TOELICHTING
Op grond van artikel 27a van de Wet op de architectentitel zijn architecten verplicht om hun vakkennis op peil te houden door
jaarlijks tenminste 16 uur aan bij- en nascholing te besteden. De verantwoordelijkheid voor de naleving ligt bij de architecten
zelf.
Het vierde lid van artikel 27a geeft de Stichting bureau architectenregister (SBA) de bevoegdheid kwalitatieve beleidsregels
vast te stellen omtrent passende bij- en nascholing. De onderhavige regeling is een uitwerking van dit vierde lid.
Binnen de kaders van deze Regeling staat het de architect vrij om naar eigen inzicht, gebaseerd op de eigen behoefte aan kennis
en vaardigheden, aan de bij- en nascholingsverplichting invulling te geven.
De architect moet bereid zijn om het persoonlijk bijgehouden overzicht van bij- en nascholingsactiviteiten – achteraf en desgevraagd
– aan (potentiële) opdrachtgevers te laten zien. Desgewenst kan de architect gebruik maken van het registratieformulier dat
te vinden is op de website van de SBA. Opgemerkt zij dat het ingevulde registratieformulier op zich niet geldt als bewijsmiddel
dat is voldaan aan de wettelijke verplichting. Daarom kan het in het belang van de architect zijn om een bewijs van deelname
of een certificaat te verkrijgen, teneinde desgevraagd aan (potentiële) opdrachtgevers te kunnen laten zien hoe aan de wettelijke
verplichting tot bij- en nascholing invulling is gegeven.
De verplichting geldt voor alle bouwkundige architecten, met uitzondering van de architecten die hebben aangeven niet beroepsmatig
actief te zijn. Architecten kunnen zich als ‘niet beroepsmatig actief’ registreren in het architectenregister door het invullen
en opsturen van een formulier dat te vinden is op de website van de SBA.
De verplichting geldt niet voor de zogenoemde dienstverleners, buitenlandse architecten die gevestigd zijn in een ander land
en incidenteel en tijdelijk actief zijn in Nederland en die niet ingeschreven staan in het architectenregister.
Om architecten enig houvast te bieden bij de invulling van de bij- en nascholingsplicht, heeft de SBA kwalitatieve beleidsregels
opgesteld. Deze beleidsregels zijn vervat in bijgaande regeling.
De regeling geeft aan wat onder passende bij- en nascholing moet worden verstaan. De activiteiten hebben als primair doel
relevante kennis, vaardigheden en inzicht met betrekking tot het vakgebied van de architect te verrijken.
De definities en begrippen in de regeling sluiten aan bij de PBO regeling van de Bond van Nederlandse Architecten (BNA). Het
aantal uren dat volgens de BNA regeling moet worden besteed aan bij- en nascholing is groter dan het in de wet bepaalde minimum
van 16 uur. BNA leden die voldoen aan de BNA regeling voldoen daarmee automatisch aan de wettelijke eisen ten aanzien van
bij- en nascholing van architecten.
Architecten die in het buitenland werken en niet in de gelegenheid zijn om de activiteiten te verrichten die genoemd worden
in deze regeling, wordt geadviseerd om in het land waar zij verblijven bij- en nascholing te volgen bij universiteiten of
daaraan gelieerde instituten en/of instituten die door de nationale architectenorganisatie van dat land zijn erkend.
Artikelsgewijs
Artikel 1 Algemeen
Artikel 1 geeft een omschrijving van de begrippen Wet op de architectentitel, architect en bij- en nascholing.
Artikel 2 Bij- en nascholing
Dit artikel beschrijft welke activiteiten onder bij- en nascholing worden begrepen. De opsomming van activiteiten is niet
limitatief.
In het tweede lid, onder c staat de bepaling dat bij- en nascholing tevens kan plaatsvinden door middel van het inhoudelijk
verzorgen of verrichten van een activiteit als bedoeld in het eerste lid, voor zover dit niet tot een reguliere taak van de
betrokken architect behoort. De passage ‘voor zover dit niet tot een reguliere taak van de betrokken architect behoort’ houdt
in dat het hierbij gaat om incidentele activiteiten, zoals het incidenteel geven van lezingen of het incidenteel verzorgen
van onderwijs. Het verzorgen van uitsluitend reguliere onderwijstaken (in vaste dienst of op uren-basis) wordt hiertoe niet
gerekend.
