Regeling houdende wijziging van de Regeling aanpassing voertuigen, de Regeling erkenning en keuringsbevoegdheid APK en de Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid, in verband met herstel van enkele omissies

3 juli 2009

Nr. CEND/HDJZ-2009/795 sector AWW

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 85a, derde lid, 100, derde lid, en 130, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 11, eerste lid, van de Regeling aanpassing voertuigen wordt de zinsnede ‘een door de minister aangewezen onderwijsinstelling’ vervangen door: de Stichting VAM.

ARTIKEL II

In het eerste en derde lid van artikel 20 van de Regeling erkenning en keuringsbevoegdheid APK wordt de zinsnede ‘een door de minister aangewezen onderwijsinstelling’ vervangen door: de Stichting VAM.

ARTIKEL III

In artikel 1, onderdeel f, van de Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid vervalt: ,niet zijnde een bromfiets,.

ARTIKEL IV

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. De artikelen I en II werken terug tot en met 1 mei 2009.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.P.M.S. Eurlings.

TOELICHTING

De onderhavige regeling herstelt de aanwijzing van de Stichting VAM als onderwijsinstelling voor APK-keurmeesters en LPG-technici. Met de herziening van de voertuigregelgeving per 1 mei 2009 was deze aanwijzing abusievelijk komen te vervallen. Daarnaast bevat deze regeling een aanpassing in de definitiebepaling van beginnend bestuurder in de Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid.

Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid

De wijziging in artikel III heeft tot doel om ondubbelzinnig duidelijk te maken dat de volgende categorieën bestuurders moeten worden aangemerkt als beginnende bestuurder:

  • a. de bestuurder van een motorrijtuig voor het besturen waarvan een rijbewijs is vereist, indien sedert de datum waarop aan hem voor de eerste maal een rijbewijs is afgegeven, nog geen vijf jaren zijn verstreken, voor zover dit rijbewijs is afgegeven na 30 maart 2002;

  • b. de bestuurder van een motorrijtuig, indien het eerst afgegeven rijbewijs een rijbewijs betreft dat de bevoegdheid geeft tot het besturen van een motorrijtuig van de categorie AM, indien hij op het ogenblik van die afgifte de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, en sedert de datum waarop aan hem voor de eerste maal een rijbewijs is afgegeven, nog geen zeven jaar zijn verstreken, voor zover dit rijbewijs is afgegeven na 30 maart 2002.

Onder het onder a bedoelde geval vallen dan de houders van een rijbewijs voor de categorie AM, A of B, indien betrokkene bij afgifte 18 jaar of ouder was; onder het geval onder b de bestuurders van bromfietsen die op het moment van eerste afgifte 16 of 17 jaar waren.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.P.M.S. Eurlings.

Naar boven