Ontheffing VFR-vluchten in klasse A

Skydive Rotterdam

Beschikking van de Minister van Verkeer en Waterstaat, houdende ontheffing van het verbod VFR-vluchten uit te voeren in luchtverkeersdienstverleningsgebieden met klasse A

28 april 2008/Nr. IVW TBE 44.1.b - 2007 - 157 - Skydive Rotterdam

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Defensie;

Gezien het verzoek om ontheffing d.d. 10 april 2008 ontvangen op 14 april 2008 van Skydive Rotterdam.

Overwegende dat de vereiste maatschappelijke relevantie blijkt uit, onder andere, de demonstraties die Skydive Rotterdam geeft en daarmee de aandacht van parachutespringen en andere activiteiten voor een breed publiek mogelijk maakt. Buiten het sportieve deel maken demonstraties ook deel uit van behoud en ledenwerving en het promoten van sportparachutespringen in de Randstad in het algemeen. Bovendien draagt het bij tot het betaalbaar houden van sportparachutespringen voor een breed publiek en aan de exploitatie van het vliegtuig;

Gelet op artikel 44, vijfde lid, van het Luchtverkeersreglement;

Besluit:

Artikel 1

Deze beschikking is van toepassing op de Cessna Caravan C208B Single Engine Turbo Prop, met registratie PH-BSU, dan wel een gelijkwaardig vervangend vliegtuig, in gebruik bij Skydive Rotterdam “The Flying Duchtmen” waarmee de VFR-vlucht wordt uitgevoerd, te Den Haag N52° 05’20’’ en E004°22’02”, ten behoeve van een dropping van parachutisten.

Artikel 2

Aan de gezagvoerder van het in artikel 1 genoemde vliegtuig Cessna Caravan C208B, PH-BSU, wordt op 30 april 2008, tussen 10.45 uur en 12.15 uur, ontheffing verleend van het verbod tot het uitvoeren van VFR-vluchten in luchtverkeersdienstverleningsgebieden met klasse A, genoemd in artikel 44, eerste lid, onder b, van het Luchtverkeersreglement, met inachtneming van de volgende voorschriften en beperkingen:

a. de gezagvoerder is in het bezit van een geldig CPL of ATPL;

b. de vluchten worden uitgevoerd als een gecontroleerde VFR-vlucht;

c. de gezagvoerder is te allen tijde in staat de vlucht onder instrument-vliegvoorschriften voort te zetten;

d. de vluchten worden slechts uitgevoerd, indien het vliegzicht minimaal 8 km bedraagt en de afstand tot de wolken horizontaal 1500 m en verticaal 300 m bedraagt;

e. het luchtvaartuig is gecertificeerd en uitgerust voor vluchten onder instrument-vliegvoorschriften, waaronder een werkende SSR-transponder mode S of mode A en C;

f. indien van toepassing: ten minste 5 werkdagen van tevoren worden de vluchtgegevens, de te vliegen route en andere relevante informatie aangeleverd bij de operationele helpdesk;

g. voorafgaand aan de vlucht is er op initiatief van de aanvrager / opdrachtgever in de plaatselijke media aandacht besteed aan de uit te voeren vlucht;

h. de vlucht en het valschermspringen dient vrij te blijven van de EHP26;

i. bij het niet of niet volledig nakomen van de bovenstaande voorschriften en beperkingen kan dat aanleiding zijn deze ontheffing in te trekken.

Artikel 3

De aanvrager draagt er zorg voor dat de gezagvoerder bekend is met de inhoud van deze beschikking.

Artikel 4

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 30 april 2008 en vervalt met ingang van 1 mei 2008, tenzij deze voortijdig wordt ingetrokken.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,namens deze,
de unitmanager Unit Kennis, Advies en Berichtgeving,
Toelating/Continuering Luchtruim,
R.J. Putters.

Bezwaarmogelijkheid

Indien u het niet eens bent met deze beslissing kunt u hiertegen, op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de datum waarop deze beslissing is verzonden schriftelijk bezwaar aantekenen.

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

- de naam en het adres van de indiener;

- de dagtekening;

- een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

- de gronden van het bezwaar.

Het bezwaarschrift kunt u richten aan:

Inspectie Verkeer en Waterstaat

Toezicht Beheereenheid

Unit Juridische Zaken

Postbus 90653

2509 LR Den Haag

Naar boven