Kennisgeving algemeen verbindend verklaren van de Overeenkomst inzake de afvalbeheersbijdrage voor papier en karton

Wet milieubeheer

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer maakt bekend dat zij op 19 december 2007, op grond van artikel 15.36, eerste lid, van de Wet milieubeheer heeft besloten om de door een belangrijke meerderheid van de producenten en importeurs van papier en karton vrijwillig gesloten Overeenkomst inzake de afvalbeheersbijdrage voor papier en karton (hierna: Overeenkomst) met ingang van de dag na de datum van publicatie tot en met 31 december 2011 algemeen verbindend te verklaren. Reeds tweemaal eerder is een Overeenkomst inzake een afvalbeheersbijdrage voor papier en karton algemeen verbindend verklaard. De laatste algemeen verbindend verklaring liep op 31 december 2006 af.

Het verzoek is ingediend door Papier Recycling Nederland en heeft betrekking op nog te verwerken nieuw papier en karton, dat voor het eerst in Nederland wordt afgezet, en op nieuw papier en karton verwerkt in kant en klare geïmporteerde producten van papier en karton die voor het eerst in Nederland worden afgezet, steeds uitsluitend voorzover het toepassingen betreft die vallen onder artikel 5 van het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton, zijnde niet-verpakkingen.

De afvalbeheersbijdrage dient ter dekking van ketendeficiten, transportdeficiten en systeemkosten. De afvalbeheersbijdrage wordt alleen geheven als dit noodzakelijk is ter dekking van één of meerdere van deze drie componenten. De hoogte van de afvalbeheersbijdrage wordt bij besluit van de Stichting Verwijderingsfonds vastgesteld aan de hand van vooraf vastgestelde formules.

De verplichting tot afdracht van de afvalbeheersbijdrage rust op iedere eerste ontvanger. Onder een eerste ontvanger wordt verstaan degene die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf als eerste in Nederland papier of karton dat niet gebruikt wordt voor de vervaardiging van verpakkingen afneemt met het doel dit bewerkt of onbewerkt aan een ander op de Nederlandse markt ter beschikking te stellen, alsmede degene die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf als eerste kant en klare producten van papier of karton - niet zijnde verpakkingen - importeert.

Van het ontwerpbesluit is op 9 juli 2007 mededeling gedaan in de Staatscourant. Het ontwerpbesluit heeft van 11 juli 2007 tot en met 21 augustus 2007 ter inzage gelegen. Naar aanleiding hiervan zijn zienswijzen ingediend. Deze zienswijzen hebben geen aanleiding gegeven tot wijzigingen in het ontwerpbesluit.

Gelet op artikel 15.37, vierde lid, van de Wet milieubeheer volgt hieronder de tekst van de algemeen verbindend verklaarde Overeenkomst.

Overeenkomst inzake de afvalbeheersbijdrage 2006 voor toepassingen van papier en karton

Partijen,

I. Het Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen, statutair gevestigd te Amstelveen, hierna: het KVGO;

II. Het Nederlands Uitgeversverbond, statutair gevestigd te Amsterdam, hierna: het NUV;

III. De Vereniging van Papier Groothandelaren, statutair gevestigd te

’s-Gravenhage, hierna: de VPG;

IV. De Stichting van Leveranciers van Hygiënische Papierprodukten, statutair gevestigd te Haarlem, hierna: de SLHP;

V. De Stichting Papier Recycling Nederland, statutair gevestigd te Haarlem, hierna: PRN;

VI. De Stichting Verwijderingsfonds, statutair gevestigd te Haarlem.

Al deze partijen te dezen krachtens aangehechte volmachten rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer H.J.L. Vonhoff, in zijn hoedanigheid van voorzitter van stichting Papier Recycling Nederland.

Overwegende,

- dat oudpapier en -karton uit huishoudens gescheiden wordt ingezameld door of in opdracht van gemeenten die op hun beurt het oudpapier en -karton doorverkopen aan oudpapierondernemingen;

- dat in tijden van lage oudpapierprijzen de door oudpapierondernemingen te betalen vergoeding aan gemeenten te laag kan zijn om de kosten van verwerking te dekken, in welk geval sprake is van een deficit;

- dat de onderhavige overeenkomst de basis vormt voor de heffing van afvalbeheersbijdragen die zijn bestemd voor de uitvoering van de verplichtingen van stichting PRN ingevolge het 3de Papiervezelconvenant betreffende met name mogelijke ketendeficiten in de papier- en kartonketen en mogelijke gemeentelijke transportdeficiten;

