ARTIKEL I
De Subsidieregeling emissieverminderende
voorzieningen voor voertuigen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2.12 wordt aan het slot van het eerste lid een volzin
toegevoegd, luidende: Tevens kan subsidie worden verstrekt aan de eerste
kentekenhouder van een ongebruikte bestelauto met een toegestane maximum massa
van 2.800 kg tot 3.500 kg, waarvan de dieselmotor is typegekeurd volgens
richtlijn 2005/55/EG.
B
In artikel 2.13, vierde lid, vervalt onderdeel a, onder
verlettering van de onderdelen b en c tot a en b.
C
Artikel 2.14 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het
einde van onderdeel b door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd,
luidende:
c. € 1.500,– per bestelauto als bedoeld in artikel 2.12,
eerste lid, die beschikt over een Euro V dieselmotor of een dieselmotor die
voldoet aan de EEV-norm.
D
In artikel 2.15 wordt ‘€ 3.000.000,–’ vervangen door:
€ 5.500.000,–.
E
Artikel 2.16 wordt als gevolgd gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘een vermogen van 75 tot en met
560 kW’ vervangen door: een vermogen van 37 tot en met 560 kW.
2. In het vijfde lid wordt ‘het mobiele werktuig’ vervangen door:
de inbouw van de emissieverminderende voorziening in het mobiele
werktuig.
F
Artikel 2.19 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na ‘emissieverminderende voorziening’
ingevoegd: alsmede, gedurende ten minste drie en ten hoogste vijf jaren vanaf
het moment dat de voorziening is ingebouwd, de kosten van onderhoud van in het
kader van deze regeling gesubsidieerde gesloten roetfilters, mits daartoe ten
tijde van de inbouw van de voorziening een onderhoudscontract voor die periode
met de installateur is afgesloten.
2. In artikel 2.19, derde lid, wordt ‘een maximum van € 5.000,–’
vervangen door: een maximum van € 6.000,–.
G
Bijlage III wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden: Bijlage III, behorend bij
artikel 1.1, onderdeel p.
2. Aan het slot worden de volgende categorieën mobiele werktuigen
toegevoegd:
15. Veeg- of veegzuigmachine
Zelfrijdende, door een dieselmotor aangedreven veeg- of
veegzuigmachine, voorzien van roterende borstels of een stofzuiger, of
roterende borstels en stofzuiger.
Bestemd voor: vuil- of onkruidverwijdering op wegen,
straten, pleinen.
16. Mobiele Puinbreker
Een puinbreker aangedreven door een dieselmotor, die niet
vast staat opgesteld.
Bestemd voor: het breken van steen- en betonpuin tot
granulaat.
17. Tractoren
Zelfrijdende, door een dieselmotor aangedreven land- of
bosbouwtrekker.
Bestemd voor: het trekken of aandrijven van werktuigen
die geen eigen aandrijving hebben.
18. Ankerboormachines
Zelfrijdende, door een dieselmotor aangedreven
boormachine waarmee een grond- of wandkering verankerd kan worden.
Bestemd voor: het aanbrengen van een verankeringselement
voor het versterken van grond- of wandkeringen.
ARTIKEL II
De Regeling van de Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 8 december 2008,
nr. K&L2008120729, houdende wijziging van de Subsidieregeling
emissieverminderende voorzieningen voor voertuigen, de Subsidieregeling
motorrijtuigen met een emissiearme dieselmotor en de Subsidieregeling
dieselmotoren voor binnenvaartschepen (Stcrt. 245) wordt gewijzigd als
volgt.
A
Artikel I, onderdeel E, komt te luiden:
E
Artikel 2.12, eerste lid, komt te luiden:
1. Subsidie kan worden verstrekt aan de eerste
kentekenhouder van een ongebruikte vrachtwagen of bus, die beschikt over een
motor die voldoet aan de EEV-norm, of van een ongebruikte bestelauto met een
toegestane maximum massa van 2.800 kg tot 3.500 kg waarvan de dieselmotor
blijkens een meegezonden verklaring van de fabrikant of gevolmachtigd
importeur
a. is typegekeurd volgens richtlijn 2005/55/EG, en
b. voldoet aan de grenswaarden in rij C van de tabellen
1 en 2 in punt 6.2.1 van bijlage I bij de in onderdeel a genoemde richtlijn,
met dien verstande, dat de uitstoot van fijnstof niet meer bedraagt dan
0,010 g/kWh.
