Ontheffing VFR-vluchten in klasse A

Heli Holland Airservice B.V.

28 april 2008

Nr. IVW TBE 44.1.b - 2008 -141 - Heli Holland

Beschikking van de Minister van Verkeer en Waterstaat, houdende ontheffing van het verbod VFR-vluchten uit te voeren in luchtverkeersdienstverleningsgebieden met klasse A

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Defensie;

Gezien het verzoek om ontheffing d.d.15 april 2008, ontvangen op 16 april 2008 van Heli Holland.

Overwegende dat de vereiste maatschappelijke relevantie blijkt uit de opdrachten van het Leibniz-Institute for Tropospheric Research ‘Cloud Group’ voor het uitvoeren van ‘cloud flights’ boven Cabauw, een klein dorp in de gemeente Lopik, in de Nederlandse provincie Utrecht. Het doel van deze ‘cloud flights’ is om de relatie van wolken met stofdeeltjes in de atmosfeer te onderzoeken. Dit zal gedaan worden in het kader van een EU-project, EUCAARI genaamd, waar het KNMI verantwoordelijk voor is;

Gelet op artikel 44, vijfde lid, van het Luchtverkeersreglement;

Besluit:

Artikel 1

Deze beschikking is van toepassing op de helikopter van het type Bell 206 Long Ranger, waaraan een externe last met een gewicht van 250 kg wordt gedragen aan een kabel met een lengte van 500 ft, met registratie PH-HHK, in gebruik bij Heli Holland, waarmee de VFR-vluchten worden uitgevoerd boven Cabauw, ten behoeve van het uitvoeren van ‘cloud flights’, in opdracht van het Leibniz-Institute for Tropospheric Research.

Artikel 2

Aan de gezagvoerder van de in artikel 1 genoemde helikopter wordt van 06 mei 2008 tot en met 31 mei 2008 ontheffing verleend van het verbod tot het uitvoeren van VFR-vluchten in luchtverkeersdienstverleningsgebieden met klasse A, genoemd in artikel 44, eerste lid, onder b, van het Luchtverkeersreglement, met inachtneming van de volgende voorschriften en beperkingen:

a. de gezagvoerder is in het bezit van een geldig CPL of ATPL;

b. de vluchten worden uitgevoerd als een gecontroleerde VFR-vlucht;

c. gedurende iedere initiële oproep dient aan de verkeersleiding kenbaar te worden gemaakt dat een externe lading aan een kabel met een lengte van 500 ft gedragen wordt;

d. gedurende het meevoeren van de externe lading dienen aaneengesloten bebouwing, industrie- en havengebieden daaronder begrepen, dan wel mensenverzamelingen te allen tijde vermeden te worden;

e. de gezagvoerder is te allen tijde in staat de vlucht onder instrument-vliegvoorschriften voort te zetten;

f. de vluchten worden slechts uitgevoerd, indien het vliegzicht minimaal 8 km bedraagt en de afstand tot de wolken horizontaal 1500 m en verticaal 300 m bedraagt;

g. het luchtvaartuig is gecertificeerd en uitgerust voor vluchten onder instrument-vliegvoorschriften, waaronder een werkende SSR-transponder mode S of mode A en C;

h. ten minste 5 werkdagen van tevoren worden de vluchtgegevens, de te vliegen route en andere relevante informatie aangeleverd bij de operationele helpdesk;

i. een uur voor aanvang van de vlucht dient contact te worden opgenomen met de Supervisor van het MilATCC Nieuw Milligen aan de voorwaarden door hem gesteld wordt strikt de hand gehouden;

j. voorafgaand aan de vlucht wordt de aanvrager / opdrachtgever geadviseerd om de plaatselijke media te informeren over de uit te voeren vlucht;

k. bij het niet of niet volledig nakomen van de bovenstaande voorschriften en beperkingen kan dat aanleiding zijn deze ontheffing in te trekken.

Artikel 3

De aanvrager draagt er zorg voor dat de gezagvoerder bekend is met de inhoud van deze beschikking.

Artikel 4

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 6 mei 2008 en vervalt met ingang van 1 juni 2008, tenzij deze voortijdig wordt ingetrokken.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,namens deze,
de unitmanager Unit Kennis, Advies en Berichtgeving, Toelating/Continuering Luchtruim,
R.J. Putters.

Bezwaarmogelijkheid

Indien u het niet eens bent met deze beslissing kunt u hiertegen, op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de datum waarop deze beslissing is verzonden schriftelijk bezwaar aantekenen.

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

- de naam en het adres van de indiener;

- de dagtekening;

- een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

- de gronden van het bezwaar.

Het bezwaarschrift kunt u richten aan:

Inspectie Verkeer en Waterstaat

Toezicht Beheereenheid

Unit Juridische Zaken

Postbus 90653

2509 LR Den Haag

Naar boven