De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op artikel 44 van de Algemene
Wet Bijzondere Ziektekosten;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling subsidies AWBZ wordt gewijzigd als
volgt:
A
Artikel 2.5.4, zesde lid, onderdeel b, komt te luiden:
B
Artikel 2.6.6, eerste lid, onderdelen i, j en k, komen te
luiden:
i. begeleiding in uren:
1e klasse 1: € 1 952
2e klasse 2: € 5 855
3e klasse 3: € 10 734
4e klasse 4: € 16 589
5e klasse 5: € 22 444
6e klasse 6: € 28 299
7e klasse 7: € 35 129
8e klasse 8: € 43 912
9e klasse 9: het bedrag genoemd bij klasse 8, vermeerderd
met een bedrag gelijk aan het product van het aantal uren waarmee het
geïndiceerde aantal uren de bovengrens van klasse 8 overschrijdt en een bedrag
van € 1 952;
j. begeleiding in dagdelen:
1e klasse 1: € 2 412
2e klasse 2: € 4 825
3e klasse 3: € 7 237
4e klasse 4: € 9 651
5e klasse 5: € 12 063
6e klasse 6: € 14.475
7e klasse 7: € 16 888
8e klasse 8: € 19 301
9e klasse 9: € 21 713
10e klasse 10: het bedrag genoemd bij klasse 9,
vermeerderd met een bedrag gelijk aan het product van het aantal dagdelen
waarmee het geïndiceerde aantal uren de bovengrens van klasse 9 overschrijdt en
een bedrag van € 2 412;
k. begeleiding in dagdelen, inclusief vervoer:
1e klasse 1: € 2 701
2e klasse 2: € 5 402
3e klasse 3: € 8 104
4e klasse 4: € 10 803
5e klasse 5: € 13 508
6e klasse 6: € 15 920
7e klasse 7: € 18 333
8e klasse 8: € 20 746
9e klasse 9: € 23 158
10e klasse 10: het bedrag genoemd bij klasse 9,
vermeerderd met een bedrag gelijk aan het product van het aantal dagdelen
waarmee het geïndiceerde aantal uren de bovengrens van klasse 9 overschrijdt en
een bedrag van € 2 412;
C
Aan artikel 2.6.10 worden twee leden toegevoegd, luidende:
4. Het zorgkantoor maakt het voorschot uitsluitend over op de
bankrekening van de verzekerde of als hij een wettelijke vertegenwoordiger
heeft, op diens rekening.
5. In afwijking van het vierde lid betaalt het zorgkantoor op
verzoek van de verzekerde die de leeftijd van 23 jaar nog niet heeft bereikt of
diens wettelijk vertegenwoordiger, het voorschot uit op een bankrekening van
een organisatie die belast is met de ondertoezichtstelling op de verzekerde of
die een reclasseringsmaatregel uitoefent krachtens een uitspraak van de rechter
of het Openbaar Ministerie op grond artikel 14d, artikel 15b, tweede lid, of
Boek I, Titel VIII A Bijzondere bepalingen voor jeugdige personen, van het
Wetboek van Strafrecht.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de
dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt met
betrekking tot artikel I, onderdelen A en B, terug tot en met 1 januari
2009.
TOELICHTING
1. Algemeen
Met deze regeling is de Regeling subsidies AWBZ aangepast. De
aanpassingen betreffen wijzigingen in de subsidieparagraaf MEE-organisaties
alsmede in de subsidieparagraaf Persoonsgebonden budget. In de artikelsgewijze
toelichting wordt op deze wijzigingen nader ingegaan.
