Overdracht winningsvergunning L15c, uittreding NAM

27 oktober 2008

Nr. ET/EM/8162094

De Minister van Economische Zaken,

Procesverloop:

• De Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. (hierna genoemd NAM) is houder van de bij beschikking van de Minister van Economische Zaken van 24-08-1990, met kenmerk E/EAM/90064396 (Stcrt. 1990, nr. 172) verleende winningsvergunning L15c.

• NAM en GDF Production Nederland B.V. (hierna genoemd GDF) hebben bij brief van 7 oktober 2008 verzocht om toestemming op grond van de artikelen 20 en 22 van de Mijnbouwwet voor overdracht van de winningsvergunning L15c aan GDF.

Overwegingen:

• Deze winningsvergunning wordt op grond van artikel 152, tweede lid, van de Mijnbouwwet beschouwd als een winningsvergunning als bedoeld in artikel 6 van de Mijnbouwwet.

• Voor het gebied waarvoor de winningsvergunning geldt, is geen winningsvergunning aan derden verleend.

• Noch de technische of financiële mogelijkheden van de beoogde vergunninghouder, GDF, noch de wijze waarop zij voornemens is de winningsactiviteiten te verrichten, noch haar efficiëntie en verantwoordelijkheidszin bij opsporings- en winningsactiviteiten geven aanleiding de gevraagde toestemming te weigeren.

• De aanvraag wordt als volgt begrepen dat er een overdracht plaatsvindt zodanig dat de toekomstige vergunninghouder bestaat uit GDF.

Gelet op:

Artikel 20, eerste lid, en artikel 22, derde lid, van de Mijnbouwwet en artikel 1.3.7, derde lid, van de Mijnbouwregeling;

Besluit:

Artikel 1

Aan de houder van de winningsvergunning L15c, verleend bij beschikking van de Minister van Economische Zaken van 24-08-1990, met kenmerk E/EAM/90064396 (Stcrt. 1990, nr. 172) wordt toestemming verleend tot overgang van haar aandeel, waardoor GDF Production Nederland B.V. houder zal worden van deze winningsvergunning.

Artikel 2

GDF Production Nederland B.V. is de persoon als bedoeld in artikel 22, vijfde lid, van de Mijnbouwwet.

Artikel 3

De vergunning dient binnen één jaar na bekendmaking van deze beschikking daadwerkelijk te zijn overgedragen.

Artikel 4

De vergunninghouder doet van de overdracht onverwijld schriftelijk mededeling aan de Minister van Economische Zaken en aan Energie Beheer Nederland B.V., Postbus 19063, 3501 DB Utrecht.

Artikel 5

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken,

namens deze:

MT-lid directie Energiemarkt,

Y. Peters.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag van verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Directie Wetgeving en Juridische Zaken (ALP: L/204), Postbus 20101, 2500 EC ’s-Gravenhage. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.