- dat de afvalbeheersbijdrage wordt opgebracht door een generieke afvalbeheersbijdrage op het papier- en kartonverbruik voor niet-verpakkingen in Nederland;

- dat partijen deze overeenkomst willen sluiten onder gebruikmaking van de mogelijkheid die artikel 15.36 Wet milieubeheer biedt om deze overeenkomst algemeen verbindend te laten verklaren;

- dat partijen genoemd onder I - IV, wat betreft aantal en omzet van hun leden een belangrijke meerderheid van de eerste ontvangers van nieuw papier en karton in Nederland vormen voor de categorie niet-verpakkingen;

- dat deze overeenkomst mede ondertekend wordt door stichting PRN en Stichting Verwijderingsfonds aangezien deze stichtingen (mede) in het leven zijn geroepen in het kader van de uitvoering van de verplichtingen die de partijen genoemd onder I - IV uit hoofde van deze overeenkomst jegens elkaar en de stichtingen aangaan;

- dat de verwerking van overschotten niet wordt gefinancierd uit het Verwijderingsfonds, doch geheel voor rekening en risico komt van de bij het inzamel- en verwerkingssysteem aangesloten papier- en kartonindustrie;

- dat de afspraken in deze overeenkomst niet op mededingingsrechtelijk relevante punten afwijken van de afspraken in de voorloper van deze overeenkomst die de NMa bij besluit van 10 december 2003 heeft goedgekeurd.

komen het volgende overeen:

Artikel 1 Definities

In deze overeenkomst wordt verstaan onder:

1. eerste ontvanger: degene die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf als eerste in Nederland papier of karton dat niet gebruikt wordt voor de vervaardiging van verpakkingen afneemt met het doel dit bewerkt of onbewerkt aan een ander op de Nederlandse markt ter beschikking te stellen, alsmede degene die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf als eerste kant en klare producten van papier of karton ‐ niet zijnde verpakkingen ‐ importeert;

2. papier en/of karton: papier en/of karton voor toepassingen anders dan verpakkingen;

3. product van papier: product waarbij de gewichtscomponent papier het zwaarste deelmateriaal is;

4. product van karton: product waarbij de gewichtscomponent karton het zwaarste deelmateriaal is;

5. papiergroothandel: elke ondernemer in Nederland die direct van papierfabrikanten (producten van) papier afneemt, hetzij importeert, met het doel dit in Nederland af te zetten;

6. oudpapier: alle oudpapier en -karton uit Nederlandse huishoudens met uitzondering van zodanig oudpapier, dat naar bestemming of volgens de geldende stand der techniek naar zijn aard niet recyclebaar is, zoals papier gebruikt in waardepapier, boeken, behang of sanitaire producten;

7. standaard verwerkingskosten: de periodiek op basis van indexaties aangepaste kosten voor sortering, bewerking, opslag en transport van oudpapier (vanaf de elektronische, geijkte weegbrug op het eigen terrein van een bij PRN aangesloten oudpapieronderneming ‐ het overdrachtspunt ‐) naar de afnemers van oudpapier, van een theoretische, efficiënte, middelgrote oudpapieronderneming, vastgesteld door PRN op basis van een kostenonderzoek dat in opdracht van Stichting Verwijderingsfonds wordt uitgevoerd door onafhankelijke deskundigen;

8. internationale marktprijs: de, volgens een door het bestuur van Stichting Verwijderingsfonds goedgekeurde methodiek, berekende gemiddelde marktprijs van oudpapier, die exclusief wordt vastgesteld ten behoeve van het vaststellen van het ketendeficit;

9. ketendeficit: het negatieve saldo van de op enig moment actuele internationale marktprijs voor oudpapier minus de som van (a) de door of namens PRN periodiek vastgestelde standaard verwerkingskosten en (b) de door PRN met gemeenten overeengekomen afzetgarantieprijs (zie hierna: 11 en 12);

10. transportdeficit: de kosten van bij PRN aangesloten gemeenten ‐ waarbinnen geen bij PRN aangesloten oudpapieronderneming aanwezig is ‐ voor transport van oudpapier vanaf de gemeentegrens naar de dichtstbijzijnde bij PRN aangesloten oudpapieronderneming, voorzover deze kosten leiden tot een opbrengst voor de desbetreffende gemeenten lager dan de afzetgarantieprijs, zoals gemaximeerd door Stichting Verwijderingsfonds in het met instemming van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten vastgestelde “Protocol terzake van de vaststelling van de standaard transportkosten”;

