Convenant inzake optimalisatie informatie-uitwisseling op basis van wettelijke verplichtingen tussen overheid en bedrijven m.b.t. de inventarisatie en verwijdering van asbest

Ondergetekenden,

1. De Minister van Economische Zaken, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: EZ;

2. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: SZW;

3. Aedes Vereniging van Woningcorporaties, hierna te noemen: Aedes;

4. De Vereniging voor Verwijdering van Toxische en gevaarlijke Bouwmaterialen, hierna te noemen: VVTB;

Verder te noemen: partijen;

Overwegende dat:

• het kabinet ter verbetering van het ondernemersklimaat in Nederland de regeldruk voor ondernemers wil verminderen;

• informatie-uitwisseling tussen de overheid en het bedrijfsleven efficiënter kan worden ingericht zodat het minder belastend is voor ondernemers;

• het programma ‘Ketenherinrichting’ van EZ gericht is op het optimaliseren van de informatie-uitwisseling tussen de overheid en het bedrijfsleven om deze verbetering tot stand te brengen;

• het programma ‘Ketenherinrichting’ deze optimalisatie beoogt te realiseren door middel van het standaardiseren, normaliseren en harmoniseren van processen, gegevens en ICT-voorzieningen;

• hierbij van een ‘bottom up’-benadering wordt uitgegaan waarbij de deelnemers aan de keten centraal staan;

• de optimalisatie van informatie-uitwisseling tussen overheid en bedrijfsleven met betrekking tot de asbestketen onderdeel uitmaakt van het programma ‘Ketenherinrichting’;

• de situatie waarin bedrijven en overheden veelvuldig op grond van met name het Asbestverwijderingsbesluit 2005 gegevens met elkaar uitwisselen, de gegevensuitwisseling omtrent asbestverwijdering betreft;

• EZ in het kader van het programma ‘Ketenherinrichting’ de optimalisatie van de informatie-uitwisseling omtrent de asbestketen wenst te ondersteunen;

• SZW als bestuursorgaan betrokken is bij de informatie-uitwisseling omtrent de asbestketen;

• Aedes en VVTB mede als vertegenwoordigers of belangenbehartigers van ondernemingen betrokken zijn bij de informatie-uitwisseling omtrent de asbestketen;

• partijen voornemens zijn de informatie-uitwisseling omtrent de asbestketen centraal te organiseren om zo de informatie-uitwisseling efficiënter te doen verlopen en om transparantie en de mogelijkheden tot handhaving in de keten te bevorderen;

• het ontwikkelen en instellen van een ICT-voorziening kan bijdragen aan het efficiënter doen verlopen van de informatie-uitwisseling en aan de transparantie en de mogelijkheden tot handhaving;

• partijen voornemens zijn een proefopstelling voor een ICT-voorziening, ‘Centraal Asbest Informatiepunt’ geheten, te realiseren en in gebruik te nemen.

Komen het volgende overeen,

Definities

Artikel 1

In dit convenant wordt verstaan onder:

a. informatie-uitwisseling: het ten behoeve van de naleving en handhaving van wet- en regelgeving verkrijgen, verstrekken, verwerken en uitwisselen van gegevens en informatie tussen overheidsinstanties en ondernemingen;

b. keten: een samenstel van overheidsinstanties en ondernemingen die op grond van wet- en regelgeving verplicht zijn tot informatie-uitwisseling;

c. asbestketen: de keten van organisaties die zich bezig houden met de inventarisatie, verwijdering en vrijgave, transport, opslag en verwerking van asbest;

d. Centraal Asbest Informatiepunt: een ICT-voorziening die er toe dient de informatie-uitwisseling in de asbestketen te bundelen en te coördineren.

Doelen

Artikel 2

De doelstelling van dit convenant is het proces van gegevensuitwisseling centraal zo in te richten dat het meer geautomatiseerd, geharmoniseerd en daarom efficiënter en transparanter verloopt en zodoende onder meer de handhaving van de regelgeving omtrent asbestverwijdering vergemakkelijkt.

Artikel 3

1. Partijen zullen in onderling overleg een proefopstelling voor een Centraal Asbest Informatiepunt realiseren en in gebruik nemen.

2. De opdracht tot het verrichten van de realisatie van een Centraal Asbest Informatiepunt geschiedt op verzoek van partijen door de Stichting Certificatie Asbest, gevestigd te Bennekom, welke stichting inmiddels een opdracht heeft gegeven tot de bouw van het Centraal Asbest Informatiepunt aan Datheon B.V., gevestigd te Utrecht. Bij de aanbesteding zijn de uitgangspunten die in Bijlage A zijn aangegeven gevolgd.

