Aanwijzing bevoegde autoriteiten in de zin van het Binnenvaartpolitiereglement

Dijkgraaf en hoogheemraden van het hoogheemraadschap van Delfland,

Overwegende dat het voor een adequate uitvoering van de in het Binnenvaartpolitiereglement neergelegde bevoegdheden en verantwoordelijkheden noodzakelijk is om daartoe in aanmerking komende functionarissen van Delfland aan te wijzen als bevoegde autoriteiten in de zin van het Binnenvaartpolitiereglement;

Gelet op artikel 5, eerste lid onder b van het Vaststellingsbesluit Binnenvaartpolitiereglement;

Gelet op de bevoegdheden van de bevoegde autoriteit zoals in het Binnenvaartpolitiereglement;

Besluiten:

aan te wijzen als bevoegde autoriteiten in de zin van het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) de hierna genoemde functionarissen voor de achtereenvolgens genoemde bepalingen van het BPR:

  • I. De teamleider Handhaving van Delfland:

    Voor wat betreft qua aard toezichthoudende bepalingen:

    • artikel 1.21, 2e lid;

    • artikel 1.23, 1e lid t/m 3e lid;

    • artikel 3.25, 3e lid;

    • artikel 3.28;

    • artikel 3.29, 2e lid;

    • artikel 4.05, 6e lid en 7e lid;

    • artikel 4.06, 5e lid;

    • artikel 6.21a, 1e lid en 4e lid;

    • artikel 6.32, 1e lid;

    • artikel 7.07, 3e lid;

    • artikel 7.08, 1e lid en 2e lid;

    • artikel 8.08, 3e lid;

    Voor wat betreft qua aard beleidsstellende bepalingen:

    • artikel 1.01, A sub. 8 en sub. 14;

    • artikel 3.15, 2e lid;

    • artikel 3.20, 5e lid;

    • artikel 6.08;

    • artikel 6.28b, 1e lid onder b;

    • artikel 6.31, 1e lid;

    • artikel 7.01, 5e lid;

    • artikel 7.02, 1e lid onder b;

    • artikel 8.06, 1e lid en 2e lid;

    • artikel 8.08, 2e lid onder g;

  • II. de medewerkers van het team Handhaving van het Hoogheemraadschap van Delfland die Buitengewoon Opsporingsambtenaar zijn:

    • artikel 1.10 4e lid;

    • artikel 1.12, 3e lid en 4e lid;

    • artikel 1.13 2e lid en 3e lid;

    • artikel 1.14;

    • artikel 1.15 2e lid;

    • artikel 1.17 1e lid;

    • artikel 1.20;

    • artikel 6.19 6e lid;

    • artikel 6.26 1e lid, 2e lid en 3e lid onder c en e;

    • artikel 6.28, 2e lid en 10e lid;

    • artikel 7.01 4e lid;

    • artikel 7.02 3e lid;

  • III. sluiswachters van Delfland, dan wel functionarissen van Delfland die de taken van een sluiswachter uitvoeren:

    • artikel 6.28, 4e en 14e lid.

Delft, 23 juni 2009

Dijkgraaf en Hoogheemraden van Delfland,

de Secretaris,

A. Boomsma.

De Dijkgraaf,

M.A.P. van Haersma Buma.

Na de publicatie van dit besluit in de Staatscourant, treedt het de dag erna in werking.

Tegen dit besluit kunt u schriftelijk en gemotiveerd bezwaar indienen. U dient uw bezwaarschrift dan binnen 6 weken na de dag bekendmaking van dit besluit te zenden aan Dijkgraaf en Hoogheemraden van Delfland, t.a.v. de Bezwaarschriftencommissie Awb Delfland, Postbus 3061, 2601 DB Delft.

Het indienen van een bezwaar schort de werking van dit besluit niet op. Daarvoor kan een verzoek om voorlopige voorziening worden ingediend bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank ’s-Gravenhage, sector bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag.

Naar boven