Ontheffing laagvliegen buiten bebouwing

Beschikking van de Minister van Verkeer en Waterstaat, houdende ontheffing van het verbod VFR-vluchten uit te voeren beneden de minimum VFR-vlieghoogte buiten gebieden met aaneengesloten bebouwing, industrie- en havengebieden daaronder begrepen, dan wel boven mensenverzamelingen alsmede boven milieubeschermingsgebied Waddenzee

7 mei 2008

Nr. IVW TBE 45.1.b - 2008 - 165 - Van Vonderen Luchtfotografie

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Defensie;

Gezien het verzoek om ontheffing d.d. 15 april 2008, ontvangen op 17 april 2008, van Van Vonderen Luchtfotografie.

Overwegende dat de vereiste maatschappelijke relevantie blijkt uit, onder andere, het toezicht op een veilig verloop van de catamaran race ‘De ronde om Texel’, waaronder hulpverlening en eventuele reddingsacties, alsmede het maken van incidentele foto- en filmopnamen ten behoeve van nieuwsvoorziening. Ook voor het eventueel opsporen van drenkelingen moet er op een lagere hoogte worden gevlogen dan de voorgeschreven minimum hoogte van 1500 voet boven het gedeelte van het Wad, rondom Texel;

Gelet op artikel 45, vijfde lid, van het Luchtverkeersreglement, alsmede artikel 4, tweede lid, onder a en b van het Besluit beperkingen burgerluchtverkeer Waddenzee;

Besluit:

Artikel 1

Deze beschikking is van toepassing op de helikopter van het type

Schweitzer-Huges 300, met registratie PH-PHZ of registratie PH-PHY, dan wel een gelijkwaardige vervangende helikopter, in gebruik bij Van Vonderen Luchtfotografie, waarmee VFR-vluchten worden uitgevoerd ten behoeve van het toezicht op een veilig verloop van de wedstrijd en eventueel opsporen van drenkelingen en overige reddingsacties tijdens de race, boven het gedeelte van het Wad, rondom Texel.

Artikel 2

Aan de gezagvoerder van de onder artikel 1 genoemde helikopter wordt van 6 juni 2008 tot en met 7 juni 2008 ontheffing verleend om VFR-vluchten uit te voeren beneden de minimum VFR-vlieghoogte, buiten gebieden met aaneengesloten bebouwing, industrie- en havengebieden daaronder begrepen, dan wel boven mensenverzamelingen, zoals vermeld in artikel 45, eerste lid, onder b van het Luchtverkeersreglement en van het verbod gesteld in artikel 2 van het Besluit beperkingen burgerluchtverkeer Waddenzee, met inachtneming van de volgende voorschriften en beperkingen:

a. de gezagvoerder is in het bezit van een geldige CPL of ATPL;

b. de minimum toegestane vlieghoogte bedraagt 200 ft boven de grond of het water, doch ten minste 30 m boven de hoogste hindernis gelegen binnen een afstand van 600 m van het luchtvaartuig;

c. de vliegroute, vlieghoogte en vliegsnelheid worden zodanig gekozen dat:

1. overlast aan derden zoveel mogelijk wordt vermeden;

2. ingeval van een noodlanding het risico voor inzittenden en derden zoveel mogelijk wordt beperkt;

3. de volgende adviessnelheden in acht worden genomen:

Vliegzicht (m) Adviessnelheid (kts)

1500 - 2000 < 100

2000 - 5000 < 120

d. het kruisen van actieve restricted areas is niet toegestaan, hiervoor dient een ontheffing te worden aangevraagd bij het commando luchtstrijdkrachten;

e. vóór aanvang van de vlucht wordt telefonisch contact opgenomen met de Supervisor van MilATCC Nieuw Milligen; aan de voorwaarden door hem gesteld wordt strikt de hand gehouden;

f. vóór aanvang van de vlucht wordt tevens telefonisch contact opgenomen met de luchtverkeersleiding van marinevliegkamp De Kooy;

g. er wordt niet gevlogen in gebieden waar reddingsacties met behulp van luchtvaartuigen worden uitgevoerd;

h. vogelreservaten, zoals gepubliceerd in de luchtvaartgids, worden vermeden;

i. de helikopter is voorzien van een zelfopblaasbaar reddingsvlot en voor iedere inzittende een overlevingspak met een emergency locator beacon en een set vuurpijlen;

j. vóór de aanvang van de vlucht wordt de meldkamer van de Luchtvaartpolitie ingelicht, en worden de volgende gegevens verstrekt:

- naam gezagvoerder, registratie en type vliegtuig,

- plaats en tijdstip van het laagvliegen;

k. voor het uitvoeren van VFR-vluchten beneden de minimum VFR-vlieghoogte boven het milieubeschermingsgebied Waddenzee is naast een vrijstelling van LVNL tevens een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 vereist. Deze kunt u schriftelijk aanvragen bij het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Directie Noord;

l. voorafgaand aan de vlucht is er op initiatief van de aanvrager / opdrachtgever in de plaatselijke media aandacht besteed aan de uit te voeren vlucht;

m. bij het niet- of niet volledig nakomen van de bovenstaande voorschriften en beperkingen kan dat aanleiding zijn deze ontheffing in te trekken.

Artikel 3

De aanvrager draagt er zorg voor dat de gezagvoerder en alle andere zich aan boord bevindende personen bekend zijn met de inhoud van deze beschikking.

Artikel 4

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 6 juni 2008 en vervalt met ingang van 8 juni 2008, tenzij deze voortijdig wordt ingetrokken.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,namens deze,
de unitmanager Unit Kennis, Advies en Berichtgeving, Toelating/Continuering Luchtruim,
R.J. Putters.

Naar boven