Regeling bij- en nascholing architecten

Het bestuur van de Stichting bureau architectenregister,

Gelet op artikel 27a, vierde lid, van de Wet op de architectentitel;

Besluit:

vast te stellen de volgende Regeling bij- en nascholing architecten:

Artikel 1 Algemeen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

architect:

degene die als architect is ingeschreven in het architectenregister, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de wet;

bij- en nascholing:

het deelnemen aan, volgen van of verrichten van activiteiten die kennis, vaardigheden en inzicht met betrekking tot de beroepsuitoefening van architect op peil houden en/of versterken en vergroten;

wet:

Wet op de architectentitel.

Artikel 2 Bij- en nascholing

  • 1. Bij- en nascholing kan plaatsvinden door middel van het deelnemen aan of volgen van een van de volgende activiteiten:

    • a. cursus: een reeks lessen die elkaar volgens een zeker plan opvolgen en een afgerond geheel vormen;

    • b. excursie: georganiseerd bezoek aan een of meerdere gebouwen en/of een gebied, met toelichting, eventueel gecombineerd met een of meer lezingen;

    • c. lezing: voordracht over een van te voren bepaald onderwerp in een bijeenkomst;

    • d. opleiding: op grond van een curriculum opdoen van kennis en vaardigheden, getoetst door middel van een examen, leidend tot een diploma, getuigschrift of certificaat;

    • e. seminar, workshops of lezingen, eventueel gecombineerd;

    • f. symposium: discussiebijeenkomst over een van te voren bepaald onderwerp, over het algemeen gestructureerd rond een aantal lezingen;

    • g. training: begeleide oefening in een bepaalde vaardigheid, gerichte scholing met de nadruk op beheersing van een vaardigheid;

    • h. workshop: bijeenkomst ter bespreking of beoefening van actuele methodieken en ontwikkelingen.

  • 2. Bij- en nascholing kan tevens plaatsvinden door middel van het verzorgen of verrichten van de volgende activiteiten:

    • a. het schrijven van een artikel in een vaktijdschrift op het gebied van de architectuur of een gelijkwaardige publicatie;

    • b. het doen of begeleiden van onderzoek en literatuurstudie, gestructureerd op basis van een onderzoeksplan met doelstelling;

    • c. het inhoudelijk verzorgen of verrichten van een activiteit als bedoeld in het eerste lid, voor zover dit niet tot een reguliere taak van de betrokken architect behoort.

Artikel 3 Passende bij- en nascholing

  • 1. Bij- en nascholing wordt als passend in de zin van artikel 27a, vierde lid, van de wet aangemerkt indien de primaire doelstelling is het op peil houden en/of versterken en vergroten van de kennis, vaardigheden en inzicht en de activiteit binnen de reikwijdte van het vakgebied van de architectuur valt of een directe relevantie heeft voor de beroepsuitoefening van architect.

  • 2. Onverminderd artikel 3, eerste lid, is een bij- en nascholingsactiviteit in elk geval passend, indien ze wordt aangeboden door de Faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit Delft, de Faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit Eindhoven, de architectuurafdeling van een Academie van Bouwkunst, de Stichting Postacademisch Onderwijs (programma Bouwkunde) of de BNA Academie, of indien de activiteit is vermeld op de website van de Stichting bureau architectenregister.

Artikel 4 Bepaling van het aantal uren

De aan bij- en nascholing te besteden tijd wordt als volgt bepaald:

  • a. bij een cursus, excursie, lezing, opleiding, seminar, symposium, training of workshop: de daadwerkelijk aan de inhoudelijke activiteit bestede tijd;

  • b. bij het schrijven van een artikel als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a: voor elke 250 woorden één uur;

  • c. bij het doen of begeleiden van onderzoek en literatuurstudie als bedoeld in artikel 2 tweede lid onderdeel b: voor ieder dagdeel één uur;

  • d. bij het inhoudelijk verzorgen van een activiteit als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel c: voor elk half uur één uur.

Artikel 5 Slotbepalingen

  • 1. Deze regeling, die is goedgekeurd door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer op 16 december 2008, wordt met de toelichting gepubliceerd in de Staatscourant en op de website van de Stichting bureau architectenregister.

  • 2. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.

Het bestuur van de Stichting bureau architectenregister.

TOELICHTING

Op grond van artikel 27a van de Wet op de architectentitel zijn architecten verplicht om hun vakkennis op peil te houden door jaarlijks tenminste 16 uur aan bij- en nascholing te besteden. De verantwoordelijkheid voor de naleving ligt bij de architecten zelf.

