Wijziging subsidieregeling Food & Nutrition Delta Fase 2 – module Experimentele kaderregeling subsidies innovatieprojecten

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 16 april 2008, nr. WJZ 8046240, tot wijziging van de subsidieregeling Food & Nutrition Delta Fase 2 – module van de Experimentele kaderregeling subsidies innovatieprojecten

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies;

Besluit:

Artikel I

De Subsidieregeling Food & Nutrition Delta Fase 2-module van de Experimentele kaderregeling subsidies innovatieprojecten1 wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt ‘preconcurrentiële ontwikkeling’ vervangen door: experimentele ontwikkeling.

2. Het eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:

d. FND-samenwerkingsverband: een geen rechtspersoonlijkheid bezittend verband, opgericht ten behoeve van de uitvoering van een FND-innovatieproject, dat bestaat uit ten minste twee niet in een groep verbonden partijen, waarbij ten minste één van de partijen een in Nederland gevestigde ondernemer is en een andere partij ofwel een ondernemer ofwel een onderzoeksorganisatie is.

3. Het eerste lid, onderdeel f, komt te luiden:

f. onderzoeksorganisatie: onderzoeksorganisatie in de zin van de Communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie nr. 2006/C 323/01 (PbEU C 323);.

4. Aan het eerste lid worden de volgende onderdelen toegevoegd:

g. publiek gefinancierde onderzoeksorganisatie: een geheel of gedeeltelijk van overheidswege gefinancierde onderzoeksorganisatie;

h. experimentele ontwikkeling: experimentele ontwikkeling in de zin van de Communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie nr. 2006/C 323/01( PbEU C 323);

i. industrieel onderzoek: industrieel onderzoek in de zin van de Communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie nr. 2006/C 323/01 (PbEU C 323);

j. FND-MKB-innovatieproject: een FND-innovatieproject, uitgevoerd door een FND-MKB-samenwerkingsverband.

8. Het tweede lid komt te luiden:

2. Voor de definities van Minister, innovatieproject, ondernemer, MKB-ondernemer en groep zijn artikel 1, onderdelen a, b, c, d en f van de kaderregeling van toepassing.

B

Artikel 2 vervalt.

C

Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het derde lid komt te luiden:

3. Voor het verstrekken van subsidies voor FND-haalbaarheidsprojecten zijn de artikelen 5, 7 tot en met 9, 11, 15 tot en met 18, 19, eerste tot en met derde lid, 20 en 28 tot en met 34 van de kaderregeling van toepassing.

2. Er wordt een vierde lid toegevoegd, luidende:

4. Artikel 4, eerste, derde en vierde lid, van de kaderregeling zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat het bepaalde in artikel 4, eerste lid, van de kaderregeling ook geldt, indien voor de subsidiabele kosten of een deel daarvan reeds door de Commissie van de Europese Gemeenschappen subsidie is verstrekt.

D

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4

Het subsidieplafond voor het verlenen van subsidies voor FND haalbaarheidsprojecten waarvoor de aanvragen zijn ontvangen in de periode, genoemd in artikel 5, bedraagt € 1.500.000.

E

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5

Aanvragen voor een subsidie voor een FND-haalbaarheidsproject kunnen worden ingediend vanaf de dag na de datum van inwerkingtreding van deze regeling en moeten zijn ontvangen voor 10 oktober 2008, 18.00 uur.

F

Artikel 8 komt te luiden als volgt:

Artikel 8

1. De Minister verstrekt op aanvraag een subsidie aan een FND-samenwerkingsverband dat voor gezamenlijke rekening en risico een FND-innovatieproject uitvoert.

2. Op het verstrekken van de subsidie voor een FND-innovatieproject zijn de artikelen 3, eerste lid, onderdelen b en c, tweede tot en met vierde lid, 7, 12 tot en met 23, 28 tot 32, 33, eerste tot en met derde lid, en 34, van de kaderregeling van toepassing.

3. Artikel 4, eerste, derde en vierde lid, van de kaderregeling zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat het bepaalde in artikel 4, eerste lid, van de kaderregeling ook geldt, indien voor de subsidiabele kosten of een deel daarvan reeds door de Commissie van de Europese Gemeenschappen subsidie is verstrekt.

4. Artikel 33, vijfde lid, van de kaderregeling is van overeenkomstige toepassing.

G

Er wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 8a

1. De Minister verstrekt op aanvraag een subsidie aan een FND-MKB-samenwerkingsverband dat voor gezamenlijke rekening en risico een FND-MKB-innovatieproject uitvoert.