3. De kosten van de proefopstelling, waaronder begrepen de bouw van de proefopstelling alsmede het gebruik daarvan in een testperiode van zes maanden, worden door partijen begroot op per saldo maximaal € 201.705,-, (inclusief BTW) voor de bouw en maximaal € 123.295,-, (inclusief BTW) voor het testen.

4. Partijen hebben zich verplicht in de bovenbedoelde kosten als volgt bij te dragen:

EZ € 135.000,-; SZW € 60.000,- (waarvan € 50.000 in de vorm van een meldingenapplicatie via internet), Aedes € 75.000,- en VVTB € 25.000,-.

De bijdragen van de diverse partijen zullen op bases van facturen worden voldaan tenzij partijen anders overeenkomen.

Van de zijde van het LOM (het landelijk overleg milieuhandhaving), niet zijnde een rechtspersoon, zal een donatie worden gedaan van € 30.000,-.

5. Indien de kosten lager zijn dan het saldo van de bovenstaande begrote bedrag zullen partijen deze dragen in de verhouding die overeenkomt met de bovengenoemde bedragen. Indien de kosten hoger uitvallen zullen partijen onderling overleggen over de verdere dekking van deze kosten.

6. Het eigendomsrecht op het Centraal Asbest Informatiepunt gaat berusten bij de partijen die de bekostiging dragen naar rato van hun bovengenoemde bijdragen.

Artikel 4

Het Centraal Asbest Informatiepunt dient ertoe de in artikel 2 genoemde doelen te realiseren door:

• optimaal gebruik te maken van reeds beschikbare informatie bij het doen van wettelijk verplichte meldingen en bij de vorming van elektronische dossiers;

• de betrokken overheidsorganen te laten beschikken over een betrouwbaar audit-trail voor vanuit specifieke interventiegebieden uitgevoerde asbesttrajecten;

• de planning en voorbereiding van werkzaamheden van de deelnemers binnen de asbestketen te verbeteren.

Verplichtingen

Artikel 5

1.Partijen verbinden zich om na de realisatie van het Centraal Asbest Informatiepunt gedurende een half jaar, mee te werken aan het gebruik daarvan als proefopstelling.

2. Indien gedurende de proef gewerkt wordt met persoonsgegevens zullen partijen een protocol opstellen omtrent de rechtmatige verwerking daarvan.

Stuurgroep, Gebruikersgroep, communicatie & evaluatie

Artikel 6

1. Ten behoeve van de goede uitvoering van dit convenant richten partijen in onderling overleg een periodiek overleg in onder de naam Stuurgroep Centraal Asbest Informatiepunt. In de Stuurgroep Centraal Asbest Informatiepunt nemen vertegenwoordigers plaats van de partijen die het project financieren.

2. De deelnemers aan de Stuurgroep zijn bevoegd namens de partij die zij vertegenwoordigen akkoord te gaan met besluiten die worden genomen ter uitvoering van dit convenant. Dergelijke besluiten kunnen uitsluitend genomen worden indien alle vertegenwoordigers instemmen.

3. De Stuurgroep Centraal Asbest Informatiepunt bepaalt de frequentie van het te voeren overleg en de daarbij te volgen werkwijze.

4. De deelnemers aan de Stuurgroep Centraal Asbest Informatiepunt kiezen uit hun midden degene die de rol van voorzitter vervult.

5. In de Stuurgroep Centraal Asbest Informatiepunt kunnen ook anderen dan uit de partijen die het project financieren zitting nemen voor zover de Stuurgroep daartoe toestemming verleent.

6. In het secretariaat van de Stuurgroep Centraal Asbest Informatiepunt wordt door de Minister van Economische Zaken voorzien.

Artikel 7

1.Ten behoeve van de goede uitvoering van dit convenant richten partijen voorts in onderling overleg een periodiek overleg in onder de naam Gebruikersgroep Centraal Asbest Informatiepunt.

2. De Stuurgroep richt zich waar mogelijk naar de wensen omtrent de functionaliteit van het Centraal Asbest Informatiepunt waarover binnen de Gebruikersgroep consensus bestaat.

3. In de Gebruikersgroep Centraal Asbest Informatiepunt kunnen ook anderen dan diegenen die afkomstig zijn uit de convenant-partijen zitting nemen voor zover de Stuurgroep daartoe toestemming verleent.

