Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van nr. R&P/RA/2009/16207, tot Europees Globaliseringsfonds

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 18 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006, zoals gewijzigd door Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees parlement en de Raad van 18 juni 2009;

Besluit:

Artikel 1 Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

De Minister:

de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

De verordening:

Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006, zoals gewijzigd door Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees parlement en de Raad van 18 juni 2009;

EGF:

Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering.

Artikel 2 Projectvoorstel

  • 1. Een rechtspersoon die in aanmerking wil komen voor een financiële bijdrage uit het EGF, kan een projectvoorstel indienen bij de Minister.

  • 2. De Minister kan ondersteuning bieden bij de uitwerking van het projectvoorstel.

  • 3. Wanneer het projectvoorstel past binnen de doelstelling van het EGF en voldoet aan de daaraan in de verordening gestelde voorwaarden, kan de Minister besluiten het voorstel conform de daaraan gestelde voorwaarden in te dienen bij de Europese Commissie.

Artikel 3 Convenant

De Minister dient slechts een projectvoorstel in bij de Europese Commissie nadat hij een convenant heeft afgesloten met de aanvrager, waarin afspraken over de samenwerking en de wijze van uitvoering van de beheers- en controle activiteiten worden vastgelegd.

Artikel 4 Verlening en voorschot

  • 1. Wanneer de Europese Commissie het projectvoorstel goedkeurt, verleent de Minister de aanvrager subsidie ter hoogte van het door de Europese Commissie toegekende bedrag, onder de voorwaarden gesteld bij en krachtens de verordening, en de voorwaarden genoemd in het convenant als bedoeld in artikel 3.

  • 2. De Minister verstrekt het volledige van de Europese Commissie ontvangen bedrag als voorschot op de projectsubsidie aan de aanvrager, tenzij er gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat het project niet volledig overeenkomstig de aanvraag zal worden uitgevoerd.

Artikel 5 Tussenrapportage

Gedurende de looptijd van het project kan de Minister verzoeken om een tussenrapportage over de voortgang van het project.

Artikel 6 Controle

De aanvrager richt de nodige beheers- en controle systemen in conform de eisen die worden gesteld bij en krachtens de Verordening en het in artikel 3 bedoelde convenant, en werkt volledig mee aan de controle door de Minister op de naleving daarvan.

Artikel 7 Verzoek tot vaststelling van de subsidie

  • 1. Uiterlijk drie maanden na afloop van het project dient de aanvrager bij de Minister een verzoek in tot vaststelling van de subsidie. Dit verzoek bestaat uit een eindverslag over de uitvoering van de projectactiviteiten en een einddeclaratie van de kosten.

  • 2. Uiterlijk zes maanden na afloop van het project dient de Minister bij de Europese Commissie een verslag in over de uitvoering van de financiële bijdrage, samen met een verklaring waarin de uitgaven worden verantwoord conform de in de Verordening gestelde eisen.

  • 3. Indien de Minister tot het oordeel komt dat bepaalde kosten in de einddeclaratie van de aanvrager niet subsidieabel zijn onder de voorwaarden van de verordening deelt hij dit aan de aanvrager mee met het verzoek de einddeclaratie op dit punt te wijzigen.

Artikel 8 Vaststelling

De Minister stelt de aanvrager zo snel mogelijk op de hoogte van de beslissing van de Europese Commissie waarin de financiële bijdrage van het EGF wordt afgesloten, en stelt op basis daarvan de subsidie vast.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 15 juli 2009

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner.

TOELICHTING

Met deze regeling wordt de nadere uitwerking gegeven aan de Europese Verordening van het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EG) 1927/2006 en (EG) 546/2009, ook wel het Globaliseringsfonds (EGF) genoemd. Europa heeft dit fonds in het leven geroepen om werknemers die hun baan zijn kwijtgeraakt door de globalisering weer aan de slag te helpen. Door middel van bijvoorbeeld scholing, hulp bij het zoeken naar een baan en steun bij het opzetten van een eigen bedrijf. In 2009 is de verordening gewijzigd. Nu kunnen ook werknemers worden geholpen die werkloos zijn geworden ten gevolge van de financiële en economische crisis.

Op grond van de verordening fungeert de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) als aanvrager van de financiële steun uit het EGF. Dit betekent dat de Minister projectvoorstellen met een verzoek om financiële steun uit het EGF kan indienen bij de Europese Commissie. Na eventuele goedkeuring door de Europese Commissie is de minister in eerste instantie verantwoordelijk voor het beheer en de financiële controle op de door het EGF gesubsidieerde acties in Nederland.

In deze regeling worden de belangrijkste zaken rondom het aanvragen van steun uit het EGF en het vervolgens benutten van het geld geregeld. De precisering van deze eisen vindt vervolgens plaats in het convenant dat de minister van SZW met een potentiële aanvrager zal sluiten.

