Wijziging Regeling financiële bepalingen bodemsanering 2005
Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 16 mei 2008, nr. LMV 2008.042956, houdende wijziging van de Regeling financiële bepalingen bodemsanering 2005 in verband met de invoering van single information en single audit voor specifieke uitkeringen (sisa)
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Gelet op artikel 7, tweede en derde lid, van het Besluit financiële bepalingen bodemsanering;
Besluit:
Artikel I
De Regeling financiële bepalingen bodemsanering 2005 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 7 komt te vervallen.
B
Bijlagen 2 en 3 komen te vervallen.
C
Bijlage 5 wordt vervangen door de hierna volgende bijlage 5.
Artikel II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van bijlage 5; een volledig exemplaar van deze regeling, inclusief bijlage 5 zal aan alle budgethouders en bevoegde overheden worden gezonden. Daarnaast zal deze regeling inclusief bijlage 5 ter inzage worden gelegd bij het Ministerie van VROM en zal worden geplaatst op www.vrom.nl.
Den Haag, 16 mei 2008.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J.M. Cramer.
Bijlage 5, behorende bij artikel 13, tweede lid, Regeling financiële bepalingen bodemsanering 2005
Bestedingsverantwoording voor de bijdrage ter vergoeding van de kosten van subsidie aan derden ten behoeve van in gebruik zijnde en blijvende bedrijfsterreinen
De bestedingsverantwoording is gericht op het geven van inzicht in de mate waarin de beschikbaar gestelde rijksmiddelen zijn besteed. De bestedingsverantwoording dient voorzien te zijn van een goedkeurende accountantsverklaring, waarvan bijgaand een model is opgenomen, en dient aan het ministerie te worden aangeboden1 . Het betreft de verantwoording over de besteding van het budget dat door het ministerie is verleend om een bijdrage te verlenen aan saneringen.
Model Accountantsprotocol en accountantsverklaring
Protocol ten aanzien van accountantsverklaringen bij de bestedingsverantwoording over de verleende voorschotten voor bodemsanering in het kader van de Wet bodembescherming
§ 1. Algemeen
Het doel van het controleprotocol is het voorkomen van een verschil tussen enerzijds de verwachtingen en eisen van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) inzake de reikwijdte en diepgang van de door de accountant uit te voeren controles en anderzijds de door de accountant te geven invulling aan die controles.
§ 2. Van toepassing zijnde regelgeving en overige door de minister gestelde voorwaarden
De volgende regelgeving en overige door de minister gestelde voorwaarden zijn van toepassing:
– de EG-verordening nr. 69/2001 van de Raad van de Europese Unie van 12 januari 2001 (Pbl.EG 2001, L10/30);
– de Wet bodembescherming;
– Besluit financiële bepalingen bodemsanering;
– de Regeling financiële bepalingen bodemsanering 2005.
§ 3. Accountantscontrole
Diepgang
De accountant bepaalt zelf de aanpak van zijn controle. Hij dient deze controle echter zodanig in te richten dat hij ten aanzien van de betrouwbaarheid een uitspraak kan doen met een overall assurance van minimaal 95% en met een fouttolerantie van 1% over de door de budgethouder verantwoorde betalingen
Reikwijdte
Het belangrijkste element van de accountantscontrole is de vaststelling dat de gelden juist en rechtmatig zijn besteed. Dat wil zeggen dat de gelden zijn besteed in overeenstemming met de hier bovengenoemde regelgeving en overige door de minister gestelde voorwaarden.
Een ander belangrijk element van controle is de vaststelling, dat de bestedingsverantwoording juist is en voldoet aan de voorgeschreven vorm en detaillering, zoals hierboven verwoord. De accountant dient deze elementen expliciet in zijn verklaring op te nemen.
Specifieke controlepunten
De controlepunten, die de Minister van VROM specifiek van belang acht voor het vaststellen van de juistheid en rechtmatigheid van de verantwoorde kosten en de volledigheid van de verantwoorde opbrengsten, betreffen de vaststelling dat:
a. overeenstemming van de bestedingsverantwoording blijkt met de administratie van de budgethouder.
b. adequate administratief organisatorische en interne controle maatregelen getroffen zijn om te voorkomen dat kosten die als samenloop kunnen worden aangemerkt ten laste worden gebracht van het bodemsaneringsproject.
§ 4. De accountantsverklaring
Voor de accountantsverklaring dient het model accountantsverklaring, bedoeld in paragraaf 5, te worden gehanteerd. Indien de accountantsverklaring geen onverkort goedkeurende strekking heeft, dient de aard en het gewicht van de tekortkomingen expliciet in de verklaring tot uitdrukking te worden gebracht, met inachtneming van de bewoordingen, zoals aangegeven in de Gedrags- en Beroepsregels voor Accountants. Hierbij dient zo mogelijk te worden aangesloten op het bijgevoegd model (paragraaf 5). De accountant richt zijn verklaring in met inachtneming van de door het Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants vastgestelde gedrags- en beroepsregels voor registeraccountants, dan wel van de door de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten vastgestelde gedrags- en beroepsregels voor administratieconsulenten.
Daarnaast dient de accountant het van toepassing verklaarde controle protocol te vermelden.
