Wijziging Besluit aanwijzing toezichthouders luchtvaart en het Instellingsbesluit Inspectie Verkeer en Waterstaat

Besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat houdende wijziging van het Besluit aanwijzing toezichthouders luchtvaart en het Instellingsbesluit Inspectie Verkeer en Waterstaat in verband met de implementatie van vier EG-verordeningen met betrekking tot het totstandbrengen van een gemeenschappelijk Europees luchtruim

21 mei 2008

Nr. CEND/HDJZ-2008/578 sector LUV

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 4, eerste lid, van verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijke Europese luchtruim (de kaderverordening) (PbEG L 96/1) en op artikel 11.1, tweede lid, van de Wet luchtvaart;

Besluit:

Artikel I

Het Instellingsbesluit Inspectie Verkeer en Waterstaat wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 2a wordt na het tweede lid een derde lid toegevoegd, luidende:

3. De Inspectie Verkeer en Waterstaat is voorts belast met de taken van de nationale toezichthoudende instantie, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van verordening (EG) Nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijke Europese luchtruim (de kaderverordening) (PbEG L 96/1).

Artikel II

Het Besluit aanwijzing toezichthouders luchtvaart wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 1 wordt een artikel 1a ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Als ambtenaren belast met het toezicht op de naleving bedoeld in artikel 11.1, tweede lid, van de Wet luchtvaart worden aangewezen:

a. de directeur-generaal van het Directoraat-Generaal Transport en Luchtvaart;

b. de inspecteur-generaal van de Inspectie Verkeer en Waterstaat;

c. de ambtenaren van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, die zijn belast met toezicht.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking op hetzelfde tijdstip waarop de wet tot wijziging van de Wet luchtvaart en de Wet op het Koninklijk Meteorologisch Instituut ter uitvoering van vier EG-verordeningen in verband met het totstandkomen van een Gemeenschappelijk Europees luchtruim in werking treedt.

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Verkeer en Waterstaat, ter attentie van Hoofddirectie Juridische Zaken, sector Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, postbus 20906, 2500 EX Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten:

a. naam en adres van de indiener;

b. de dagtekening;

c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk);

d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, C.M.P.S. Eurlings.

Toelichting

Een viertal EG-verordeningen ter verwezenlijking van een gemeenschappelijk Europees luchtruim (verder te noemen Single European Sky) is op 10 maart 2004 in werking getreden.

Het betreft de volgende verordeningen:

1. Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 10 maart 2004 tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijke Europese luchtruim (PbEG L 96), verder genoemd de kaderverordening;

2. Verordening (EG) nr. 550/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 10 maart 2004 betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijk Europees luchtruim (PbEG L 96), verder genoemd de luchtvaartnavigatiedienstenverordening;

3. Verordening (EG) nr. 551/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 10 maart 2004 betreffende de organisatie en het gebruik van het gemeenschappelijk Europees luchtruim (PbEG L 96), verder genoemd de luchtruimverordening;

4. Verordening (EG) nr. 552/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 10 maart 2004 betreffende de interoperabiliteit van het Europese netwerk voor luchtverkeersbeveiliging (PbEG L 96), verder genoemd de interoperabiliteitsverordening.

Op grond van artikel 4 van de kaderverordening wordt een toezichthouder aangewezen of ingesteld, belast met de taken krachtens deze en de overige SES-verordeningen.

De Inspectie Verkeer en Waterstaat wordt in deze wijziging belast met het toezicht als bedoeld in artikel 3 van de kaderverordening en is daarmee derhalve de nationale toezichthoudende instantie.

De feitelijke werkzaamheden zullen worden uitgevoerd door ambtenaren van de IVW en het Directoraat-Generaal Transport en Luchtvaart (DGTL). Met deze wijziging van het Besluit aanwijzing toezichthouders luchtvaart worden de bedoelde ambtenaren aangewezen.

De taken van de toezichthouders volgen uit de vier verordeningen.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings

Naar boven