In werking getreden op 1 april 1995 (20 maart 1995/486677/95/IND), zoals
gewijzigd
- per 1 oktober 1997 (3 oktober 1997/654972/97/IND),
- per 1 november 1998 (23 oktober 1997/724222/98/IND),
- per 1 oktober 2000 (21 augustus 2000/DU/00/092),
- per 13 oktober 2000 (12 oktober 2000/DU/00/108),
- per 15 juni 2001 (28 mei 2001/DU/01/029/IND),
- per 18 maart 2002, terugwerkend tot 1 januari 2002 (6 maart 2002/HD/02/04),
- per 1oktober 2002 (18 september 2002/HD/02/116/IND)
- per 1 oktober 2003 (29september2003/HKUIT03/BOH/4766)
- per 1 januari 2005 (20 december 2004/INDUIT04/7875)
- per 1 mei 2008 (11 april 2008 INDUIT/06 3495 GCKAO )
Artikel 1
Voor de toepassing van deze Regeling wordt verstaan onder tolken: zij
die door de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Justitie
worden ingeschakeld bij het horen van vreemdelingen in het kader van de Vreemdelingenwet
2000.
Artikel 2
1. Aan tolken wordt voor de duur van verrichte tolkwerkzaamheden op of
na 1 oktober 2003 een vergoeding van € 43,89 per uur toegekend.
2. In afwijking van het onder lid 1 gestelde, wordt aan tolken die korter
dan een half jaar tolkwerkzaamheden ten behoeve van de Immigratie- en Naturalisatiedienst
verrichten voor tolkwerkzaamheden een vergoeding van € 30,22 per uur
toegekend.
Artikel 3
vervallen.
Artikel 3A
vervallen
Artikel 4
De vergoeding voor tolkwerkzaamheden als bedoeld in artikel 2 wordt met
de helft verhoogd voor werkzaamheden die worden verricht op:
a. zaterdag;
b. zondag;
c. een in artikel 3 van de Algemene termijnenwet genoemde algemeen erkende
feestdag of een bij of krachtens dat artikel daarmee gelijkgestelde dag.
Artikel 5
Voor tolkwerkzaamheden bij bezwaarschriftprocedures geldt een minimumvergoeding
van een half uur.
Artikel 6
Vervallen.
Artikel 7
Voor het totaal aantal reisuren, verminderd met één uur,
tussen de woonplaats van de tolk en de plaats van gehoor van de vreemdeling,
geldt per reisuur een vergoeding van 50% van het tarief waarvoor de tolk werkt.
Ook indien de tolk op één dag op meerdere plaatsen van gehoor
werkzaam is, wordt voor die dag maximaal één uur in mindering
gebracht op het totaal aantal reisuren.
Artikel 8
Indien de reisuren als bedoeld in artikel 7 in de weekeinden en op algemeen
erkende feestdagen worden gemaakt, geldt dat de bedragen waarop de tolk recht
heeft ingevolge artikel 7 worden verhoogd met 50%.
Artikel 9
De reiskostenvergoeding is gebaseerd op de maximale fiscale vrijstelling
per kilometer, danwel de werkelijke kosten op basis van openbaar vervoer tweede
klasse.
Artikel 10
1. De bedragen genoemd in deze Regeling worden verhoogd met de omzetbelasting
voor zover de tolk deze uit hoofde van de Wet op de omzetbelasting 1968 verschuldigd
is en hij voorafgaand aan het indienen van de declaratie zijn BTW-nummer heeft
opgegeven.
2. De tolk die BTW-plichtig is en aan wie nog geen BTW-nummer is toegekend,
verstrekt dit BTW-nummer binnen dertig dagen na toekenning aan de IND.
3. De IND is niet aansprakelijk voor een naheffingsaanslag BTW die aan
de tolk wordt opgelegd indien de tolk zijn BTW-plichtigheid en zijn BTW-nummer
niet op de voorgeschreven wijze kenbaar heeft gemaakt.
Artikel 11
1. Declaraties dienen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 30 dagen
na het verrichten van de tolkwerkzaamheden waarop de declaratie betrekking
heeft, te worden ingediend bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het
Ministerie van Justitie. Over de vorm en de inhoud waaraan declaraties dienen
te voldoen, kunnen nadere richtlijnen worden gegeven.
2. Declaraties worden slechts betaalbaar gesteld indien opdracht tot het
verrichten van tolkwerkzaamheden is verkregen van de Immigratie- en Naturalisatiedienst
van het Ministerie van Justitie.
Artikel 12
Vervallen
Artikel 13
De Regeling tolkenvergoeding Immigratie- en Naturalisatiedienst van 22
maart 1994 wordt ingetrokken.
Artikel 14
Deze Regeling kan worden aangehaald als: Regeling tolkenvergoeding Immigratie-
en Naturalisatiedienst.
Artikel 15
Deze Regeling treedt in werking op 1 april 1995 en zal in de Staatscourant
worden geplaatst.