2. Op het verstrekken van de subsidie voor een FND-MKB-innovatieproject zijn de artikelen 3, eerste lid, onderdelen b en c, tweede tot en met vierde lid, 7 tot en met 9, 11, 15 tot en met 23, 28 tot 32, 33, eerste tot en met derde lid en 34, van de kaderregeling van toepassing.

3. Artikel 4, eerste, derde en vierde lid, van de kaderregeling zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat het bepaalde in artikel 4, eerste lid, van de kaderregeling ook geldt, indien voor de subsidiabele kosten of een deel daarvan reeds door de Commissie van de Europese Gemeenschappen subsidie is verstrekt.

4. Artikel 33, vijfde lid, van de kaderregeling is van overeenkomstige toepassing.

H

In artikel 9, tweede lid, wordt ‘€ 500.000’ vervangen door: € 400.000.

I

Artikel 10 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid, onderdeel a, onder 7°, wordt ‘publiek gefinancierde kennisinstellingen’ vervangen door: onderzoeksorganisaties.

2. Het vierde en zesde lid komen te vervallen, waarna het vijfde lid wordt vernummerd tot vierde lid.

4. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

5. Op verzoek van de subsidie-ontvanger kan, in plaats van het eerste tot en met het vierde lid, artikel 5 van de kaderregeling worden toegepast.

J

Artikel 11 komt te luiden:

Artikel 11

1. De periode, bedoeld in artikel 12 van de kaderregeling, is voor het in 2008 aanvragen van een subsidie voor een FND-innovatieproject: de dag na de datum van inwerkingtreding van deze regeling tot 27 juni 2008, 18.00 uur.

2. Het subsidieplafond, voor het verlenen van subsidies voor FND-innovatieprojecten, waarvoor de aanvragen zijn ontvangen in de periode, genoemd in het eerste lid, bedraagt € 6.000.000.

3. Aanvragen voor een subsidie voor een FND-MKB-innovatieproject kunnen worden ingediend vanaf de dag na de datum van inwerkingtreding van deze regeling en moeten zijn ontvangen voor 10 oktober 2008, 18.00 uur.

4. Het subsidieplafond voor het verlenen van subsidies voor FND-MKB-innovatieprojecten waarvoor de aanvragen zijn ontvangen in de periode, genoemd in het derde lid, bedraagt € 2.000.000.

K

Na artikel 12 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 12a

In aanvulling op artikel 15 van de kaderregelingbeslist de Minister afwijzend op een aanvraag voor een subsidie voor een FND-MKB-innovatieproject, indien het FND-MKB-innovatieproject niet voldoende bijdraagt aan:

a. de technologische vernieuwing of wezenlijke nieuwe toepassingen van een bestaande technologie;

b. het creëren van economische waarde voor de deelnemers van het samenwerkingsverband en de daarmee samenhangende positieve gevolgen voor de Nederlandse economie;

c. de kwaliteit van de technologische samenwerking, ten minste blijkend uit de mate van complementariteit van de deelnemers, de mate van toereikendheid van de capaciteiten van de deelnemers en de mate van de kwaliteit van de projectorganisatie;

d. de verbetering van de ecologische of sociale prestaties van een deelnemer in een samenwerkingsverband, dan wel van de ecologische of sociale aspecten van de samenleving, waarbij onder verbetering van de sociale prestaties of van de sociale aspecten mede verstaan wordt: het realiseren van een bijdrage aan de volksgezondheid.

L

Artikel 16a wordt gewijzigd als volgt:

1. Voor de tekst wordt een aanduiding ‘1.’geplaatst.

2. De aanhef van het eerste lid komt te luiden:

Een publiek gefinancierde onderzoeksorganisatie draagt binnen een FND-samenwerkingsverband of een FND-MKB-samenwerkingsverband, waaraan de onderzoeksorganisatie deelneemt, slechts kennis of andere resultaten uit een FND-innovatieproject of een FND-MKB-innovatieproject over aan een ondernemer die deelneemt aan het samenwerkingsverband, indien aan tenminste één van de volgende voorwaarden is voldaan:.

3. In het eerste lid wordt in de onderdelen b en c ‘de kennisinstelling’ telkens vervangen door: de publiek gefinancierde onderzoeksorganisatie.