B
Artikel I, onderdeel F, komt te luiden:
F
Artikel 2.14 wordt als volgt gewijzigd.
C
Indien het definitieve kentekenbewijs is afgegeven voor de
inwerkingtreding van deze regeling, wordt de aanvraag afgehandeld met
inachtneming van de Subsidieregeling emissieverminderende voorzieningen voor
voertuigen, zoals die gold voor de inwerkingtreding van deze regeling.
ARTIKEL III
Artikel 2.19, eerste lid, van de Subsidieregeling
emissieverminderende voorzieningen voor voertuigen zoals dit luidt na
inwerkingtreding van deze regeling, is uitsluitend van toepassing ten aanzien
van onderhoudscontracten die na de inwerkingtreding van deze regeling worden
afgesloten.
ARTIKEL IV
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de
dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
Met de onderhavige regeling worden binnen de Subsidieregeling
emissieverminderende voorzieningen voor voertuigen de voorwaarden voor het
Subsidieprogramma ongebruikte vrachtauto’s en bussen en het Subsidieprogramma
retrofit mobiele werktuigen gewijzigd.
Subsidieprogramma ongebruikte vrachtauto’s en bussen
De wijziging betreft het budget en de reikwijdte van het
Subsidieprogramma ongebruikte vrachtauto’s en bussen.
Voor het jaar 2009 wordt het budget met € 2,5 miljoen verhoogd
tot € 5,5 miljoen.
De ondergrens voor de maximum massa van voertuigen is verlaagd
van 3500 kg naar 2800 kg, omdat er sinds kort bestelauto’s met een maximum
massa tussen 2800 en 3500 kg onder het bestaande typekeuringsregime voor
vrachtwagens op de markt worden gebracht die aan de Euro V norm voor zware
voertuigen voldoen. Om dit te bereiken beschikken deze voertuigen veelal over
een affabriek roetfilter waarvoor, anders dan voor bestelauto’s die onder het
typekeuringsregime voor personenauto’s vallen, geen subsidie wordt verleend.
Daarnaast zullen zij naar verwachting in de meeste gevallen beschikken over
selectieve katalytische reductie, waarmee de uitstoot van NOx onder
de grenswaarde van Euro V wordt gebracht. Met deze combinatie van technieken
zullen deze voertuigen tegelijk aan de EEV-norm voldoen.
De emissieverminderende voorzieningen rechtvaardigen een
stimulering van de aanschaf van deze lichte vrachtwagens. In afwijking van de
EEV-categorieën zwaarder dan 3500 kg, waaronder zowel dieselmotoren vallen als
aardgasmotoren, gaat het bij de categorie 2800–3500 kg overigens uitsluitend om
bestelauto’s met een dieselmotor.
Voor deze nieuwe lichtste categorie zware voertuigen
rechtvaardigen de kosten van deze technieken een subsidiebedrag van 1500 euro
indien aan de EEV-norm of de Euro V-norm wordt voldaan. Omdat voor zware
voertuigen met een gewicht onder de 3500 kg de emissieklasse niet in het
kentekenbewijs wordt vermeld, dienen subsidieaanvragers voor de door hen
aangeschafte Euro V- en EEV-voertuigen met een gewicht tussen 2800 en 3500 kg
bij hun subsidieaanvraag een verklaring van de fabrikant of gevolmachtigd
importeur bij te sluiten. In die verklaring dient te worden aangegeven dat het
betreffende voertuig blijkens een gespecificeerde typegoedkeuring voldoet aan
de Euro V- resp. EEV-norm.
Voor lichte vrachtwagens die definitief zijn gekentekend op of na
de datum van inwerkingtreding van deze regeling kan binnen drie maanden na de
datum van de definitieve kentekening een aanvraag worden ingediend bij
SenterNovem.
