Burgemeester en wethouders van Middelharnis maken ingevolge
artikel 28 lid 6 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bekend, dat Gedeputeerde
Staten van Zuid-Holland bij besluit van 30 juni 2009 kenmerk PZH-2009-455810A
het bestemmingsplan ‘Zuidelijke Randweg’ hebben goedgekeurd.
Het plangebied wordt begrensd door de Langeweg, Rottenburgseweg,
Molenweg en Zuidelijke Randweg te Middelharnis.
Behalve de reeds gerealiseerde randweg, keukencentrum en 2 kantoren
voorziet het plan in de vestiging van 2 supermarkten, perifere detailhandel,
kantoren en maatschappelijke voorzieningen. Op 4 locaties zijn via
wijzigingsbevoegdheden kantoren en maatschappelijke voorzieningen
mogelijk.
Het besluit van Gedeputeerde Staten en het goedgekeurde
bestemmingsplan liggen met ingang van 20 juli 2009 gedurende een termijn van
zes weken voor iedereen ter inzage bij de publieksbalie (openingstijden zie
www.middelharnis.nl) van het gemeentehuis, gevestigd aan het adres Koningin
Julianaweg 45 te Middelharnis.
Belanghebbenden die tijdig bedenkingen tegen de vaststelling van
het plan bij Gedeputeerde Staten hebben kenbaar gemaakt, alsmede
belanghebbenden die kunnen aantonen hiertoe redelijkerwijs niet in staat te
zijn geweest, kunnen binnen de bovengenoemde termijn van zes weken tegen het
goedkeuringsbesluit beroep instellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de
Raad van State. Het indienen van beroep heeft geen schorsende werking.
Binnen de beroepstermijn kan degene die beroep heeft ingesteld
tevens een verzoek om een voorlopige voorziening indienen bij de voorzitter van
de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Beroepschriften en verzoeken om voorlopige voorziening dienen
schriftelijk, te worden gericht aan de Afdeling, respectievelijk de voorzitter
van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019,
2500 EA Den Haag.
Meer informatie over het indienen van een beroepschrift staat op de
website van de Raad van State.
Het besluit van Gedeputeerde Staten treedt in werking daags na
afloop van de beroepstermijn. Indien binnen de beroepstermijn een verzoek om
voorlopige voorziening wordt ingediend bij de voorzitter van de Afdeling
Bestuursrechtspraak van de Raad van State, treedt het besluit niet in werking
voordat op het verzoek is beslist.