4. Er wordt een tweede lid toe gevoegd, luidende:

2. Indien niet is voldaan aan het eerste lid, onderdelen a, b of c, kan de Minister op verzoek van de penvoerder ontheffing verlenen van het verbod tot het overdragen van kennis of andere resultaten uit een FND-innovatieproject of een FND-MKB-innovatieproject van een publiek gefinancierde onderzoeksorganisatie die deel uitmaakt van een FND-samenwerkingsverband of een FND-MKB-samenwerkingsverband aan een ondernemer die deelneemt aan datzelfde samenwerkingsverband, indien geen sprake is van staatssteun aan die ondernemer. Aan die ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.

M

De bijlagen 2, 3 en 4 bij de Subsidieregeling Food & Nutrition Delta Fase 2-module van de Experimentele kaderregeling subsidies innovatieprojecten worden vervangen door de bij deze regeling behorende bijlagen I, II en III.

Artikel II

De Subsidieregeling Food & Nutrition Delta Fase 2-module van de Experimentele kaderregeling subsidies innovatieprojecten zoals die luidde voor het tijdstip waarop deze regeling in werking is getreden, blijft van toepassing op subsidies voor FND-innovatieprojecten en FND-haalbaarheidsprojecten die voor dat tijdstip zijn aangevraagd.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen die ter inzage worden gelegd bij SenterNovem, Juliana van Stolberglaan 3, ’s-Gravenhage.

Den Haag, 16 april 2008.
De Minister van Economische Zaken, M.J.A. van der Hoeven.

Toelichting

Algemeen

1. Achtergrond

Met deze regeling wordt de Subsidieregeling Food & Nutrition Delta Fase 2-module van de Experimentele kaderregeling subsidies innovatieprojecten (verder: Subsidieregeling Food & Nutrition Delta Fase 2) inhoudelijk op een aantal punten gewijzigd. Naar aanleiding van de ervaringen opgedaan in 2007 is ervoor gekozen enkele voorschriften aan te passen om de regeling zo meer toe te snijden op de behoeften van subsidieaanvragers.

Daarnaast worden voor het jaar 2008 de subsidieplafonds en de periodes voor de indiening van aanvragen voor subsidies voor FND-haalbaarheidsprojecten en FND-(MKB-)innovatieprojecten vastgesteld.

De Subsidieregeling Food & Nutrition Delta Fase 2 sluit aan bij de Experimentele kaderregeling subsidies innovatieprojecten. Deze kaderregeling is het centrale instrument voor het programmatische pakket voor innovatie. Veel van de bepalingen uit de kaderregeling worden in deze regeling van toepassing verklaard. Het betreft bepalingen inzake de subsidiepercentages, (anti) cumulatie, subsidiabele kosten, aanvraagprocedure, voorschotten, afwijzingsgronden, verplichtingen voor de subsidieontvanger en voor FND-innovatieprojecten bovendien de adviescommissie en de rangschikkingscriteria. De regeling wordt namens de Minister van Economische Zaken uitgevoerd door het agentschap SenterNovem, de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van Economische Zaken voor technologie, energie en milieu te ’s-Gravenhage. Daar zijn de formulieren, bedoeld in onderdeel M, verkrijgbaar.

2. Administratieve lasten

Voor 2008 is het totaal van de verkrijgingskosten voor FND-haalbaarheidsprojecten en FND-innovatieprojecten € 355.800 op een subsidieplafond van € 9.500.000,–, oftewel ongeveer 3,7 procent van het voor subsidie beschikbare bedrag. Voor FND-haalbaarheidsprojecten is uitgegaan van 41 ingediende projecten waarvan naar schatting 33 gehonoreerd kunnen worden. Voor FND-innovatieprojecten is uitgegaan van 28 ingediende projecten waarvan naar schatting 16 gehonoreerd kunnen worden.

Tevens is ten opzichte van de vorige regeling de definitie voor kostenberekening verruimd. Het gebruik van een integraal tarief bij FND-innovatieprojecten betekent dat de administratieve inspanning van de subsidie-ontvanger daalt. Aangezien nog er nog geen ervaring is met welk deel van de aanvragers gebruik zal maken van deze verruiming, is de mogelijke besparing niet doorberekend in het percentage verkrijgingskosten.

