Wet op de ruimtelijke ordening

Voorbereidingsbesluit ex. artikel 3.7 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro)

De gemeenteraad heeft in zijn vergadering van 29 juni 2009 verklaard dat bestemmingsplannen in voorbereiding zijn voor de gebieden:

Stadsblokken en Meinerswijk

zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende kaart met tekeningnummer 2009-RO-00044

Door de raad is daarbij nog bepaald:

• 1. dat dit besluit voor alle gebieden ex art 3.7 lid 5 Wro vervalt, indien niet binnen één jaar na datum van inwerkingtreding van dit voorbereidingsbesluit ontwerpen van bestemmingsplannen ter inzage zijn gelegd. Dit besluit vervalt eveneens op het tijdstip waarop het bestemmingsplan ter voorbereiding waarvan dit besluit is genomen in werking treedt;

• 2. dat het:

  • a. verboden is zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

    • 1. het vellen, rooien of beschadigen van houtgewassen;

    • 2. het aanbrengen beplantingen;

    • 3. het aanbrengen van leidingen, constructies, installaties of apparatuur;

    • 4. het afgraven of verlagen van de bodem;

    • 5. het ophogen, egaliseren of ontginnen van de bodem, waaronder tevens wordt verstaan het aanleggen van wegen t.b.v. bestemmingsverkeer;

    • 6. het gebruik van groeistoffen, stoorstoffen of kunstmest;

    • 7. het verbreden of verharden van voetpaden, rijwielpaden, ontsluitingswegen en parkeerplaatsen;

    • 8. het aanbrengen van recreatievoorzieningen;

    • 9. het graven, dichten, verdiepen of verbreden van sloten, greppels, beken en andere waterpartijen;

    • 10. aanleggen van reservoirs;

    • 11. grootschalig verwijderen van bosstrooisel of mos;

    • 12. aanbrengen van rasters.

  • b. de onder a genoemde verboden gelden niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die van geringe omvang zijn, dan wel het normale onderhoud en beheer betreffen;

  • c. de werken en werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor hetzij direct, hetzij indirect de landschappelijke waarden en kwaliteiten van de gronden niet onevenredig worden aangetast.

• 3. dat het besluit in werking treedt op de dag na die waarop het bekend is gemaakt.

Het besluit en de bijbehorende tekening liggen vanaf de datum van inwerkingtreding ter inzage bij het BWL loket, Stadhuis, Koningstraat 38, 681 DG, Arnhem

Arnhem, 8 juli 2009