Artikel 8

1. Partijen zullen in onderling overleg een plan inzake het te voeren communicatiebeleid vaststellen. Indien één of meerdere partijen voornemens zijn naar buiten te treden met communicatie-uitingen, zullen zij dit voornemen voorafgaand aan het uitvoeren ervan voorleggen aan de Stuurgroep Centraal Asbest Informatiepunt.

2. Partijen dragen zorg voor uitvoering van de evaluatie van het convenant. De Stuurgroep Centraal Asbest Informatiepunt stelt hiertoe tijdig een plan van aanpak voor uitvoering van de evaluatie op, en legt dit ter instemming voor aan de partijen. Partijen bepalen mede aan de hand van de uitkomst of de looptijd van het convenant wordt verlengd. De evaluatie geschiedt tijdig voor afloop van het convenant. Als onderdeel van de evaluatie wordt ook zoveel mogelijk de testperiode van het Centraal Asbest Informatiepunt betrokken.

Overige bepalingen

Artikel 9

1. Deelnemers in de asbestketen, dan wel belangenbehartigers van één of meerdere deelnemers, kunnen tot het convenant toetreden. Een toetredende partij dient de verplichtingen die voor haar uit het convenant voortvloeien, zonder voorbehoud te aanvaarden, alsmede een nader vast te stellen financiële bijdrage te leveren aan de dekking van de kosten van het Centraal Asbest Informatiepunt.

2. Een partij maakt haar verzoek tot toetreding schriftelijk bekend aan de Minister van Economische Zaken. De Minister van Economische Zaken stelt alle partijen in kennis van het verzoek.

3. Zodra de Minister van Economische Zaken de instemming op het verzoek tot toetreding en de kennisgeving daarvan van alle partijen heeft ontvangen en bevestigd aan de toetredende partij, treedt de toetredende partij tot het convenant toe door ondertekening van dit convenant.

Artikel 10

1. Indien onvoorziene omstandigheden opkomen die van dien aard zijn dat dit convenant behoort te worden gewijzigd, treden partijen hierover in overleg.

2. Partijen treden in overleg binnen acht weken nadat een partij de wens daartoe aan de Minister van Economische Zaken heeft medegedeeld.

3. Indien niet uiterlijk binnen acht weken na het overleg tot overeenstemming wordt gekomen, kan elke partij het convenant met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden schriftelijk opzeggen.

Artikel 11

1. Dit convenant is niet (in rechte) afdwingbaar.

2. Partijen spannen zich in om geschillen in verband met dit convenant of afspraken die daarmee samenhangen, in onderling overleg op te lossen.

Artikel 12

1. Elke partij kan dit convenant met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden opzeggen indien een zodanige verandering van omstandigheden is opgetreden dat dit convenant voor die partij in redelijkheid en billijkheid behoort te eindigen. Opzegging geschiedt door een schriftelijke mededeling onder opgaaf van redenen aan de Minister van Economische Zaken, die vervolgens de overige partijen informeert.

2. Wanneer een partij het convenant opzegt, blijft het convenant voor de overige partijen in stand voor zover de inhoud en de strekking ervan zich daartegen niet verzetten.

Artikel 13

Onverminderd artikel 3 draagt elk van de partijen de eigen kosten die de uitvoering van dit convenant met zich meebrengt. Deze bepaling is derhalve niet van toepassing op de kosten die verbonden zijn aan de realisatie en het in gebruik nemen en in gebruik houden van het Centraal Asbest Informatiepunt.

Artikel 14

1. Dit convenant is gesloten voor de duur van één jaar. Het treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle partijen.

2. De looptijd van dit convenant wordt met één jaar verlengd telkens indien alle partijen daarmee vóór afloop van het jaar schriftelijk hebben ingestemd.

Artikel 15

Binnen vier weken na ondertekening van dit convenant wordt de tekst daarvan gepubliceerd in de Staatscourant.

Aldus overeengekomen en in viervoud getekend.

27 maart 2008.
1. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,namens deze,
J.J.M. Uijlenbroek,
directeur Arbeidsinspectie.
2. De Minister van Economische Zaken,namens deze,
L.M.N. Kroon,
directeur ICT & Toepassing.
3. Aedes vereniging van woningcorporaties,
H.W. van Heuven, directeur Aedes.
4. Vereniging voor Verwijdering van Toxische en gevaarlijke Bouwmaterialen,
J. van Antwerpen, voorzitter.

Naar boven