De kostendefinitie van artikel 10 van de Subsidieregeling Food & Nutrition Delta Fase 2 is ontleend aan die van IOP-TTI (Innovatiegerichte Onderzoeksprogramma’s – Technologische Top Instituten). Het PRIOOkader waar de IOP-TTI-regeling onder valt is door Brussel goedgekeurd. In de subsidieregeling Food & Nutrition Delta Fase 2 is onder verwijzing naar de Experimentele kaderregeling subsidies innovatieprojecten voor haalbaarheidsstudies een alternatieve kostenberekeningsmethode geïntroduceerd. Deze methode kon eerder op grond van de Europese MKB-vrijstellingsverordening en de goedkeuring van de steunmaatregel ‘nr. N.346/2005’ alleen toegepast worden op subsidies aan MKB-ondernemers en kennisinstellingen. De goedkeuring van de steunmaatregel ‘nr. N.56/2007 – Nederland Omnibus’ van 16 mei 2007 maakt het nu mogelijk om deze kostenberekening ook toe te passen op andere subsidieontvangers, zoals niet MKB-ondernemingen. Aanvragers van subsidie voor FND-MKB-innovatieprojecten en FND-innovatieprojecten kunnen nu kiezen tussen de berekeningsmethode van artikel 10 van deze regeling en die van artikel 5 van de Experimentele kaderregeling subsidies innovatieprojecten. Dit laatste artikel geeft de mogelijkheid een integraal tarief per uur per medewerker toe te passen. Daarnaast komen de kosten in aanmerking die buiten het tarief vallen. Het zal hierbij gaan om de directe kosten ten behoeve van het project die niet in het tarief zijn voorzien, zoals kosten voor huur of koop van specifieke apparatuur. Op verzoek kan het tarief vervangen worden door een vast bedrag van € 35 per uur. De Europese Commissie heeft in de bovenvermelde goedkeuring van 16 mei 2007 aangegeven dat alleen de kosten in aanmerking komen die toegestaan worden door de Europese kaderregeling voor Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (2006/C 323/01). Op de website www.senternovem.nl is meer specifieke informatie te vinden over welke kosten binnen het integraal tarief vallen en welke niet. Het gebruik van een integraal tarief betekent dat de administratieve inspanning van de subsidie-ontvanger daalt ten opzichte van de eisen die volgen uit de toepassing van de kostenmethodiek van artikel 10 van deze subsidieregeling. Zo vervalt de eis van een integrale urenadministratie voor projectmedewerkers en apparatuur in het geval die slechts ten dele voor het project wordt ingezet.

Bij de haalbaarheidsprojecten wordt het systeem gevolgd van beoordeling op volgorde van binnenkomst van de aanvragen. Het gaat om bescheiden subsidiebedragen tot maximaal € 50.000 per haalbaarheidsproject. Omdat het om het MKB gaat, kan bij de subsidieverlening een voorschot worden verstrekt waardoor het bedrijf daarvoor geen extra kosten hoeft te maken.

Het Adviescollege toetsing administratieve lasten heeft laten weten de regeling niet te selecteren voor een toets.

Artikelgewijs

Artikel I, onderdeel A, deels onderdeel I en onderdeel L

Op 1 januari 2007 is het nieuwe staatssteunkader voor Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie van de Europese Commissie in werking getreden. Voor zover de onderhavige regeling begrippen hanteert die ook gedefinieerd zijn in dat steunkader is voor de definities in deze regeling bij die definities aangesloten. Dit geldt voor de begrippen industrieel onderzoek, experimentele ontwikkeling en onderzoeksorganisatie. In het steunkader worden daarvoor de volgende definities gehanteerd:

– industrieel onderzoek: planmatig of kritisch onderzoek dat is gericht op het opdoen van nieuwe kennis en vaardigheden met het oog op de ontwikkeling van nieuwe producten, procedés of diensten, of om bestaande producten, procedés of diensten aanmerkelijk te verbeteren. Het omvat de vervaardiging van onderdelen van complexe systemen, die noodzakelijk is voor industrieel onderzoek, met name voor algemene validering van technologieën, met uitzondering van prototypes als hieronder beschreven in de definitie van de onderzoeksorganisatie;

