Tijdelijke regeling ontheffing certificaatplicht migrerende rijinstructeur (implementatie richtlijn nr. 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PbEU L255))

20 januari 2009

Nr. CEND/HDJZ-2009/54 sector AWW

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 5, tweede lid, van het Besluit rijonderricht motorrijtuigen;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Het instituut verleent een ontheffing aan de migrerende beroepsbeoefenaar, bedoeld in artikel 1 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties, die voor het beroep rijinstructeur in het bezit is van een geldig diploma, certificaat of bekwaamheidsattest, afgegeven in een lidstaat van de Europese Unie of andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese economische ruimte of Zwitserland.

  • 2. De ontheffing wordt verleend voor het rijonderricht in de categorieën motorrijtuigen waarvoor het diploma, certificaat of bekwaamheidsattest, bedoeld in het eerste lid, geldig is.

Artikel 2

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling ontheffing certificaatplicht migrerende rijinstructeur.

Artikel 3

Deze regeling vervalt met ingang van de dag dat artikel I, onderdeel F, van de Wet van 24 oktober 2008 tot wijziging van de Wet rij-onderricht motorvoertuigen 1993 naar aanleiding van de evaluatie van de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk (Stb. 2008, 432) in werking treedt.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings.

TOELICHTING

Deze regeling regelt de implementatie van richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PbEU L 255). Deze richtlijn is in Nederland geïmplementeerd in de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties. Ten behoeve van de erkenning van het beroep van rijinstructeur, bleek het echter noodzakelijk ook de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 (WRM) te wijzigen. De onderhavige tijdelijke regeling voorziet, tot het moment dat de WRM is aangepast, in een ontheffingsregeling op de Nederlandse wettelijke eisen voor de uitoefening van het beroep van rijinstructeur.

Krachtens artikel 1 verleent het instituut een ontheffing aan de migrerende beroepsbeoefenaar die met goed gevolg een opleiding als rijinstructeur heeft afgesloten in een lidstaat van de Europese Unie (EU), de Europese economische ruimte (Eer) of Zwitserland. De ontheffing wordt dan verleend voor het rijonderricht in dezelfde categorie(en) motorrijtuigen als die waarvoor de betrokken opleiding in de lidstaat van de EU, de Eer of Zwitserland de bevoegdheid geeft.

De ontheffing betekent dat betrokkene in staat is in Nederland het beroep van rijinstructeur uit te oefenen onder dezelfde voorwaarden als die welke voor de Nederlandse rijinstructeur gelden. De ontheffing is maximaal twaalf maanden geldig (24a, tweede lid, WRM).

Met ingang van 1 juni 2009 zal de wijziging van de WRM naar aanleiding van de evaluatie van de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk (Stb. 2008, 432) inwerkingtreden. Met ingang van die datum ontvangt de migrerende beroepsbeoefenaar van het instituut het certificaat als bedoeld in het nieuwe artikel 9, eerste lid, onderdeel f, WRM. Om die reden vervalt deze tijdelijke regeling met ingang van de dag waarop de wijziging van de WRM in werking treedt. Gelijktijdig met de inwerkingtreding van de wijziging van de WRM zal een ministeriële regeling in werking treden die op basis van artikel 33 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties ten aanzien van de migrerende rijinstructeur zal voorzien in de in dat artikel genoemde nadere regels.

Ook met het certificaat is de betrokkene in staat in Nederland het beroep van rijinstructeur uit te oefenen onder dezelfde voorwaarden als die welke voor de Nederlandse rijinstructeur gelden. Op deze wijze kan een migrerende rijinstructeur met ingang van de inwerkingtreding van deze regeling onafgebroken zijn beroep in Nederland uitoefenen.

Deze regeling leidt niet tot stijging van de administratieve lasten voor de burger en het bedrijfsleven. Daarom is zij niet voorgelegd aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings.

Naar boven