Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 24 juni 2009, nr. BVE/IenI/2009/130378, tot wijziging van de Regeling innovatiebox beroepsonderwijs 2006 tot en met 2009 in verband met vaststelling van het subsidieplafond voor 2009

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op de artikelen 2.2.3, tweede lid, 12.3.8, tweede lid en 12.3.9, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling innovatiebox beroepsonderwijs 2006 tot en met 2009 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4. Hoogte van het budget

Voor het jaar 2009 is voor het verstrekken van een aanvullende vergoeding op grond van deze regeling beschikbaar:

  • a. voor instellingen, uitgezonderd de AOC: € 42.978.000,–

  • b. voor AOC: € 4.814.000

B

De bijlage, bedoeld in artikel 9, vijfde lid, komt te luiden:

BIJLAGE

FES gelden

Beschikbaar gesteld:

 

Toegekend bedrag 2008

Cofinanciering 2008

Totaal beschikbaar 2008

Overloop 2008 naar 2009

 

Overloop toegekend bedrag 2008 naar 2009

Overloop cofinanciering 2008 naar 2009

Totaal beschikbaar 2009

 

AMBITIE

REALISATIE

personeel

overig

aantal docenten

aantal deelnemers

samenwerking met andere partijen J/N

personeel

overig

aantal docenten

aantal deelnemers

samenwerking met andere partijen J/N

1.1. Ontwikkelen lesmateriaal voor competentiegericht beroepsonderwijs

x

x

 

x

x

 

1.2. Docentenstages

 

x

 

 

x

 

1.3. Instroom zwakke doelgroepen in praktijkopleidingen

x

  

x

  

1.4 Ontwikkelen examenmateriaal voor competentiegericht beroepsonderwijs

          

Totaal te besteden bedrag in 2009

x

x

x

x

x

x

Overige innovatiegelden

Beschikbaar gesteld:

 

Overloop toegekend bedrag 2008 naar 2009

 

Totaal beschikbaar 2009

 

AMBITIE

REALISATIE

personeel

overig

aantal docenten

aantal deelnemers

samenwerking met andere partijen J/N

personeel

overig

aantal docenten

aantal deelnemers

samenwerking met andere partijen J/N

2.1 Versterken praktijkgerichtheid in het leertraject

x

x

 

x

x

 

2.2 Optimaliseren van de schoolorganisatie

x

x

 

x

x

 

2.3 Verbeteren begeleiding deelnemers binnenschools

 

  

   

2.4 Verbeteren begeleiding deelnemers buitenschools

   

   

3. Verbetering aansluiting beroepskolom

x

x

 

x

x

 

4. Vernieuwing beroepsonderwijs met bedrijfsleven

x

x

 

x

x

 

5. Bevorderen ondernemerschap

   

   

Totaal te besteden bedrag in 2009

x

x

x

x

x

x

Deze bijlage dient door instellingen te worden toegelicht. Indien er (grote) discrepanties zijn tussen ambities en realisaties, dan dient de instelling deze verschillen te verklaren en aan te geven welke maatregelen nodig zijn om de gestelde ambities alsnog te bereiken.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

TOELICHTING

Deze regeling wijzigt de Regeling innovatiebox beroepsonderwijs 2006 tot en met 2009. Door deze wijziging worden de middelen, die voor de aanvullende vergoeding beschikbaar zijn, vastgesteld.

Vanaf 2009 worden er geen FES-middelen meer aan instellingen ter beschikking gesteld. In de wijzigingsregeling van 2008 is reeds aangekondigd dat 2008 het laatste jaar was dat FES-middelen zouden worden verstrekt.

Met de Regeling innovatiebox beroepsonderwijs 2006 tot en met 2009 zijn middelen voor innovatie rechtstreeks aan de mbo-instellingen ter beschikking gesteld via de systematiek van ‘oormerking’. Ten opzichte van het jaar 2008 heeft er een terugloop plaatsgevonden van ongeveer 1 miljoen euro. Deze terugloop is het gevolg van de ombuigingen die in het kader van de voorjaarsbesluitvorming 2006 door het kabinet aan OCW zijn opgelegd. Dit heeft onder meer geleid tot een korting op de beschikbare middelen in de innovatiebox.

De instellingen kunnen met de middelen uit de innovatiebox in overleg met de samenwerkingspartners in de regio onderwijsvernieuwing vormgeven. In 2009 worden de middelen voor innovatie via dezelfde systematiek als in 2008 ter beschikking gesteld aan de mbo-instellingen. De thema’s van de landelijke innovatieagenda, zoals vastgesteld door de landelijke overheid, Het Platform Beroepsonderwijs (HPBO) en de Stichting van de Arbeid (STAR), zijn niet gewijzigd en blijven de thema’s voor het jaar 2009. Deze thema’s blijven hiermee richtinggevend voor de ontwikkeling van de onderwijsvernieuwing in de regio.

Verantwoording en monitor

Conform de verantwoordingssystematiek van de regeling, moeten de onderwijsinstellingen inhoudelijke verantwoording afleggen in het jaarverslag. Met deze verantwoording worden de regionale innovatieambities en de resultaten op de thema’s van de innovatieagenda in kaart gebracht. Daarnaast wordt in het jaarverslag verantwoording afgelegd over de resultaten die met de FES-middelen zijn bereikt. Bij de jaarverslaglegging dient de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs (Staatscourant 2007, nr. 251), die op 1 januari 2008 in werking is getreden, in acht te worden genomen. Op grond van artikel 3, onder j, van die regeling moet aan het jaarverslag en de jaarrekening specifieke informatie worden toegevoegd in de vorm van een aanvullende gegevensset. In de bijlage, die aan de Regeling innovatiebox beroepsonderwijs 2006 tot en met 2009 wordt toegevoegd, worden deze gegevens gespecificeerd. De bijlage is dezelfde als die in de wijzigingsregeling van 2008 werd toegevoegd, met dien verstande dat de jaartallen zijn aangepast. In het bijgevoegde format wordt naast informatie over de Innovatieboxdoelstellingen informatie over de besteding van FES-middelen gevraagd. FES-middelen die in 2008 zijn toegekend mogen immers in 2008 én 2009 worden besteed. Bij de jaarverslaglegging over 2009 zal dienaangaande ook over de FES-middelen moeten worden verantwoord. De informatie die beschikbaar komt op grond van de jaarverslagen en de aanvullende gegevensset zal worden gebruikt als input voor de beleidsevaluatie.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

Naar boven