– experimentele ontwikkeling: het verwerven, combineren, vormgeven en gebruiken van bestaande wetenschappelijke, technische, zakelijke en andere relevante kennis en vaardigheden voor plannen, schema's of ontwerpen van nieuwe, gewijzigde of verbeterde producten, procedés of diensten. Hieronder kan tevens worden verstaan de conceptuele formulering en het ontwerp van alternatieve producten, procedés of diensten. Deze activiteiten kunnen tevens het maken van ontwerpen, tekeningen, plannen en andere documentatie omvatten, mits zij niet voor commercieel gebruik zijn bestemd. De ontwikkeling van commercieel bruikbare prototypes en proefprojecten valt eveneens onder experimentele ontwikkeling indien het prototype het commerciële eindproduct is en de productie ervan te duur is om alleen voor demonstratie- en validatiedoeleinden te worden gebruikt. Bij commercieel gebruik van demonstratie- of proefprojecten worden eventuele inkomsten die hieruit voortvloeien, op de in aanmerking komende kosten in mindering gebracht. De kosten van de experimentele ontwikkeling en het testen van producten, procedés en diensten komen eveneens in aanmerking, voor zover deze niet voor industriële toepassing of commerciële exploitatie kunnen worden gebruikt of geschikt gemaakt. Onder experimentele ontwikkeling wordt niet verstaan de routinematige of periodieke wijziging van bestaande producten, productielijnen, fabricageprocessen, diensten en andere courante activiteiten, zelfs indien deze wijzigingen verbeteringen kunnen inhouden;

– onderzoeksorganisatie: een entiteit, zoals een universiteit of onderzoeksorganisatie, ongeacht haar rechtsvorm (publiek- of privaatrechtelijke organisatie) of financieringswijze, die zich in hoofdzaak bezighoudt met het verrichten van fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling en het verspreiden van de resultaten daarvan door middel van onderwijs, publicaties of technologieoverdracht. Alle door de onderzoeksorganisatie behaalde winst dient opnieuw geïnvesteerd te worden in die activiteiten, in de verspreiding van de resultaten daarvan, of in onderwijs. Ondernemingen die invloed over een dergelijke entiteit kunnen uitoefenen door middel van bijvoorbeeld aandeelhouders of leden, genieten geen preferente toegang tot de onderzoekscapaciteit van een dergelijke entiteit of tot de resultaten van haar onderzoek;

Artikel I, onderdeel B

Op grond van de goedkeurende beschikking van de Europese commissie van 16 mei 2007 zijn er geen beperkingen meer voor sectoren zoals de scheepsbouw. Artikel 2 kan derhalve vervallen.

Artikel I, onderdeel C

Artikel 4 van de kaderregeling wordt in het vierde lid van artikel 3 van overeenkomstige toepassing verklaard. Zonder meer van toepassing verklaren is niet mogelijk omdat dit artikel een aantal malen verwijst naar artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van de kaderregeling waar is geregeld dat de subsidie (steeds) 50 procent bedraagt van de subsidiabele kosten, voor zover deze betrekking hebben op industrieel onderzoek. Voor ondernemers geldt echter in afwijking daarvan een percentage van 35 procent (zie artikel 9, eerste lid, van de regeling).

Artikel I, onderdelen F en G

Middels deze artikelen wordt een wijziging doorgevoerd voor FND-MKB-innovatieprojecten. In de huidige regeling vond de verdeling van de subsidie plaats middels een tender. Middels deze wijzigingsregeling zal de subsidie voor deze projecten worden verdeeld op basis van een open indiening. Bij open indiening wordt de subsidie verdeeld op volgorde van binnenkomst van de projecten. Voor deze open indiening is gekozen om goed aan te sluiten op de haalbaarheidsprojecten die in voorgaande jaren door MKB bedrijven in deze regeling zijn ingediend. Bedrijven kunnen bij een positieve uitkomst van hun haalbaarheidsproject dan meteen door met het indienen van hun innovatieprojecten onder deze regeling, in plaats van te moeten wachten tot de opening van de tender. Tevens is de indieningsperiode langer dan bij een tender en is de beoordelingstijd korter omdat niet meer gewacht hoeft te worden op de sluiting van de tender. Voorop staat dat er FND-MKB-innovatieprojecten van zeer hoge kwaliteit worden ingediend.

Artikel 4 van de kaderregeling wordt in de derde leden van de artikelen 8 en 8a van overeenkomstige toepassing verklaard. Zonder meer van toepassing verklaren is niet mogelijk omdat dit artikel een aantal malen verwijst naar artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van de kaderregeling waar is geregeld dat de subsidie (steeds) 50 procent bedraagt van de subsidiabele kosten, voor zover deze betrekking hebben op industrieel onderzoek. Voor ondernemers geldt echter in afwijking daarvan een percentage van 35 procent (zie artikel 9, eerste lid, van de regeling).