Artikel 3 Passende bij- en nascholing
Dit artikel bevat de criteria waaraan passende bij- en nascholingsactiviteiten moeten voldoen. Het gaat om activiteiten die
primair tot doel hebben om de kennis, vaardigheden en inzicht van de architect te vergroten. De activiteit dient binnen de
reikwijdte van het vakgebied te vallen of tenminste van direct belang te zijn voor de beroepsuitoefening. Het gaat daarbij
ondermeer om de vakgebieden (niet limitatief):
– Architectuur en ontwikkelingen
– Architectuurgeschiedenis
– Cultuurgeschiedenis
– Interieur
– Productdesign
– Landschapsarchitectuur
– Ruimtelijke ontwikkeling
– Sociale geografie/planologie
– Stedenbouw
– Volkshuisvesting
– Automatisering
– Financiën
– Management en organisatie
– Bureaumanagement
– Integraal ontwerp
– Kennismanagement
– Kwaliteitsmanagement
– Projectmanagement
– Organisatiekunde
– Presentatietechnieken
– Productinfo en techniek
– Restauratie en monumenten
– Monumenten
– Restauratie
– Wet- en regelgeving
– Wro/GREX
– Woningwet
– Arbo
– Bouwbesluit
– Bouwrecht
– Bouwstoffenbesluit
– Bouwvergunning
– Energieprestatienorm
– Auteursrecht
De activiteiten kunnen zowel binnen het eigen bureau (‘in company’), de eigen instelling (bijvoorbeeld een overheids- of non-profitorganisatie)
of bij een externe organisatie worden gedaan.
Voorbeelden van activiteiten die niet als passende bij- en nascholing worden aangemerkt zijn: het lezen van kranten en (vak)tijdschriften,
het bezoeken van tentoonstellingen en informatiecentra, het doen van bestuurlijk of organisatorisch werk, het zitting hebben
in een (welstands)commissie, (in logistieke of praktisch- administratieve zin) organiseren van excursies, tentoonstellingen,
netwerkbijeenkomsten, e.d.
De architect is zelf verantwoordelijk voor het voldoen aan de wettelijke verplichting voor passende bij- en nascholing. Het
verdient daarbij aanbeveling om er naar te streven dat over meerdere jaren gezien een goede balans ontstaat in de verschillende
activiteiten types, de onderwerpen en de actieve dan wel passieve wijze waarop aan de activiteit wordt deelgenomen.
De Faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit Delft en de Faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit Eindhoven
en architectenafdelingen van de Academies van Bouwkunst in Nederland, evenals de PAO (programma Bouwkunde) en de BNA Academie
bieden activiteiten aan die voldoen aan de criteria van passende bij- en nascholing.
Genoemde instituten bieden passende bij- en nascholing omdat de geboden activiteiten alle voldoen aan de in de regeling genoemde
criteria (op peil houden en/of versterken en vergroten van de kennis en vaardigheden en vallend binnen de reikwijdte van het
vakgebied dan wel een directe relevantie voor de beroepsuitoefening van de architect hebben). Bovendien staat van deze instituten
vast dat ze professioneel worden geleid, zijn toegerust op overdracht van actuele kennis en vaardigheden binnen de relevante
vakgebieden op hbo- en wetenschappelijk niveau en gebruik maken van deskundige docenten.
De SBA heeft een website ingericht waarop passende bij- en nascholingsactiviteiten zijn vermeld. Architecten kunnen deze site
gebruiken om een passend persoonlijk bij- en nascholingspakket samen te stellen (en hun activiteiten voor zichzelf te registreren).
Artikel 4 Bepaling van het aantal uren
Alleen de daadwerkelijk aan vakinhoud bestede tijd (in hele uren) is van belang voor de invulling van de bij- en nascholingsverplichting.
De tijd die wordt gebruikt voor het reizen van en naar de locatie waar de activiteit wordt verricht, lunch- en koffiepauzes,
etc. gelden niet als tijd besteed aan bij- en nascholing.
Ingeval van het inhoudelijk verzorgen van een bij- en nascholingsactiviteit wordt de voorbereidingstijd verdisconteerd door
de tijd die is gemoeid met de daadwerkelijke activiteit te verdubbelen.
Tenslotte
Deze regeling is nieuw. Het bestuur van de SBA zal jaarlijks rapporteren over de Regeling in het jaarverslag. In samenspraak
met het Ministerie van VROM en de BNA wordt de Regeling periodiek geëvalueerd.