Als op 1 oktober 2009 de Euro V-eisen wettelijk verplicht worden,
komt ook voor de categorie voertuigen met een gewicht van 2800 tot en met 3500
kg de Euro V-subsidie te vervallen. Vanaf 1 oktober 2009 wordt voor de aanschaf
van deze voertuigen die voldoen aan de EEV-eisen en die blijkens de
testresultaten tevens een fijnstofemissie hebben gelijk aan of minder dan 10
mg/kWh, een subsidie van € 500 verleend. Hiermee wordt geanticipeerd op de nog
niet geldende Euro VI norm voor fijn stof en wordt zekergesteld dat deze
voertuigen van een gesloten roetfilter zijn voorzien.
De 10 mg/kWh-norm voor de fijnstofemissie kan op deze zware
bestelauto’s in de praktijk alleen worden gerealiseerd door de montage van een
gesloten affabriek roetfilter. Het subsidiebedrag van € 500,– ligt hoger dan de
€ 400,– euro subsidie die in het kader van de Subsidieregeling voor
motorrijtuigen met een emissiearme dieselmotor en recht op teruggaaf BPM wordt
verleend voor bestelauto’s met een affabriek roetfilter. Dit omdat de series
waarin deze zware bestelauto’s worden geproduceerd, kleiner zijn. Dit heeft tot
gevolg dat de kosten per voertuig hoger liggen.
Voor vrachtwagens en bussen met een maximum toegestane massa van
meer dan 3500 kg wordt op grond van een eerdere wijziging van de
Subsidieregeling1 vanaf 1 oktober 2009 nog slechts subsidie verleend indien aan
de EEV-norm wordt voldaan. Het subsidiebedrag wordt dan 1000 euro.
Tot slot was de verplichting om een afschrift bij te voegen van een
document waaruit blijkt op welke datum de investeringsverplichting is
aangegaan, drie jaar na de inwerkingtreding van dit subsidieprogramma niet meer
relevant en is deze derhalve geschrapt (artikel 2.13).
Subsidieprogramma retrofit mobiele werktuigen
Op basis van een tussentijdse evaluatie van de uitvoering van het
subsidieprogramma blijkt dat een aantal veel in het binnenstedelijk gebied
toegepaste mobiele werktuigen buiten de regeling vallen. In verband hiermee
wordt de ondergrens van het motorvermogen dat vereist is om voor subsidie in
aanmerking te komen, verlaagd van 75 kW tot 37 kW. Dit houdt tevens in dat
betreffende subsidieaanvragen die eerder vanwege een te laag motorvermogen
werden afgewezen, ambtshalve zullen worden herzien. Aan de lijst van mobiele
werktuigen die voor subsidie in aanmerking komen, worden de volgende machines
toegevoegd: veegmachines, mobiele puinbrekers, ankerboormachines en tractoren.
Ten aanzien van tractoren wordt opgemerkt dat deze weliswaar merendeels worden
ingezet in de land- en bosbouw buiten de bebouwde kom, maar dat zij binnen de
bebouwde kom van veel gemeenten worden gebruikt voor uiteenlopende
werkzaamheden betreffende het onderhoud van de openbare ruimte. Omdat
roetfilters in dit geval een relevante bijdrage aan de verbetering van de
stedelijke luchtkwaliteit leveren, is subsidiëring gerechtvaardigd.Tractoren
worden typegekeurd onder het regime van richtlijn 2000/25/EG (landbouw- en
bosbouwtrekkers); hierin wordt echter eveneens verwezen naar de
normstellingsfasen, bedoeld in richtlijn 97/68/EG (niet voor de weg bestemde
mobiele machines). Voor alle mobiele werktuigen in deze regeling gelden
derhalve dezelfde typegoedkeuringseisen.
De verruiming van de regeling ten aanzien van motorvermogen en de
lijst van subsidiabele werktuigen houdt in dat hiervoor ook subsidie kan worden
aangevraagd voor roetfilters die in de periode tussen 1 januari 2008 en de
datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling zijn ingebouwd. Immers
onder dit subsidieprogramma worden subsidies verleend indien de inbouw van het
roetfilter heeft plaatsgevonden na 1 januari 2008 en geldt geen termijn
waarbinnen de aanvraag voor subsidie moet zijn ingediend.