Artikel I, onderdeel I

Zoals in het algemeen deel van de toelichting onder punt 3 is uiteengezet, wordt naast de methodiek zoals opgenomen in het huidige artikel 10 een nieuwe kostenmethodiek geïntroduceerd. Dit is gebeurd door verwijzing in artikel 10 van deze regeling naar artikel 5 van de Experimentele kaderregeling. De in artikel 5 van de kaderregeling omschreven methodiek geeft de mogelijkheid een integraal tarief per uur per medewerker toe te passen. Daarnaast komen de kosten in aanmerking die buiten het tarief vallen. Het zal daarbij gaan om de directe kosten ten behoeve van het project die niet in het tarief zijn voorzien, zoals kosten voor huur of koop van specifieke apparatuur. Op verzoek kan het tarief vervangen worden door een vast bedrag van € 35 per uur.

Artikel I, onderdeel K

De subsidie voor FND-MKB-innovatieprojecten zal worden verdeeld op volgorde van binnenkomst van projecten. In artikel 12a zijn in aanvulling op artikel 15 van de kaderregeling extra afwijzingsgronden opgenomen die zijn afgeleid van de rankingscriteria zoals die gelden voor FND-innovatieprojecten, die worden ingediend door een FND-samenwerkingsverband. In de eerste plaats zal een aanvraag op grond van artikel 15 van de kaderregeling worden afgewezen indien zij niet voldoet aan enige bepaling van de geldende regelgeving. Daarnaast kan ook afwijzend worden beslist op grond van artikel 7 van de Kaderwet EZ-subsidies. Als afwijzingsgrond geldt dan dat de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met ingevolge een verdrag voor de staat geldende verplichtingen. Ten slotte kan afwijzing van de aanvraag gegrond worden op artikel 4:35 Awb. Dit is het geval indien gegronde vrees bestaat dat:

– de activiteiten niet zullen plaatsvinden;

– niet aan de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen zal worden voldaan;

– niet op behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal worden afgelegd.

– Andere toepasselijke afwijzingsgronden van artikel 4:35 zijn:

– onjuiste of onvolledige gegevensverstrekking indien dat geleid zou hebben tot een onjuiste beschikking;

– faillissement, surseance van betaling of van toepassing verklaring van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen of indiening bij de rechtbank van een verzoek daartoe.

Artikel I, onderdeel L

Aan artikel 16a wordt een tweede lid toegevoegd. Indien niet is voldaan aan de voorwaarden genoemd in het tweede lid van artikel 16a, kan de penvoerder, namens de deelnemers van het FND(-MKB)- samenwerkingsverband, aan de Minister ontheffing vragen van het verbod tot het overdragen van kennis of andere resultaten uit het FND(-MKB)- innovatieproject. In dat geval dient te worden aangetoond dat de eventuele intellectuele eigendomsrechten op de O&O&I-resultaten en de toegangsrechten tot de resultaten aan de verschillende partners in het samenwerkingsverband zijn toegewezen en daarbij op passende wijze rekening is gehouden met hun respectieve lijke belangen, werkpakketten, financiële en andere bijdragen aan het project. Indien daaraan wordt voldaan, is er naar het oordeel van de Europese Commissie geen sprake van (indirecte) staatssteun. Dit volgt uit het Europese steunkader voor Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (paragraaf 3.2.2). Als voorbeeld van een voorschrift dat aan de ontheffing kan worden verbonden, kan worden gedacht aan een voorschrift over de termijn waarbinnen de samenwerkingsovereenkomst moet worden overgelegd of waarbinnen wijzigingen in de samenwerkingsovereenkomst moeten zijn gemeld.

Artikel I, onderdeel M

De bijlagen 2, 3 en 4 bij de subsidieregeling Food & Nutrition Delta Fase 2 zijn gewijzigd. Deze bijlagen bevatten de formulieren voor het aanvragen van respectievelijk een subsidie, een voorschot en een subsidievaststelling. De gewijzigde formulieren zijn verkrijgbaar bij SenterNovem, Juliana van Stolberglaan 3, Postbus 93144, 2509 AC te Den Haag. Zie eveneens http://www.senternovem.nl/fnd/formulieren_en_publicaties/index.asp.

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven

  • 1

    Stcrt. 2006, 182; laatstelijk gewijzigd bij Ministeriële regeling van 22 november 2007 (Stcrt. 233).

Naar boven