De voorwaarden voor het Globaliseringsfonds op hoofdlijnen

In de bovengenoemde verordeningen is geregeld aan welke eisen moet zijn voldaan om in aanmerking te kunnen komen voor steun uit het EGF. De criteria zijn in hoofdlijnen:

  • het massaontslag betreft minimaal 500 personen in een bedrijf of sector;

  • aangetoond moet worden dat de ontslagen het gevolg zijn van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen óf de financiële en economische crisis;

  • de activiteiten zien op individuele dienstverlening om ontslagen werknemers aan het werk te helpen;

  • de activiteiten moeten aanvullend zijn op het bestaande structuurbeleid van de Europese Unie en op de reguliere maatregelen van de lidstaat.

In de verordeningen is bepaald dat het moet gaan om 500 ontslagen in een periode van vier maanden binnen één bedrijf òf 500 ontslagen binnen een periode van negen maanden als de ontslagen zijn gevallen in een bepaalde sector in één of twee aan elkaar grenzende provincies. De start van de periode waarbinnen de ontslagen moeten worden geteld, de zogeheten referentieperiode, kan door de aanvrager zelf worden bepaald. De startdatum van deze periode is van belang, omdat de aanvraag door de Minister binnen 10 weken na afloop van de referentieperiode moet zijn ingediend bij de Europese Commissie.

Voor de berekening van het aantal gedwongen ontslagen, telt een ontslag mee vanaf:

  • de datum van de individuele kennisgeving door de werkgever dat de arbeidsovereenkomst van de betrokken werknemer tijdelijk of definitief beëindigd wordt, of

  • de datum van de feitelijke beëindiging van een arbeidsovereenkomst voordat die afloopt, of

  • de datum waarop de werkgever de daartoe bevoegde instantie schriftelijk kennis geeft van een plan voor collectief ontslag.

De regels en de criteria voor een beroep op het EGF worden strikt gehanteerd. Er is geen maximumbedrag gesteld aan een aanvraag, echter voor de hele Unie is een bedrag van € 500 miljoen per jaar beschikbaar. De verkregen steun moet binnen 24 maanden na het indienen van de aanvraag bij de Europese Commissie zijn besteed aan projectactiviteiten. Er is een cofinancieringeis van minimaal 35% op de totale geraamde kosten. Dat betekent dat Europa 65% van de kosten financiert. De resterende 35% zal door de aanvrager moeten worden opgebracht.

Voortraject

Een aanvraag voor het Globaliseringsfonds begint met een informeel voortraject. Een (branche-)organisatie, het WERKbedrijf of een andere partij die een dreigend ontslag signaleert van meer dan 500 werknemers en daarop actie wenst te ondernemen, kan contact opnemen met het Agentschap SZW van het ministerie van SZW. Het Agentschap SZW treedt vervolgens in overleg met deze potentiële aanvrager. In verkennende gesprekken zal gezamenlijk een analyse worden uitgevoerd naar de achtergronden van de situatie en bekeken worden in hoeverre de casus voldoet aan de criteria in de Verordening.

Indienen projectvoorstel

Op het moment dat er een wederzijdse verwachting op een kansrijk beroep op het EGF is, kan een rechtspersoon, zoals een werkgever, (branche-)organisatie of het WERKbedrijf, een concept aanvraag indienen bij het Agentschap SZW. Het Agentschap SZW assisteert bij het opstellen van de definitieve aanvraag.

Convenant

Voorafgaand aan het indienen van het verzoek om financiële steun bij de Europese Commissie, sluiten SZW en de aanvrager een convenant af. In dit convenant worden onder andere afspraken vastgelegd over verantwoordelijkheidsverdeling tussen SZW en de aanvrager, de samenwerking, de ondersteuning die SZW de aanvrager zal bieden, de eisen die aan de projectadministratie worden gesteld (conform de Europese Verordening), de wijze waarop de onderbouwing van de projectkosten plaats moet vinden en de wijze waarop SZW (tussentijds) controleert.

Indienen aanvraag door lidstaat Nederland

Pas wanneer er een convenant is afgesloten dient de Minister van SZW een verzoek om steun uit het EGF in bij de Europese Commissie. Deze aanvraag moet binnen 10 weken na de datum waarop de referentieperiode eindigt, zijn ingediend. Het Agentschap SZW zal de aanvrager een bevestiging sturen van het feit dat de aanvraag is ingediend.

De uitvoering van de projectactiviteiten kan al beginnen voordat de aanvraag bij de Europese Commissie is ingediend. De kosten van het project zijn subsidiabel vanaf de datum/data waarop gestart wordt met individuele dienstverlening aan de getroffen werknemers.