Het vierde lid van artikel 27a geeft de Stichting bureau architectenregister (SBA) de bevoegdheid kwalitatieve beleidsregels vast te stellen omtrent passende bij- en nascholing. De onderhavige regeling is een uitwerking van dit vierde lid.

Binnen de kaders van deze Regeling staat het de architect vrij om naar eigen inzicht, gebaseerd op de eigen behoefte aan kennis en vaardigheden, aan de bij- en nascholingsverplichting invulling te geven.

De architect moet bereid zijn om het persoonlijk bijgehouden overzicht van bij- en nascholingsactiviteiten – achteraf en desgevraagd – aan (potentiële) opdrachtgevers te laten zien. Desgewenst kan de architect gebruik maken van het registratieformulier dat te vinden is op de website van de SBA. Opgemerkt zij dat het ingevulde registratieformulier op zich niet geldt als bewijsmiddel dat is voldaan aan de wettelijke verplichting. Daarom kan het in het belang van de architect zijn om een bewijs van deelname of een certificaat te verkrijgen, teneinde desgevraagd aan (potentiële) opdrachtgevers te kunnen laten zien hoe aan de wettelijke verplichting tot bij- en nascholing invulling is gegeven.

De verplichting geldt voor alle bouwkundige architecten, met uitzondering van de architecten die hebben aangeven niet beroepsmatig actief te zijn. Architecten kunnen zich als ‘niet beroepsmatig actief’ registreren in het architectenregister door het invullen en opsturen van een formulier dat te vinden is op de website van de SBA.

De verplichting geldt niet voor de zogenoemde dienstverleners, buitenlandse architecten die gevestigd zijn in een ander land en incidenteel en tijdelijk actief zijn in Nederland en die niet ingeschreven staan in het architectenregister.

Om architecten enig houvast te bieden bij de invulling van de bij- en nascholingsplicht, heeft de SBA kwalitatieve beleidsregels opgesteld. Deze beleidsregels zijn vervat in bijgaande regeling.

De regeling geeft aan wat onder passende bij- en nascholing moet worden verstaan. De activiteiten hebben als primair doel relevante kennis, vaardigheden en inzicht met betrekking tot het vakgebied van de architect te verrijken.

De definities en begrippen in de regeling sluiten aan bij de PBO regeling van de Bond van Nederlandse Architecten (BNA). Het aantal uren dat volgens de BNA regeling moet worden besteed aan bij- en nascholing is groter dan het in de wet bepaalde minimum van 16 uur. BNA leden die voldoen aan de BNA regeling voldoen daarmee automatisch aan de wettelijke eisen ten aanzien van bij- en nascholing van architecten.

Architecten die in het buitenland werken en niet in de gelegenheid zijn om de activiteiten te verrichten die genoemd worden in deze regeling, wordt geadviseerd om in het land waar zij verblijven bij- en nascholing te volgen bij universiteiten of daaraan gelieerde instituten en/of instituten die door de nationale architectenorganisatie van dat land zijn erkend.

Artikelsgewijs

Artikel 1 Algemeen

Artikel 1 geeft een omschrijving van de begrippen Wet op de architectentitel, architect en bij- en nascholing.

Artikel 2 Bij- en nascholing

Dit artikel beschrijft welke activiteiten onder bij- en nascholing worden begrepen. De opsomming van activiteiten is niet limitatief.

In het tweede lid, onder c staat de bepaling dat bij- en nascholing tevens kan plaatsvinden door middel van het inhoudelijk verzorgen of verrichten van een activiteit als bedoeld in het eerste lid, voor zover dit niet tot een reguliere taak van de betrokken architect behoort. De passage ‘voor zover dit niet tot een reguliere taak van de betrokken architect behoort’ houdt in dat het hierbij gaat om incidentele activiteiten, zoals het incidenteel geven van lezingen of het incidenteel verzorgen van onderwijs. Het verzorgen van uitsluitend reguliere onderwijstaken (in vaste dienst of op uren-basis) wordt hiertoe niet gerekend.