11. afvalbeheersvergoeding: de door Stichting Verwijderingsfonds vastgestelde vergoeding (in cent per kilogram) die in het kader van het inzamel- en verwerkingssysteem voor oudpapier uit het verwijderingsfonds wordt uitgekeerd aan gemeenten ter suppletie van een ketendeficit, waarbij geldt dat de afvalbeheersvergoeding (per kilogram) de standaard verwerkingskosten (per kilogram) vermeerderd met de afzetgarantieprijs niet zal overtreffen;

12. afzetgarantieprijs: de door PRN met gemeenten overeengekomen, gegarandeerde bijdrage ‐ per 1.000 kg oudpapier en -karton ‐ (in cent per kilogram) aan de gemeentelijke inzamelingskosten;

13. transportvergoeding: de door Stichting Verwijderingsfonds vastgestelde vergoeding die in het kader van het inzamel- en verwerkingssysteem voor oudpapier uit het verwijderingsfonds wordt uitgekeerd aan gemeenten ter suppletie van het transportdeficit;

14. systeemkosten: kosten voor onderzoek met betrekking tot en de ontwikkeling van het afvalbeheerssysteem voor oudpapier, alsmede investeringskosten, logistieke kosten en organisatorische kosten van stichting PRN en Stichting Verwijderingsfonds;

15. afvalbeheersbijdrage: het bedrag dat op grond van deze overeenkomst door een eerste ontvanger dient te worden afgedragen aan Stichting Verwijderingsfonds, bedoeld ter dekking van door Stichting Verwijderingsfonds te betalen afvalbeheersvergoedingen, transportvergoedingen en systeemkosten.

Artikel 2 Afdrachtperiode afvalbeheersbijdrage

De afvalbeheersbijdrage is verschuldigd over een door Stichting Verwijderingsfonds vast te stellen afdrachtperiode, zodra de noodzaak van afdracht volgens een besluit van Stichting Verwijderingsfonds wordt vastgesteld, waarbij deze afdrachtperiode zoveel mogelijk dient samen te vallen met een deficitperiode. Hierbij wordt rekening gehouden met de mogelijke omstandigheid dat de geringe hoogte van de respectievelijke bijdragen de voor partijen aan afdracht verbonden administratieve kosten niet rechtvaardigt. De (wijziging van de) bijdrage gaat in per de eerste van de maand van een kwartaal dat volgt op de maand waarin het bestuursbesluit tot heffing c.q. wijziging van de bijdrage is genomen. De voor een kwartaal vastgestelde afvalbeheersbijdragen worden na afloop van dat kwartaal in rekening gebracht.

Artikel 3 Hoogte afvalbeheersbijdrage

1. De totale generieke afvalbeheersbijdrage is een optelsom van de onder lid 3, 5 en 7 beschreven componenten.

2. De hoogte van het gedeelte van de afvalbeheersbijdrage ter dekking van afvalbeheersvergoedingen wordt bij besluit van Stichting Verwijderingsfonds voor partijen bindend vastgesteld aan de hand van de volgende formule (zie lid 3).

3. De generieke afvalbeheersbijdrage ter dekking van de afvalbeheersvergoedingen bedraagt:

i x vv

---------

pv tot

waarbij:

i = de hoeveelheid uit Nederlandse huishoudens in te zamelen oudpapier (categorie niet-verpakkingen) waarvoor volgens een schatting van PRN een afvalbeheersvergoeding zal worden betaald (in kilogram);

vv = de afvalbeheersvergoeding (in cent per kilogram);

pv tot = de door PRN geschatte totale hoeveelheid (in kilogram) in de betreffende afdrachtperiode door eerste ontvangers in de uitoefening van hun beroep of bedrijf in Nederland als eerste aan een ander ter beschikking gestelde (producten van) papier en/of karton die niet gebruikt wordt/worden voor de vervaardiging van verpakkingen (hierna: de “door PRN geschatte hoeveelheid nieuw papier en karton”).

4. De hoogte van het gedeelte van de afvalbeheersbijdrage ter dekking van de transportvergoedingen wordt bij besluit van Stichting Verwijderingsfonds voor partijen bindend vastgesteld (zie lid 5).

5. De afvalbeheersbijdrage ter dekking van de transportvergoedingen is gelijk aan de som van de totale door Stichting Verwijderingsfonds over een bepaalde periode verschuldigde transportvergoedingen, gedeeld door de door PRN geschatte hoeveelheid nieuw papier en karton, categorie niet-verpakkingen (in cent per kilogram).

6. Het gedeelte van de afvalbeheersbijdrage ter dekking van de systeemkosten wordt bij besluit van Stichting Verwijderingsfonds voor partijen bindend vastgesteld (zie lid 7).

