Regeling tot wijziging van de Regeling veiligheid zeeschepen en de Regeling voorkoming verontreiniging door schepen in verband met richtlijn 2008/67/EG tot wijziging van richtlijn 96/98/EG inzake de uitrusting van zeeschepen

2 juli 2009

Nr. CEND/HDJZ-2009/657 sector SCH

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op richtlijn nr. 2008/67/EG van de Commissie van de Europese Unie van 30 juni 2008 (PbEG L 171) tot wijziging van richtlijn 96/98/EG van de Raad van de Europese Unie inzake uitrusting van zeeschepen, alsmede op artikel 48 van het Schepenbesluit 2004 en artikel 11 van het Besluit voorkoming verontreiniging door schepen;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 62 van de Regeling veiligheid zeeschepen wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Uitrusting van een door het Hoofd van de Scheepvaartinspectie goedgekeurd type, waarop door een wijziging van bijlage A.1 van richtlijn 96/98/EG de voorschriften van die richtlijn van toepassing zijn geworden, mag in afwijking van artikel 33 nog gedurende een termijn van twee jaar, gerekend vanaf de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven, aan boord van schepen worden geplaatst, mits zij voor die dag werd vervaardigd en ook de typegoedkeuring voor die dag werd verleend.

2. Het derde lid vervalt.

ARTIKEL II

Artikel 17 van de Regeling voorkoming verontreiniging door schepen wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Uitrusting van een door de inspecteur-generaal goedgekeurd type, waarop door een wijziging van bijlage A.1 van richtlijn 96/98/EG de voorschriften van die richtlijn van toepassing zijn geworden, mag in afwijking van artikel 7 nog gedurende een termijn van twee jaar, gerekend vanaf de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven, aan boord van schepen worden geplaatst, mits zij voor die dag werd vervaardigd en ook de typegoedkeuring voor die dag werd verleend.

2. Het derde lid vervalt.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 21 juli 2009.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa.

TOELICHTING

Met de onderhavige regeling worden de Regeling veiligheid zeeschepen (Rvz) en de Regeling voorkoming verontreiniging door schepen (Rvvs) gewijzigd ter implementatie van richtlijn nr. 2008/67/EG. Deze richtlijn is de vierde wijziging van richtlijn nr. 96/98/EG inzake de uitrusting van zeeschepen. De richtlijn bepaalt dat bijlage A, waarin een lijst van scheepsuitrusting en de daarbij behorende beproevingsnormen is opgenomen, wordt vervangen door een nieuwe bijlage.

In deze nieuwe bijlage zijn de sinds 1 juli 2002 – de datum dat richtlijn 96/98/EG voor het eerst werd gewijzigd – door de Internationale Maritieme Organisatie en de Europese normalisatie-instellingen opgestelde beproevingsnormen verwerkt. Voor bepaalde scheepsuitrusting betekent dit dat zij vanaf 21 juli 2009 moeten voldoen aan strengere beproevingsnormen en moeten zijn voorzien van het in bijlage D weergegeven merk van overeenstemming, een certificaat van gelijkwaardigheid of een certificaat ten behoeve van beproeving.

Door de dynamische verwijzing naar richtlijn nr. 96/98/EG in de Wet scheepsuitrusting (voor wat betreft de productie en keuring van uitrusting) en de Rvz en de Rvvs (voor wat betreft het aan boord plaatsen van uitrusting) is richtlijn nr. 2008/67/EG voor het grootste gedeelte geïmplementeerd door middel van bestaande regelgeving. Wel zijn ter implementatie van artikel 2 van de richtlijn artikel 62 van de Rvz en artikel 17 van de Rvvs gewijzigd. De aanvang van de zogenoemde ‘uitverkooptermijn’, de termijn waarbinnen scheepsuitrusting nog volgens de oude beproevingsnormen op de markt worden gebracht en aan boord van schepen mag worden geplaatst, voldoet hiermee aan de richtlijn. Voor richtlijn nr. 2008/67/EG geldt dat deze termijn op 21 juli 2009 aanvangt.

Administratieve lasten

Deze wijzigingsregeling heeft betrekking op de implementatie van richtlijn nr. 2008/67/EG voor zover het betreft het plaatsen van scheepsuitrusting aan boord van zeeschepen. Aangezien aan het plaatsen van scheepsuitrusting geen administratieve lasten zijn verbonden, levert deze wijzigingsregeling geen extra administratieve lasten voor burgers of bedrijven op. Deze wijzigingsregeling is daarom niet ter toetsing aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal) aangeboden.

Transponeringstabel

Richtlijn nr. 2008/67/EG

Implementatie door:

Artikel 1

De artikelen 1, onderdelen a, c en e, en 3, van de Wet scheepsuitrusting, de artikelen 33, eerste lid, 34, eerste lid, van de Rvz en de artikelen 7, eerste lid, en 8, eerste lid, van de Rvvs.

Artikel 2

Artikel 29, tweede lid, van de Wet scheepsuitrusting, artikel 62, tweede lid, van de Rvz en artikel 17 van de Rvvs.

Artikel 3, eerste lid

Artikel 30, eerste lid, van de Wet scheepsuitrusting, artikel 62, eerste lid, van de Rvz en artikel 17, eerste lid, van de Rvvs.

Artikel 3, tweede lid

Voor implementatie geen regelgeving nodig.

Artikel 4

Voor implementatie geen regelgeving nodig.

Artikel 5

Voor implementatie geen regelgeving nodig.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa.

Naar boven