augustus 2009 geldende regeling in
aanmerking te komen voor het mantelzorgcompliment.
Wanneer er na toepassing van bovenstaande regels een
geldigheidsduur overblijft van ten minste 371 dagen, kan de zorgvrager
zijn/haar mantelzorger voordragen voor het mantelzorgcompliment.
De Staatssecretaris van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
J. Bussemaker.