Besluit houdende vaststelling beloning van de voorzitter en leden Taskforce DeeltijdPlus

7 mei 2008

Nr. 08.001337

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 25 april 2008, nr. AV/TDP/2008/12190;

Gelet op artikel 3 van het Vacatiegeldenbesluit 1988;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Aan de voorzitter van de Taskforce DeeltijdPlus, bedoeld in artikel 2 van het Instellingsbesluit Taskforce DeeltijdPlus, wordt een vaste beloning toegekend. Deze beloning wordt vastgesteld volgens het maximum van schaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984. De deeltijdfactor wordt vastgesteld op 0,22.

Artikel 2

Aan de leden van de Taskforce DeeltijdPlus, bedoeld in artikel 2 van het Instellingsbesluit Taskforce DeeltijdPlus, wordt een vaste beloning toegekend. Deze beloning wordt vastgesteld volgens het maximum van schaal 15 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984. De deeltijdfactor wordt vastgesteld op 0,17.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 april 2008.

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.

Den Haag, 7 mei 2008 Beatrix
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A. Aboutaleb.

Nota van toelichting

Tijdens de Participatietop van 27 juni 2007 hebben kabinet en sociale partners afgesproken dat er voor de duur van twee jaar een Taskforce DeeltijdPlus zal worden ingesteld, om de arbeidsparticipatie in uren van met name vrouwen te stimuleren.

Er is al veel bekend over financiële overwegingen en de aanwezigheid van voorzieningen bij de keuze van vrouwen om (meer) te gaan werken. Het beleid is hier dan ook al langer op gericht geweest en komt ook in deze kabinetsperiode aan bod. Over de belemmeringen van culturele aard voor met name vrouwen om (meer) te gaan werken is veel minder bekend, terwijl steeds duidelijker wordt dat deze culturele normen in belangrijke mate het aantal uren dat vrouwen willen werken bepalen. Deze culturele dimensie staat centraal in het werk van de Taskforce Deeltijdplus. De keuzevrijheid van mannen en vrouwen staat daarbij niet ter discussie.

De Taskforce beoogt het onderwerp te agenderen en het geven van een aanzet tot een cultuuromslag bij individuele werknemers, individuele werkgevers en sociale partners en de samenleving als geheel om een (blijvende) grotere arbeidsdeelname in uren van met name vrouwen te bewerkstelligen. De Taskforce zal daartoe ook aanbevelingen doen.

De activiteiten van de voorzitter en leden bestaan dan ook grotendeels uit het stimuleren en voeren van het debat op dit onderwerp, bijvoorbeeld met werkgevers, werknemers en in de media. Daarnaast bestaan de werkzaamheden uit het voorbereiden, voorzitten van en deelnemen aan vergaderingen, het (mede) begeleiden van onderzoek en het schrijven van een tussen- en eindrapportage.

Gelet op de omvang en zwaarte van de te verrichten werkzaamheden van de Taskforce DeeltijdPlus is besloten aan de voorzitter een vaste beloning toe te kennen gebaseerd op BBRA-salarisschaal 18, deeltijdfactor 0,22 en aan de leden een vaste beloning toe te kennen gebaseerd op BBRA-salarisschaal 15, deeltijdfactor 0,17. Deze vaste beloning wordt toegekend vanaf 1 april 2008.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. Aboutaleb

Naar boven