2. Artikelsgewijs
Onderdeel A
De budgetten van de MEE-organisaties omgerekend in bedragen per
inwoner verschillen onderling sterk. Deze verschillen zijn grotendeels ontstaan
in 2004, voorafgaand aan de omvorming van de SPD Nieuwe Stijl bij het aanvragen
van middelen voor wachtlijsten. De verschillen in de budgetten tussen de
MEE-organisaties leiden tot ongewenste verschillen in de kwaliteit en de
kwantiteit van de dienstverlening. MEE Nederland, het College voor
zorgverzekeringen (CVZ) en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
hebben naar aanleiding van deze verschillen gesproken over een herverdeling van
de subsidies op basis van een betrouwbare verdeelsleutel. Er is geconcludeerd
dat onderzoek naar een nieuwe verdeelsleutel noodzakelijk is. Onderzoeksbureau
SEO zal, op basis van de factoren die de vraag naar de ondersteuning van
MEE-diensten bepalen, een betrouwbare verdeelsleutel vaststellen. SEO zal
daarbij ook een voorstel doen voor een verantwoorde implementatie van de
verdeelsleutel. De uitkomsten van het onderzoek leiden met ingang van 2010 en
verdere jaren tot een herverdeling van de budgetten.
In overleg met MEE Nederland en het CVZ wordt in 2009 al een
eerste stap in de herverdeling van de budgetten gezet. De middelen die
overblijven door de subsidie voor de individuele diensten in eerste instantie
op hetzelfde niveau te houden als in 2008, worden aangewend om eerst de
subsidie van de MEE-organisaties die meer dan 80% maar minder dan 100% van het
gemiddelde subsidiebedrag per inwoner ontvangen te indexeren met een percentage
van 3,65%. Het percentage van 3,65% is afgeleid van: 0,9% voor 2008
(nacalaculatie 2008 (3,65%)-voorcalculatie 2008 (2,75%) én 2,75% voor 2009
(voorcalculatie 2009).
Met de middelen die dan nog resteren, wordt de subsidie van de
MEE-organisaties die minder dan 80% van het gemiddelde subsidiebedrag per
inwoner ontvangen verhoogd tot (maximaal) 80% van het gemiddelde subsidiebedrag
per inwoner.
Om dit te regelen is artikel 2.5.4, zesde lid, onderdeel b,
aangepast.
Onderdeel B
Met deze bepaling zijn de bedragen voor begeleiding aangepast.
Bij de berekening van deze bedragen, zoals die bij ministeriële regeling van
12 december 2008, Z/VU-2899284 (Stcrt. nr. 2573) per 1 januari 2009 vastgesteld
waren, waren enkele fouten gemaakt, waardoor de bedragen te laag waren
vastgesteld. Deze fouten zijn nu gecorrigeerd.
Onderdeel C
Met de toevoeging aan artikel 2.6.10 van een vierde lid is
geregeld dat zorgkantoren het toegekende persoonsgebonden budget alleen mag
overmaken aan de verzekerde of diens wettelijke vertegenwoordiger. Daarmee is
uitvoering gegeven aan de motie van de Tweede Kamerleden Wolbert en De Vries
(Kamerstukken II 2008/09, 30 597, nr. 55). Overigens handelen zorgkantoren
ondertussen in het algemeen al in de lijn van de motie om op deze wijze
oneigenlijk gebruik van het persoonsgebonden budgetten te voorkomen.
Als er sprake is van ondertoezichtstelling van of van een
reclasseringsmaatregel met betrekking tot een jeugdige verzekerde is het niet
altijd gewenst om het voorschot op de rekening van de verzekerde of diens
wettelijke vertegenwoordiger over te maken. Het gaat daarbij om verzekerden tot
de leeftijd van 23 jaar. Het kan dan de voorkeur verdienen het voorschot over
te maken op de bankrekening van de organisatie die belast is met het toezicht
dan wel met de uitvoering van de reclasseringsmaatregel. Het nieuwe vijfde lid
regelt daarom een uitzondering op het vierde lid.
Artikel II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na
de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. De met artikel
I, onderdeel A, geregelde hogere bedragen voor begeleiding worden al door
zorgkantoren op de pgb’s voor 2009 toegepast. De herverdeling van de budgetten
voor de MEE-organisaties (artikel I, onderdeel B) hebben betrekking op heel
2009. De onderdelen A en B van artikel I werken daarom terug terug tot en met
1 januari 2009.
De Staatssecretaris van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. Bussemaker.