Artikel 3 Passende bij- en nascholing

Dit artikel bevat de criteria waaraan passende bij- en nascholingsactiviteiten moeten voldoen. Het gaat om activiteiten die primair tot doel hebben om de kennis, vaardigheden en inzicht van de architect te vergroten. De activiteit dient binnen de reikwijdte van het vakgebied te vallen of tenminste van direct belang te zijn voor de beroepsuitoefening. Het gaat daarbij ondermeer om de vakgebieden (niet limitatief):

  • Architectuur en ontwikkelingen

    • Architectuurgeschiedenis

    • Cultuurgeschiedenis

    • Interieur

    • Productdesign

    • Landschapsarchitectuur

    • Ruimtelijke ontwikkeling

    • Sociale geografie/planologie

    • Stedenbouw

    • Volkshuisvesting

  • Automatisering

    • Bouwautomatisering

    • CAD en visualisatietechnieken

    • Multimedia en internettoepassingen

  • Financiën

    • Financieel management

    • Kostenraming

    • Prijs- en contractvorming

  • Management en organisatie

    • Bureaumanagement

    • Integraal ontwerp

    • Kennismanagement

    • Kwaliteitsmanagement

    • Projectmanagement

    • Organisatiekunde

  • Presentatietechnieken

    • Persoonlijke presentatie

    • PR en acquisitie

  • Productinfo en techniek

    • Bouwfysica /detailleren

    • Duurzaam bouwen/duurzame energie/ materialen / installatie

  • Restauratie en monumenten

    • Monumenten

    • Restauratie

  • Wet- en regelgeving

    • Wro/GREX

    • Woningwet

    • Arbo

    • Bouwbesluit

    • Bouwrecht

    • Bouwstoffenbesluit

    • Bouwvergunning

    • Energieprestatienorm

    • Auteursrecht

De activiteiten kunnen zowel binnen het eigen bureau (‘in company’), de eigen instelling (bijvoorbeeld een overheids- of non-profitorganisatie) of bij een externe organisatie worden gedaan.

Voorbeelden van activiteiten die niet als passende bij- en nascholing worden aangemerkt zijn: het lezen van kranten en (vak)tijdschriften, het bezoeken van tentoonstellingen en informatiecentra, het doen van bestuurlijk of organisatorisch werk, het zitting hebben in een (welstands)commissie, (in logistieke of praktisch- administratieve zin) organiseren van excursies, tentoonstellingen, netwerkbijeenkomsten, e.d.

De architect is zelf verantwoordelijk voor het voldoen aan de wettelijke verplichting voor passende bij- en nascholing. Het verdient daarbij aanbeveling om er naar te streven dat over meerdere jaren gezien een goede balans ontstaat in de verschillende activiteiten types, de onderwerpen en de actieve dan wel passieve wijze waarop aan de activiteit wordt deelgenomen.

De Faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit Delft en de Faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit Eindhoven en architectenafdelingen van de Academies van Bouwkunst in Nederland, evenals de PAO (programma Bouwkunde) en de BNA Academie bieden activiteiten aan die voldoen aan de criteria van passende bij- en nascholing.

Genoemde instituten bieden passende bij- en nascholing omdat de geboden activiteiten alle voldoen aan de in de regeling genoemde criteria (op peil houden en/of versterken en vergroten van de kennis en vaardigheden en vallend binnen de reikwijdte van het vakgebied dan wel een directe relevantie voor de beroepsuitoefening van de architect hebben). Bovendien staat van deze instituten vast dat ze professioneel worden geleid, zijn toegerust op overdracht van actuele kennis en vaardigheden binnen de relevante vakgebieden op hbo- en wetenschappelijk niveau en gebruik maken van deskundige docenten.

De SBA heeft een website ingericht waarop passende bij- en nascholingsactiviteiten zijn vermeld. Architecten kunnen deze site gebruiken om een passend persoonlijk bij- en nascholingspakket samen te stellen (en hun activiteiten voor zichzelf te registreren).

Artikel 4 Bepaling van het aantal uren

Alleen de daadwerkelijk aan vakinhoud bestede tijd (in hele uren) is van belang voor de invulling van de bij- en nascholingsverplichting. De tijd die wordt gebruikt voor het reizen van en naar de locatie waar de activiteit wordt verricht, lunch- en koffiepauzes, etc. gelden niet als tijd besteed aan bij- en nascholing.

Ingeval van het inhoudelijk verzorgen van een bij- en nascholingsactiviteit wordt de voorbereidingstijd verdisconteerd door de tijd die is gemoeid met de daadwerkelijke activiteit te verdubbelen.

Tenslotte

Deze regeling is nieuw. Het bestuur van de SBA zal jaarlijks rapporteren over de Regeling in het jaarverslag. In samenspraak met het Ministerie van VROM en de BNA wordt de Regeling periodiek geëvalueerd.

Naar boven