Aanvragers worden gedurende de uitvoering van het project begeleid, geadviseerd en gecontroleerd door het Agentschap SZW. De verplichte cofinanciering van minimaal 35% van de subsidiabele kosten, zal in eerste instantie de enige financieringsbron zijn voor het project. Pas nadat de Commissie positief heeft beschikt op het EGF verzoek wordt, wordt de Europese financiering beschikbaar gesteld. Het risico bestaat dus dat de aanvrager wel kosten maakt, maar dat de aanvraag uiteindelijk wordt afgewezen door Brussel en er geen Europees geld komt. De aanvrager draagt het risico voor een afwijzing door de Europese Commissie.

De Europese Commissie beoordeelt de ingediende aanvraag en zal mogelijk om aanvulling ervan vragen. SZW zal met de aanvrager zorg dragen voor het completeren van de aanvraag. Zodra de Europese Commissie na beoordeling van mening is dat wel of niet aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage uit het EGF is voldaan, stelt zij het ministerie van SZW hier zo spoedig mogelijk van op de hoogte. SZW zal de aanvrager zo snel mogelijk over het oordeel van de Commissie informeren.

Beschikking

Op het moment dat de Europese Commissie een aanvraag heeft goedgekeurd, ontvangt de aanvrager een beschikking tot subsidieverlening. De Europese Commissie betaalt binnen 15 dagen na goedkeuring het gehele steunbedrag uit aan SZW. SZW zal deze gelden zo snel mogelijk doorbetalen aan de aanvrager, mits de uitvoering van het project redelijk op schema ligt.

Subsidiabele activiteiten en kosten

De kosten van het project zijn subsidiabel vanaf de datum/data waarop gestart wordt met individuele dienstverlening aan de getroffen werknemers. Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen moeten gericht zijn op het weer aan het werk krijgen van individuele werknemers. In de verordening wordt in bijvoorbeeld artikel 3 een aantal voorbeelden genoemd. In het te sluiten convenant wordt geregeld hoe de activiteiten en de kosten moeten worden verantwoord.

Tijdens de uitvoering van het project

Het project heeft een looptijd van maximaal 24 maanden, te rekenen vanaf de datum waarop het eerste individuele begeleidingstraject is gestart. De aanvrager kan er ook voor kiezen het project later te laten starten. De start is dan uiterlijk binnen 3 maanden na datum indiening van het verzoek om steun bij de Europese Commissie.

De aanvrager draagt zorg voor een goede projectadministratie. Het Agentschap SZW adviseert hierin en begeleidt waar nodig. Nederland heeft er als lidstaat, samen met de aanvrager, belang bij dat de uitvoering goed verloopt en de projectadministratie op orde is. De subsidie voor de aanvrager is afhankelijk van de eindbeschikking door de Europese Commissie. De minister van SZW is verantwoordelijk voor het indienen van de einddeclaratie bij de Europese Commissie. Het Agentschap SZW monitort het project door bezoeken af te leggen, voortgangsverslagen te beoordelen, (telefonisch) contact te onderhouden en als vraagbaak te fungeren. Daarnaast voorziet zij de aanvrager van advies met betrekking tot de administratie.

Einddeclaratie

Na afloop van de projectperiode dient de aanvrager binnen 3 maanden een verslag in over de financiële bijdrage, zijnde de einddeclaratie. Bij het opstellen van deze einddeclaratie wordt de aanvrager begeleid door het Agentschap SZW. De ingediende einddeclaratie wordt door het Agentschap SZW gecontroleerd. De Minister van SZW dient de gecontroleerde einddeclaratie binnen 6 maanden na het einde van het project in bij de Europese Commissie.

De aanvrager dient de projectadministratie op verzoek open te stellen voor controle door de Minister van SZW, de Europese Commissie en de Europese Rekenkamer.

Vaststelling

De Europese Commissie beslist binnen 6 maanden na ontvangst van de einddeclaratie of de aanvrager aan de eisen heeft voldaan en de toegekende steun uit het EGF juist heeft besteed. Op basis van de uitkomsten van de beoordeling van de einddeclaratie door de Europese Commissie stelt het Agentschap SZW de vaststellingsbeschikking op.

Bewaarplicht

De bewijsstukken moeten bewaard worden tot 3 jaar na de vaststellingsbeschikking. In het convenant wordt vastgelegd hoe de bewijsstukken beschikbaar moeten worden gehouden voor eventuele nadere controles door andere controlerende instanties zoals de Europese Commissie en de Europese Rekenkamer.

Publiciteit

Nederland dient activiteiten uit te voeren ter promotie van de bijdrage van het EGF. De aanvrager dient zijn medewerking te verlenen aan dergelijke activiteiten.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner.

Naar boven