Besluit van de Minister van Justitie van 30 juni 2009, nr. 5607054/Justis/09, strekkende tot wijziging van het besluit buitengewoon opsporingsambtenaren Dienst Vervoer & Ondersteuning 2009, nr. 5585029/Justis/09

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 142, eerste lid, onder b, en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, artikel 8, eerste, derde en zevende lid, van de Politiewet 1993, artikel 3a, derde lid, van de Wet wapens en munitie, de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar en het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

Besluit:

ARTIKEL I

Het besluit buitengewoon opsporingsambtenaren Dienst Vervoer & Ondersteuning 2009 wordt als volgt gewijzigd.

Artikel 3 komt als volgt te luiden:

Artikel 3

  • 1. De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd tot de opsporing van:

    • a. alle strafbare feiten, voor zover noodzakelijk voor een goede vervulling van de aan de functie gerelateerde taken;

    • b. andere strafbare feiten, indien en voor zover hij daarmee in een concreet opsporingsonderzoek door een officier van justitie wordt belast voor de duur van dat onderzoek;

    • c. feiten strafbaar gesteld bij verordeningen voor zover hij daarvoor door het bevoegd bestuursorgaan is aangewezen.

  • 2. De opsporingsbevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, geldt voor het grondgebied van Nederland, voor zover noodzakelijk voor een goede vervulling van de aan de functie gerelateerde taken.

De tekst van artikel 6 komt als volgt te luiden:

Op grond van dit besluit kunnen maximaal 600 personen worden beëdigd als buitengewoon opsporingsambtenaar.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 12 februari 2014.

Dit besluit zal worden gepubliceerd in de Staatscourant.

Den Haag, 30 juni 2009

De Minister van Justitie,

namens deze:

de teammanager BTR,

P.W.C. Collard.

Binnen zes weken na publicatie van dit besluit kan een belanghebbende daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Minister van Justitie, Dienst Justis, Team BTR/BOA, Postbus 20300, 2500 EH Den Haag. Het bezwaarschrift dient te zijn gemotiveerd.

TOELICHTING

Bij brief van 18 mei 2009 heeft de directeur van de Dienst Vervoer & Ondersteuning (DV&O) van het Ministerie van Justitie verzocht om wijziging van het categoriaal besluit DV&O van 2 februari 2009, kenmerk 5585029/Justis/09.

Vanwege nieuwe aan DV&O toebedeelde taken in het kader van samenwerking met diverse ketenpartners alsmede ten gevolge van nationale wetgeving met betrekking tot internationale tribunalen is wijziging in de zin van uitbreiding van de opsporingsbevoegdheid en verlenging van het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren noodzakelijk.

De direct toezichthouder, de korpschef van het Korps Landelijke Politiediensten, en de toezichthouder, de hoofdofficier van justitie bij Landelijk Parket achten de noodzaak tot wijziging van de categoriale aanwijzing, van de bij de Dienst Vervoer en Ondersteuning werkzame buitengewoon opsporingsambtenaren, aanwezig.

De Minister van Justitie,

namens deze:

de teammanager BTR,

P.W.C. Collard.

Naar boven