§ 5. Model accountantsverklaring
Aan: (opdrachtgever)
Accountantsverklaring
Afgegeven ten behoeve van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Opdracht
Wij hebben de bijgevoegde door ons gewaarmerkte bestedingsverantwoording overeenkomstig artikel 13, eerste lid, van de Regeling financiële bepalingen bodemsanering 2005, betreffende het jaar.., van ………… (naam budgethouder) gecontroleerd. De bestedingsverantwoording is opgesteld onder verantwoordelijkheid van het college van gedeputeerde staten/burgemeester en wethouders van ………… (naam budgethouder). Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring bij deze bestedingsverantwoording te verstrekken.
Werkzaamheden
Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, en met inachtneming van het in bijlage 5 van de Regeling financiële bepalingen bodemsanering 2005 opgenomen Accountantsprotocol.
Dienovereenkomstig dienen wij onze controle zodanig te plannen en uit te voeren, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de bestedingsverantwoording geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van relevante gegevens.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Bevindingen
(Op te nemen indien van toepassing)
Oordeel
Op grond van ons onderzoek zijn wij van oordeel dat:
a. de bijdrage is besteed in overeenstemming met de van toepassing zijnde regelgeving en overige door de minister gestelde voorwaarden;
b. de in de bestedingsverantwoording opgenomen gegevens juist en volledig zijn weergegeven.
Overige aspecten – beperking in het gebruik (en verspreidingskring)
De bestedingsverantwoording van ……… en onze verklaring daarbij zijn uitsluitend bedoeld voor het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en kunnen derhalve niet voor andere doeleinden worden gebruikt.
Plaats, datum
Naam accountantspraktijk
Naam accountant en ondertekening met die naam
1
De bestedingsverantwoording en de goedkeurende accountantsverklaring voor de bijdrage ter vergoeding van de kosten van subsidie aan derden ten behoeve van in gebruik zijnde en blijvende bedrijfsterreinen dienen jaarlijks – uiterlijk 31 maart na het kalenderjaar waarover de bijdrage wordt gevraagd – te worden ingediend.
Toelichting
Bij brief van 1 april 2005 is het kabinetsstandpunt over het rapport ‘Anders gestuurd, beter bestuurd: De specifieke uitkeringen doorgelicht’ van de stuurgroep Brinkman naar de Staten-Generaal gezonden (Kamerstukken II 2004/05, 29800 B, nr, 16). Het kabinet deelt de conclusie van de stuurgroep dat er teveel specifieke uitkeringen zijn en dat de verantwoording over de specifieke uitkeringen omslachtig is georganiseerd. Besloten is dat het Rijk bij de verdeling van taken en verantwoordelijkheden zal sturen op hoofdlijnen. Concreet betekent dit dat het aantal specifieke uitkeringen wordt verminderd en dat ten aanzien van de overige specifieke uitkeringen – waaronder het bodemsaneringsbudget – het principe van single information single audit (hierna: sisa) – wordt ingevoerd. Dit is ingevoerd bij Besluit van 23 augustus 2007, houdende wijziging van enkele besluiten in verband met de invoering van single information en single audit voor specifieke uitkeringen (Stb, 2007, 312). Met dat besluit zijn onder meer het Besluit financiële verhouding 2001 en het Besluit financiële bepalingen bodemsanering aangepast.
Met de voorliggende wijziging wordt de Regeling financiële bepalingen bodemsanering 2005 eveneens met het genoemde principe in overeenstemming gebracht.
De kern van sisa is dat het Rijk naar informatie vraagt die zoveel mogelijk aansluit bij de informatiebehoefte en verantwoordingsmomenten van de gemeenten en provincies zelf. Dat betekent dat het Rijk in principe voldoende heeft aan het jaarverslag en de jaarrekening van een provincie of gemeente. Deze jaarstukken dienen met een bijlage, bedoeld in artikel 58a van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, waarin de verantwoordingsinformatie staat opgenomen, ieder jaar volgend op het jaar waarover verantwoording wordt afgelegd, aan het Rijk te worden aangeleverd.
Door de introductie van de verantwoordingssystematiek sisa komen artikel 7 en de bijbehorende bijlagen 2 en 3 van de Regeling financiële bepalingen bodemsanering 2005 te vervallen. Deze bepalingen zijn overbodig geworden omdat voor het verantwoordingsverslag (artikel 7, eerste lid), het verslag over besteding van het verleende budget aan overheden (artikel 7, tweede lid) en de accountantsverklaring (artikel 7, derde lid) de sisa-systematiek van toepassing is op basis van het gewijzigde artikel 7 van het Besluit financiële bepalingen bodemsanering.
Bovendien wordt bijlage 5 aangepast zodat accountantsprotocol- en verklaring alleen nog gelden voor de bijdrage ter vergoeding van de kosten van de subsidie aan derden ten behoeve van in gebruik zijnde en blijvende bedrijfsterreinen. De verantwoording over het bodemsaneringsbudget loopt voortaan via het sisa-principe en de daarbij behorende wet- en regelgeving.
De bestedingsverantwoording Wbb dient jaarlijks te worden opgenomen in de sisa-bijlage, de bijlage bij de jaarrekening bedoeld in artikel 58a van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. De prestatieverantwoording Wbb dient alleen na afloop van de programmaperiode in deze bijlage te worden opgenomen. Het sisa-principe is voor de bestedingsverantwoording Wbb vanaf het verantwoordingsjaar 2007 ingevoerd, op basis van het eerder genoemde besluit. In artikel X en in de nota van toelichting bij dat besluit staat dat het sisa principe met ingang van het begrotingsjaar 2007 gaat werken.
Over de verantwoordingssystematiek conform sisa is gecommuniceerd met de bevoegde overheden Wbb en is ter ondersteuning de handleiding sisa en bodemsanering geschreven.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J.M. Cramer