Onderhoudskosten van gesloten roetfilters maken een significant
deel uit van de totale kosten van de inzet van roetfilters. Indien contractueel
is vastgelegd dat dat onderhoud gedurende ten minste drie jaar ook
daadwerkelijk zal worden uitgevoerd en daardoor de goede werking van de filters
wordt zeker gesteld, is het redelijk de kosten (gedurende een periode van
maximaal vijf jaar) daarvan mee te nemen bij de bepaling van het subsidiabele
bedrag. Dit heeft tevens als voordeel dat wordt gestimuleerd dat de
onderhoudskosten worden zichtbaar gemaakt op het moment van de montage van het
filter, en dat de kosten van dat onderhoud geen reden kunnen zijn om het filter
na betrekkelijk korte tijd weer te verwijderen. Vanwege de hogere kosten van
filters inclusief hun onderhoud is het nodig het maximale subsidiebedrag te
verhogen van 5000 euro naar 6000 euro. Zonder deze verhoging zou het hogere
subsidiabele bedrag in sommige gevallen geen betekenis hebben, omdat de
subsidie dan door het maximum bedrag en niet door de subsidiabele kosten wordt
bepaald. Gezien de mogelijke fraudegevoeligheid is bepaald (artikel IV), dat de
subsidiabiliteit van onderhoud en de verhoging van het maximale subsidiebedrag
in verband daarmee uitsluitend gaan gelden voor de voorzieningen die na de
inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling zijn ingebouwd. Aangezien op grond
van artikel 2.19, vierde lid, per mobiel werktuig slechts eenmaal subsidie
wordt verstrekt, is de verhoging van het subsidiebedrag niet van toepassing op
reeds afgehandelde subsidieaanvragen.
Ten slotte werd geconstateerd dat op grond van artikel 2.16, vijfde
lid, geen subsidie kon worden verleend voor de inbouw van een retrofit
roetfilter in een mobiel werktuig waar nog geen (affabriek) roetfilter in
aanwezig was en waarvoor op grond van de MIA/VAMIL-regeling belastingaftrek was
toegepast. De uitsluitingsgrond is thans beperkt tot het voorkomen van dubbel
stimuleren van het roetfilter, zodat ook in mobiele werktuigen die onder die
regeling zijn aangeschaft met subsidie een roetfilter kan worden
ingebouwd.
Administratieve lasten
Mogelijk is er sprake van een zeer geringe afname van de
administratieve lasten. De verplichting om bij een aanvraag in het kader van
het Subsidieprogramma ongebruikte vrachtauto’s en bussen (het afgelopen jaar
een aantal van ruim drieduizend, dit loopt de laatste maanden echter terug tot
een vijftig tot zestig per maand) een afschrift van een document mee te sturen
waaruit blijkt op welke datum de investeringsverplichting is aangegaan vervalt.
Daar staat tegenover dat nu ook voor zware bestelauto’s een subsidieaanvraag
kan worden ingediend, zodat het aantal betrokkenen enigszins toeneemt. Het
budget voor het Subsidieprogramma retrofit mobiele werktuigen blijft gelijk. In
de raming van de administratieve lasten voor dat programma (Stcrt. 2007, 250)
komt een zeer geringe verandering, doordat de inbouw van roetfilters in
kleinere mobiele werktuigen veelal goedkoper zal zijn en daardoor binnen het
budget in beginsel wat meer subsidieverleningen mogelijk zijn. Voor reeds
ingediende aanvragen voor mobiele werktuigen met een lager vermogen, die thans
onder de regeling worden gebracht, ontstaan geen nieuwe administratieve lasten
aangezien de afgegeven afwijzingsbeschikkingen ambtshalve zullen worden
herzien.
Notificatie en inwerkingtreding
De ontwerpregeling is op 3 juli 2009 gemeld bij de Europese
Commissie (notificatienummer 2009/0361/NL) ter voldoening aan artikel 8, eerste
lid, van richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van de
Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het
gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten
van de informatiemaatschappij (PbEG L 204, zoals gewijzigd bij richtlijn
98/48/EG van 20 juli 1998 (PbEG L 217).
De inwerkingtredingsdatum is vastgesteld op de tweede dag na de
dagtekening van de Staatscourant waarin de regeling wordt geplaatst. Gekozen is
voor onmiddellijke inwerkingtreding, omdat door de onderhavige wijziging wordt
voorkomen dat bepaalde ‘zware’ bestelauto’s ten onrechte niet voor subsidie in
aanmerking komen.
De Minister van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
J.M. Cramer.