Wijziging Regeling Geneesmiddelenwet

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 8 april 2008, nr. GMT/MVG 2832150, houdende wijziging van de Regeling Geneesmiddelenwet voor de vaststelling van de schadeloosstelling van de leden van het College ter beoordeling van geneesmiddelen

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 7, tweede lid, van de Geneesmiddelenwet;

Besluit:

Artikel I

De Regeling Geneesmiddelenwet wordt als volgt gewijzigd:

Onder vernummering van artikel 8A1 tot artikel 8A1.1 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 8A1.2

1. De schadeloosstelling voor de leden van het College ter beoordeling van geneesmiddelen bedraagt:

a. voor ten behoeve van het College buiten de vergaderingen te verrichten werkzaamheden een bedrag ter grootte van het salaris voor 25 uur per maand op basis van het bruto maandsalaris dat behoort bij schaal 18, salarisnummer 10, van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984;

b. een vacatiegeld van € 235,– per bijgewoonde vergadering en een vergoeding van reis- en verblijfkosten overeenkomstig de regels die gelden voor personeel van het Rijk.

2. Voor de uitoefening van extra taken ontvangt een lid van het College een aanvullende schadeloosstelling, ter hoogte van maximaal het jaarsalaris van de in het eerste lid genoemde schaal verminderd met de in het eerste lid bedoelde schadeloosstelling.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2007.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, A. Klink.

Toelichting

In artikel 7, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet is bepaald dat de leden van het College ter beoordeling van geneesmiddelen een door de minister vast te stellen schadeloosstelling ontvangen. In het eerste lid van artikel 8A.1.2 van de Regeling Geneesmiddelenwet wordt de hoogte van de schadeloosstelling bepaald. Hierbij is aangesloten bij de vaststelling van de hoogte van de schadeloosstelling voor de inwerkingtreding van de Geneesmiddelenwet. De schadeloosstelling is gebaseerd op de gemiddelde tijdbesteding van de leden van 25 uur per maand en het brutosalaris van schaal 18, salarisnummer 10, van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984. Dit is een bedrag van € 15.239,– bruto per jaar.

Het gaat hier om de schadeloosstelling voor buiten de vergadering uitgevoerde werkzaamheden. Voor het bijwonen van collegevergaderingen ontvangen de leden een vergoeding overeenkomstig het Vacatiegeldenbesluit.

Het tweede lid van artikel 8A.1.2 van de Regeling Geneesmiddelenwet geeft de hoogte van de maximale schadeloosstelling aan voor het geval dat het College een of meer van zijn leden tijdelijk met extra werkzaamheden belast. Deze schadeloosstelling wordt gebaseerd op de arbeidsomvang van de extra werkzaamheden. Dit wordt vastgelegd in een schriftelijke opdracht van het College aan het desbetreffende collegelid.

In totaal kan de schadeloosstelling samen met de schadeloosstelling voor extra taken niet hoger worden dan het salaris gebaseerd op een 36-urige werkweek.

Deze regeling werkt terug tot 1 juli 2007. Dit is datum waarop de Geneesmiddelenwet in werking is getreden.

Deze regeling wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

Naar boven