7. De afvalbeheersbijdrage ter dekking van systeemkosten is gelijk aan de door Stichting Verwijderingsfonds over een bepaalde periode vastgestelde systeemkosten, gedeeld door de door PRN geschatte hoeveelheid nieuw papier en karton, categorie niet-verpakkingen (in cent per kilogram).

Artikel 4 Aangrijpingspunt afvalbeheersbijdragen

1. De afvalbeheersbijdrage wordt afgedragen door de eerste ontvanger aan Stichting Verwijderingsfonds.

2. Indien een papiergroothandel is aangesloten bij PRN door middel van ondertekening van een factureringsovereenkomst wordt, in afwijking van artikel 1 onder lid 1), niet deze papiergroothandel maar diens afnemer(s) aangemerkt als eerste ontvanger(s). Dit geldt uitsluitend voor de afname van nieuw nog te verwerken papier en/of karton; voor de import van producten van papier en/of karton is de papiergroothandel zelf eerste ontvanger in de zin van artikel 1 onder lid 1).

3. Voorzover ondernemingen papier en/of karton inkopen via een bij PRN aangesloten papiergroothandel zoals bedoeld in het tweede lid, worden de afvalbeheersbijdrage ter dekking van de afvalbeheersvergoedingen de afvalbeheersbijdrage ter dekking van de transportvergoedingen en de afvalbeheersbijdrage ter dekking van systeemkosten namens hen door deze papiergroothandel aan Stichting Verwijderingsfonds afgedragen.

4. In het geval bedoeld in het tweede en derde lid betalen de individuele ondernemingen de voor hen af te dragen afvalbeheersbijdragen over de door hen individueel afgenomen hoeveelheid papier en karton aan de papiergroothandel.

5. Een afvalbeheersbijdrage is alleen verschuldigd in het kader van de verplichtingen van PRN op basis van het 3de Papiervezelconvenant. Bij de berekening van de hoogte van de op grond van deze overeenkomst verschuldigde afvalbeheersbijdrage wordt in aanmerking genomen dat op grond van het 3de Papiervezelconvenant slechts een verplichting tot betaling van afvalbeheersvergoedingen en transportvergoedingen geldt voor het gedeelte van het ingezamelde oudpapier dat representatief is voor het papier en karton (categorie niet-verpakkingen) en dat circa 77% uitmaakt van het totale volume gescheiden ingezamelde oudpapier en -karton uit huishoudens.

6. De verplichting tot afdracht van het gedeelte van de afvalbeheersbijdrage ter dekking van de afvalbeheersvergoedingen geldt niet voor overschotten. Voor de verwijdering van overschotten draagt de bij PRN aangesloten papier- en kartonindustrie zorg.

7. De eerste ontvanger is verplicht de door hem over een bepaalde periode verschuldigde afvalbeheersbijdrage - voor producten in de categorie niet-verpakkingen - aan zijn afnemer in rekening te brengen onder aparte vermelding op de factuur.

8. Bij de verplichte doorbelasting genoemd in lid 7 dient als grondslag voor de doorberekening gehanteerd te worden de hoeveelheid door de afnemer, in de periode waarover de afvalbeheersbijdrage aan de eerste ontvanger in rekening wordt gebracht, afgenomen papier en karton of de hoeveelheid ten behoeve van het afgenomen product verwerkte papier en karton (beide betreffende de categorie niet-verpakkingen).

Artikel 5 Informatieverstrekking en controle

1. Partijen verbinden zich elkaar alsmede PRN en Stichting Verwijderingsfonds alle informatie te verstrekken die voor een goede uitvoering van deze overeenkomst noodzakelijk is.

2. Partijen verbinden zich in het bijzonder de door PRN - door middel van monitoring-formulieren - opgevraagde informatie binnen een door PRN te bepalen termijn te verstrekken.

3. PRN heeft te allen tijde het recht de juistheid en volledigheid van de gegeven informatie te (doen) controleren, zoals door het opvragen van een accountantsverklaring.

4. Een eerste ontvanger heeft een meldingsplicht bij PRN.

5. Indien een eerste ontvanger de verplichting ingevolge het tweede lid niet nakomt, kan Stichting Verwijderingsfonds hem een forfaitaire bijdrage opleggen, die zoveel mogelijk wordt vastgesteld aan de hand van in het verleden door de betreffende eerste ontvanger opgegeven informatie.

6. Indien een eerste ontvanger de verplichtingen ingevolge het tweede, derde, vierde of vijfde lid niet nakomt, kan Stichting Verwijderingsfonds hem door middel van een schriftelijke mededeling alsnog manen na te komen binnen een daarin opgenomen redelijke termijn. Ingeval de eerste ontvanger zijn verplichtingen binnen de in de vorige volzin genoemde termijn niet nakomt, kan de Stichting Verwijderingfonds hem een boete opleggen volgens het boetereglement van Stichting Verwijderingsfonds.

Het boetereglement is aangehecht aan deze overeenkomst en wordt geacht daarvan integraal onderdeel uit te maken.

7. Stichting PRN en Stichting Verwijderingsfonds zijn gehouden alle op basis van deze overeenkomst aan hen verstrekte bedrijfsvertrouwelijke informatie vertrouwelijk te behandelen. Zij zien erop toe dat bestuursleden die werkzaam zijn voor een eerste ontvanger of voor enig ander bedrijf in de (oud)papier of kartonketen, geen inzage krijgen in gegevens die inzicht verschaffen in de dor individuele eerste ontvangers afgezette volumes.

Artikel 6 Betalingsvoorwaarden

1. Voor alle betalingen genoemd in deze overeenkomst gelden de betalingsvoorwaarden, waaronder die omtrent betalingstermijnen van (forfaitaire) afvalbeheersbijdragen, zoals vastgesteld door Stichting Verwijderingsfonds. De betalingsvoorwaarden zijn aangehecht aan deze overeenkomst en worden geacht daarvan integraal onderdeel uit te maken.

2. Voor door Stichting Verwijderingsfonds opgelegde boetes gelden afwijkende betalingstermijnen. Deze zijn opgenomen in het boetereglement dat is aangehecht aan deze overeenkomst en wordt geacht daarvan integraal onderdeel uit te maken.

Artikel 7 Toepasselijk recht

Op deze overeenkomst is bij uitsluiting Nederlands recht van toepassing.

Artikel 8 Geschillen

Geschillen voortvloeiend uit of samenhangend met deze overeenkomst zullen uitsluitend worden voorgelegd aan de absoluut bevoegde rechter te Haarlem, tenzij tussen partijen alsnog arbitrage is overeengekomen.

Artikel 9 Inwerkingtreding en looptijd

1. Deze overeenkomst treedt in werking op de dag van vervulling van de volgende opschortende voorwaarde:

(i) van kracht worden van het besluit tot algemeen verbindend verklaren van deze overeenkomst op basis van artikel 15.36 Wet milieubeheer.

De overeenkomst zal van kracht blijven tot uiterlijk 31 december 2011.

2. Deze overeenkomst eindigt voortijdig, indien zich één van de volgende gebeurtenissen voordoet:

(i) vervallen van de algemeen verbindend verklaring;

(ii) inwerkingtreding van artikel 5 van het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton voor papier en karton (categorie niet-verpakkingen).

3. PRN heeft het recht deze overeenkomst eenzijdig te beëindigen indien zij vaststelt dat geen (3de) Papiervezelconvenant van kracht wordt of blijft en dat in de toekomst derhalve geen situatie (meer) zal ontstaan waarin op basis van deze overeenkomst afvalbeheersbijdragen zullen worden afgedragen.

Artikel 10 Nietigheid en heronderhandeling

Indien enig onderdeel van deze overeenkomst nietig blijkt te zijn dan wel wijziging van enig onderdeel van de overeenkomst moet plaatsvinden vanwege wetswijziging of ander overheidsingrijpen, zijn partijen gehouden te goeder trouw met elkaar te onderhandelen teneinde een resultaat te bereiken dat zoveel mogelijk aansluit bij hetgeen partijen met deze oorspronkelijke overeenkomst hebben beoogd, met inachtneming van de gewijzigde omstandigheden.

Artikel 11 Wijziging van omstandigheden

Indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen welke van dien aard zijn dat een der partijen meent dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van deze overeenkomst niet van haar mag worden verwacht, heeft zij het recht dit te melden aan de overige partijen.

Op verzoek van de bedoelde partij kunnen partijen met elkaar in overleg treden teneinde de gevolgen van de overeenkomst te wijzigen of deze geheel of gedeeltelijk te ontbinden.

Het voorafgaande is niet van toepassing voorzover de omstandigheden krachtens de aard van de overeenkomst of de in het verkeer geldende opvattingen voor rekening komen van de partij die zich erop beroept.

Artikel 13 Slotbepaling

Deze overeenkomst wordt aangehaald als: “Overeenkomst inzake de Afvalbeheersbijdrage 2006 voor toepassingen van Papier en Karton”.

Aldus ondertekend op 19 december 2007 te Den Haag.

Namens het KVGO, het NUV, de VPG, de SLHP, PRN en Stichting Verwijderingsfonds,

H.J.L. Vonhoff,
voorzitter stichting Papier Recycling Nederland.

Naar boven